37.

'Dit spul is verschrikkelijk!' klaagde Tronie terwijl ze een deken uitsloeg aan de rand van een greppel, waardoor nog meer as opsteeg. 'We zijn al dagen aan het schoonmaken, maar het zit in het eten, in het water, de kleren en de bedden. Het zit overal in en je raakt het niet kwijt.'

'We moeten nog eens een goede regenbui hebben,' zei Deegie, die wat water weggooide dat ze had gebruikt om de buitenkant van de tent te wassen. 'Of een goede sneeuwstorm. Dan was het opgelost. Met zo'n zomer zou je uitkijken naar de winter.'

'Dat wil ik wel geloven,' zei Tronie grijnzend terwijl ze haar zijdelings bekeek. 'Maar ik denk dat dat komt omdat je dan je verbintenis bent aangegaan en bij Branag woont.'

Er kwam een gelukzalige glimlach op Deegies gezicht toen ze aan het komende feest dacht. 'Dat wil ik niet ontkennen, Tronie,' zei ze.

is het waar dat de Mammoetvuurplaatsen het erover hebben gehad om de Verbintenisceremonie uit te stellen in verband met die asregen?' vroeg Tronie.

'Ja, en ook de Riten voor de aanstaande vrouwen, maar iedereen was erop tegen. Ik weet dat Latie niet wil wachten, en ik ook niet. Ze hebben tenslotte toegegeven. Ze willen niet meer onenigheid. Heel wat mensen vonden dat ze ongelijk hadden wat Rydags begrafenis betreft,' zei Deegie.

'Maar sommigen waren het wel met hen eens,' zei Fralie die met een mand vol as naderde. Ze gooide hem leeg in de greppel. 'Wat ze ook hadden besloten, er was altijd wel iemand geweest die het er niet mee eens was.'

ik denk dat je bij Rydag had moeten wonen om het te begrijpen,' zei Tronie.

ik weet het niet,' zei Deegie. 'Hij heeft een hele tijd bij ons gewoond, maar ik heb hem nooit helemaal als een mens beschouwd, tot Ayla kwam.'

ik geloof niet dat ze net zo verlangend uitkijkt naar de Verbintenisceremonie als jij, Deegie,' zei Tronie, ik vraag me af of er iets met haar is. Is ze ziek?'

'Dat geloof ik niet,' zei Deegie. 'Waarom?'

'Ze gedraagt zich niet zoals je zou verwachten. Ze bereidt zich wel voor, maar ik krijg niet de indruk dat ze ernaar uitkijkt. Ze krijgt veel geschenken en zo, maar ze lijkt me niet gelukkig. Ze zou net zo moeten zijn als jij. Telkens wanneer iemand het woord "verbintenis" gebruikt, begin jij te glimlachen en dan krijg je zo'n dromerige blik in je ogen.'

'Niet iedereen kijkt op dezelfde wijze uit naar de verbintenis,' zei Fralie.

'Ze voelde zich erg nauw betrokken bij Rydag,' merkte Deegie op. 'En ze heeft er net zoveel verdriet van als Nezzie. Als hij een Mamutiër was geweest, was de Verbintenisceremonie waarschijnlijk uitgesteld.'

ik vind het ook erg van Rydag en ik mis hem—hij was zo lief voor Hartal,' zei Tronie. 'We vinden het allemaal erg, hoewel hij zoveel pijn had dat het een uitkomst was. Ik geloof dat het iets anders is wat Ayla dwars zit.'

Ze zei er niet bij dat ze vanaf het begin haar twijfels had gehad over een verbintenis van Ayla met Ranec. Er was geen reden om erover te beginnen, maar ondanks Ranecs gevoelens voor haar meende Deegie nog steeds dat Ayla meer voor Jondalar voelde, hoewel ze hem de laatste tijd scheen te negeren. Ze zag de grote Zelandoniër de tent uitkomen en naar het midden van het kamp lopen. Hij leek in gedachten verzonken.

Jondalar knikte terug naar mensen die hem groetten terwijl hij passeerde, maar hij had zijn hoofd er niet bij. Was het inbeelding of ontweek Ayla hem echt? Nadat hij al die tijd had geprobeerd uit haar buurt te blijven, kon hij niet geloven dat ze hem ontweek nu hij met haar wou praten. Ondanks haar Belofte aan Ranec had hij altijd ergens het gevoel gehad dat hij maar naar haar toe hoefde te gaan om haar terug te krijgen. Niet dat hij de indruk had dat ze zo naar hem verlangde, maar ze leek wel bereid om te praten. Dat leek nu niet meer zo te zijn. Hij had besloten dat de enige manier om erachter te komen zou zijn naar haar toe te gaan, maar het viel niet mee om haar op een moment en een plaats te treffen waar ze konden praten.

Hij zag Latie op hem afkomen. Hij glimlachte en bleef staan om haar te bekijken. Ze liep heel zelfverzekerd en glimlachte vol zelfvertrouwen naar de mensen die haar groetten. Dat is een heel verschil, dacht hij. Hij was altijd verbaasd als hij de verandering zag die de Eerste Riten brachten. Latie was geen kind meer, en ook geen nerveus giechelend meisje. Hoewel ze nog jong was, had ze de zelfverzekerde houding van een vrouw.

'Hallo, Jondalar,' zei ze glimlachend.

'Hallo, Latie. Je kijkt zo blij.' Een mooie jonge vrouw, dacht hij bij zichzelf en hij glimlachte. Zijn blik drukte zijn gevoelens uit. Ze hield de adem in en reageerde met grote ogen op zijn onbewuste uitnodiging.

'Dat ben ik ook. Ik kreeg er genoeg van om steeds op dezelfde plaats te moeten blijven. Dit is de eerste keer dat ik weer alleen weg kan... of met wie ik maar wil.' Ze kwam wat dichterbij terwijl ze hem aankeek. 'Waar ga je heen?'

ik zoek Ayla. Heb jij haar gezien?'

