Hoofdstuk 16
De stralende zon toverde de met oude bomen omzoomde laan in het park om in een prieel vol groene lichtvlekjes, een welkom respijt van de zomerse hitte in Melbourne.
In plaats van het keurige pad en de strakke rijen bomen stelde Jacqui zich de Asada-oase voor, met haar kristalheldere plassen en heerlijk groene schuilplekjes. Wanneer ze inademde kon ze bijna het woestijnzand en de specerijen ruiken.
Ze hoorde een schaterend gelach en keek met een ruk op. Een gezinnetje liep over het gras, zoals zovele op weg naar het grandslamtoernooi aan de Yarra-rivier.
Haar ogen bleven rusten op de lange, donkerharige man die een kleuter op zijn schouders hees, terwijl de andere kinderen ook bedelden om een ritje. Inwendig ineenkrimpend rukte ze haar blik ervan los.
Om hen te ontwijken sloeg ze af naar de rand van het park. Daar was haar hotel, aan de andere kant van de weg. Het uur was om. Elke dag dwong ze zichzelf het hotel te verlaten voor een wandeling, om te proberen afleiding te vinden onder de mensen.
Niet dat het lukte. Niets, noch haar werk, noch de vertrouwde omgeving van haar eigen land, had haar afleiding gegeven, of haar verdriet verlicht. Terwijl ze haar boek afmaakte, was ze zelfs in een anoniem hotel gaan wonen in plaats van in haar piepkleine flat, in de hoop in de nieuwe omgeving alles te kunnen vergeten.
Jacqui aarzelde. Misschien moest ze beter haar best doen. Een terrasje pakken en mensen kijken in het café midden in het park. Alleen was dat vlak bij de Fairies Tree, een met kleurig houtsnijwerk van elfjes, kabouters en allerlei dieren versierde boomstronk. Het was een paradijs voor ouders met kleine kinderen.
Jacqui beende in de richting van de weg. Sinds wanneer was zij zo’n mopperpot geworden dat ze niet tegen het gelach van kinderen kon?
Sinds ze had ontdekt dat Asim van plan was een gezin te stichten met een andere vrouw.
Jacqui zou nooit zijn kind baren, of hem in haar armen houden, of hem naar haar zien kijken met die blik die haar hart sneller deed kloppen.
Ze trok een getergd gezicht. Die blik had alleen betekend dat hij haar begeerde. Ze was alleen te naïef geweest om dat in te zien.
Zou hij zijn bruid hebben gevonden? Jacqui had het nieuws gemeden, ze wilde niets horen over een koninklijke verloving. Verdriet benam haar de adem.
Met een snelle blik naar het verkeer stak ze de straat over naar haar hotel.
Op dat moment hoorde ze het rumoer en zag ze het kordon van beveiligingsmensen. Jacqui was verbaasd. Het was een leuk hotel met uitzicht over de Treasury Gardens, maar niet een luxehotel dat door vips werd bezocht. Toch zag ze een cameraploeg naast de ingang en een schare personeel boven aan de trap.
Jacqui aarzelde, toen moest ze zich naar het trottoir haasten omdat er een limousine bij de stoeprand stilhield.
De menigte dromde dichterbij, tegengehouden door mannen in donkere pakken. De hotelmanager haastte zich de trap af toen het achterportier openging.
Nieuwsgierig keek Jacqui toe hoe er een lange gestalte uitstapte. Een gestalte met brede schouders en een blauwgrijs jasje. Het zonlicht viel op de prachtige stof van zijn bijpassende tulband en accentueerde een arrogante neus die perfect paste bij zijn trotse, scherpe trekken.
Als verdoofd nam ze dat o-zo-vertrouwde gezicht in zich op.
Toen stokte haar adem.
Struikelend draaide ze zich om, botste tegen een omstander, en maakte zich haastig uit de voeten.
Asim, hier! Wat had dat te betekenen?
