XVII

 

 

 

LUCAS WARGRAVE

 

Het ziekenhuis waar Rachel was opgenomen, was oud. Het had eens buiten tussen de weilanden aan de rivier gestaan, maar het was al lang opgenomen in het zich steeds uitbreidende Londen. De verschillende paviljoens waren rondom binnenplaatsen met grasperken gebouwd en vogels nestelden in mooie oude bomen. Er hing de sfeer van een klooster en ondanks de enorme activiteit in de gebouwen scheen het een vredig eiland ver weg van het stadsrumoer te zijn.

Jim Fleet kwamen de dagen en nachten van spanning oneindig voor. Hij had verlof gekregen, van kantoor weg te blijven en bracht het grootste deel van zijn tijd in het ziekenhuis door. Op dinsdagmiddag was Rachel nog steeds in een diepe coma, waaruit ze nooit meer scheen te ontwaken. Dat was de middag waarop mevrouw Olivier haar hart uitstortte. De zaalzuster had hen aangeraden, naar buiten te gaan om wat frisse lucht op te doen.

‘Ga toch wat in de tuin wandelen, ’ zei ze. ‘Ik zal ervoor zorgen dat u wordt geroepen als er een verandering optreedt. ’

Jim had sigaretten voor mevrouw Olivier en zichzelf aangestoken en zij wandelden heen en weer op het grintpad tussen de groene grasvelden die nog drassig waren van de regen. De zon scheen wel, maar bleek en waterig, zodat ze weinig kracht had. Mussen zwermden in een hoge olm, hun schril gepiep klonk boven het stadsrumoer uit.

‘Jim, we moeten eens over hem praten, ’ zei ze.

Hij keek met opgetrokken wenkbrauwen op haar neer. ‘Rachels vader? ’

‘Ja, ik heb erover nagedacht en ik geloof dat je gelijk hebt. Misschien had ik je alles eerder moeten vertellen. Er bestaan voor dergelijke situaties nu eenmaal geen precieze regels. Dat kan ook niet. Je vormt je eigen oordeel en misschien was het mijne wel verkeerd. ’

‘Dat is verleden tijd. Wat kan er nu nog aan worden gedaan? ’

‘Ik moet je het kleine beetje vertellen dat je nog niet weet. ’ Hij bleef zwijgen en deed afwijzend. Hij was een moeilijk te benaderen mens, niet geneigd, het gemakkelijk voor haar te maken. Ze vervolgde:

‘Toen ik Luke Wargrave voor het eerst ontmoette, was ik jonger dan Rachel nu is. Ik was in het vrouwelijk hulpkorps en hij in de R. A. F. Het was een liefde in oorlogstijd. Hoe kan ik je dat duidelijk maken? ’

‘Ik zal het proberen te begrijpen, ’ zei hij koel.

‘Die jongens hadden vaak niet lang te leven. Ze hadden geen tijd voor vaste verkering. ’

Ze wierp hem de woorden verachtelijk toe. Zij had met de dood en het gevaar geleefd. De dreiging voor haar generatie was direct en voortdurend geweest. Bemanningen van bommenwerpers die bij nacht over vijandelijk gebied vlogen, aanvaardden de dood als hun eigen schaduw.

‘Luke was toen een aantrekkelijke figuur. Hij hoefde maar een kamer binnen te komen waar meisjes waren of ze haalden hun lipsticks al te voorschijn. Maar ik voelde me niet alleen lichamelijk tot hem aangetrokken, er was meer in onze verhouding. Zijn vader was net als de mijne dokter en Luke was in Rugby op school gegaan. Hij wist van alles wat, maar zijn kennis was tamelijk onregelmatig. Hij was briljant, maar lui. Als de oorlog niet was uitgebroken, zou hij naar Cambridge zijn gegaan. In plaats daarvan werd het de R. A. F, Hij. wilde vlieger worden, maar omdat hij kleurenblind was kreeg hij een opleiding tot boordschutter. Hij kende geen gevaar. ’

‘Dat geloof ik, ’ zei hij grimmig.

‘Mijn vader had niets met Luke op. Hij vond het niet prettig dat ik zo helemaal weg van hem was. Dergelijke romances in oorlogstijd hadden geen vaste basis, vond hij en hij zat ons in alles dwars. ’

‘Jammer dat het hem niet lukte, hij moet een goede mensenkenner zijn geweest. ’

‘Hij kende misschien de mensen, maar niet zijn dochter. Zijn tegenstand moedigde ons aan. Mijn moeder was het natuurlijk met hem eens. Het enige resultaat was dat Luke en ik nog verwoeder onze zin doordreven. ’

‘Waarom bent u met hem getrouwd? Was het nodig, zo ver te gaan? ’

Ze bleef staan en keek hem kwaad aan. Toen barstte ze in lachen uit. Het was een hard, naar geluid.

