Hoofdstuk 13

 

 

 

Samira keek vanaf de drempel naar Tariq die met Layla in zijn armen door de kinderkamer liep. Zoals altijd vond ze het ontroerend om hem met haar dochtertje te zien. Ze was hem net zo dierbaar als zijn zoontjes. Hij was altijd goed geweest met kinderen, dat was een van de redenen waarom ze met hem was getrouwd.

Dat raakte een pijnlijke snaar. Jammer dat hij niet zo goed met echtgenotes was. Correctie: met háár. Hij was wel stapelgek op Jasmin geweest, beweerde iedereen.

Ze had zijn blijdschap met de baby, een paar weken geleden in het ziekenhuis, verkeerd geïnterpreteerd. Ze had gedacht dat hij net zoveel om háár gaf, op de manier waarop ze ook om hem gaf. Wat een afschuwelijke vergissing.

Hoewel het ook voor de geboorte van Layla pijn had gedaan te weten dat Tariq niet van haar hield, had ze het toen net kunnen verdragen. Maar nu, nadat ze er in het ziekenhuis zo zeker van was geweest dat hij wel om haar gaf, ging ze kapot aan de kilte en de inhoudsloosheid van hun huwelijk. Ze kon zo niet verder. Haar hele leven was ze zich bewust geweest van de gevaren van liefde. Erger dan dit kan het niet worden, had ze gedacht toen Jackson haar had bedonderd, maar wat ze toen had gevoeld was niets vergeleken bij de hartverscheurende pijn van haar onbeantwoorde liefde voor haar echtgenoot.

Blijkbaar had ze een geluidje gemaakt, want Tariq draaide zich om. Meteen zag ze aan zijn gespannen schouders dat hij afstand nam.

‘Hallo, Tariq.’ Haar stem klonk hees maar zeker.

‘Zou je niet moeten rusten?’

Haar mond vertrok. Dat kreeg ze altijd te horen als ze bij hem wilde zijn. ‘Ik kom voor mijn kind. Door jou en het personeel krijg ik bijna geen kans om haar te zien.’

Uit rancune ging ze overdrijven. Ze kon Tariq wel schieten, ziek als ze was van deze afstandelijke beleefdheid. Ze ademde diep in. Al die jaren had ze naar een kind verlangd, gedacht dat het de leegte in haar zou vullen. En Layla was inderdaad het licht in haar leven. De vertedering die ze voelde als ze naar haar dochtertje keek, was met niets te vergelijken.

Te laat echter, was ze erachter gekomen dat een kind haar niet kon genezen. Dat moest ze zelf doen. Maar ze had de vergissing gemaakt een belangrijk deel van zichzelf aan Tariq te geven. Aan de man die haar niet kon bieden wat ze nodig had omdat hij nog van zijn gestorven vrouw hield. De man die haar niet zag als geliefde, maar als een verantwoordelijkheid.

Al haar krachten aansprekend liep ze de kamer in. Hij gaf haar de baby heel voorzichtig aan, zodat hij haar niet aanraakte. Ze beet op haar lip. Het had geen zin boos op hem te worden, hem te verwijten dat hij voelde wat hij voelde. Onder andere omstandigheden zou ze bewondering hebben voor een man die zo trouw was aan de liefde van zijn leven.

Diep vanbinnen knapte er iets toen ze zich met de kirrende Layla in haar armen omdraaide. De liefde voor haar kleine meisje verwarmde haar, maar zelfs dat bracht haar geen voldoening.

‘Goedenacht, Tariq,’ zei ze zonder hem aan te kijken. Met een diep verdriet in haar hart ging ze op de leunstoel naast het wiegje zitten en legde ze Layla aan haar borst.

 

Met gebalde vuisten keek Tariq naar zijn kind dat aan Samira’s borst dronk. Van dat beeld zou hij nooit genoeg krijgen, ondanks het ongemakkelijke gevoel dat hij erbij kreeg. Zelfs met de donkere kringen onder haar ogen en haar bleke, vermoeide gezicht vond hij haar heel verleidelijk.

Hij dacht dat hij er goed aan deed om afstand te bewaren zolang Samira herstelde van de bevalling. Als hij daaraan terugdacht, kreeg hij weer een wee gevoel in zijn maag. Zelfs nu nog, weken na de geboorte van Layla, droomde hij bijna elke nacht dat Samira overleed omdat hij haar te laat naar het ziekenhuis had gebracht.

‘Ben je er nu nog?’ Ze keek fronsend op.

‘Het is al laat. Ik hoef nergens anders te zijn.’