Het kon geen toeval zijn. Hij had nooit iets gezegd over een bezoek aan Australië.
Instinctief wist ze dat hij hier was om haar. Waarom wist ze niet, maar ze wilde het ook niet weten. Ze kon Asim niet beschouwen als een oppervlakkige kennis.
Achter haar werd geroepen.
Zonder om te kijken begon ze sneller te lopen, haar dunne vest dichter om zich heen trekkend.
Het licht sprong op groen en ze haastte zich het zebrapad over.
Met bonzend hart en buiten adem liet ze zich door de menigte meevoeren tot ze verscheidene straten verder een terrasje bereikte. De shock eiste zijn tol. Met knikkende knieën liet ze zich aan een tafeltje vallen, half verscholen achter een plantenbak.
Jacqui pakte een menukaart, legde hem weer neer. Haar hand trilde zo erg dat ze hem niet kon lezen. Het deed er niet toe. Ze zou wel iets zoets bestellen met veel chocola, tegen de shock.
Had ze het zich verbeeld? Hij kon hier toch niet echt zijn?
‘Jacqueline.’ Die diepe stem vloeide als stroop door haar lichaam. Ze leunde slap achterover. Had ze echt gedacht dat ze kon ontsnappen?
Asim kreeg altijd wat hij wilde, en om de een of andere reden wilde hij haar zien.
Ze werd boos. Kon hij haar niet met rust laten? Zag hij niet dat ze probeerde haar leven weer op te pakken?
Langzaam keek ze op, ineenkrimpend toen haar hart hard begon te bonken van verlangen. Hij torende boven haar uit, imposant en onmogelijk sexy.
‘Je hoort hier niet te zijn, Asim.’
‘Weet ik. Ik hoor op staatsbezoek te zijn in Frankrijk.’
‘En gesprekken te voeren met bruiden.’
Zonder te vragen ging hij tegenover haar zitten en nam haar kritisch op.
Voor het eerst die dag dacht Jacqui aan haar uiterlijk. Met haar haren in een hoge, al losrakende paardenstaart, geen make-up en gekleed in een dunne pantalon, T-shirt en vest was ze niet bepaald voorbereid op een gesprek met een koninklijk iemand.
Ze had gehoopt er mooi uit te zien als ze hem ooit weer tegenkwam.
Jacqui beet op haar lip en sloeg haar ogen neer.
Asim was de enige die haar ooit had gezegd dat ze mooi was.
‘Niet doen.’ Zijn hand schoot uit en hield de hare gevangen op de tafel. Ze snakte naar adem toen een felle gloed door haar aderen schoot.
Een aanraking van Asim, meer was niet nodig.
Op het trottoir probeerden potige beveiligers cameramannen te verhinderen om te filmen, maar ze zag dat er ook enkele smartphones op hen waren gericht.
‘Je veroorzaakt een scène.’
‘Kan me geen barst schelen.’
Haar wenkbrauwen schoten omhoog. ‘Dat zijn tv-camera’s. Je zet jezelf te kijk, je bent voer voor die verhalen waar je zo’n hekel aan hebt.’
Tot haar verbazing glimlachte hij. Ze vergat dat ze haar hand had willen lostrekken.
‘Recente gebeurtenissen hebben mijn afkeer van de pers een ander perspectief gegeven.’
‘Recente gebeurtenissen?’ Ze schrok. ‘Is er iets met Samira gebeurd?’
‘Nee, het gaat prima met haar, maar ze mist je.’ Hij boog zich dichter naar haar toe en ze verdronk bijna in zijn donkere fluwelen ogen. ‘Maar er zijn ergere dingen dan voer voor de pers verschaffen.’
Dat betwijfelde ze. ‘Zoals wat?’
‘Zoals het verlies van de enige vrouw ter wereld die mij gelukkig kan maken.’
Het lawaai van verkeer en mensen vervaagde.