‘Je kunt me geloven of niet maar dat vonden we noodzakelijk. We stonden werkelijk op het standpunt dat een kind van ons een wettige vader en moeder moest hebben. We wilden dat ons kind later Wargrave zou heten. Ja, lach er maar om, Jim Fleet! Wij meenden dat zijn kind zijn naam onsterfelijk moest maken als hij zou sneuvelen. Vreemd, hè? Erg vreemd. We beseften toen niet dat hij op een ingrijpender manier zou zorgen dat zijn naam in de herinnering zou voortleven.

We konden niet veel van ons huwelijk maken. We kregen een week verlof en daarna gingen we beiden terug naar ons onderdeel. We konden zelfs niet bij elkaar wonen. Ik had een kamer in Londen en Luke was in Wallingford, Oxfordshire, gestationeerd. Elke nacht vlogen onze bommenwerpers over Duitsland en die vluchten werden steeds opgevoerd en ik wist net zo goed als hij dat er een grote kans bestond dat hij eens niet zou terugkomen. Ik wou dat dat maar gebeurd was. ’

‘Dat kan ik onderschrijven. ’

‘Jim, ’ zei ze ernstig, ‘je móet iets geloven. Luke was roekeloos en zelfzuchtig, maar hij kon ook aardig zijn en hij was in wezen niet slecht. Tenminste niet toen ik hem leerde kennen en niet toen ik wist dat Rachel zou komen. Die kwade aard van hem kwam pas later boven. ’

‘U moet me dat eens proberen uit te leggen. ’ Hij voerde haar naar een bank en ze gingen zitten. Ze sprak heel rustig. ‘Het toestel van Luke werd boven Duitsland neergeschoten. Hij werd ernstig gewond naar een militair hospitaal gebracht. Toen hij daar ontslagen werd, kwam hij in een krijgsgevangenenkamp terecht. Zijn been was verbrijzeld en hij moet een beroerde tijd hebben meegemaakt. De Duitsers hadden toen gebrek aan verdovende middelen, maar hij was sterk, ijzersterk. Toen hij na de oorlog gedemobiliseerd werd, was hij physiek gezond genoeg en hij hinkte alleen maar een beetje, maar hij was in zichzelf veranderd. Zijn ogen veranderden soms in die van een dier. Je kon niet meer met hem praten. O, hoe kan ik je dat uitleggen? ’

‘Dat lukt u niet slecht. Was hij aan zijn hoofd gewond geweest? ’

‘Niet dat ik weet. Dat is tenminste nooit aangevoerd, maar ik veronderstel dat een bepaalde karaktertrek plotseling versterkt was door wat hij had doorgemaakt. Bepaalde mensen zijn inderdaad door de oorlog veranderd, dat weet je. Een sluimerende neiging tot gewelddaden moet in hem zijn opgewekt. Rachel was toen nog een baby en we woonden bij mijn ouders. Hij kwam ons opzoeken... ’

Ze duwde haar haar terug en keek Jim met doffe, zware ogen aan. Haar stem klonk dieper en hij begon iets van het lijden dat ze toen had meegemaakt, mee te voelen. De angst ook. ‘Ik wilde voor mijn ouders niet weten hoe hij was, die vreemdeling die in één enkele seconde van mens in wild dier kon veranderen. Ik wou niet van mijn vader horen “ik heb het je wel gezegd”. Ik hoopte alleen maar dat mijn man weer zichzelf zou worden. ’

‘Mevrouw Olivier, ’ zei Jim, ‘toen moet u toch al hebben vermoed welke verschrikkelijke krachten in uw man werkten? ’

Ze hief haar hoofd op en keek hem recht in zijn ogen. Ze is eerlijk, moest hij toegeven. In haar hart laat ze de waarheid voor leugens gaan.

