·18 ·

Aan het eind van de week waren ze zover. Annabelle had een zwart jurkje en schoenen met hoge hakken aangetrokken. Haar haar was nu blond en piekerig. Ze leek in niets op de foto in het casinoarchief. Leo’s uiterlijk was nog drastischer aangepast. Zijn toupet was grijs en dun, met grote kale plekken. Hij had een sikje, een brilletje met een dun montuur en droeg een driedelig pak met daaronder een korset om zijn dikke buik te maskeren.

‘Niet te geloven dat vrouwen vroeger vrijwillig in die dingen rondliepen,’ klaagde hij.

‘Het zou je verbazen als je wist hoeveel ze nog gedragen worden.’

‘Het zit me niet lekker dat we er andere zwendelaars bij gaan lappen.’

‘Denk je dat die ons niet hetzelfde zouden flikken als ze er miljoenen mee konden verdienen? En bovendien, de types die wij aan het werk hebben gezien, waren helemaal niet zo goed. Vandaag of morgen worden ze toch gepakt. En het is niet meer zoals vroeger. Er worden echt geen lijken meer in de woestijn begraven of in zee gedumpt. Knoeien bij roulette is eerder een overtreding dan een misdrijf. Ze krijgen een boete of zitten een tijdje in de bak, en daarna gaan ze naar het Midden-Westen om het op de casinoboten te proberen, of ze gaan naar New England om indianen te pesten. En uiteindelijk komen ze hier terug om het opnieuw te proberen.’

‘Toch blijft het lullig.’

‘Als je wilt noteer ik hun naam en stuur ik ze elk twintigduizend dollar.’

Leo klaarde meteen op, maar zei toen: ‘Als dat maar niet van mijn aandeel af gaat.’

Ze hadden Freddy en Tony achtergelaten en hun intrek genomen in een van de beste hotels aan de Boardwalk. Van nu af aan zouden Leo en Annabelle geen contact meer met ze hebben. Voordat ze vertrokken had Annabelle hen allebei, maar vooral Tony, op het hart gedrukt dat in deze stad overal spionnen rondliepen.

‘Niet met cashgeld gaan zwaaien, geen geintjes maken, en niets zeggen dat wie dan ook op het idee kan brengen dat ergens een zwendel aan de gang is, want reken maar dat ze het meteen gaan aangeven om tipgeld op te strijken. Eén foutje en het kan voorbij zijn, voor ons allemaal.’

Ze had Tony strak aangekeken en gezegd: ‘Dit is het grote werk, Tony. Ga het niet verknallen.’

‘Ik hou me gedeisd,’ had hij gezegd. ‘Ik zweer het.’

Leo en Annabelle reden in een taxi naar het Pompeï en namen daar onmiddellijk hun post in. Annabelle hield een ploeg in de gaten die in alle casino’s aan de Boardwalk met inzetten knoeide. Er waren verschillende manieren om een inzet te doen als het balletje al stil was komen te liggen. Een daarvan hield in dat er stiekem fiches op het vakje van het winnende nummer werden geschoven. Er waren ook teams die een andere techniek gebruikten, waarbij de speler dure fiches onder fiches van lagere waarde verborg voordat het balletje tot stilstand was gekomen. Als hij had verloren ‘sleepte’ de speler de dure fiches van tafel, en als hij had gewonnen begon hij te schreeuwen van blijdschap. De laatste techniek had het voordeel dat je niet veel last had van de camera’s die boven de tafel waren geïnstalleerd, want de opnamen werden alleen gecontroleerd als er gewonnen werd, en in dat geval wezen de beelden uit dat de speler de fiches helemaal niet had aangeraakt. Hij haalde ze tenslotte alleen weg als hij verloor. Knoeien op de roulettetafel vereiste oefening, perfecte timing, goed teamwerk en veel talent, geduld en lef.

Annabelle en Leo waren er ooit meesters in geweest. De huidige bewakingstechnologie had het werk echter zoveel moeilijker gemaakt dat alleen de allerbesten op langere termijn nog succes wisten te behalen. En de aard van de truc hield in dat je hem maar een paar keer per casino kon uithalen voordat ze het doorkregen, dus de inzet en de kansen moesten hoog genoeg zijn om het risico de moeite waard te maken.

Leo bleef bij een blackjacktafel staan waar een man al geruime tijd aan het winnen was. Hij won niet genoeg om achterdocht te wekken, maar toch kreeg Leo de indruk dat hij heel wat meer binnenhaalde dan het minimumloon. Hij pakte zijn mobieltje en belde Annabelle.