Latie zuchtte en toen glimlachte ze weer vriendelijk.

'Ja, ze heeft een poosje op Tricies baby gepast. Mamut zoekt haar ook.'

'Je moet het hun niet allemaal kwalijk nemen, Ayla,' zei Mamut. Ze zaten buiten, in de schaduw van een grote elzestruik. 'Verscheidenen waren het er niet mee eens, ik ook niet.'

ik neem het jou niet kwalijk, Mamut. Ik weet niet of ik het iemand kwalijk neem, maar waarom begrijpen ze het niet? Waarom haten de mensen hem zo?'

'Misschien omdat ze zien hoeveel we op elkaar lijken, dus zoeken ze naar verschillen.' Hij wachtte even en vervolgde: 'Je moet voor morgen naar de Mammoetvuurplaats gaan, Ayla. Eerder kun je geen verbintenis aangaan. Je bent de laatste, weet je.'

'Ja, dat zal wel moeten,' zei Ayla.

'Je weifelende houding geeft Vincavec hoop. Hij heeft me vandaag weer gevraagd of ik dacht dat je zijn aanbod in overweging nam. Hij zei dat hij met Ranec wou praten en hem ook in zijn vuurplaats wou opnemen wanneer je je Belofte niet wou breken. Zijn aanbod zou je Bruidsprijs aanzienlijk verhogen en jullie allemaal een zeer hoge status geven. Wat zou jij ervan vinden, Ayla? Zou je Vincavec en Ranec beiden accepteren?'

'Vincavec heeft zoiets gezegd tijdens de jacht. Ik zou met Ranec moeten praten om te zien wat hij ervan vindt,' zei Ayla.

Mamut vond dat ze voor beide mogelijkheden opvallend weinig enthousiasme toonde. Het was geen goed moment voor een verbintenis nu ze nog zo'n verdriet had, maar met al die aanbiedingen en belangstelling was het moeilijk om uitstel te adviseren. Hij zag dat ze opeens werd afgeleid en hij draaide zich om om te zien waar ze naar keek. Jondalar kwam in hun richting. Ze leek nerveus en maakte aanstalten om snel weg te gaan, maar ze kon het gesprek met Mamut niet zo abrupt afbreken.

'Daar ben je dan, Ayla. Ik heb je overal gezocht. Ik zou graag met je willen praten.'

'Ik ben nu met Mamut bezig,' zei ze.

ik geloof dat we klaar zijn. Als je met Jondalar wil praten,' zei Mamut.

Ayla keek naar de grond en toen naar de oude man terwijl ze Jondalars bezorgde blik ontweek en ze zei zachtjes: ik geloof niet dat we elkaar iets te zeggen hebben, Mamut.'

Jondalar voelde het bloed uit zijn gezicht wegtrekken en toen werd hij vuurrood. Ze ontweek hem! Ze wou niet eens met hem praten. 'Eh... nou, eh... het spijt me dat ik jullie heb lastig gevallen,' zei hij en hij trok zich terug. Vervolgens haastte hij zich om weg te komen en hij wou wel dat hij zich ergens kon verbergen.

Mamut bekeek haar aandachtig. Ze keek Jondalar na toen hij wegging en haar blik was nog bezorgder dan de zijne. Hij schudde het hoofd, maar hij zag ervan af om erover te praten toen ze samen terugliepen naar het Leeuwekamp.

Toen ze dichterbij kwamen, zag Ayla Nezzie en Tulie naar hen toe komen. De dood van Rydag was voor Nezzie een zware slag geweest. De vorige dag had ze de rest van zijn medicijnen teruggebracht en ze hadden samen gehuild. Nezzie had er alleen maar droevige herinneringen aan, maar ze wist niet of ze ze moest weggooien. Ayla besefte dat er met de dood van Rydag ook een eind was gekomen aan de noodzaak om Nezzie te helpen bij de verzorging.

'We zochten je, Ayla,' zei Tulie. Ze leek net zo opgetogen als iemand die een grote verrassing in petto heeft en dat was iets bijzonders voor de grote leidster. De twee vrouwen sloegen iets open dat zorgvuldig was opgevouwen. Ayla zette grote ogen op en de beide vrouwen keken elkaar grijnzend aan. iedere bruid moet een nieuwe tuniek hebben. Meestal maakt de moeder van de man die, maar ik wou Nezzie helpen.'

Het was een ongelooflijk mooi kledingstuk van goudgeel leer, prachtig rijk versierd; op bepaalde delen waren patronen van ivoren kralen aangebracht, geaccentueerd door een groot aantal kraaltjes van barnsteen.

'Wat is dat prachtig, en wat een werk. In de kralen alleen al zit vele dagen werk. Wanneer hebben jullie dat gemaakt?' vroeg Ayla.

'We zijn ermee begonnen nadat je je Belofte had gedaan en we hebben het hier afgemaakt,' zei Nezzie. 'Kom, pas hem.'

Ayla keek Mamut aan. Hij glimlachte en knikte. Hij wist van het plan en had het samen met hen geheim gehouden. De drie vrouwen gingen de tent in naar Tulies slaapruimte. Ayla kleedde zich uit, maar ze wist niet precies hoe ze het kledingstuk moest dragen. De vrouwen hielpen haar. Het was een bijzondere tuniek die aan de voorkant open kon en gesloten werd met een geweven sjerp van rode mammoetwol.

'Je kunt haar gesloten dragen wanneer je haar iemand wilt laten zien,' zei Nezzie, 'maar op de ceremonie moet je haar open dragen, kijk zo,' zei Nezzie. Ze trok de voorkant open en maakte de sjerp los. 'Een vrouw toont trots haar borsten wanneer ze een verbintenis aangaat met een man.'

De beide vrouwen deden een stap achteruit om de aanstaande bruid te bewonderen. Ze heeft borsten om trots op te zijn, dacht Nezzie. De borsten van een moeder, om te voeden. Jammer dat ze geen moeder heeft om erbij te zijn. Elke vrouw zou trots op haar zijn.