‘Toen hij terugkwam, ’ zei ze, ‘werd ik voor het eerst bang voor hem. Elk weerstaan van zijn wil bracht een wrede, sadistische trek naar voren. In het begin wilde ik het niet geloven! Ik maakte mezelf wijs dat ik me maar wat verbeeldde en ik nam me voor dat ik hem moest proberen te begrijpen. Maar diep in mijn hart wist ik dat zijn afwijkingen verder gingen. Hij wist niet meer wat het was, teder te zijn. Dat maakte me bang, dat en die uitdrukking in zijn ogen wanneer het soms leek alsof hij door de duivel bezeten was. ’ Ze huiverde en verborg haar gezicht in haar handen. Jim voelde zich ook verkillen, gevangen als hij was in de verschrikking van het bestaan van een jonge vrouw. Mevrouw Olivier vermande zich en ging voort.

‘Ik geloof dat Luke soms ook bang was. Bang voor zichzelf en bang dat dat hij mij nog eens wat zou aandoen. Ik geloof dat hij in' die eerste dagen na zijn terugkeer uit Duitsland innerlijk vocht met de duivel die hem wilde bezitten. Hij vocht alleen en in het duister, zonder hulp. Kun je je voorstellen hoe verschrikkelijk dat moet zijn geweest? Hij was een verloren ziel. Ik weet zeker dat hij ons in de steek liet omwille van onszelf. Hij had op zijn manier van mij gehouden. Ik had medelijden met hem, zelfs lang nadat ik wist wat er met hem was gebeurd. ’

In de vallende schemering zaten ze zwijgend naast elkaar. Verpleegsters die naar huis gingen en de nachtploeg die in dienst kwam, passeerden hen met uitwaaierende capes. Mevrouw Olivier zag hen nauwelijks. De stem van Jim wekte haar uit haar overpeinzingen.

‘En u was van Rachels leeftijd toen hem en u dat alles overkwam? ’

Haar arm lag over de leuning van de bank en haar hoofd rustte erop in een houding van wanhoop en verslagenheid. De zon was ondergegaan en een kille grondmist wervelde rondom hun enkels.

‘Ja, ik had de leeftijd van Rachel en ik was de moeder van een baby, die alles voor me betekende. ’ Ze stond op. ‘Laten we naar binnen gaan, Jim, en zien hoe het met Rachel is ’

 

Op woensdagmorgen ging Jim niet met mevrouw Olivier naar het ziekenhuis omdat hij had afgesproken, Hans tegen de middag op het vliegveld te zullen afhalen. Maar toen hij opbelde voor bevestiging, werd hem verteld dat het toestel uit Zuid-Afrika vertraging had en pas laat in de namiddag zou aankomen. Toen hij ophing, hoorde hij de deurbel en mevrouw Meadows ging kijken wie er was.

‘Mevrouw Olivier is naar het ziekenhuis, mevrouw, maar meneer Fleet is er. Wilt u hem spreken? ’

Inwendig vervloekte hij mevrouw Meadows. Ze wou altijd iedereen tevredenstellen. Een dwaze houding en vooral in de huidige omstandigheden vervelend.

‘Ja, bijzonder graag, ’ zei een heldere, prettige stem. ‘Ik ben mevrouw Braithwaite, een oude vriendin van mevrouw Olivier. ’

Jim kreunde. De oude vriendin van mevrouw Olivier had hem in de val. Ze was al op weg naar boven. Hij kon alleen maar proberen haar zo snel mogelijk kwijt te raken.

‘Het zal meneer Jim goed doen, eens wat gezelschap te hebben, ’ zei mevrouw Meadows opgewekt. ‘Dat brengt hem op andere gedachten. Ik zal gauw thee gaan zetten. ’

Jim liep naar de overloop om de ongenode gast te begroeten. Hij zag een kleine vrouw met een fris gezicht, een prettige lach en een hoofd met haar in de kleur van gebrande kastanje. Ze was zonder hoed en hoewel haar figuur op een middelbare leeftijd wees, had ze iets jeugdigs in haar uiterlijk. Ze had klare blauwe ogen en de hand die ze hem aanbood, was klein en mollig.

‘Ik ben mevrouw Braithwaite, ’ zei ze, ‘Cheryl Braithwaite. Ann en ik zijn vroeger boezemvriendinnen geweest, we waren samen bij het vrouwelijk hulpkorps. Ik herken u van de foto’s, meneer Fleet. ’

‘Ik ben de laatste tijd veel te veel gefotografeerd. Komt u binnen, maar ik moet wel gauw weg, naar het ziekenhuis. ’ Ze ging zitten. ‘Ik blijf even voor de kop thee die me is beloofd en dan verdwijn ik. Wat is het laatste nieuws van Rachel? ’

‘Ze is nog niet bij kennis, ’ zei hij.

