Hoofdstuk 9

 

 

 

Ze werd nog zijn dood.

Langzamerhand maakte ze hem gek.

Geërgerd beende Asim de stallen uit. Zijn rit had niet geholpen. Zijn gedachten waren nog steeds vervuld van Jacqueline, haar zachte zuchten, haar opgetogen blik wanneer hij zei hoe mooi ze was.

De ondeugende blik in haar ogen wanneer ze hem af en toe overhaalde haar in bed de leiding te laten nemen. Zijn lichaam verstrakte. De herinnering aan haar handen, haar mond, warm en zwoel en een beetje onhandig, wond hem weer op.

Die eerste nacht had hij zich afgevraagd of ze nog maagd was, maar ze had ontkend en hij had zich laten overhalen. Nu was hij ervan overtuigd dat hij gelijk had gehad. Ze was hartstochtelijk en gretig, maar beslist onervaren.

Of dat was ze geweest.

Hij voelde zich schuldig omdat hij een maagd had verleid. Een man met enig fatsoen zou meteen zijn gestopt, zou haar maagdelijkheid gerespecteerd hebben. Maar Asim vreesde dat hij geen zelfbeheersing had wat Jacqueline betrof.

Ze was een hoeri, een tovenares.

Ze ontwrichtte zijn goed geordende leven.

Was hij gek om een affaire met een journaliste te beginnen?

Logisch redenerend moest hij ja zeggen, maar toch vertrouwde hij haar.

Hij ging het paleis binnen, knikte tegen een bewaker.

Slaap had hij niet nodig. ’s Nachts verkende hij liever Jacquelines onverzadigbare honger naar hartstocht. Ze verstoorde ook zijn werk. Die dagelijkse briefings over haar research werden lange pauzes waar hij glimlachend en voldaan, maar nog steeds verlangend naar haar uit kwam.

Erger was dat hij steeds aan haar bleef denken. Gisteren had hij zich tijdens handelsonderhandelingen haar kernachtige oordeel over een buitenlandse diplomaat herinnerd. Impulsief had hij zijn zorgvuldig voorbereide plan veranderd om een door haar voorgestelde zwakte in de positie van de tegenpartij te testen. Dat had zich geloond! Ze had gelijk gehad.

Hij zou haar moeten bedanken, ze had hem tijd en moeite bespaard. Toch zat de overgang van minnares naar adviseuse hem dwars.

Asim hield zijn vrouwen buiten zijn openbare leven, al zou dat natuurlijk anders zijn als hij getrouwd was.

Iets anders was dat ze ook zijn zoektocht naar een vrouw belemmerde. Hoe kon hij zich aan die belangrijke taak wijden terwijl de hartstocht tussen hen zo fel oplaaide? Zo op het oog geschikte kandidates slaagden er niet in ook maar een vonkje interesse te wekken.

Eén kandidate had hij zelfs afgekeurd omdat ze te klein was. Te klein! Alleen maar omdat hij genoot van het feit dat hij zich niet dubbel hoefde te vouwen om Jacqui’s lippen te kussen! En hij genoot ervan haar lange slanke benen om zijn middel te voelen.

Asim gromde vol afkeer over zichzelf. Hij was vijfendertig, hij moest een geschikte vrouw vinden en een gezin starten, de troon veiligstellen voor de toekomst. Hij kon het zich niet veroorloven door een vrouw geobsedeerd te raken, net als zijn vader. Die ongezonde passie had de hele familie schade berokkend.

Vandaag zou Asim beginnen met wat hij hoorde te doen: zich richten op het zoeken naar een perfecte koningin.

 

‘Ik ben zo blij dat mijn grootmoeder u eindelijk heeft meegebracht.’

Jacqui zag dat prinses Samira nerveus een lok van haar lange zwarte haren om haar vinger wond. Iets wat ze sinds Jacqui’s aankomst al vaker had gedaan.

De prinses was een schoonheid. Ze had dezelfde diepliggende ogen als Asim, alleen waren die van haar lichtbruin. Haar mond was weelderiger, en haar kaaklijn minder hard.