'Kunnen we nu binnenkomen?' vroeg Deegie die naar binnen gluurde. Alle vrouwen van het kamp kwamen naar binnen om Ayla in haar mooie kleding te bewonderen. Ze schenen allemaal van de verrassing te weten.

'We zullen haar nu maar dichtdoen, dan kun je naar buiten en haar aan de mannen laten zien,' zei Nezzie, die de goed passende tuniek weer sloot. 'Je moet haar in het openbaar maar dicht houden tot de ceremonie.'

Ayla stapte de tent uit en ze zag de goedkeurende glimlachjes van de mannen van het Leeuwekamp. Anderen, die niet van het Leeuwekamp waren, keken ook naar haar. Vincavec wist ook van de verrassing en wou er beslist bij zijn. Toen hij haar zag was hij vastbesloten dat hij, hoe dan ook, een verbintenis met haar zou aangaan, al moest hij er tien mannen bij nemen.

Er stond nog een man te kijken die niet van het Leeuwekamp was, al beschouwden de meesten hem wel als zodanig. Jondalar was hen gevolgd omdat hij haar afwijzing niet kon accepteren en er ook niet in geloofde. Danug vertelde het hem en hij wachtte samen met de anderen. Toen ze naar buiten kwam, nam hij eerst haar beeld in zich op, toen sloot hij de ogen en zijn gezicht kreeg een verdrietige uitdrukking. Hij was haar kwijt. Ze liet zien dat het haar bedoeling was de volgende dag met Ranec een verbintenis aan te gaan. Hij zuchtte diep en klemde de tanden op elkaar.

Hij kon niet blijven om haar verbintenis te zien met de donker- huidige beeldhouwer van het Leeuwekamp. Het werd tijd dat hij wegging.

Toen Ayla haar dagelijkse kleding weer aan had en met Mamut was weggegaan, haastte Jondalar zich de tent in. Hij was blij dat er niemand was. Hij pakte zijn spullen voor de reis en was Tulie in gedachten nog dankbaar. Hij legde alles klaar wat hij wou meenemen en legde er een slaapvacht overheen. Hij wou tot de volgende morgen wachten, van iedereen afscheid nemen en meteen na het ontbijt vertrekken. Voor die tijd wou hij er met niemand over praten.

In de loop van de dag bezocht Jondalar speciale vrienden die hij had gemaakt tijdens de Bijeenkomst. Hij nam geen afscheid in woorden, alleen in gedachten. Die avond bracht hij bij ieder lid van het Leeuwekamp enige tijd door. Hij beschouwde hen als familie. Het zou moeilijk worden om weg te gaan in de wetenschap dat hij hen nooit meer zou zien. Het was nog moeilijker om een manier te vinden om nog één keer met Ayla te praten. Hij hield haar in de gaten en toen ze met Latie naar de paarden ging, volgde hij hen snel.

Ze wisselden wat oppervlakkige woorden en ze voelden zich niet op hun gemak, maar zijn krachtige uitstraling gaf Ayla een onaangenaam gespannen gevoel. Toen ze weer naar binnen ging, bleef hij bij de jonge hengst die hij borstelde tot het donker werd. Hij dacht er weer aan hoe Ayla Whinney hielp bij de verlossing toen hij haar de eerste keer zag. Hij had nog nooit zoiets gezien. Het zou ook moeilijk zijn om hem achter te laten. Jondalar voelde meer voor Renner dan hij ooit voor mogelijk had gehouden.

Eindelijk ging hij de tent in en kroop onder zijn vacht. Hij sloot de ogen, maar kon niet slapen. Hij lag wakker en dacht aan Ayla, aan hun tijd in de vallei en aan hun liefde die langzaam was gegroeid, nee, niet zo langzaam. Hij had van het begin af aan van haar gehouden, het duurde alleen lang voor hij het erkende, voor hij het waardeerde, zo lang dat hij haar kwijtraakte. Hij had haar liefde verspeeld en daar moest hij de rest van zijn leven voor boeten. Hoe had hij zo stom kunnen zijn? Hij zou haar nooit vergeten en ook niet het verdriet omdat hij haar kwijt was en hij zou het zichzelf nooit vergeven.

Het was een lange moeilijke nacht en toen de eerste ochtendschemering door de ingang van de tent viel, hield hij het niet langer uit. Hij kon geen afscheid nemen, van haar niet en ook niet van de anderen, hij moest gewoon weggaan. Hij zocht stilletjes zijn reiskleren bij elkaar, zijn bagage en zijn slaapzak en sloop naar buiten.

'Je hebt besloten om niet te wachten. Dat had ik al gedacht,' zei Mamut.

Jondalar draaide zich om. ik... eh... ik moet weg. Ik kan niet langer blijven. Het wordt tijd dat ik... eh,' stamelde hij.

ik begrijp het, Jondalar. Ik wens je een goede Tocht. Het is een hele reis. Je moet zelf beslissen wat het beste is, maar onthoud dit, een keuze kan alleen worden gemaakt als er iets te kiezen is.' De oude man dook de tent in.

Jondalar fronste de wenkbrauwen en liep naar het afdak voor de paarden. Wat bedoelde Mamut? Waarom gebruikten Degenen Die de Moeder Dienen altijd woorden die men niet kon begrijpen?

Toen hij Renner zag, kreeg Jondalar even een ingeving om op hem weg te rijden, om hem tenminste mee te nemen, maar het was Ayla's paard. Hij aaide ze beide, sloeg de armen om de hals van de bruine hengst en toen zag hij Wolf en haalde hem nog eens flink aan. Toen ging hij vlug staan en liep het pad af.

