Zes

Diana vond Phoebe in de televisiekamer waar ze naar het nieuws van tien uur zat te kijken. De flikkerende kleuren van het toestel vormden de enige lichtbron en weerkaatsten op Phoebe's brilleglazen waardoor haar ogen onzichtbaar werden en het leek alsof ze blind was. Diana knipte de schemerlamp aan. 'Zo krijg je hoofdpijn,' zei ze terwijl ze in de stoel naast Phoebe neerplofte en even de lichtgebruinde arm streelde. Phoebe dempte het geluid met de afstandsbediening op haar schoot, maar liet het beeld aanstaan. 'Die heb ik al,' gaf ze vermoeid toe. Ze zette haar bril af en hield een zakdoek tegen haar roodgerande ogen. 'Sorry,' zei ze. 'Waarvoor?'

'Mijn gesnotter. Ik dacht dat ik er overheen was.' Met haar tenen trok Diana een voetenbankje naar zich toe en zette er behaaglijk haar voeten op. 'Een goede snotterbui is een van mijn weinige resterende genoegens.'

Phoebe lachte. 'Maar je hebt er niet veel aan.' Ze stopte haar zakdoek in haar mouw en zette haar bril weer op. 'Heb je al gegeten?'

'Ik heb geen honger. Maar als jij nog iets wil, Molly heeft een casserole in de oven gezet.'

'Ja, dat heeft ze me verteld voordat ze wegging. Ik heb ook geen honger.'

Ze zwegen.

'We zitten wel weer in de puree, hè?' zei Phoebe na een tijdje. 'Ik ben bang van wel, ja.' Diana schoof haar sandalen van haar voeten en liet ze op de grond vallen. 'Die hoofdinspecteur is niet achterlijk.' Ze hield haar stem opzettelijk luchtig. Heftig antwoordde Phoebe: 'Ik haat hem. Hoe oud denk je dat hij is?'

'Achter in de vijftig.'

'Hij is intussen niet veel ouder geworden. Tien jaar geleden zag hij er ook al uit als een joviale professor.' Ze dacht even na. 'Maar dat is hij helemaal niet. Integendeel. Hij is gevaarlijk, Di. Vergeet dat alsjeblieft nooit.'

De andere vrouw knikte. 'En zijn gefrustreerde compaan? Die grijnzende duivel? Wat vond je daarvan?' Phoebe keek verbaasd, alsof de andere vrouw iets onbelangrijks had genoemd. 'De inspecteur? Die heeft niet veel gezegd. Waarom vraag je dat?'

Met ritmische bewegingen, alsof ze een kat streelde, streek Diana de wollen voorkant van haar jasje glad. 'Anne is uit op een confrontatie en ik weet niet precies waarom.' Van opzij keek ze taxerend naar Phoebe die haar schouders ophaalde. 'Ze vergist zich. Zodra ze hem de kamer zag binnenkomen, dacht ze: "Wat een stomme zak" en besloot de vloer met hem aan te vegen. Verdomme!' voegde ze er heftig aan toe. 'Waarom kan ze nou niet leren af en toe een compromis te sluiten? Als ze niet oppast zitten we direct tot aan onze nek in de stront.' 'Hebben ze al met haar gepraat?'

'Nee, ze hebben gezegd dat ze morgen met haar zullen praten. Ze doen er nogal ontspannen over. We hebben hun officiële toestemming om naar bed te gaan.'