Even leek het alsof ze iets wilde zeggen, maar toen richtte ze haar aandacht weer op Layla. Alsof hij er niet was.

Hij hield er niet van als hij genegeerd werd. Ook al had hij zichzelf de regel opgelegd dat hij niet alleen met haar mocht zijn om te voorkomen dat hij iets doms zou doen. Maar dit was anders. Nu keerde Samira zich van hém af. Niet fysiek, maar mentaal. En daar was ze al mee begonnen toen ze in het ziekenhuis lag.

Zijn idee was geweest dat ze na de geboorte van hun kind hun relatie weer op zouden pakken zoals die voor de zwangerschap was geweest, maar het leek wel alsof ze helemaal geen interesse meer in hem had. Hij wilde haar niet onder druk zetten, omdat hij begreep dat ze tijd nodig had om te herstellen.

Maar nu was hij bang dat er iets helemaal mis was. Ze straalde niet meer en had al in geen weken naar hem geglimlacht. Bovendien was hem opgevallen dat ze Layla háár en niet hún baby noemde.

Het werd hem koud om het hart. De kloof tussen hen werd met de dag groter. Ze had altijd een kind gewild. Had ze hem en de tweeling niet meer nodig nu ze een kind van zichzelf had? Nee, het was vast de vermoeidheid van de bevalling. Volgens de dokter moest hij haar de tijd gunnen.

Misschien kon een korte vakantie haar opvrolijken. Tariq dacht aan het stadje waar ze hun huwelijksdagen hadden doorgebracht. ‘Ik zat te denken…’ Hij liep dichter naar haar toe, maar ze keek hem niet aan. Hij kwam vlak voor haar staan zodat ze wel op moest kijken.

‘Ja?’ Haar blik schampte zijn gezicht, maar bleef niet hangen.

‘Misschien zou verandering van omgeving een goed idee zijn. Een paar dagen weg.’

Onmiddellijk ontmoette haar blik de zijne, en hij voelde het effect van het oogcontact tot in zijn tenen. Eindelijk! Na de nacht waarin de baby was geboren, waren ze niet meer zo dicht tot elkaar gekomen. Toen had ze hem zo liefdevol aangekeken dat hij zich in de zevende hemel waande, maar nu had hij geen idee wat er in haar omging. Het was alsof er een licht in haar gedoofd was. Hij kreeg het angstige vermoeden dat hij iets heel waardevols door zijn vingers had laten glippen.

‘Je kunt gedachten lezen.’ Haar stem klonk schor, alsof haar keel dichtzat. ‘Ik dacht hetzelfde.’

Voor hij zijn plan kon toelichten, zei ze: ‘Ik wil naar Parijs.’

Hij verstrakte. ‘Parijs?’

Na een instemmend knikje keek ze weer naar Layla. ‘Ja. Volgende week.’

‘Wil je naar Parijs?’ Waarom?

‘Ja.’

Haar stem had dat hese randje dat hij altijd zo opwindend vond. Misschien maakte hij zich druk om niets. Als ze naar de stad wilde die voor vrouwen gelijkstond aan romantiek, waarom zou hij daar dan bezwaar tegen hebben?

‘Dat is een geweldig idee. Maar niet volgende week. Ik moet die lastige onderhandelingen nog afronden. Daarna lukt het wel.’ Hij glimlachte voldaan. Alles kwam goed.

‘Nee, ik ga volgende week.’

Ze beantwoordde zijn glimlach niet. Haar gezicht stond eerder grimmig.

‘Het spijt me, Samira. Dat gaat niet. Je weet hoe belangrijk dat verdrag is. Ik probeer er vaart achter te zetten, maar ik moet erbij zijn.’

Ze haalde haar schouders op. ‘Ik kan met Layla gaan, zonder jou.’

Voor het eerst in zijn leven had hij het gevoel dat de grond onder zijn voeten verdween. ‘Dat meen je niet!’

‘Nou en of.’

Ze hield haar hoofd schuin, alsof ze nieuwsgierig was naar zijn reactie. Wat zag ze op zijn gezicht? Verontwaardiging? Woede? Angst? Want het was angst die in golven in hem opkwam. Een angst die net zo erg was als toen hij vreesde dat hij haar in het kraambed zou verliezen.

Hij raakte Samira kwijt en had geen idee wat hij daartegen kon doen. Hij wilde haar vastpakken, tegen zich aan trekken en nooit meer loslaten. Maar dat zou niet werken. Fysiek was ze hier wel aanwezig, maar mentaal was ze ergens anders. Ver weg, onbereikbaar voor hem.