Het zonlicht stroomde de tent binnen toen Ayla wakker werd. Het beloofde een prachtige dag te worden. Toen schoot het haar te binnen dat het de dag was van de Verbintenisceremonie en de dag leek haar niet zo prachtig meer toe. Ze ging rechtop zitten en keek om zich heen. Er klopte iets niet. Het was haar gewoonte om in Jondalars richting te kijken als ze wakker werd. Hij was er niet. Jondalar is vanmorgen vroeg op, dacht ze. Ze kon het gevoel niet van zich afzetten dat er iets niet in orde was.

Ze stond op, kleedde zich aan en ging naar buiten om zich te wassen en een takje te zoeken voor haar tanden. Nezzie stond bij het vuur en haar blik had iets vreemds. Ayla's onrust nam alleen maar toe. Ze keek naar het afdak voor de paarden. Met Whinney en Renner leek alles goed en daar was Wolf ook. Ze ging de tent weer in en keek nog eens om zich heen. Er waren al heel wat mensen opgestaan en naar buiten gegaan. Toen zag ze dat Jondalars plaats leeg was. Hij was niet zomaar even weg. Zijn slaapzak en reistassen, alles was weg. Jondalar was vertrokken!

Ayla rende in paniek naar buiten. 'Nezzie! Jondalar is weg! Hij is niet even het Wolvekamp in, hij is weg. En hij heeft mij achtergelaten!'

'Dat weet ik, Ayla. Ik had het wel verwacht, jij niet?'

'Maar hij heeft niet eens afscheid genomen! Ik dacht dat hij zou blijven tot na de Verbintenisceremonie.'

'Dat is wel het laatste dat hij wou, Ayla. Hij heeft nooit gewild dat je een verbintenis met een ander aangaat.'

'Maar... maar... Nezzie, hij wou me niet hebben. Wat kon ik anders doen?'

'Wat wil je doen?'

ik wil met hem mee! Maar hij is vertrokken. Hoe kon hij me verlaten? Hij zou me meenemen. Dat was ons plan. Wat is er met onze plannen gebeurd, Nezzie?' vroeg ze en ze barstte opeens in tranen uit. Nezzie sloeg de armen om haar heen en troostte de snikkende jonge vrouw.

'Plannen kunnen veranderen, Ayla. Levens ook. En hoe moest het dan met Ranec?'

ik ben niet de juiste vrouw voor hem. Hij zou met Tricie een verbintenis moeten aangaan. Zij houdt van hem,' zei Ayla.

'Houd jij niet van hem? Hij houdt wel van jou.'

ik wou van hem houden, Nezzie. Ik heb het geprobeerd, maar ik houd van Jondalar. En nu is Jondalar weg.' Ayla begon opnieuw te snikken. 'Hij houdt niet van me.'

'Weet je dat zo zeker?' vroeg Nezzie.

'Hij is weggegaan en hij heeft niet eens afscheid genomen. Nezzie, waarom is hij zonder mij vertrokken? Wat heb ik verkeerd gedaan?' vroeg Ayla en keek haar smekend aan.

'Denk je dat je iets verkeerd hebt gedaan?'

Ayla wachtte even en dacht na. 'Hij wou gisteren met me praten en toen wou ik niet met hem praten.'

'Waarom wou je niet met hem praten?'

'Omdat... omdat hij me niet wou hebben. De hele winter, toen ik zoveel van hem hield en bij hem wou zijn, wou hij me niet hebben. Hij wou niet eens met me praten.'

'Dus toen hij wel met je wou praten, wou jij niet. Zo gaat het soms,' zei Nezzie.

'Maar ik wil wel met hem praten, Nezzie. Ik wil bij hem zijn. Ook als hij niet van me houdt, wil ik bij hem zijn. Maar nu is hij weg. Hij is gewoon opgestaan en weggewandeld. Hij kan niet weg zijn! Hij kan niet ver... weg zijn...'

Nezzie keek haar aan en ze moest bijna glimlachen.

'Hoe ver zou hij kunnen zijn, Nezzie? Lopend? Ik kan snel lopen, misschien kan ik hem inhalen. Misschien zou ik hem ach terna moeten gaan om te horen wat hij me wou vertellen. O, Nezzie, ik wil bij hem zijn. Ik houd van hem.'

'Ga hem dan achterna, kind. Als je hem wilt hebben en je houdt van hem, ga hem dan achterna. Zeg hoe je erover denkt en geef hem tenminste de kans je te vertellen wat hij wou zeggen.'

'Je hebt gelijk!' Ayla veegde met de hand haar tranen weg en probeerde na te denken. 'Dat zou ik moeten doen. Ik doe het. Nu meteen!' zei ze en voor Nezzie nog iets kon zeggen rende ze het pad af. Ze haastte zich over de stapstenen van de rivier, de weide in. Toen bleef ze staan. Ze wist niet welke kant ze op moest gaan. Ze zou zijn spoor moeten volgen en zo zou het een eeuwigheid duren voor ze hem inhaalde.

Opeens hoorde Nezzie twee doordringende fluittonen. Ze glimlachte toen de wolf langs haar heen schoot en Whinney spitste de oren en volgde hem. Renner ging erachteraan. Ze keek langs de helling en zag de wolf naar de jonge vrouw rennen.

Toen hij dichterbij kwam, gaf Ayla een teken en zei: 'Zoek Jondalar, Wolf. Zoek Jondalar!'

De wolf besnuffelde de grond, stak de neus in de lucht en toen hij op weg ging zag Ayla aan het gras en gebroken takjes dat er iemand langs was gegaan. Ze sprong op Whinney's rug en volgde Wolf.

Ze was nog maar net vertrokken of de vragen begonnen te rijzen. Wat zal ik tegen hem zeggen? Hoe kan ik hem vertellen dat hij had beloofd me mee te nemen? En als hij niet naar me wil luisteren? Als hij me niet wil hebben?

De regen had de vulkanische as van de bomen en de bladeren gespoeld, maar Jondalar stapte door de weiden en bosgebieden in het rivierdal en had geen oog voor de zeldzaam mooie zomerdag. Hij wist niet precies waar hij heen ging. Hij volgde gewoon de rivier, maar bij iedere stap die hem verder weg bracht, nam zijn bezorgdheid toe.