Ondanks haar schoonheid had ze kringen onder haar ogen en maakte ze een verdrietige, futloze indruk.

‘Ik ben vereerd dat u me hebt uitgenodigd.’ En geïntrigeerd dat Lady Rania hen na een halfuur alleen had gelaten.

Jacqui keek toe terwijl de prinses met trillende handen de met honing gezoete koffie in de piepkleine kopjes schonk. De kleine rimpel in haar voorhoofd deed haar aan Asim denken.

Alles herinnerde haar aan Asim. Hij was voortdurend in haar gedachten en zelfs haar dromen gingen over hem, en niet meer over de gruwelen die haar maandenlang hadden achtervolgd.

‘Dank u, Hoogheid.’ Jacqui nam een dampend, geurig kopje aan.

‘Zeg alsjeblieft Samira.’ Ze glimlachte en Jacqui’s adem stokte toen haar gezicht even tot leven kwam. Ze was verbijsterend mooi. Geen wonder dat de pers naar foto’s snakte. Dat gezicht zou miljoenen tijdschriften verkopen.

Het duurde even voor ze besefte dat de glimlach vervaagd was.

‘Dank je, Samira,’ zei Jacqui verrast. ‘Noem mij maar Jacqui.’

‘Niet Jacqueline, zoals mijn broer je noemt?’

Jacqui verstijfde, het kopje halverwege haar mond. ‘Praat hij over me?’ Dat had ze niet verwacht.

Samira glimlachte ondeugend. ‘Meer dan hij vermoedelijk beseft, maar dat vertellen mijn grootmoeder en ik hem niet. Vertel me eens iets meer over je project, Jacqui. Ik voelde me niet… fit genoeg om bij de sessies met mijn grootmoeder en haar vriendinnen te zijn, maar ik zou er graag meer over horen.’

Een uur later zaten ze aan hun tweede kop koffie en was het gesprek van traditionele Jazeerse jurken beland bij de zilvergrijze jurk die Jacqui tijdens het diner had gedragen.

‘Bedoel je dat jij die hebt ontworpen?’ Ze bewonderde de portfolio die Samira tevoorschijn had gehaald. Hij bevatte schetsen, staaltjes van stoffen en foto’s van jurken. Ze waren allemaal prachtig en supervrouwelijk, in een eenvoudige opvallende stijl.

‘Grootmoeder wilde je iets schenken.’ Samira glimlachte. ‘Ze is zo enthousiast over je boek en je fijngevoelige benadering. Ze wist niet of je wel een geschikte jurk had voor Asims formele diner.’

‘Had ik ook niet.’ Jacqui schudde haar hoofd. ‘Ik kan nauwelijks geloven dat je die prachtige jurk hebt ontworpen. En deze ook. Ze zijn fantastisch.’

Samira haalde haar schouders op. ‘Het is maar een heel onbeduidend talent, niet te vergelijken met wat jij doet –’

‘Onzin!’ flapte Jacqui eruit. Samira verstijfde en even vroeg Jacqui zich af of ze te openhartig was geweest.

Ze had zo genoten van hun gesprek dat ze bijna was vergeten dat haar metgezel een prinses was die ze pas had ontmoet. Ze had het gevoel alsof ze elkaar al jaren kenden. ‘Sorry, het was niet mijn bedoeling onbeleefd te zijn.’ Samira glimlachte niet, en Jacqui vroeg zich af of er niet meer aan de hand was dan de breuk met haar vriend.

‘Ik bedoelde dat we allemaal dankbaar moeten zijn voor de talenten die we hebben. Jij brengt de wereld schoonheid. Mijn werk had vooral te maken met de lelijke realiteit. Dat was nodig, omdat mensen de waarheid moeten weten over de wereld om hen heen. Maar ze hebben ook schoonheid nodig.’

Misschien werd ze daarom optimistischer door haar boek. Ondanks de schaduwzijden van het haremleven had het ook veel mooie en elegante kanten, verpersoonlijkt door de opmerkelijke oude vrouwen die ze had ontmoet.