‘Niet doen,’ fluisterde ze. ‘Wat je ook van plan bent, ik wil er niets mee te maken hebben. Ik ben weggegaan, weet je nog? Ik heb mijn leven weer opgepakt.’ Dat zou ze willen.
‘O, dat herinner ik me wel, Jacqueline.’ Hij glimlachte bijna woest. ‘Daar zal ik me altijd voor schamen. Daarom ben ik hier. Om je te zeggen dat het me spijt dat ik je heb weggeduwd.’
‘Het is een heel eind om je hier te komen verontschuldigen.’
‘Denk je dat je dat niet verdient?’
Zijn kruidige geur kietelde in haar neus en onwillekeurig ademde ze genietend in. Die automatische reactie maakte haar woedend. ‘Dit is niet met een simpele verontschuldiging goed te maken, Asim.’ Tot haar verbazing werden zijn ogen dof, alsof ze een vlam had uitgeblazen.
‘Zeg dat niet.’ Hij kneep zo hard in haar hand dat het pijn deed.
‘Het klopt toch? Jij wilt een echte prinses voor een kil huwelijk. Daar verandert een verontschuldiging niets aan.’ Haar woede maakte plaats voor verdriet. ‘Jij kunt je gevoelens niet helpen en ik ook niet. Je bent tenminste eerlijk geweest.’
Nu hield hij haar hand met beide handen beet.
‘Dat heb je mis.’
‘Pardon?’ Jacqui wist dat Asim eerlijk was. Die laatste avond had ze gezien dat het hem speet. Hij had haar geen verdriet willen doen.
Zijn gezicht stond ondoorgrondelijk, alleen een kloppend adertje bij zijn keel verried hem.
‘Ik ben niet eerlijk tegen je geweest. Ik dacht dat ik eerlijk was. Ik was zelfs op een perverse manier trots op mezelf, dat ik ons dwong onder ogen te zien dat we niet samen konden zijn. Dat ik alles aan het licht bracht.’
Heel even sloot hij zijn ogen. Toen hij ze weer opende, las ze er iets in wat ze nooit eerder had gezien. Het hield haar net zo gevangen als zijn handen.
‘Ik was bang, Jacqueline. Bang om een waarheid onder ogen te zien waar ik niet klaar voor was.’
Zijn gebruinde hand streelde haar wang, en de liefkozing riep gevoelens op waarvan ze had gedacht ze nooit meer te ondergaan. Hete tranen sprongen in haar ogen.
‘Mijn liefste.’ Zij was de enige die hem kon horen. ‘Kun je me vergeven? Ik heb mijn hele leven gedacht dat de liefde niets voor mij was. Ik was een lafaard, doodsbang voor de gevoelens die jij in me wekte. Ik begreep niet dat ik voor je was gevallen.’
Jacqui’s adem stokte. ‘Hou je van me?’ Haar hart stond stil, en begon toen razendsnel te kloppen. Ze probeerde achterover te leunen om dit te verwerken, maar met een hand in haar nek hield hij haar dicht bij zich.
‘Ik heb je niet verdiend, niet na al het verdriet dat ik heb veroorzaakt. Maar ik hou van je, Jacqueline. Nadat je was weggegaan duurde het nog geen dag voor ik besefte dat ik een fatale vergissing had begaan. Ik jaagde je niet weg omdat ik niet om je gaf, maar omdat ik te veel om je gaf. Ik was te laf om dat onder ogen te zien.’
Jacqui besefte verbluft dat ze nu wist wat die blik in zijn ogen betekende. Het was overduidelijk.
‘Ik bewonder je, habibti. Je fascineert me, meer dan welke andere vrouw ook, en ik geef toe dat het er heel wat zijn geweest.’ Hij wuifde ze met een achteloos handgebaar allemaal weg.
‘Ik geef om je. Jouw geluk is belangrijker dan mijn eigen geluk. Dat heb ik bij geen andere vrouw gevoeld. Ik wil het beste voor jou. Ik wil de rest van mijn leven jou liefhebben en samen een leven opbouwen. Als ik in Asada niet zo laf was geweest, had ik dat toen al ingezien.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik dacht dat ik mijn gevoelens kon beheersen, zonder te vermoeden dat ik al weken van je hield.’