Waarom ga ik zonder haar weg? Waarom reis ik alleen? Misschien moest ik teruggaan en haar vragen met me mee te gaan. Maar ze wil niet met me mee. Ze is een Mamutische. Dat is haar volk. Ze heeft Ranec gekozen en jou niet, Jondalar, zei hij bij zichzelf. Ja, ze heeft Ranec gekozen, maar heb je haar wel laten kiezen? Toen bleef hij staan. Wat had Mamut gezegd? Iets over een keuze? 'Een keuze kan alleen worden gemaakt als er iets te kiezen is.' Wat bedoelde hij daarmee?

Jondalar schudde geërgerd het hoofd en toen drong het tot hem door; hij begreep het. Hij had haar nooit een kans gegeven. Ayla had Ranec niet gekozen, tenminste, eerst niet. Misschien had ze die avond van haar adoptie de keuze... of misschien niet. Ze was opgevoed door de Stam. Niemand had haar ooit verteld dat ze kon kiezen. En toen heb ik haar afgestoten. Waarom liet ik haar niet kiezen voor ik wegging? Omdat ze niet met je wou praten.

Nee, omdat je bang was dat ze jou niet zou kiezen. Houd toch op jezelf iets wijs te maken. Na al die tijd had ze tenslotte besloten niet meer met je te praten en jij was bang dat ze jou niet zou kiezen, daarom, Jondalar. Dus je gaf haar geen kans en ben je nu beter af?

Waarom ga je niet terug om haar te laten kiezen? Bied het haar tenminste aan? Maar wat wil je tegen haar zeggen? Ze is bijna klaar voor de grote ceremonie. Wat wil je haar aanbieden? Wat kun je haar aanbieden?

Je zou kunnen aanbieden om te blijven. Je zou zelfs kunnen aanbieden om samen met haar en Ranec te leven. Zou je dat kunnen? Zou je haar met Ranec kunnen delen? Als er geen andere keus was, zou je dan hier blijven en haar met een ander delen?

Jondalar bleef staan. Hij sloot zijn ogen en dacht diep na. Alleen als hij geen keus had. Hij zou haar het liefst mee naar huis nemen en zorgen dat ze zich er thuis voelde. De Mamutiërs hadden haar geaccepteerd, waren de Zelandoniërs minder gastvrij? Sommigen misschien, maar niet allemaal. Maar hij kon het niet beloven.

Ranec heeft het Leeuwekamp, en daarbuiten nog veel verwanten. Jij kunt haar niet eens je volkje verwanten, aanbieden. Je weet niet of ze haar en jou zullen accepteren. Je hebt niets aan te bieden, behalve jezelf.

Als dat alles was wat hij haar kon bieden, wat moesten ze dan doen wanneer zijn volk hen niet zou accepteren? We zouden ergens anders heen kunnen gaan. We zouden ook hier terug kunnen komen. Hij fronste de wenkbrauwen. Dat is een heel gereis. Misschien moest hij maar gewoon aanbieden om hier te blijven en zich hier vestigen. Tarneg zei dat hij voor zijn nieuwe kamp een steenklopper nodig had. En Ranec dan? Maar wat belangrijker was, wat zou Ayla zeggen? Als ze hem eens niet wilde hebben?

Jondalar werd zo door zijn gedachten in beslag genomen dat hij het doffe hoefgetrappel niet hoorde tot Wolf opeens tegen hem opsprong.

'Wolf? Wat doe je...' Hij keek op en staarde Ayla ongelovig aan terwijl ze van Whinney's rug gleed.

Ze liep naar hem toe, wat schuchter omdat ze bang was dat hij haar de rug weer zou toekeren. Hoe kon ze het hem vertellen? Hoe kon ze hem laten luisteren? Toen herinnerde ze zich die eerste dagen zonder woorden, hoe ze, lang geleden, had geleerd iemand te vragen naar haar te luisteren. Ze ging gracieus op de grond zitten, boog het hoofd en wachtte af.

Jondalar gaapte haar aan. Hij begreep het niet meteen en toen herinnerde hij het zich. Het was haar teken. Wanneer ze hem iets belangrijks wou vertellen, maar de woorden niet wist, gebruikte ze dat teken van de Stam. Maar waarom gebruikte ze nu de taal van de Stam tegen hem? Wat voor belangrijks wou ze hem vertellen?

'Sta op,' zei hij. 'Dat hoef je niet te doen.' Toen herinnerde hij zich de juiste reactie. Hij tikte haar op de schouder. Toen Ayla opkeek, had ze tranen in de ogen. Hij knielde om ze weg te vegen. 'Ayla, waarom doe je dit? Waarom ben je hier?'

'Jondalar, gisteren probeerde je me iets te vertellen en ik wou niet naar je luisteren. Nu wil ik jou iets vertellen. Het is moeilijk, maar ik wil dat je luistert. Daarom vraag ik het je op deze manier. Wil je luisteren en je niet afwenden?'

Jondalars vurige hoop belette hem het spreken. Hij knikte alleen maar en hield haar handen vast.

'Er is een tijd geweest dat je me wou meenemen,' begon ze, 'en ik wou de vallei niet uit.' Ze wachtte even om adem te halen. 'Nu wil ik met je mee, waar je ook heen gaat. Je hebt me eens gezegd dat je van me hield, dat je me wou hebben. Nu denk ik dat je niet van me wilt houden, maar ik wil toch nog met je mee.'

'Sta alsjeblieft op, Ayla,' zei hij en hij hielp haar overeind. 'En Ranec dan? Ik dacht dat je hem wou hebben.' Hij had zijn armen nog om haar heen.

ik houd niet van Ranec. Ik houd van jou, Jondalar. Ik ben altijd van je blijven houden. Ik weet niet waarom jij niet meer van me houdt.'

