Hoofdstuk 5
Asim staarde over zijn bureau naar de over haar laptop gebogen vrouw voor hem.
De namiddagzon ving barnsteenkleurige en roodbruine tinten in haar haren, die ze in haar nek bijeen had gebonden. In gedachten zag hij ze los zoals die eerste avond, toen ze het licht in een aureool van gouden herfsttinten hadden gevangen.
Maar blond of brunette, of zelfs kastanjebruin, geen enkele vrouw zou hem van zijn voornemen afhouden.
Hij had zich voorgenomen Samira te beschermen, al wilde hij Jacqueline Fletchers wanhopige verhaal nog zo graag geloven.
Instinctief voelde hij dat haar verdriet echt was. Zijn ervaring waarschuwde hem echter journalisten nooit te vertrouwen. Ze hadden zich jarenlang als jakhalzen aan zijn familie tegoed gedaan.
Bovendien was Jacqueline Fletcher anders dan ze zich voordeed. Haar kleding was zo saai en onvrouwelijk dat het verdacht was, alsof ze zijn aandacht wilde afleiden en haar camouflage te ver doorvoerde.
Maar haar naakte lichaam zou hij niet snel vergeten.
Er ging een golf van opwinding door hem heen toen ze opkeek. Hij voelde zich op het verkeerde been gezet, alsof hij naar een onschuldig meisje had zitten loeren. Een onschuldig meisje dat zijn neef had vertrouwd.
‘Hier is de verwijzing die ik zocht.’ Ze keek hem onderzoekend aan, alsof ze de uitdrukking op zijn gezicht probeerde te doorgronden en Asim verstijfde schuldbewust.
Haar blik werd meteen dof en onmiddellijk rees de twijfel in hem op. Kon ze zo goed toneelspelen?
‘Ga door.’
Ze zweeg maar wendde haar blik niet af. Dat wekte Asims bewondering. Vaak hoefde hij maar iets van afkeuring te laten merken en alle tegenstand verdween als sneeuw voor de zon. Zijn gefronste voorhoofd maakte duidelijk geen indruk op Ms. Fletcher.
‘Het is een verwijzing naar dagboeken van…’ ze keek snel of ze het goed had ‘… uw oudtante Zeinab.’
‘En waar hebt u dat gevonden?’ Asim had nog nooit iets gehoord over koninklijke dagboeken.
‘De koninklijke collectie bevat een document waarvan uw grootmoeder dacht dat het me zou interesseren. Op haar verzoek heeft de hoofdarchivaris het me getoond en daarin stonden de dagboeken vermeld.’
‘Ga door.’ Dit project werd met de dag breder. Eerst interviews met zijn grootmoeder, toen bezoeken aan de verlaten delen van het paleis onder begeleiding van diverse bouwexperts, toen bijeenkomsten met een voortdurend groeiende groep oude vriendinnen van zijn grootmoeder. En nu de koninklijke archieven. Waar hield het op?
‘Er stond in dat de haremdames les kregen in meetkunde, sterrenkunde en poëzie.’
Asim knikte. ‘Allemaal dingen die belangrijk zijn voor mijn volk. Sterrenkunde en meetkunde helpen om in de woestijn de weg te kunnen vinden, en poëzie is een van de meest geprezen kunsten.’
‘Dat de paleisvrouwen alleen hun weg zochten door de woestijn is niet erg waarschijnlijk.’
Asim haalde zijn schouders op. ‘Vindt u dat ze alleen nuttige dingen hoorden te leren? En algemene ontwikkeling dan?’
‘Dat ben ik met u eens. Het verbaast me alleen dat uw voorouders dat ook vonden, vooral wat vrouwen betreft.’
Hij onderdrukte zijn ergernis. Namen alle buitenstaanders dit klakkeloos aan? ‘Ondanks de verhalen die u hebt gehoord, waren veel van mijn voorgangers verlicht. Ze kozen mooie, slimme vrouwen om mee te trouwen, vrouwen van wier gezelschap ze konden genieten. Ontwikkelde vrouwen die zowel hun leven als hun bed konden delen.’
‘Daarom zou ik graag toegang willen krijgen tot Zeinabs dagboeken. Ze zullen van onschatbare waarde zijn –’
‘Nee.’ Een journalist in de intieme details van zijn familie laten neuzen? Zelfs generaties later zouden de dagboeken zaken kunnen onthullen die beter privé konden blijven.
‘Maar als ik kon –’
‘Me dunkt dat u al genoeg primaire bronnen hebt.’