Phoebe sloot haar ogen en drukte haar lange vingers tegen haar slapen. 'Wat hebben ze jou gevraagd?' 'Te oordelen naar wat ze zeiden precies hetzelfde als jou.' 'Behalve dan dat ik geweigerd heb te antwoorden en de kamer ben uitgelopen.' Ze deed haar ogen open en keek de andere vrouw berouwvol aan. ik weet het,' zei ze. 'Dat was erg onverstandig, maar ze maakten me zo woedend. Vreemd, vind je niet? Toen David wegging heb ik urenlange verhoren doorstaan. Deze keer hield ik het nog geen vijf minuten uit. Ik haat die man zo verschrikkelijk, het liefst zou ik hem zijn ogen uitkrabben. Ik was ertoe in staat.' Diana stak opnieuw haar hand uit en raakte even Phoebe's arm aan. 'Ik vind het helemaal niet vreemd - elke psychiater kan je vertellen dat woede een normale reactie is op stress- maar het is waarschijnlijk wel onverstandig.' Ze trok een gezicht. 'Anne zal wel zeggen dat ik een uitslover ben, maar ik vind dat we zoveel mogelijk medewerking moeten verlenen. Hoe sneller ze de zaak oplossen en ons met rust laten, des te beter.' 'Ze willen de kinderen verhoren.'

'Ja, dat weet ik en ik denk niet dat we het kunnen voorkomen.' ik zou Jane's psychiater kunnen vragen een briefje te schrijven waarin hij zegt dat hij ertegen is. Zou dat helpen?' 'Een paar dagen misschien, tot ze toestemming hebben gekregen een tweede psychiater in te schakelen. Die zou haar in staat verklaren vragen te beantwoorden. Je weet zelf dat haar eigen psychiater haar anderhalf jaar geleden genezen heeft verklaard.' 'Niet voor dit soort dingen.' Phoebe masseerde haar slapen met krachtige bewegingen. 'Ik ben bang, Di. Ik geloof echt dat het haar gelukt is alles weg te stoppen. Wie weet wat er gebeurt, als ze haar nu dwingen zich alles te herinneren.'

'Praat er eens met Anne over,' zei Diana. 'Zij is objectiever dan jij. Misschien onderschat je Jane's kracht wel. Per slot van rekening is zij jouw dochter.'

'Bedoel je dat ik daarom niet in staat ben tot een objectief oordeel?'

Kalm aan, maande Diana zichzelf. 'Ik bedoel alleen maar dat ze de ruggegraat van de Gallaghers heeft geërfd, sukkeltje.'

'Je vergeet haar vader. Hoe graag ik het ook zou willen negeren, ze hebben allebei iets van David.'

'Hij was niet alleen maar slecht, Pheeb.'

De tranen welden op in Phoebe's ogen. Boos knipperde ze ze weg. 'Dat was hij wel en dat weet je even goed als ik. Je hebt het vanmiddag nog tegen de hoofdinspecteur gezegd en je had gelijk. Hij was door en door slecht. En als we niet van hem af waren gekomen, zou hij mij en de kinderen ook hebben aangetast. Hij heeft zijn uiterste best gedaan.' Ze zweeg even. 'Dat is de enige grief die ik tegen mijn ouders heb. Als zij niet zo conventioneel waren geweest, had ik nooit met hem hoeven trouwen. Ik had Johnny kunnen krijgen en in mijn eentje grootbrengen.'

'Het was voor hen niet eenvoudig.' Maar ik ben het met haar eens, dacht Diana. Wat haar ouders hadden gedaan, was onvergeeflijk, dus waarom verdedig ik ze? 'Ze deden wat volgens hen het juiste was.'

‘Ik was zeventien, verdomme' - Phoebe's nagels sneden diep in haar handpalmen - 'jonger dan Jane nu. Ik stond toe dat ik werd uitgehuwelijkt aan een schoft die twee keer zo oud was als ik, alleen omdat hij me verleid had. En daarna moest ik toezien hoe hij ervoor beloond werd. Jezus,' voegde ze er verbitterd aan toe, 'als ik denk aan al het geld dat hij mijn vader heeft afgetroggeld, word ik weer doodziek.'

Denk er dan niet aan, wilde Diana zeggen. Je hebt geprobeerd het te vergeten, maar er waren ook goede tijden. Zeker in het begin toen Anne en ik je benijdden omdat jij een vrouw was en wij nog onhandige schoolmeisjes.