'Je houdt van me? Je houdt nog altijd van me? O, Ayla, mijn Ayla,' zei Jondalar en hij drukte haar stijf tegen zich aan. Toen keek hij haar aan alsof hij haar voor het eerst zag en zijn ogen stonden vol liefde. Ze richtte zich op en zijn mond vond de hare. Ze hielden elkaar vast en vonden elkaar in een vurige, maar tedere hartstocht, vol verlangen.

Ayla kon niet geloven dat hij haar na al die tijd in zijn armen had, haar vasthield en haar wou hebben. Dat hij van haar hield. Ze kreeg tranen in de ogen en probeerde ze te onderdrukken omdat ze bang was dat hij het weer verkeerd zou begrijpen. Maar toen kon het haar niet meer schelen en ze liet haar tranen de vrije loop.

Hij keek naar haar mooie gezicht. 'Je huilt, Ayla.'

'Alleen omdat ik van je houd. Ik moet huilen. Het heeft zo lang geduurd en ik houd zoveel van je,' zei ze.

Hij kuste haar ogen, haar tranen en haar mond die ze voor hem opende.

'Ayla. ben je het werkelijk?' vroeg hij. ik dacht dat ik je kwijt was en ik wist dat het mijn eigen schuld was. Ik houd van je, Ayla. Ik heb altijd van je gehouden. Dat moet je geloven. Ik ben nooit opgehouden van je te houden, al begrijp ik wel waarom jedat dacht.'

'Maar jc wou niet van me houden, of wel?'

Hij sloot zijn ogen en kreeg diepe rimpels in zijn voorhoofd omdat ze de waarheid had gezegd. Hij knikte, ik schaamde me omdat ik van iemand hield die uit de Stam kwam en ik kreeg een hekel aan mezelf omdat ik me schaamde voor de vrouw van wie ik hield. Ik ben nog nooit met iemand zo gelukkig geweest als met jou. Ik houd van je en als we samen waren was alles volmaakt. Maar als we bij andere mensen waren... telkens wanneer je iets deed dat je bij de Stam had geleerd, raakte ik in verlegenheid. En ik was altijd bang dat je iets zou vertellen en dat iedereen dan zou weten dat ik van een vrouw hield die een... gruwel had.' Hij kon het woord nauwelijks over de lippen krijgen.

'Vroeger zei iedereen dat ik iedere vrouw kon krijgen die ik wou hebben. Ze zeiden dat geen enkele vrouw me kon weigeren, ook de Moeder Zelf niet. Het scheen zo te zijn. Wat ze niet wisten was dat ik nooit een vrouw leerde kennen die ik echt wou hebben, tot ik jou ontmoette. Maar wat zouden ze zeggen wanneer ik je meebracht? Als Jondalar elke vrouw kon krijgen, waarom zou hij dan de... moeder van een platkop... een gruwel meebrengen? Ik was bang dat ze je niet zouden accepteren en mij ook zouden afwijzen, tenzij... ik me tegen je zou keren. Ik was bang dat ik dat zou doen wanneer ik moest kiezen tussen mijn volk en jou.'

Ayla dacht na. Ze sloeg de ogen neer. ik heb het nooit begrepen. Dat zou een moeilijke beslissing voor je zijn.'

'Ayla,' zei Jondalar en hij dwong haar hem aan te kijken: ik houd van je. Misschien besef ik nu pas hoe belangrijk dat voor me is. Niet alleen dat jij van mij houdt, maar dat ik van jou houd. Nu weet ik dat er voor mij maar een keus is. Jij bent voor mij belangrijker dan mijn volk, of wie ook. Ik wil bij je zijn, waar je ook bent.' Ze kreeg de tranen weer in de ogen en ze kon er niets aan doen. 'Als je wilt dat ik hier blijf, bij de Mamutiërs, zal ik blijven en Mamutiër worden. Als je wilt dat ik je deel met Ranec... doe ik dat ook.'

'Wil je dat echt?'

'Als jij het wilt...' begon Jondalar en toen herinnerde hij zich de woorden van Mamut. Misschien moest hij haar laten kiezen en haar vertellen wat hij het liefste deed. ik wil bij je zijn, dat is het belangrijkste, geloof me. Ik wil hier wel blijven als jij dat wilt, maar wanneer je me vraagt wat ik echt wil, ik wil naar huis en jou meenemen.'

'Mij meenemen? Schaam je je niet meer voor me? En je schaamt je niet meer voor de Stam, en Dure?'

'Nee. Ik schaam me niet voor je. Ik ben trots op je. En ik schaam me ook niet voor de Stam. Jij en Rydag hebben me iets heel belangrijks geleerd en misschien wordt het tijd te proberen dat ook aan anderen te leren. Ik heb zoveel dingen geleerd die ik mijn volk wil leren. Ik wil hen de speerwerper laten zien en de manier van Wymez om vuursteen te bewerken, en jouw vuurstenen en de draadtrekker, en de paarden en Wolf. En dan zijn ze misschien ook wel bereid te luisteren naar iemand die probeert hun uit te leggen dat de mensen van de Stam ook kinderen van de Aardmoeder zijn.'

'De Holeleeuw is je totem, Jondalar,' zei Ayla met een beslistheid waaruit haar vaste overtuiging bleek.

'Dat heb je al eens eerder gezegd. Hoe weet je dat zo zeker?'