Hij onderdrukte een glimlach toen haar ogen fonkelden. Met haar blozende wangen en getuite lippen kwam Jacqueline Fletcher opeens helemaal tot leven.
‘De dagboeken zullen een heel nieuw perspectief aan het project geven, diepte en textuur toevoegen.’
‘Dat begrijp ik, Ms. Fletcher, maar ik houd zulke privézaken liever privé.’
Dat was dat. Asim keek op zijn horloge. Tijd voor de volgende vergadering. Hij schoof zijn stoel achteruit.
Ze ging staan, met een hand op het bureau leunend. Alsof hij een gelijke was, niet een heerser die haar al een grote gunst had verleend.
‘Hoogheid.’ Het klonk niet bepaald onderdanig. ‘Begrijpt u niet dat dit een kans zou zijn om inzicht te geven in een vrouw die zowel ontwikkeld als gerespecteerd was? De dagboeken zouden aannames zoals ik die net maakte, kunnen ontkrachten.’
Asim aarzelde. Daar had ze verdorie een punt. Als dit boek geschreven moest worden, dan kon het maar beter goed worden gedaan.
‘Ik zal erover nadenken en met de hoofdarchivaris overleggen.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Ik heb met hem gesproken en… hij zag het niet als een prioriteit.’
‘O nee?’ Dat kon Asim zich wel voorstellen. De hoofdarchivaris was een oude droogstoppel die vast niets van haar enthousiasme moest hebben.
‘Nee. Maar als u persoonlijk interesse zou tonen…’
Asim schoot in de lach om haar vasthoudendheid, haar pure lef. Al deed ze zich nog zo inschikkelijk voor, ze nam geen genoegen met een weigering als ze door iets gegrepen was.
Ze was nooit saai.
‘Goed dan,’ besloot hij abrupt. ‘Ik zal die dagboeken bekijken en als ze geschikt zijn, zal ik u toegang verschaffen, onder toezicht. Ik begrijp dat u onze taal wel vloeiend spreekt, maar niet vloeiend kunt lezen, dus zal een curator de relevante delen vertalen.’ Een zorgvuldig geselecteerde curator die de koninklijke belangen zou beschermen.
Haar stralende glimlach gaf hem een warm gevoel vanbinnen en zijn mond verstrakte.
Jacqueline Fletcher leek een eerlijke, gedreven schrijfster en geen achterbakse opportunist. Toch was Asim daar nog niet helemaal zeker van.
Het enige waar hij zeker van kon zijn, was dat hij niet zat te wachten op de bekoring die ze op hem uitoefende.
Als je me ’s nachts nodig mocht hebben, ben ik niet ver weg.
Het was al dagen geleden dat de sultan dat had gezegd, maar de woorden bleven Jacqui tarten terwijl ze door het water gleed.
Hij had vast niet zo… intiem willen klinken. Alsof hij had verwacht dat ze hem zou uitnodigen haar bed te delen. Toch was de knetterende spanning tussen hen echt. Zelfs zij kon begeerte herkennen.
Of kwam dat geknetter alleen van haar kant? Had ze zich alles maar verbeeld?
Had hij haar echt naar zijn privéappartementen gebracht voor het geval ze een nachtmerrie kreeg? Ze proestte het uit en verslikte zich.
Ze mocht sultan Asim dan aanmatigend vinden, hij had wel degelijk een warm hart voor zijn grootmoeder, en hij beschermde zijn zus. Hij kon om mensen geven.
Maar kon hij om haar geven? Dat leek onwaarschijnlijk. Al was het alternatief, dat hij haar begeerde, onmogelijk.
Jacqui maakte zich geen illusies over haar seksuele aantrekkingskracht. Ze was een sullige wildebras geweest, altijd aan het sporten met de jongens. Zelfs tijdens haar puberteit had ze geen rondingen gekregen. Niet het type vrouw op wie een man als sultan Asim zou vallen, met zijn oog voor vrouwelijk schoon.
In haar tienerjaren had ze geprobeerd het geheim van een vrouwelijk uiterlijk te ontsluieren. Haar moeder had gedaan alsof ze nog een klein meisje was, en haar stiefmoeder had haar pogingen zich op te tutten gezien als egoïstische aandachttrekkerij.
Dus had Jacqui het zichzelf geleerd, met behulp van tweedehands tijdschriften. Het resultaat was een ramp geweest. Niemand had haar gewaarschuwd dat ze eruitzag als een clown in de roze jurk met ruches, die haar al haar spaargeld had gekost, en de felle knalroze lippenstift. Of als een travestiet, zoals een van haar kattige klasgenootjes had geroepen.