Vooral een bepaald weekeinde stond haar nog scherp voor de geest. In een idiote impuls had David de drie meisjes meegenomen op een zakenreisje naar Parijs. Ze wist niet meer voor welke maatschappij hij toen werkte, het waren er zoveel geweest, maar dat weekeinde zou ze nooit vergeten. David, zo zelfverzekerd, zo trefzeker in zijn keus waarheen te gaan en wat te doen en zo onberoerd door de buitenlandse sfeer. Phoebe, vier maanden zwanger, haar mooie gezichtje omlijst door een prachtige breedgerande hoed en zo verrukt van zichzelf en David. En Anne en Diana, weg van school voor een korte voorjaarsvakantie, levend in een fantasiewereld van mooie mensen in mooie oorden. En het was natuurlijk ook maar fantasie, want in werkelijkheid was David Maybury een ellendige bruut geweest - dat had Diana zelf ondervonden - maar toch was die ene keer in Parijs betoverend geweest. Met een abrupt gebaar stond Phoebe op, liep naar het televisietoestel en schakelde het uit. Met haar rug naar Diana zei ze: 'Weet je wat me de vorige keer tijdens al die uren dat ik door de politie werd ondervraagd op de been heeft gehouden? Hoe het me is gelukt om zo kalm te blijven ondanks de beschuldigingen die ze tegen me uitten?' Ze draaide zich om en Diana zag dat de tranen even plotseling verdwenen als ze te voorschijn waren gekomen. 'Het was opluchting, pure opluchting omdat ik zo gemakkelijk van die rotzak was afgekomen.'

Diana wierp een blik op de gordijnen. Het was een koude nacht voor augustus, dacht ze, en Phoebe had waarschijnlijk het raam open laten staan. 'Je kletst maar wat,' zei ze doortastend. 'De afgelopen tien jaar hebben je hersens aangetast. Je bent helemaal niet gemakkelijk van hem afgekomen. Mijn god, mens, vanaf de dag dat je met hem getrouwd bent, heeft hij als een albatros om je nek gehangen en dat doet hij nog steeds.' Ze trok haar jasje dichter om zich heen. 'Hadden ze ooit maar ergens een lijk gevonden dat je had kunnen identificeren.'

'Ja, als varkens konden vliegen,' zei Phoebe peinzend terwijl ze de kamer opruimde en de kussens opklopte tot ze weer dik en luchtig waren.

Diana pakte een leeg koffiekopje op en bracht het naar de keuken. 'Ze concentreren zich op de ijskelder,' zei ze over haar schouder. Ze draaide de kraan open en waste het kopje af. 'Ze gaan ervan uit dat niemand van het bestaan ervan op de hoogte is.' In de televisiekamer werd een raam dichtgedaan. 'Als ik jou was zou ik een lijst maken van iedereen aan wie jij, David en de kinderen de kelder ooit hebben laten zien. Dat is vast een hele rij.' Phoebe lachte verbitterd en haalde een vel papier uit haar zak. 'Vanaf het ogenblik dat ze me dat gevraagd hebben, heb ik erover nagedacht. Resultaat: Peter en Emma Barnes en zelfs dat durf ik niet te zweren.'

'Je bedoelt de kinderen van die afschuwelijke Dilys?'

'Ja. Zij hebben één vakantie lang door de tuin gezworven, op zoek naar Jonathan en Jane. Ik weet zeker dat dat moest van Dilys, om op die manier met ons in contact te komen.'

'Maar er moeten toch andere kinderen zijn geweest, Pheeb, heel in het begin.'