'Herinner je je nog dat ik je heb verteld hoe moeilijk het is om met een krachtige totem te leven? De proeven zijn heel zwaar, maar de gaven, wat je ervan leert, zijn het waard. Je hebt een zware proef afgelegd, maar heb je er nu spijt van? Dit is een moeilijk jaar geweest, voor ons allebei, maar ik heb zoveel geleerd, over mezelf en over de Anderen. Ik ben niet meer bang voor hen. Jij hebt ook veel geleerd, over jezelf en over de Stam. Ik denk dat je er ook bang voor was, op een andere manier. Nu heb je die angst overwonnen. De Holeleeuw is een totem van de Stam en je haat hen niet meer.'

ik denk dat je gelijk hebt en ik ben blij dat een Holeleeuwto- tem van de Stam me heeft gekozen, als dat betekent dat je me kunt accepteren. Ik heb je niets aan te bieden, Ayla, behalve mezelf. Ik kan je geen verwanten beloven, zelfs mijn volk niet. Ik kan niets beloven, omdat ik niet weet of mijn volk, de Zelandoniërs, je zullen accepteren. Zo niet, dan zullen we een andere plaats moeten zoeken. Ik ben bereid Mamutiër te worden als je dat wilt, maar ik zou je liever mee naar huis nemen en van ons een eenheid laten maken door Zelandoni.'

is dat zoiets als een verbintenis aangaan?' vroeg Ayla. 'Je hebt me nooit eerder gevraagd een verbintenis met je aan te gaan. Je hebt me gevraagd met je mee te gaan, maar je hebt me nooit gevraagd een vuurplaats met je te stichten.'

'Ayla, Ayla, wat mankeert me toch? Waarom vind ik het vanzelfsprekend dat je alles al weet? Misschien omdat je zoveel weet dat ik niet weet en omdat je zo vlug zoveel hebt geleerd dat ik vergeet dat je het nog maar zo kort weet. Misschien zou ik een teken moeten leren om dingen te zeggen waar ik geen woorden voor heb.'

Toen hurkte hij tegenover haar, met een knie op de grond, en glimlachte geamuseerd. Hij zat niet helemaal met gebogen hoofd in kleermakerszit, zoals zij het altijd deed, maar hij keek haar aan. Het was duidelijk dat Ayla in verwarring raakte en zich niet op haar gemak voelde en dat vond hij wel leuk, omdat hij dat gevoel ook altijd kreeg wanneer zij het deed.

'Wat ga je nu doen, Jondalar? Mannen doen zoiets niet. Ze hoeven geen toestemming te vragen om te spreken.'

'Maar ik moet het wel vragen, Ayla. Wil je met me meegaan, en een verbintenis met me aangaan en ons tot een eenheid laten maken door Zelandoni, een vuurplaats met me stichten en een paar kinderen voor me maken?'

Ayla begon weer te huilen en ze vond het maar dwaas van zichzelf dat ze zoveel tranen had gestort. 'Jondalar, ik heb nooit iets anders gewild. Mijn antwoord is ja, op al die vragen. Sta nu alsjeblieft op.'

Hij ging staan en nam haar in zijn armen. Hij voelde zich gelukkiger dan ooit tevoren. Hij kuste haar en hield haar vast alsof hij bang was haar los te laten en haar misschien kwijt te raken, wat bijna was gebeurd.

Hij kuste haar weer en zijn verlangen naar haar groeide door het wonder van haar aanwezigheid. Ze voelde het en haar lichaam reageerde bereidwillig. Maar hij wou haar deze keer niet nemen. Hij wou haar helemaal, in volledige overgave. Hij deed een stap achteruit en schudde de rugzak af die hij nog droeg. Toen pakte hij een deken en spreidde die uit op de grond. Wolf kwam meteen op hem af springen.

'Jij moet een poosje uit de buurt blijven,' zei hij en glimlachte naar Ayla.

Ze stuurde Wolf weg en beantwoordde Jondalars glimlach. Hij ging op de deken zitten en reikte haar de hand. Ze kwam bij hem zitten en ze verlangde zo naar hem dat ze al een tinteling voelde.

Hij kuste haar en zocht haar borst. Hij genoot al toen hij de volle, ronde vorm door haar dunne tuniek voelde. Ze herinnerde het zich en nog veel meer. Ze trok snel de tuniek uit. Hij stak zijn beide handen naar haar uit en het volgende ogenblik lag ze op haar rug met zijn mond stevig op de hare gedrukt. Zijn hand streelde een borst en vond de tepel en zijn warme, vochtige mond vond de andere tepel. Ze kreunde toen de gewaarwording van het zuigen prikkels stuurde naar de plaats die naar hem verlangde. Ze streelde zijn armen en zijn brede rug, toen zijn nek en zijn haar. Ze was heel even verbaasd dat er niet zoveel krullen in zaten, maar die gedachte verdween even snel als hij was gekomen.

Hij kuste haar weer en duwde zachtjes met zijn tong. Ze opende haar mond en stak ook haar tong uit. Ze wist wel dat hij nooit te wild of te haastig was, maar heel gevoelig en begrijpend. Ze genoot van de herinnering en van het feit dat het weer werkelijkheid was geworden. Het was bijna als de eerste keer, toen ze hem leerde kennen en ze herinnerde zich nog hoe goed hij haar begreep. Hoeveel nachten had ze naar hem verlangd?

Hij proefde de warmte van haar mond en het zout van haar keel. Ze voelde rillingen over haar kaak en in haar hals. Hij kuste haar schouder. Hij hapte en zoog en bespeelde haar gevoelige plekjes die hij kende. Hij pakte onverwacht haar tepel weer. Haar adem stokte bij het plotselinge, sterke gevoel. Toen zuchtte ze en kreunde van genot terwijl hij met beide tepels speelde.

Hij ging zitten en keek haar aan. Hij sloot zijn ogen alsof hij haar beeld wilde vasthouden. Toen hij ze weer opende, glimlachte ze tegen hem.

ik houd van je, Jondalar, en ik heb zo naar je verlangd.'

'O, Ayla, ik heb geleden onder mijn verlangen naar jou en toch had ik je bijna opgegeven. Hoe kon ik dat doen als ik zoveel van je houd?' Hij kuste haar weer en hield haar stevig vast alsof hij bang was dat hij haar toch nog zou verliezen. Ze klemde zich net zo hartstochtelijk aan hem vast. En opeens konden ze niet langer wachten. Hij had een hand aan haar borst en maakte haar riem los. Ze wipte met de heupen en duwde haar korte zomerbroek uit, terwijl hij de zijne losmaakte. Hij trok zijn hemd uit en zijn schoeisel.