‘Je zou trots moeten zijn op je talent, Samira. Deze jurken zijn geweldig. Maar heb je alleen voor vriendinnen ontwerpen gemaakt? Waarom is dit je beroep niet?’

‘Een goede vraag, maar niet voor vandaag,’ hoorde Jacqui Asims diepe stem achter zich zeggen. Haar hele lichaam begon meteen te tintelen.

‘Asim!’ Samira glimlachte. ‘Ik had niet verwacht je vandaag weer te zien. Ik dacht dat je aan het werk was.’

Jacqui draaide zich om. Asim vulde de deuropening, schitterend knap in een geborduurde tuniek en een donkerblauwe tulband. Zijn strenge gezicht verried niets, maar ze herinnerde zich opeens zijn woedende beschuldiging dat ze hier was om achter een verhaal over zijn zus te komen.

Dacht hij dat nog steeds?

‘Iemand is niet op komen dagen voor een bespreking.’

‘Niet op komen dagen? Voor een bespreking met jóú?’

Zijn blik gleed naar Jacqui, en haar adem stokte.

Opeens schoot Samira in de lach. ‘Een bespreking met Jacqui?’

Jacqui knipperde met haar ogen en keek op haar horloge. Samira had gelijk. Ze had tien minuten geleden in Asims kantoor moeten zijn. Ze was de tijd vergeten.

‘Wie anders zou te laat durven komen voor een bespreking met jou?’ Ondanks de plagende klank in Samira’s stem lukte het Jacqui niet te glimlachen. Niet zolang Asim haar met zijn blik doorboorde.

En niet omdat ze te laat was, maar omdat ze bij zijn zus was, terwijl hij dat had verboden. ‘Het spijt me, Asim. Ik ga nu meteen met je mee.’

Nog steeds zei hij niets, en Jacqui voelde zich diep gekwetst. Vertrouwde hij haar na alles wat ze hadden gedeeld nog steeds niet?

‘Of je zou ook kunnen blijven,’ opperde Samira.

Asims gezicht verzachtte zich. ‘Dat zou ik leuk vinden, maar Jacqueline en ik moeten wat bespreken. Ik kom later terug.’

Ik, niet wij.

‘Bedankt voor je gastvrijheid, Samira.’ Jacqui stond op. ‘Ik heb van ons gesprek genoten.’ Samira was geen verwende prinses, maar iemand die Jacqui graag beter wilde leren kennen.

‘Ik verheug me al op je volgende bezoek.’

Jacqui glimlachte zwijgend, overtuigd dat Asim dat zou verbieden. Als hij haar niet simpelweg uit het paleis verbande. Ze mochten dan minnaars zijn, maar hun relatie was vooral fysiek, ondanks de gesprekken over van alles en nog wat in het donker. Een uur geleden zou ze hebben gezegd dat ze elkaar leerden kennen. Nu zag ze geen enkele warmte in zijn donkere ogen.

Terwijl ze een huivering onderdrukte, liep ze achter hem aan.

Zwijgend liepen ze door het paleis, niet naar zijn kantoor, maar naar zijn suite.

Zodat hij kon toekijken terwijl ze pakte? Gekwetst en boos slikte Jacqui haar protest in. Ze zou wachten tot ze alleen waren.

Zodra ze in zijn privévleugel waren aangekomen, draaide ze zich woedend naar hem om. ‘Je gaat me er zeker van beschuldigen dat ik een ontmoeting met Samira heb geregeld om een verhaal aan de roddelpers te verkopen?’

‘En, is dat zo?’ Hij leunde tegen de deurpost, zelfingenomen en verschrikkelijk sexy.

Verdrietig besefte ze hoeveel zijn vertrouwen voor haar had betekend. Want de afgelopen weken had hij haar vertrouwd. De bewaker die haar overal was gevolgd was na de avond van het diner verdwenen, en recent had Asim zelfs met haar over zijn werk gesproken. Het was een heerlijk gevoel dat ze meer deelden dan alleen seks, al was die nog zo geweldig.

‘Natuurlijk niet. Je weet waarom ik hier ben.’ Toen hij niet reageerde, ging ze zo vlak voor hem staan dat haar borsten bijna zijn over elkaar geslagen armen raakten.