Wat wilde ze van hem? Hoe kon hij wat ze waren kwijtgeraakt, terugkrijgen?

De vieze metalen smaak van paniek prikte op zijn tong. Samira zonder hem in Parijs? De stad waarnaar Nicholas Roussell was teruggekeerd toen zijn contract afgelopen was? Tariq vermande zich. Nee, Samira had te veel klasse om hem te bedriegen. Maar hij raakte verlamd van paniek en ontzetting bij het idee dat ze zonder hem en de tweeling zou zijn.

Hij moest op zijn tong bijten om niet te zeggen dat hij het haar verbood. Dat was niet de manier om haar voor zich terug te winnen, wat zijn rechten als haar echtgenoot ook waren.

‘Het lijkt me handiger als je het even uitstelt.’ Er verscheen iets wat op een glimlach moest lijken op zijn gezicht. ‘Over twee weken heb ik alles in kannen en kruiken, dat beloof ik.’ Hij zou er alles aan doen om dat verdrag zo snel mogelijk rond te krijgen. ‘Dan gaan we met z’n allen.’

Voor hij uitgesproken was, schudde ze al met haar hoofd. ‘Dat is niet nodig. Ik weet dat je hier niet weg kunt.’

Iets in haar uitdrukking waarschuwde hem. Had ze die week gekozen juist omdat ze wist dat hij dan hier moest blijven?

‘Trouwens, ik heb al afgesproken –’

‘Afgesproken? Met wie?’ Het woedende randje aan zijn stem viel niet te maskeren. Met wie had ze afgesproken? Als het met…

‘Met die Franse minister.’ Ze keek hem met grote ogen aan. ‘Ze heeft maanden geleden contact met me opgenomen over een ontwerp voor een trouwjurk.’

‘Je doet geen trouwjurken.’

Ze trok een schouder op. ‘Het is geen gewone trouwjurk. Het is haar tweede huwelijk en ze wil iets speciaals, iets anders. Ik heb het toegezegd toen ze hier was, en de tijd begint te dringen.’

Tariq wilde schreeuwen dat het hem geen fluit kon schelen wat voor jurk die buitenlandse politica wilde. Niets kon hem wat schelen, behalve dat Samira weer naar hem zou kijken zoals ze vroeger had gedaan. Hij wilde zo graag haar warme, stralende glimlach zien als ze met de tweeling speelde of in zijn armen lag, verzadigd en tevreden.

Voorzichtig maakte ze de slaperige Layla los van haar borst. De hardroze tepel glinsterde, en een steek van verlangen schoot naar zijn onderbuik. Zijn hunkering naar haar was zo sterk, dat hij die niet eens meer probeerde te onderdrukken. Maar het was niets vergeleken bij zijn heimwee naar de klik die er tussen hen was geweest. De band die was vervluchtigd als regendruppels op woestijnzand.

Haastig bedekte ze zichzelf, en ze legde Layla tegen haar schouder. Kijkend naar moeder en kind scheurde er diep in zijn borst iets open. Hij kon bijna het bloed uit de onzichtbare wond voelen stromen terwijl hij zich afvroeg of Samira hun huwelijk had opgegeven.

‘Maak je geen zorgen, Tariq. We redden het heus wel in Parijs,’ zei ze met een plichtmatige glimlach. ‘Layla’s nanny zorgt voor haar als ik bezig ben.’

‘Hoelang gaat het duren?’

‘Een paar dagen. Een week. Maar zoals je al zei, een andere omgeving zal me goeddoen. Dus ik denk dat ik daar nog even blijf. Er is geen reden om snel terug te komen, toch?’

Elke spier en zenuw verstrakten van de inspanning om niet te schreeuwen dat er genoeg redenen waren om snel terug te komen en dat hij haar verbood het land te verlaten. Dat ze hier hoorde, bij hem en de jongetjes. Dat hij haar noch hun dochter zou laten gaan.

Knarsetandend zei hij bij zichzelf dat hij een beschaafd man was, een echtgenoot die begreep dat zijn vrouw ruimte en begrip nodig had na de bevalling. Hij zou nog wel een manier vinden om haar terug te winnen. Dat moest. Ondertussen…

‘Prima. Nu je die afspraak hebt gemaakt, moet je natuurlijk gaan. Ik zal de opdracht geven om alles voor je reis te regelen.’

Snel liep hij de kamer uit, voor hij kon toegeven aan de neiging haar over zijn schouder te slingeren en op te sluiten in de oude harem met de enorme deuren en vuistdikke hangsloten.

Nu weglopen, haar de ruimte gevend die ze nodig had, was het moeilijkste wat hij ooit had gedaan.