XIX

 

 

 

ONDERVRAGING

 

Toen mevrouw Olivier thuiskwam, vond ze Laura Fleet op haar wachten.

‘Mevrouw Meadows is juist vertrokken. Ze heeft thee voor me gezet en die is nog warm. Ik zal een kop voor je inschenken. Je hoeft me niet te vertellen hoe je de thee wilt, ik geef het je zoals het goed voor je is. ’

‘Dank je. ’

Mevrouw Olivier liet haar natte regenmantel op de overloop en zonk in een leunstoel. Laura ging naar de keuken en kwam met een dampende kop terug.

‘Sterk en zoet. Mevrouw Meadows heeft me verteld dat Rachel gisteren is bijgekomen. Hoe was ze vanmorgen? ’ ‘Wat beter zou je zeggen. Ze kan bewegen en horen en een beetje praten. Maar ze kan niet goed zien. ’

‘Ze heeft heel wat meegemaakt, Ann. Een verschrikkelijke emotionele ervaring. Het vergif heeft tijd gehad, in haar bloed en haar organen door te dringen. Het is een wonder dat ze nog leeft. ’ Mevrouw Olivier keek Laura met een vraag in haar vermoeide ogen aan.

‘Hoe weet je dat allemaal? Waarom ben je hier? Ik dacht dat het afgelopen was tussen ons. Wat kan jullie Rachel schelen? ’

‘Jim houdt ons op de hoogte. Rachel kan ons heel veel schelen en Jim ook. Wat gebeurd is, is gebeurd. Als ik er de moed toe had gehad, zou ik in jouw plaats hetzelfde hebben gedaan. ’

‘Ik ben bang voor Rachel, Laura. ’

De hand van mevrouw Olivier trilde toen ze het kopje naar haar lippen bracht. De thee spoelde er overheen op het schoteltje. ‘Hè, wat ben ik onhandig. En ik heb het koud, ik zet de radiator aan. ’

Maar Laura was haar voor. De warmte verdreef spoedig de dampige kilte van de herfst en mevrouw Olivier boog zich voorover en warmde haar handen. Laura zei rustig: ‘Waarom ben je bang voor Rachel? ’

‘Haar ogen, ze ziet ons niet goed, maar wel ziet ze andere dingen. Haar ogen staan gejaagd, ik heb al eens eerder zo’n blik van iemand gezien. Het is vreselijk als het iemand is van wie je houdt. Ze heeft de uitdrukking in haar ogen van een verloren ziel. ’ ‘Ze is ergens geweest waar jij en ik haar niet kunnen volgen, Ann. Het zou wel eens lang kunnen duren voordat ze helemaal terug is. ’

‘Ze heeft op de poort van de hel geklopt, ’ zei Ann grimmig, ‘dat weet ik. ’

Laura’s belangstellend zwijgen en de sympathieke vraag op haar vriendelijk vollemaansgezicht noodden tot vertrouwen. Mevrouw Olivier wilde opeens alles kwijt.

‘Een psychiater, ene Brace, heeft haar vanmorgen onderzocht. ’

‘Creswell Brace? Een beroemdheid. ’

‘Ja, die is het. Ik heb hem daarna gesproken, ik heb hem, geloof ik, nog wat met nadere inlichtingen kunnen helpen. Rachel heeft hallucinaties, visioenen van iets goeds en moois dat vergaat in een soort atoomontploffing van de wereld. Ze verlangt naar slaap maar ze durft haar ogen niet dicht te doen uit vrees voor die helse beelden. Ze ziet dan ook de vork van Satan verschijnen. Je begrijpt toch wat dat betekent, nietwaar? ’

Laura was diep geschokt. Ze had de verslagen van de moorden en de rechtzitting van Lucas Wargrave gelezen en herinnerde zich al te wel hoe hij zijn sinister werk tekende. Krassen als van een hooivork op zijn slachtoffers.

‘En wat denkt Brace ervan? ’

‘Hij zegt dat ze zich vereenzelvigd heeft met haar vader. Het arme kind is ervan overtuigd dat ze door de duivel is bezeten, net als Luke. Ze denkt dat ze een moord heeft begaan. ’

‘Moord? Rachel? Maar dat is toch al te erg! ’

‘Ja, zelfmoord. Ze is verloren, Laura. Ze zit in een put van wanhoop waar we haar niet kunnen bereiken. Ze wilde me helemaal niet zien, maar ik stond erop. Hans of Jim wil ze beslist niet zien. Hans is er kapot van. Ik heb hem nu weggestuurd, want Jenny Carstairs komt vanmorgen met de boottrein aan. ’

‘Jenny, het bruidsmeisje? Natuurlijk. Wat is het toch allemaal anders dan het zou zijn geweest. Jenny en Hans zijn nog al gek op elkaar, niet? Ik herinner me dat omdat ik ze beiden op Móreson heb gezien. ’

Laura zuchtte. Môreson, wat scheen dat lang geleden. Tot voor kort had ze die episode als een sluw staaltje in een lange misleidingsgeschiedenis gezien. Nu zag ze dat anders, als de oase in het leven van een vrouw die oorlog en een nog verschrikkelijker nasleep had meegemaakt. Môreson moest voor Ann Wargrave - Ann Olivier - een toevlucht zijn geweest.