‘Alleen geloof je me niet, hè? Een van je paleisspionnen is je komen vertellen dat ik bij Samira was, en je haastte je om haar uit mijn boze klauwen te redden.’

‘Paleisspionnen?’ Hij trok zijn wenkbrauwen op, zodat ze nog bozer werd.

‘Je weet wel, die bewakers die me overal volgden.’

Hij schudde langzaam zijn hoofd en even had ze kunnen zweren dat ze een glimp van vermaak in zijn ogen zag. ‘Mijn grootmoeder heeft het me verteld.’

‘Echt?’ Jacqui deed een stap naar achteren, maar merkte dat Asim haar stevig bij de ellebogen vasthield.

‘Niet zo snel, mijn kleine driftkop.’

‘Zo klein ben ik niet!’ Ze zat niet te wachten op neerbuigende woorden.

Een mondhoek krulde in een vage glimlach, die belachelijke dingen deed met haar binnenste en haar aan haar gezonde verstand deed twijfelen. Hoe kon ze zich aangetrokken voelen tot een man die haar niet vertrouwde?

‘Vergeleken bij mij wel. Verrukkelijk klein.’ Hij sloeg zijn armen om haar heen. ‘Groot genoeg om bij me te passen, maar tenger en o zo sexy!’

Ze duwde tegen zijn borst, zonder succes. Hij hield haar vast en haar binnenste smolt als chocola in de Jazeerse zon. Ze schrok van haar zwakte.

‘Jammer dat je geen woord gelooft van wat ik zeg.’

‘Hoe kom je daarbij, habibti?’

‘Maar je…’ Ze zag dat hij begon te grijnzen. ‘Je liet me denken…’

‘Ik wilde alleen liever onder vier ogen met je praten. Ik heb nooit gezegd dat ik je niet geloofde.’

‘Waarom zei je dan niets?’

Met één hand trok hij haar paardenstaart los.

‘Veel beter,’ mompelde hij. ‘Zo lijk je op de leeuwinnen van Jazeer, met die fonkelende ogen en die taankleurige manen over je schouders.’ Het klonk als een verleidelijke liefkozing. ‘Ik vind het heerlijk als je me tegenspreekt, Jacqueline. Je hebt zoveel pit. Zoveel hartstocht. En dat wil ik allemaal.’

Hij trok haar dichter tegen zich aan en verbluft voelde ze zijn erectie tegen haar buik. Ogenblikkelijk veranderden de wilde emoties in haar binnenste in dat vertrouwde verlangen en instinctief drukte ze zich tegen hem aan. Met zijn vingers in haar haren trok hij haar hoofd naar zich toe.

‘Ja,’ mompelde hij, ‘zo.’

‘Nee.’ Ze duwde tegen zijn borst om afstand te creëren, al drukte die beweging haar onderlijf ook tegen het zijne. Dat voelde zo heerlijk dat ze bijna kreunde.

‘Wacht,’ zei ze hijgend. ‘Wil je zeggen dat je expres ruzie zocht om me boos te zien worden?’ Ongeloof vermengde zich met iets wat op verrukking leek.

‘Ik heb niets gedaan, habibti, ik heb alleen gezegd dat ik met je wou praten. Jij hebt de rest gedaan, en ik heb alleen van het vuurwerk genoten.’ Hij begon met een hand haar borst te kneden zodat ze sterretjes zag.

‘Jij arrogante, stiekeme –’ Haar hoofd viel achterover toen hij in haar oorlelletje beet en zijn hand onder haar bloes liet glijden om haar tepel aan te raken. Ze drukte zich vurig tegen hem aan.

‘Maar dat vind je niet erg, hè liefje?’ mompelde hij, een golf van verrukking veroorzakend met zijn kussen. ‘Want je laat je niet intimideren, en verzoenen is zo heerlijk.’

Jacqui kon alleen een zachte zucht slaken.

Strak glimlachend draaide Asim haar om zodat ze met haar rug tegen de muur stond, en liet haar toen zien hoe heerlijk een verzoening kon zijn.