‘Echt?’ Het duizelde Jacqui.
‘Minstens vanaf die avond dat je die zilverkleurige jurk droeg.’ Zijn blik verschroeide haar van top tot teen. ‘Ik maakte mezelf wijs dat ik je verleidde, maar in feite verleidde jij mij met je onschuld en eerlijkheid en moed.’ Hij glimlachte. ‘Of misschien was het nog eerder. Ik moest voortdurend aan je denken.’
Konden dromen zo gemakkelijk waar worden? ‘Maar ik ben anders dan de vrouwen op je lijst. Ik ben geen aristocraat of –’
‘Jij bent de vrouw die ik wil, Jacqueline.’
‘En je ouders dan? Je zei…’
Asim schudde zijn hoofd. ‘Ik heb van alles en nog wat gezegd. Het meeste was onzin. We zijn mijn ouders niet. Jij bent sterk, dapper en loyaal en ik…’ Hij haalde die brede schouders op. ‘Ik reken op jou om me te leren wat liefde is.’
Jacqui trok een hand los en legde die op de zijne. ‘Je bent al een expert, Asim. Iedereen kan zien dat je van Samira en je grootmoeder houdt.’
‘Betekent dat dat je me accepteert? Dat je me vergeeft?’ vroeg hij schor.
‘Asim! Vraag je wat ik denk dat je vraagt? Hier, op een straathoek in Melbourne?’ Ze voelde een hysterische lachbui opkomen.
‘Waarom niet? Tenzij je liever hebt dat ik op de knieën ga. Doen ze dat hier zo?’
Hij schoof zijn stoel achteruit en Jacqui pakte hem haastig bij de arm.
‘Dat meen je niet echt!’ Ze keek om zich heen naar de menigte, die nauwelijks in toom kon worden gehouden door zijn lijfwachten. Zelfs het verkeer reed langzamer en een cameraman hield zijn lens op hen gericht.
‘Ik heb nog nooit iets zo echt gemeend als dit. Ik wil jou als mijn minnares, mijn vrouw, mijn koningin.’
‘Maar…’ Ze kon geen woord uitbrengen. Ze wilde lachen en huilen tegelijk. Asim omhelzen en hem nooit meer laten gaan. ‘Maar je kunt me hier niet ten huwelijk vragen. Moet je mij zien, ik heb een oud vést aan!’
Asim lachte. ‘Daar start je een trend mee, schat. Alle fashionista’s zullen er ook een willen in precies die kleur bruin.’
Hij stond op en trok haar overeind.
‘Prima, dan neem ik je mee naar een plek die geschikter is om je ten huwelijk te vragen.’ Zijn gezicht werd ernstig. ‘Als je belooft ja te zeggen.’
Jacqui keek naar de enige man in de hele wereld die ze ooit zou liefhebben, en begreep voor het eerst wat het betekende als je hart zong. Het hare deed dat nu.
‘Jacqueline?’ Hoorde ze angst in Asims stem?
Ze raakte even zijn wang aan.
‘Dat kan geregeld worden, Hoogheid. Op voorwaarde dat je me ergens mee naartoe neemt waar we absolute privacy hebben. Na dit…’ ze gebaarde naar de menigte op het trottoir ‘…wil ik je helemaal voor mezelf hebben.’
In Asims ogen schitterde een belofte die ze nooit zou kunnen weerstaan en hij glimlachte voldaan. Jacqui deed geen moeite te protesteren toen hij haar optilde en naar de wachtende limousine bij de stoeprand beende.
‘Ik wist wel dat dit een huwelijk van gelijkgestemden zou worden,’ murmelde hij in haar oor. ‘Ik dacht precies hetzelfde.’
Volg Harlequin op Facebook