Tegen de tijd dat ze ging werken, had Jacqui geleerd dat netjes en professioneel voor haar het hoogst haalbare was. En dat felle kleuren en strakke kleding haar gebreken benadrukten.
Ze hoorde een deur dichtslaan en draaide zich al watertrappend om.
In het licht van de laagstaande zon beende een lange gestalte naar het zwembad. Jacqui’s ogen puilden uit en ze vergat bijna te watertrappen.
Ze had hem volledig gekleed al indrukwekkend gevonden, maar in een witte zwemslip zag de sultan van Jazeer er nog beter uit.
Tintelend van opwinding keek ze naar zijn soepele, atletische gang. Zijn schouders waren nog breder dan ze had gedacht, hij was slank maar goedgebouwd. Een dun laagje borstharen accentueerde elke beweging van zijn krachtige borstspieren.
Ze liet haar ingehouden adem ontsnappen in een poging haar bonzende hart te kalmeren, terwijl ze met haar ogen de streep donkere haren volgde die onder zijn broekband verdween.
Te laat besefte ze waar ze naar keek. En dat hij haar gadesloeg.
Jacqui zwom haastig naar de andere kant van het zwembad.
Ze dacht voortdurend aan seks, en dat was de schuld van Lady Rania en haar vriendinnen. Wat een paar dagen geleden was begonnen als een groepje oude dames had zich uitgebreid met dochters, kleindochters, en vriendinnen die hun bijeenkomst zagen als een excuus om gezellig bij elkaar te komen. Toen Jacqui had gevraagd hoe de voorbereidingen voor een huwelijk werden getroffen in de harem, hadden ze al snel verhalen uitgewisseld waar ze van moest blozen.
De kunst een man seksueel genot te bezorgen was een essentieel deel van de scholing binnen de harem geweest. Het probleem was dat Jacqui zichzelf in gedachten die technieken zag uitproberen op de sultans gespierde lichaam.
Ze had hier duidelijk te lang binnen gezeten. Ze leed aan rare haremfantasieën.
Toen ze de rand naderde en die vast wilde pakken, stond hij daar naar haar te kijken, zijn handen in de zij. Ze hapte van schrik naar lucht, kreeg alleen water binnen en verdween onder het wateroppervlak.
Proestend greep ze opnieuw naar de rand, maar raakte warme huid. Even later had hij haar op het droge getrokken en stond ze voorovergebogen te hoesten, met zijn handen om haar middel.
Gloeiden zijn handen of was ze gewoon overgevoelig?
Verbaasd kwam Jacqui overeind, zich intens bewust van zijn handen om haar middel. Door zijn lange vingers leek haar taille supersmal.
Ze zag alleen zijn brede borst, die erom smeekte aangeraakt te worden, en een harde, mannelijke kaak. Ze balde haar vuisten, bang dat ze iets onvergeeflijks zou doen zoals hem aanraken.
Toen ze echter naar achteren wilde stappen, versterkte hij zijn greep.
Beverig streek Jacqui haar natte haren naar achteren en keek op. Donkere ogen namen haar vanonder halfgesloten oogleden op.
Die uitgesproken zinnelijke blik maakte haar sprakeloos. Met stokkende adem zag ze zijn blik naar haar mond glijden. Tot haar ontzetting voelde ze dat haar tepels hard werden toen er een erotische stroomstoot door haar lichaam ging.
Waarom keek hij zo naar háár?
‘Dank u, Hoogheid, maar ik kan wel op eigen benen staan.’
‘Asim.’
‘Pardon?’ Ze kon haar oren niet geloven.
‘Ik behoud me het recht voor vrouwen die ik van de verdrinkingsdood heb gered, met hun voornaam aan te spreken, Jacqueline.’
Zijn diepe, klankvolle stem haar naam te horen uitspreken veroorzaakte een huivering van opwinding in haar binnenste.
Ze had een groot probleem.
‘Dat hoeft niet, Hoogheid. Bovendien verdronk ik heus niet.’
‘Asim.’ Zijn vingers kromden zich om haar taille, hielden haar gevangen, en ze had de grootste moeite niet te gaan kronkelen van genot. ‘Zeg het dan.’
Met zijn ondoorgrondelijke, aristocratische trekken was hij op en top de arrogante prins. Zijn ogen leken glinsterende scherven obsidiaan.
Goeie genade, ze had nog nooit zo’n aantrekkelijke man gezien.
‘Echt, dat hoeft niet.’
Hij fronste hooghartig zijn wenkbrauwen en zijn fluwelen stem kreeg een scherpe ondertoon. ‘Wijs je mijn vriendschap af?’