‘Is Hans dus nog niet bij zijn zusje geweest? ’ vroeg ze.

‘Hij was gisterenavond bij haar toen ze bijkwam, hij en Jim. Jim riep haar terug uit waar haar geest dan ook rondzwierf. Ze beantwoordde zijn stem. Wij, Hans en ik, konden niet tot haar doordringen. Ze kwam terug voor Jim. Maar nu ze volledig bij bewustzijn is, wil ze hem niet zien. Ze heeft trouwens niemand van ons nodig. ’

‘Ze heeft jullie allemaal nodig, ’ zei Laura, ‘haar moeder, haar broer en bovenal haar geliefde, maar zover is ze nog niet. ’ ‘Zal dat ooit komen? ’

‘Wat zegt Brace? ’

‘Hij zegt dat deze tijdelijke geestelijke ineenstorting een gevolg is van een shock, gecombineerd met vergiftiging. Ze heeft een zeer ernstige emotionele schok gehad. Hij komt haar morgen weer onderzoeken. Als ik haar maar naar me kon laten luisteren, maar ze is in zichzelf opgesloten. ’

‘Ann, er móet een mogelijkheid zijn om contact met haar te krijgen. We zijn gisteren in antwoord op een telefonische oproep van Jim naar de stad gereden. Hij belde Ravenswood om ongeveer zes uur, dat was voordat Rachel bijkwam. Jim wilde zijn vader dringend spreken. ’

‘Als het Rachel betrof, dan verbaast het me dat Jasper er enige acht op sloeg. ’

‘Jim is onze enige zoon. ’

Ann keek scherp op en Laura glimlachte.

‘Ja, ik zei ónze zoon, dat is hij geweest sinds hij een klein knaapje was. Wat weet Jim van zijn eigen moeder dan dat ze hem in de steek heeft gelaten? Ik ben degene tot wie hij zich altijd wendt en dat is het voornaamste. ’

‘Net zoals Rachel en Gerhard. Gerhard was haar echte vader. ’

‘Daar dacht ik ook aan. ’

‘Zo ziet Jasper het niet. ’

‘Nee, ik hen bang van niet. ’

‘De omstandigheden zijn verschillend, is het niet? En die omstandigheden zijn niet te veranderen. ’ Ann Oliviers gezicht was een houtsnede met diepe schaduwen.

Beneden op straat hoorden zij de zingende roep van de voddenman, het geratel van zijn kar en het kloppen van de hoeven. Het was achtergrondmuziek in de Trident en zij letten er niet op. Even later zei Laura:

‘Jasper komt je opzoeken, Ann. Hij kan hier elk ogenblik zijn. ’

‘O nee, dat kan ik niet verdragen! '

Mevrouw Olivier sprong op en liep naar het raam. Laura zag haar strakke rug en daarachter de petunia’s en geraniums, heen en weer zwaaiend in de wind die de regenwolken had verdreven.

‘Jasper is er de aanleiding toe geweest, hier in deze kamer. Dat kan ik nooit vergeten. Die dag wist ik dat hij ons allen haatte. Niets is veranderd, het is alleen erger, veel erger! ’ ‘Nee, Ann, niet Jasper maar het noodlot heeft het zo gewild. Die foto’s toen je die scène had met de persfotograaf. Iemand ontdekte wie je was en gaf Uitkijk een tip. ’

Alf en Michael, de muilezel, sjokten terug in de straat en Emily Ferrit liep erbij. De oude vrouw keek in het voorbijgaan naar boven en mevrouw Olivier kreeg de indruk dat ze boosaardig grijnsde.