‘Ben je zover?’ vroeg hij.

‘Volgens mij zijn de roulettejongens bijna klaar om in actie te komen, dus vooruit maar.’

Annabelle liep naar de man die volgens haar een chef was. Ze fluisterde hem iets in het oor en knikte naar de roulettetafel waar de oplichters bezig waren.

‘In sectie drie zit een stel zwendelaars aan tafel nummer zes. De twee vrouwen rechts zijn de controlespelers, de technicus zit in de stoel bij het eind van de tafel. De claimer is die magere man met de bril die schuin achter de croupier staat. Bel naar het oog in de hemel en laat de camera inzoomen totdat het spel gespeeld is.’

Roulettetafels waren zo groot dat er twee camera’s op gericht stonden: één op het roulettewiel en een op de tafel. Het probleem was dat de bewakingstechnicus maar één monitor tegelijk in de gaten kon houden. De chef keek Annabelle even strak aan, maar ze had het zo gezaghebbend geformuleerd dat hij het niet kon negeren. Snel zei hij iets in zijn headset.

Intussen liep Leo naar de andere chef toe en fluisterde: ‘Bij blackjacktafel nummer vijf is een foute croupier bezig met de zero-shuffle . De speler op stoel nummer drie heeft een kaartenteller om zijn rechterkuit gegespt. Van dichtbij kun je het door zijn broekspijp heen zien. Hij heeft ook een draadloos oortelefoontje in zijn rechteroor waarmee hij het signaal van de computer kan ontvangen. Het oog in de hemel merkt niet dat de kaarten worden gecoupeerd omdat de handen van de croupier dat verbergen, maar als je er vanaf de grond een handcamera op richt, is het duidelijk te zien.’

Net als bij Annabelle duurde het maar een paar seconden voordat de chef naar boven belde. Er kwam iemand met een videocamera naar beneden om opnamen te maken.

Vijf minuten later werden de verbijsterde boeven weggeleid en belde het casino de politie.

Nog eens tien minuten later bevonden Leo en Annabelle zich in een deel van het casino waar geen enkel omaatje dat haar pensioencentjes wilde vergokken ooit zou worden uitgenodigd.

Jerry Bagger stond op van achter het enorme bureau in zijn weelderig ingerichte kantoor, met de handen in de zakken en een paar fraaie glimmertjes om zijn polsen en gebruinde nek.

‘Sorry dat ik jullie niet bedank omdat jullie me een luizige paar duizend dollar hebben bespaard,’ zei hij op blafferige toon die verried dat hij uit Brooklyn kwam. ‘Maar ik ben niet gewend dat mensen mij gunsten verlenen. Daar gaan mijn nekharen recht van overeind staan. En ik vind het niet prettig als mijn nekharen recht overeind staan. Het enige aan mijn lijf dat ik recht overeind wil hebben zit achter mijn ritssluiting.’

De zes andere aanwezigen, allemaal breedgeschouderde mannen in dure pakken, keken Leo en Annabelle dreigend aan. Hun gevouwen handen bungelden losjes voor hun buik.

Annabelle stapte naar voren. ‘Het was geen gunst. Wij hebben het gedaan omdat we u wilden spreken.’

Bagger maakte een weids gebaar met zijn handen. ‘Nou, hier ben ik. Zeg het maar.’

‘We hebben een voorstel.’

Bagger rolde met zijn ogen. ‘O, krijgen we dat.’ Hij liet zich op zijn leren bank ploffen, pakte een walnoot uit de schaal op de salontafel en kraakte hem open met zijn rechterhand. ‘Nu ga je me zeker vertellen dat ik een heleboel geld kan verdienen, terwijl ik al een heleboel geld heb?’ Hij stak een stukje walnoot in zijn mond.

‘Ja. En u kunt in één moeite door uw land een dienst bewijzen.’

‘Mijn land,’ grauwde Bagger. ‘Is dat hetzelfde land dat me steeds in de bak probeert te krijgen omdat ik iets doe wat volkomen legaal is?’ Hij nam nog een stukje walnoot.

‘Daar kunnen wij u bij helpen,’ zei Annabelle.

‘O, nou zijn jullie ineens van de fbi?’ Hij keek naar zijn lijfwachten. ‘Hé, jongens, we hebben fbi -agenten in het casino. Bel de Rentokil even!’

De mannen begonnen te lachen.