'Nee, zelfs geen schoolvriendjes. Jon zat op kostschool, weet je nog wel, en wilde nooit vriendjes te logeren hebben en Jane wilde gewoon nooit vriendinnetjes hier hebben, punt. Het is mijn schuld. Ik had ze moeten aanmoedigen, maar alles was toen zo moeilijk dat ik dolblij was dat ze zo asociaal waren.' 'En wat is er van Peter en Emma geworden?' 'Dat is nogal vervelend afgelopen. Zodra Emma Jonathan in de gaten kreeg, trok ze haar onderbroek uit.' Ze schudde haar hoofd. Toen hij de zijne begon uit te trekken heb ik ingegrepen. Hij was pas negen.' Ze zuchtte. 'Maar ik was zo stom het aan David te vertellen die prompt Dilys opbelde en haar onomwonden de waarheid vertelde. Hij maakte haar uit voor vulgaire trut en zei "zo moeder, zo dochter". Daarna zijn ze nooit meer hier geweest, maar het zou kunnen dat Jonathan ze voor die tijd de ijskelder heeft laten zien.' Diana giechelde schuldbewust. 'Nou, deze ene keer had David dan toch eens gelijk. En Emma is er in al die jaren niet op vooruit gegaan, dat zul je moeten toegeven.'

'Hij had het recht niet iemand op die manier aan te spreken,' zei

Phoebe kil. 'Ik kan dat mens niet uitstaan, maar Jon gedroeg zich even slecht als Emma. David heeft hem er zelfs nooit een standje voor gegeven. Hij vond het een schitterende grap, zei dat Jon een echte man werd. Daar had ik hem om kunnen vermoorden. Als er iemand vulgair was, dan was het David zelf toch wel.' Phoebe's stemming verontrustte Diana. Ze had wel vaker gemerkt dat Phoebe verbitterd was, maar deze heftigheid over zoiets onbelangrijks was nieuw. Alsof de gebeurtenissen van die middag een bres hadden geslagen in haar verdediging, waardoor de opgekropte gevoelens van jaren de vrije loop hadden gekregen. Het gevaar daarvan onderkende ze maar al te goed. Anne en zij hadden Jane als de zwakke schakel beschouwd. Vergisten ze zich? Was Phoebe uiteindelijk niet nog kwetsbaarder?

'Je bent moe, meisje,' zei ze rustig terwijl ze Phoebe een arm gaf. 'Laten we naar bed gaan en er eens een nachtje over slapen.' Phoebe boog vermoeid haar hoofd. 'Ik heb zo'n godsgruwelijke hoofdpijn.'

'Gezien de omstandigheden nauwelijks verbazingwekkend. Neemt een aspirientje. Morgenochtend voel je je een ander mens.' Arm in arm liepen ze de gang door. 'Hebben ze jou nog naar Fred en Molly gevraagd?' wilde Phoebe plotseling weten. 'Even.' 'O, hemel.'

'Maar je daar nou maar geen zorgen over.' Ze stonden bij de trap. Diana gaf haar een kus en liet haar los. 'Walsh vroeg me ook de ijskelder te beschrijven,' zei ze onwillig.

‘Ik zei toch dat hij gevaarlijk was,' antwoordde Phoebe en ging de trap op.

---

Diana's voetstappen klonken luid in de stille gang. De uitdrukking 'rustig als het graf kwam bij haar op en ze trok haar schoenen uit en liep op haar tenen verder. Heel voorzichtig deed ze de deur van Anne's kamer open en keek om het hoekje. Anne zat aan haar bureau achter de computer. Diana floot zachtjes om haar aandacht te trekken en wees vervolgens naar het plafond. Samen slopen ze de trap op naar Anne's slaapkamer.

Anne ging achter haar naar binnen, haar ogen glanzend van pret en ondeugendheid. 'Lieve hemel, Di, dit is helemaal niets voor jou. Jij houdt zo graag de schijn op. Besef je wel dat het hier nog krioelt van het ongedierte?'

'Doe niet zo idioot. Het is deze keer geen spelletje, dus hou je mond en luister.'

Ze duwde Anne op het bed ging met gekruiste benen naast haar zitten. Terwijl ze sprak, namen haar handen met zenuwachtige gebaren het dekbed onder handen dat ze ritmisch kneedde en klopte.