Een echo klonk in haar oren. ‘U bent een van Ernies mensen, hij verzamelt mensen zoals u. ’ Ook andere echo’s, het schrale fluiten van Ferrit als hij tussen de slapende huizen doorliep. De eerste nacht dat ze hem had gezien, een schaduw op de keien, die naar haar huisdeur wees. De eerste morgen dat ze hem had ontmoet terwijl hij de oude Bentley waste, met zijn pet over één oog en zijn sigaartje uit een mondhoek bengelend. ‘Ik zou kunnen zweren dat ik u al eens eerder heb gezien. Ik ken uw gezicht. ’ Ik ken uw gezicht - ik ken uw gezicht. Ferrit moest hebben gepraat met de persfotograaf die zulke ruïneuze foto’s had gemaakt, Ernest Ferrit had van het huisje gezegd: ‘Ze trekken er alleen in en komen er getrouwd uit. ’ Afgezien van mevrouw Meadows was Ferrit de enige die mevrouw Olivier opzocht om naar Rachel te informeren. Jane Rafferty en Mary Dixon stelden verlegen vragen als ze haar ontmoetten. Ze wilden haar niet nog meer verdriet bezorgen of de indruk wekken dat ze ergens naar visten. Maar Ferrit legde zich dergelijke beperkingen niet op. Hij was bijna altijd in de buurt van haar huis en lag voor haar op de loer als ze uitgeput van het ziekenhuis thuiskwam. Hij vroeg gretig hoe het met Rachel ging, alsof het een persoonlijk belang voor hem was. Er lag iets dreigends in zijn bezorgdheid, iets indringends dat haar deed griezelen. Hij stond dan met zijn spillebenen wijd uit elkaar en liet zijn magere lichaam op de ballen van zijn voeten heen en weer wiebelen, terwijl zijn dunne lippen teruggetrokken waren over zijn scherpe, verkleurde tanden. ‘Denkt u dat ze zal genezen, mevrouw Olivier? ’ En wat kon ze antwoorden? ‘We zullen het hopen, meneer Ferrit. ’ Mevrouw Olivier wendde zich om en keek Laura aan.

‘Je hebt gelijk. Iemand anders kan ermee zijn begonnen. Jasper heeft alleen maar zijn plicht gedaan, tegenover Jim, tegenover zijn familie en zelfs tegenover Ravenswood. Rachel begrijpt dat. Beter dan ik misschien. Als ze dat niet zo goed had begrepen, zou ze dit nooit hebben gedaan. Een knap meisje met haar hele leven voor zich. ’ Maar in haar hart zag Rachels moeder zich genoodzaakt eraan toe te voegen: haar hele leven, ja, maar een leven zonder Jim, zonder kinderen, met het zwaard van een vreselijke erfenis boven zich.

Ze hoorden een auto komen aanrijden en het dichtklappen van een deur. Mevrouw Olivier vermande zich.

‘Zeg hem dat hij naar boven komt, Laura. De deur is open. ’ Zijn stappen op de Jakobsladder klonken weloverwogen en oud. Er lag niet de normale veerkracht in. Toen hij echter in de kamer verscheen, leek generaal Fleet even krachtig als ooit. Goed verzorgd, rechtop, meester van de toestand. Mevrouw Olivier liep niet op hem toe om hem te begroeten. Ze bleef staan waar ze stond, met haar gezicht naar hem toegekeerd en haar rug naar het venster, in een verdedigende houding en haar vermoeid gezicht donker van argwaan.

Laura sloeg hen zwijgend gade, alsof ze twee gevaarlijke dieren waren die men het maar ’t best ongestoord kon laten uitvechten. Sir Jasper keek Ann lang aan, zijn ogen hielden de hare vast en hij scheen tot diep in haar ziel te kijken. Het raam stond open, de radiator was op halve kracht gezet en er hing slechts weinig warmte in de kamer. Toch zag hij dat zich zweetdruppeltjes op haar voorhoofd vertoonden. Met een trillende hand duwde ze het haar van haar voorhoofd weg - een gebaar dat hij zo goed kende. Ze schraapte haar keel met een geluid waarvan Laura schrok. Zo krijgt hij ze klein, dacht ze. Dit hypnotisch gebruik van de stilte, deze meedogenloze keuring alvorens in actie te komen, dat doet het. Evenals hij was ze er zich van bewust dat Ann Olivier bijna aan het einde van haar krachten was. Ze vond het allerminst prettig, dit mee te maken, maar Sir Jasper had erop gestaan dat zij er bij zou zijn. ‘Op de een of andere manier wil ik de waarheid weten - de uiteindelijke waarheid, ’ had hij gezegd, ‘en jij moet er getuige van zijn. ’

Laura was altijd getroffen geweest door het dierlijke in Ann. Dat kwam tot uiting in haar lopen en de zorgeloze gratie en spierkracht. Het was tot uiting gekomen in de foto van haar aanval op de fotograaf en Laura was ervan overtuigd dat haar instincten krachtig, beschermend en primitief waren, voortdurend in strijd met de conventie. Ze zag er nu uit als een dier dat gewond in een hoek is gedreven, maar nog steeds bereid is tot de aanval over te gaan.