Annabelle ging naast Bagger op de bank zitten en gaf hem een kaartje. Hij keek ernaar. ‘Pamela Young, International Management, Inc.,’ las hij. ‘Dat zegt me geen ene moer.’ Hij liet het kaartje in haar schoot dwarrelen. ‘Ik heb van mijn jongens gehoord dat jullie heel goed weten hoe je een casino moet tillen. Leren jullie dat tegenwoordig bij de fbi -opleiding? Niet dat ik geloof dat jullie van de fbi zijn, trouwens.’

Op norse toon zei Leo: ‘U verdient hier dertig of veertig mille per dag. U moet een bepaalde reserve aanhouden om aan de overheidsvoorschriften te voldoen, maar dan blijft er nog een heleboel over. Wat doet u met dat geld? Vooruit, vertel het maar.’

De casino-eigenaar keek hem verbluft aan. ‘Ik plak het op de muur van mijn woonkamer, klootzak.’ Hij keek naar zijn lijfwachten. ‘Haal die vlek hier even weg, ja?’

Zijn mannen liepen op Leo af en hadden hem al van de vloer getild toen Annabelle zei: ‘Wat dacht u van een rendement van tien procent op dat geld?’

‘Schei toch uit.’ Bagger stond op en liep naar zijn bureau.

‘Ik bedoel tien procent in twee dagen.’ Hij bleef staan, draaide zich om en keek haar aan. ‘Nou?’ zei ze.

Hij pakte een staalgrijs roulettefiche van vijfduizend dollar uit zijn bureau en smeet het haar toe. ‘Ga maar even spelen. Je hoeft me niet te bedanken. Beschouw het maar als een geschenk van onze lieve heer.’ Hij wenkte zijn lijfwachten dat ze Leo moesten loslaten.

‘Denkt u er eens over na, meneer Bagger,’ zei Annabelle. ‘We komen morgen terug. We hebben opdracht het u twee keer te vragen. Als u dan nog niet wilt meedoen, probeert Uncle Sam het gewoon bij het volgende casino aan de Boardwalk.’

‘Succes ermee.’

‘Als het in Vegas heeft gewerkt, dan werkt het hier ook,’ zei ze zelfverzekerd.

‘Ja, hoor. Ik vraag me af wat jij gerookt hebt. Moet goed spul zijn.’

‘De winsten van de gokindustrie zijn al vijf jaar over hun hoogtepunt heen, meneer Bagger. Dus hoe kan Vegas zich al die gigantische gebouwen veroorloven? Het lijkt wel of ze een geheime geldvoorraad hebben.’ Ze liet een korte stilte vallen. ‘In zekere zin is het ook zo. En ze helpen hun land er nog mee ook.’

Hij ging aan zijn bureau zitten. Voor het eerst was er iets van belangstelling in zijn ogen te zien. En meer had Annabelle op dat moment niet nodig.

‘Hebt u zich weleens afgevraagd waarom niemand in Vegas de afgelopen tien jaar last heeft gehad van de fbi ? Ik heb het niet over acties tegen de maffia, die zijn bekend. Maar u en ik weten wat zich daar afspeelt, en toch bent u degene die de fbi achter zich aan krijgt.’ Ze liet opnieuw een korte stilte vallen en legde haar kaartje op zijn bureau. ‘U kunt me altijd bellen. In onze branche houden we ons niet aan kantooruren.’ Met een snelle blik op de lijfwachten die nog steeds om Leo heen stonden, voegde ze eraantoe: ‘We laten onszelf wel uit. Dank u.’

Samen met Leo liep ze het kantoor uit.

Toen de deur achter hen dichtviel, snauwde Bagger: ‘Laat ze volgen.’

De verzamelaars
titlepage.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_0.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_1.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_2.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_3.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_4.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_5.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_6.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_7.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_8.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_9.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_10.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_11.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_12.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_13.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_14.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_15.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_16.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_17.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_18.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_19.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_20.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_21.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_22.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_23.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_24.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_25.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_26.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_27.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_28.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_29.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_30.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_31.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_32.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_33.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_34.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_35.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_36.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_37.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_38.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_39.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_40.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_41.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_42.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_43.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_44.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_45.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_46.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_47.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_48.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_49.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_50.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_51.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_52.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_53.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_54.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_55.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_56.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_57.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_58.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_59.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_60.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_61.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_62.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_63.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_64.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_65.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_66.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_67.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_68.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_69.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_70.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_71.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_72.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_73.xhtml
opmaak_de_verzamelaars_split_74.xhtml