Asim keek naar de vrouw die hij vasthield en voelde een fel en rauw verlangen in zich opkomen. Ze was journalist, en dus niet te vertrouwen. Het zou dom zijn om niet afstand te bewaren.
Maar wanneer hij naar haar keek, zag hij alleen een vrouw.
Een irritante, uitdagende, verrassende vrouw die niet wist wanneer ze moest zwijgen of simpelweg gehoorzamen.
In haar roestbruine zwempak leek ze een waternimf, met in de namiddagzon bovenaards glanzende ledematen.
Alleen was de vrouw die hij vasthield echt, en zo tenger dat zijn vingers bijna haar middel omspanden.
Maar het was niet haar middel dat zijn aandacht trok. Zijn blik vestigde zich op haar lippen, roze en uitnodigend.
‘Asim,’ murmelde ze ten slotte hees. Het klonk eerder uitnodigend dan capitulerend, zodat het bloed door zijn aderen bruiste.
‘Dat is beter,’ gromde hij zacht en hij hoorde haar naar adem snakken.
Hij wilde haar naar adem horen snakken terwijl ze onder hem lag en hij hen naar het paradijs voerde.
Jacqueline Fletcher verstoorde zijn gemoedsrust. Elke dag kwam ze verslag uitbrengen over haar vorderingen, zakelijk en beknopt, tot ze ergens enthousiast over werd en haar ogen begonnen te schitteren.
Met de dag werd het moeilijker zich te concentreren op haar woorden of eraan te denken dat hij achterdochtig moest zijn. Hij wilde haar vormeloze kleding uittrekken en de parelachtige huid aanraken die hij zich herinnerde. Zijn lichaam verstrakte toen hij zich verbeeldde dat ze genotvol tegen hem aan kronkelde.
Alleen was hij bezig een bruid te zoeken. Hij had geen tijd voor seksuele avontuurtjes. Bovendien verbood zijn eer hem tegelijkertijd een maîtresse en een vrouw te zoeken.
Dat zei zijn verstand. Zijn lichaam weigerde te luisteren, zei hem dat een paar uur afleiding precies was wat hij nodig had.
Ze beet op haar lip en hij drukte zijn duim op haar lip om haar tegen te houden.
‘Niet doen. Straks gaat het nog bloeden.’
‘Laat me dan los. Ik wil dit niet.’
Leugenaarster.
Asim kwam in de verleiding haar te laten zien dat ze dit juist wel wilde. Het zou niet moeilijk zijn haar te kussen tot ze zich overgaf. Hij zou haar naar een bed dragen en hen allebei verlossen van de spanning die onophoudelijk was gegroeid sinds hij haar naakt in de harem had aangetroffen.
‘Alsjeblieft, Asim.’
Hij wist niet of het kwam doordat ze smeekte, deze lichtgeraakte koppige vrouw, of doordat ze bijna angstig klonk, maar het was alsof hij een vuist in zijn borst voelde. Met tegenzin liet hij haar los en deed een stap naar achteren.
Ze keek op, de slaperige begeerte in haar ogen logenstrafte haar protest. Tot hij de strakke trek rond haar mond zag, en haar bleke gezicht.
‘Het spijt me dat ik je gestoord heb.’ Ze boog haar hoofd en draaide zich met een ruk om. ‘Ik had moeten beseffen dat je zou willen zwemmen.’
De vuist in zijn borst draaide zich om.
‘Doe dat niet!’
Geschrokken keek ze om.
‘Verontschuldig je niet.’ Hij haalde diep adem. ‘Ik vind het niet prettig als je… volgzaam bent.’ De woorden verrasten hem net als haar, hij zag haar geschokte gezicht.
Hij keurde het niet goed dat ze hem tegensprak, weigerde te zwijgen nadat hij had besloten, iets wat bijna elke dag gebeurde. Nu ze opeens onzeker leek, was het alsof er een helder licht werd gedoofd.
Hun blikken raakten elkaar, lang genoeg voor hem om de goudkleurige fonkeling in haar ogen te zien.
Langzaam vormde haar mond een scheve glimlach.
‘In dat geval, Asim…’ Ze zweeg even alsof ze van zijn naam genoot. ‘Beloof ik bij jou nooit meer volgzaam te zijn.’
Ze raapte haar handdoek op en wikkelde hem om zich heen terwijl ze zich naar haar kamer haastte, met een rechte rug en haar kin in de lucht. Hoewel zijn lichaam luidkeels protesteerde tegen haar vertrek, merkte Asim dat hij glimlachte.