‘O, wat ontzettend. Wat een nare tijd voor u en haar moeder. ’ Haar stem was vol medeleven.

Hij bood haar een sigaret aan, maar ze weigerde die. Hij stak er zelf een op en zag daarbij dat zijn vingers bruin waren van de nicotine. Normaal rookte hij betrekkelijk weinig.

‘Mevrouw Braithwaite, ik moet me misschien uw naam herinneren, maar mevrouw Olivier praat niet veel over de oorlogstijd. ’

‘Dat weet ik, daar heeft ze haar redenen voor. ’

‘U zegt dat zo veelbetekend. Hebt u haar voor haar huwelijk gekend? ’

‘Ja, ik heb haar voor haar eerste huwelijk gekend, haar en Rachels vader. ’

Ze ging voorzichtig te werk, merkte hij, voor het geval hij van niets zou weten. Plotseling besloot hij alles te weten te komen van deze vrouw met haar vriendelijk open gezicht. Mevrouw Meadows kwam met de thee binnen.

‘Vlug werk, dat zult u moeten toegeven. Maar het water kookte al. ’

Nadat de thee was ingeschonken, zei Cheryl:

‘Onlangs heb ik Ann nog in het parkje bij de kerk gezien en we hebben wat gepraat. Ik kreeg de indruk dat ze erg eenzaam was, niet in de gewone zin van het woord, maar in zichzelf. U weet toch hoe ze zich volkomen van haar vroegere leven afsloot toen ze besloot Gerhard Olivier te trouwen? ’

‘Met opzet, mevrouw Braithwaite en volledig, dat geef ik toe. Hebt u Gerhard Olivier goed gekend? ’

‘Goed genoeg om te weten dat hij een fijn mens was. ’

‘Dan moet u ook... ’

‘Luke Wargrave hebben gekend, ja, inderdaad. ’

‘Wat was hij voor een man? ’

‘Wild als een roofvogel. Op zijn manier aantrekkelijk. Prettig gezelschap. Hij had een amusante, spottende manier van zich te uiten, waardoor hij de mensen liet lachen. ’ Ze brak met een kort lachje af, toen Jims linkerwenkbrauw omhoogschoot. ‘Mensen hebben meer dan één kant. Je zou nooit hebben vermoed dat Luke zo’n karaktertrek had. In ieder geval niet toen Ann van hem hield. Haar ouders mochten hem niet, dat geef ik toe, ze vonden hem onverantwoordelijk. In ieder geval wantrouwde haar vader snelle oorlogshuwelijken, een heleboel gingen verkeerd. Haar vader meende dat ze verliefdheid met liefde verwarde. ’

Jim leunde naar haar over. ‘En was dat zo? ’.

Cheryls blauwe ogen ontmoetten de zijne vrijuit.

‘Nee, ze was wanhopig op hem verliefd, meer nog, ze hield van hem. Ze is een harde vrouw, meneer Fleet... ’

‘Jim. ’ ‘Jim, dan. Ze had en heeft nu ongetwijfeld nog een harde schil en ze zou zeker iets van hun huwelijk hebben gemaakt als die krankzinnige, sinistere, moorddadige trek niet was opgekomen. Ik denk dat die er altijd al latent was geweest, maar de maanden in het krijgsgevangenenkamp hebben er toe meegewerkt dat het tot een uitbarsting kwam. ’

‘Heeft ze er ooit met u over gepraat? ’

Cheryl dacht na. De onderlinge vertrouwelijkheid van vrouwen, dacht Jim met afkeer, ze vertellen elkaar alles. Maar nu moet zij me zoveel vertellen als ik uit haar kan krijgen. Deze vrouw was belangrijk voor hem geworden en hij'werd er zich van bewust dat ze hem naar beste weten wilde helpen, om daarmee ook Ann Olivier te helpen. Nadenkend zei ze:

‘Hij had in zijn aard iets wreeds, dat gaf Ann toe. Dat was altijd aanwezig, maar Ann kon het aan. Toen werd het nooit te bar. Hij was egoïstisch en veeleisend, maar ze was zelf ook jong en levenslustig. Ze vond het fijn dat de baas over haar werd gespeeld. Maar dat werd anders na zijn terugkeer. Rachel was toen geboren, de oorlog was voorbij en men ging weer aan de toekomst denken. Maar dat scheen Luke niet te schelen. Hij was niet langer dezelfde man die Ann had getrouwd. En toen begon ze zich zorgen te maken en bang te worden. ’

‘U hebt haar blijkbaar goed gekend, mevrouw Braithwaite. ’ ‘Dat heb ik je toch gezegd, we waren als zusters. Ze kon me alles vertellen. ’ Haar gezicht plooide zich en werd kinderlijk. ‘Daarom heb ik er ook zo’n verdriet van gehad dat ze me wegsneed uit haar leven, alsof ze me niet kon vertrouwen. Ik voelde me diep gekwetst, maar ze kon hard zijn. ’

‘Ze vond dat ze dat móest doen, ’ zei hij, verbaasd dat hij nu mevrouw Olivier verdedigde.

