15
De gespreksstof was op. Seldon bekeek de bouwwerken van de Streeling Sector waar ze langskwamen. Sommige waren heel laag, andere staken een heel eind de 'lucht' in. Grote kruispunten drukten het tempo en er waren heel wat kleinere paden te zien.
Op een gegeven moment werd hij getroffen door de gedachte dat, hoewel de gebouwen oprezen, ze ook nog de grond ingingen en dat ze misschien dieper waren dan hoog. Zodra die gedachte bij hem opkwam, was hij ervan overtuigd dat het inderdaad zo was.
Nu en dan zag hij lappen groen op de achtergrond, een eind van de express, en zelfs kleine boompjes.
Hij bleef zijn ogen de kost geven en merkte dat het begon te schemeren. Hij wierp een zijdelingse blik op Hummin, die wel doorhad wat hij wilde vragen.
'De middag loopt ten einde,' zei hij. 'Het wordt avond.'
Seldon trok zijn wenkbrauwen op en zijn mondhoeken naar beneden. 'Heel indrukwekkend. Ik dacht dat het op de hele planeet opeens donker zou worden en een aantal uren later opeens weer licht.'
Hummin glimlachte weer even voorzichtig. 'Niet helemaal, Seldon. Het licht gaat niet opeens uit en opeens weer aan. De schemering valt langzaam in, net zo langzaam als het 's morgens weer licht wordt. Het gaat zo'n beetje gelijk op met de overgang van licht naar donker en omgekeerd buiten de koepels. Op grotere hoogten varieert de lengte van de dagen ook nog per seizoen.'
Seldon schudde zijn hoofd. 'Maar waarom de hele planeet overkoepelen, als het buiten die koepels net zo gaat als binnen?'
'Ik denk dat de mensen het zo prettiger vinden. Trantorianen hebben graag de voordelen van het ingekoepeld zijn, maar ze willen er ook weer niet al te veel aan herinnerd worden. Je weet niet veel van de Trantoriaanse psychologie, Seldon.'
Seldon bloosde licht. Hij was maar een Helicoon en hij wist niet veel van de miljoenen andere werelden buiten Helicon. Zijn onwetendheid beperkte zich niet tot Trantor. Hoe zou hij dan ooit met praktische toepassingen voor zijn theorie van de psychohistorie kunnen komen?
Hoe konden hoeveel mensen dan ook - alle mensen samen - genoeg weten?
Het deed Seldon denken aan een lastige vraag die jaren geleden aan hem was voorgelegd: is er een betrekkelijk klein stuk platina denkbaar, met handvatten eraan, dat niet met blote handen kan worden opgetild door een willekeurig aantal mensen, hoeveel dan ook?
Het antwoord was ja. Een kubieke meter platina weegt bij een normale zwaartekracht 22420 kilo. Als je ervan uitgaat dat één persoon 120 kilo van de grond kan krijgen, dan zouden 188 personen voldoende zijn om het platina op te tillen... Maar je krijgt nooit 188 personen rond die ene kubieke meter die allemaal een handvat te pakken zouden kunnen krijgen. Je kunt er misschien net negen mensen omheen krijgen, als je flink duwt en perst. En hefbomen of andere hulpmiddelen waren niet toegestaan. Het moest gebeuren 'met blote handen'.
Evenzo zou het kunnen dat je nooit genoeg mensen bijeen kreeg om de totale hoeveelheid kennis te vergaren en verwerken die nodig was voor psychohistorie, zelfs als alle feiten werden opgeslagen in computers in plaats van in mensenhersens. Er kan maar een beperkt aantal mensen rond de kennis verzameld worden en ermee omgaan, om het maar eens zo uit te drukken.
'Wat zit je te peinzen, Seldon?'
'Ik overdenk mijn eigen onwetendheid.'
'Dat is heel nuttig. Kwadriljoenen mensen zouden er goed aan doen je voorbeeld te volgen. Maar het is tijd om uit te stappen.'
Seldon keek om zich heen. Hoe zie je dat?'
'Op dezelfde manier als jij deed, je eerste dag op Trantor in de express. Ik laat me leiden door de borden.'
Seldon kreeg er ook één in het oog: UNIVERSITEIT VAN STREELING - 3 MINUTEN.
'We gaan eruit bij het volgende station. Kijk goed uit bij het uitstappen.'
Seldon liep achter Hummin aan de express uit. Hij zag dat de lucht inmiddels dieppaars was geworden en dat de paden, gangen en gebouwen allemaal oplichtten, overgoten met een gele gloed.
Het had het vallen van een Helicoonse avond kunnen zijn. Als hij hier geblinddoekt heengebracht was en de blinddoek hier af zou gaan, was hij er van overtuigd geweest dat hij zich bevond in het een of andere bijzonder goed gebouwde centrum van een grote stad op Helicon.
'Hoe lang denk je dat ik op de Universiteit van Streeling zal verblijven, Hummin?' vroeg hij.
Op zijn karakteristieke kalme toon zei Hummin: 'Dat is moeilijk te zeggen, Seldon. Misschien je hele leven.'
'Wat!'
'Misschien ook niet. Maar je leven is opgehouden van jou te zijn toen je je voordracht over psychohistorie had gehouden. De Keizer en Demerzel zagen meteen hoe belangrijk jij was. Hetzelfde geldt voor mij. En voor zover ik weet voor anderen. Zie je, dat houdt in dat je niet meer aan jezelf toebehoort.'