‘Waarom ben je gekomen? ’ Haar stem was hees. ‘Waarom ben je hier, Jasper?

‘Ik kom je een paar vragen stellen, Ann. Er hangt ontzaglijk veel af van je antwoorden. ’

Ze ging zitten en keek naar hem op. Er was geen plaats voor medelijden in Jasper Fleet, geen verleiding om na te denken over het leven van Ann Olivier. Hij had een plicht te vervullen en hij moest duidelijk en recht op het doel af te werk gaan. Verwikkelingen konden later wel komen, als dat dan moest.

Hij ging tegenover haar zitten, naar voren leunend, zijn smalle handen op zijn knieën, zijn baardje borstelig en agressief en met vorsende maar niet onvriendelijke ogen. ‘Wees niet bang, beantwoord alleen maar mijn vragen. Ik ben niet tegen je, Ann. Ik wil je helpen en daarvoor heb ik je medewerking nodig. Accoord? ’

Ze knikte en likte langs haar droge lippen.

Zal ik haar volkomen verslagen zien? vroeg Laura zich af. Of zou dit uur van de nederlaag tevens een vreemd soort overwinning opleveren? Ze hoorde de krakende stem van haar man en de klinische precisie van zijn eerste vraag. Dit is de inquisitie, dacht ze, dit is marteling om de ziel te redden. Een huivering liep langs haar ruggegraat en ze voelde zich net zoals toen een veearts haar had gevraagd om een vreselijk toegetakelde hond vast te houden, terwijl hij de wonden van het dier trachtte te reinigen. Ze wist wat er kwam. Ze wist dat het hele korte en hartstochtelijke leven van Ann Olivier met Luke Wargrave - haar jeugdliefde en de vader van haar kind - uiteengerafeld zou worden. Ze wendde haar hoofd af, zoals ze indertijd ook niet naar de gewonde hond had kunnen kijken.

Na een tijdje ging Laura naar de keuken en haalde een glas water voor Ann. Ze stak een sigaret voor haar aan. Het geroutineerde ontleedmes van Sir Jasper had snel en met ongelooflijke handigheid gewerkt. Ann was ten laatste gevallen voor het hypnotisme van zijn ogen en zijn stem. Haar weerstand was weggeëbd en muren van geheimhouding, die meer dan twintig jaar verdedigd en versterkt waren, waren ineengestort.

‘Het komt dus hierop neer, ’ zei Sir Jasper tenslotte, ‘Wargrave kwam na het eind van de oorlog bij je terug. ’

‘Ja. ’

‘En bijna direct daarna liet hij je in de steek? ’ Toen ze haar hoofd bevestigend neigde, vervolgde hij. ‘Je had dus een sterke aanwijzing om te geloven dat je echtgenoot de een of andere ingrijpende persoonsverandering had ondergaan, dat hij zich daarvan bewust was en dat hij er zeer op was gesteld je te behoeden voor de duivel die hij soms kon worden. ’ ‘Ja, ’ zei ze zacht. Hij stond op en keek op zijn horloge. ‘Laura, ’ zei hij, ‘het is kwart voor een. Ik ga een stukje eten in mijn club. Er is vanmiddag heel wat te doen. Zal ik je ergens heenbrengen? ’

‘Nee, ’ zei ze, ‘ik blijf hier. ’

Ze hoorden hem de Jakobsladder afdalen en Laura kreeg de indruk dat zijn stap lichter was dan toen hij kwam. Mevrouw Olivier zat stijf op haar stoel, precies zoals hij haar had verlaten. Haar handen bedekten haar gezicht en tranen rolden door de openingen tussen haar verkrampte vingers. Ze is net een dier, dacht Laura, ze kan niet eens goed huilen. Maar Laura Fleet kon bijzonder goed met dieren omgaan. Binnen een uur was Ann Olivier gevoederd en gedrenkt en met een hete kruik naar bed gestuurd.

‘Slaap maar, ’ zei Laura terwijl ze het donkere hoofd op het kussen streelde, ‘slaap maar de hele middag als je dat kunt. Als je wakker wordt, gaan we naar Rachel. ’

‘Waar is Jim? ’ vroeg mevrouw Olivier. ‘Waarom heeft Jim vandaag geen contact met me gezocht? ’

‘Hij is naar de gevangenis waarin Luke Wargrave zijn laatste dagen heeft doorgebracht. Hij komt je zeker opzoeken, later. ’