‘Dat probeerde Gerhard Olivier ons ook te laten begrijpen. Pas nadat Luke Ann in de steek had gelaten, kwam Gerhard serieus in het beeld. Als ze hem nodig had, was hij altijd present, veilig en onopvallend. Ze had het zo nodig, zich veilig te voelen. Hij was veel ouder dan Ann en verafgoodde haar. Ze vond hem aardig en respecteerde hem, maar ze heeft nooit voor honderd procent van hem gehouden. Dat heeft ze nooit voorgewend, ze was strikt eerlijk met hem. ’ ‘Dat had ik ook van haar verwacht. ’

‘Hij heeft er mij alles van verteld. Ann en het kind hadden hem nodig, zei hij en dat was voor hem voldoende, de rest zou wel komen. ’

‘Ik geloof dat dat nog waar is ook. Rachel is erg gelukkig opgevoed. Ze was haar vader heel na, Gerhard Olivier, moet ik eigenlijk zeggen, ’

Ze maakte. een snelle, ongeduldige beweging. ‘Nonsens, Gerhard Olivier heeft verdiend, Rachels vader te worden genoemd. Twintig jaar liefde en zorg hebben toch zeker wel wat te betekenen? ’

‘In sommige opzichten, ja. Maar gaat u verder, alstublieft. ’ ‘Toen Ann vrij was, is ze kort daarna met Gerhard getrouwd. Hij heeft Rachel wettelijk geadopteerd. Slechts een paar mensen wisten er iets van en die beloofden graag dat het kind van ons nooit zou weten wie haar ware vader was. Gerhard is een grote steun voor Ann geweest tijdens de rechtzitting - al die verschrikkelijke publiciteit! ’

‘Ik wou dat ik eens een volledig verslag van de rechtzaak kon lezen. ’

Cheryl zette haar theekopje neer en keek hem aan. ‘Werkelijk? Dat kan, ik heb alle knipsels bewaard. ’

‘Mag ik ze van u lenen? ’

‘Natuurlijk, ik zal ze u sturen, ’

‘Ik kom ze wel halen. ’

‘Als dat gele wagentje buiten van u is, dan kunt u me meteen thuisbrengen om ze op te halen. Ik heb ze bij de hand, want sinds dit alles is gebeurd, heb ik ze allemaal nog eens nagelezen. ’

Jim stond op. ‘Afgesproken, mevrouw Braithwaite. En dan moet ik door naar het ziekenhuis. Mevrouw Olivier verwacht vandaag haar zoon uit Zuid-Afrika en ik zou hem al hebben opgehaald, maar zijn toestel heeft vertraging. Daarom vond u me hier. ’

‘Misschien is dat dan wel de goede kant ervan. De Voorzienigheid moet het plan hebben gehad dat we elkaar leerden kennen. ’ Ze sprak met naïeve ernst. Ze was ook opgestaan en toen Jim haar opnam, kwam in hem op dat ze een teyreden mens moest zijn en dat haar eenvoud de oorzaak was van de illusie van jeugd die ze uitstraalde.

‘Ik geloof dat u gelijk hebt. U bent al zo’n hulp geweest. U hebt me echt geloof in de toekomst gegeven. ’

‘Daar ben ik blij om, ’ zei ze. ‘Oordeel niet te hard over haar, Jim. Ann heeft grote fouten en grote deugden. Ze was Luke Wargrave trouw tot het bittere einde. Ze heeft in de getuigenbank heel wat moeten doorstaan in haar pogingen, hem van de galg te redden. Als de psychiaters maar zoveel invloed in rechtzaken hadden gehad als tegenwoordig, dan zou Luke Wargrave nooit ter dood zijn veroordeeld. ’ ‘Gelooft u dat echt? ’

‘Ik ben er vast van overtuigd, ’ zei ze ferm, ‘en ik kende hem. ’