Hij sloeg zijn armen om haar middel, met zijn hoofd op haar buik en kuste haar venusheuvel. Toen wachtte hij even. Hij duwde haar benen van elkaar en opende met beide handen haar vagina. Hij bekeek de donkerroze schaamlippen die op zachte, vochtige bloembladen leken. Toen duwde hij zijn tong ertegenaan als een bij. Ze schreeuwde het uit en drukte zich tegen hem aan, terwijl hij ieder bloemblaadje onderzocht, elke plooi. Hij hapte, zoog en plaagde. Hij gaf haar het Genot waar ze zo eindeloos lang naar had verlangd.

Dit was Ayla. Dit was zijn Ayla. Dit was haar smaak, haar honing en zijn lid was zo heet en begerig. Hij wou wachten en dit zo lang mogelijk laten duren, maar opeens kon hij niet meer. Ze ademde snel, ze hijgde, hapte naar adem en riep zijn naam. Ze pakte zijn hoofd en trok hem omhoog. Toen leidde ze hem haar warme vagina binnen.

Met een diepe zucht gleed hij naar binnen tot ze zijn hele penis volledig omsloot. Dit was zijn Ayla. Dit was de vrouw bij wie hij paste, die bij hem paste, die hem helemaal omvatte. Hij bleef er even ten volle van genieten. Zo was het de eerste keer al bij haar geweest en telkens weer. Hoe kon hij ervan hebben gedroomd haar op te geven? De Moeder moet Ayla speciaal voor hem hebben gemaakt, opdat ze Haar volledig konden vereren en Haar laten genieten van hun Genot, zoals Zij het had bedoeld.

Hij trok terug en voelde haar omhoogkomen toen hij stootte. Hij trok terug en stootte weer, telkens opnieuw. Toen, opeens, kwam hij klaar en ze schreeuwde het uit. Ze stootten nog een keer en toen bereikte de golf het hoogtepunt en spatte uiteen, hen onderdompelend in een huivering van genot.

Het rusten was ook een deel van het Genot. Ze vond het heer lijk dat hij op haar lag. Hij was nooit te zwaar. Gewoonlijk stond hij pas op wanneer haar orgasme voorbij was. Ze rook haar geur aan hem en dat herinnerde haar aan het Genot dat ze net hadden gedeeld. Ze voelde zich pas volmaakt bevredigd wanneer hij nog even bleef liggen, met zijn penis in haar.

Hij genoot van haar lichaam onder zich en het was zo lang geleden, zo waanzinnig lang geleden. Maar ze hield van hem. Hoe kon ze nog van hem houden na alles wat er gebeurd was? Hij kon zijn geluk niet op. Hij zou haar nooit meer laten gaan.

Eindelijk trok hij zich terug, ging op zijn rug liggen en glimlachte.

'Jondalar?' zei Ayla na een poosje.

'Ja.'

'Zullen we gaan zwemmen? De rivier is niet ver. Laten we gaan zwemmen voor we teruggaan naar het Wolvekamp, zoals we in de vallei deden.'

Hij zat rechtop naast haar en glimlachte. 'Kom!' zei hij en hij hielp haar overeind. Wolf kwam kwispelstaartend bij hen staan.

'Ja, jij kunt met ons mee,' zei Ayla. Ze pakten hun spullen en liepen naar de rivier. Wolf sprong enthousiast achter hen aan. Nadat ze hadden gezwommen en met Wolf in de rivier hadden gespeeld, en de paarden hadden liggen rollen en zich hadden ontspannen, ver van de mensen, kleedden Ayla en Jondalar zich aan. Ze voelden zich opgefrist en hadden honger.

'Jondalar?' zei Ayla, die bij de paarden stond.

'Ja.'

'Laten we samen op Whinney rijden. Ik wil je graag dicht tegen me aan voelen.'

De hele weg terug dacht Ayla erover na hoe ze het Ranec zou vertellen. Ze zag er wel tegenop. Toen ze aankwamen, stond hij op haar te wachten en hij was duidelijk uit zijn humeur. Hij had haar gezocht. Alle anderen hadden zich voorbereid op de Verbintenisceremonie van die avond omdat ze erbij wilden zijn of omdat ze eraan deelnamen. Het stond hem ook niet aan dat ze samen op Whinney reden, terwijl Renner erachteraan liep.

'Waar heb je gezeten? Je had al verkleed moeten zijn.'

ik moet met je praten, Ranec.'

'We hebben geen tijd om te praten,' zei hij razend.

'Het spijt me, Ranec. We moeten praten. Ergens waar we alleen kunnen zijn.'

Hij moest er zich wel bij neerleggen. Ayla ging eerst de tent in en pakte iets uit haar zak. Ze liepen de helling af naar de rivier en volgden toen een stukje de oever. Eindelijk bleef Ayla staan en haalde van onder haar tuniek het beeldje te voorschijn van de vrouw die in een vogel overging, de muta die Ranec voor haar had gemaakt.

ik moet je dit teruggeven, Ranec,' zei Ayla terwijl ze haar hand uitstak.

Ranec sprong achteruit alsof hij zich had gebrand. 'Wat bedoel je? Dat kun je niet teruggeven! Je hebt het nodig om een vuurplaats te stichten. Je hebt het nodig voor onze Verbintenisceremonie,' zei hij en ze kon de groeiende angst in zijn stem horen.

'Daarom moet ik het je teruggeven. Ik kan geen vuurplaats met je stichten. Ik ga weg.'

'Weg? Dat kan niet, Ayla. Je hebt de Belofte gedaan. Alles is geregeld. Vanavond is de ceremonie. Je hebt gezegd dat je een verbintenis met me aangaat. Ik houd van je, Ayla. Begrijp je het niet? Ik houd van je.' Zijn vertwijfeling nam toe bij alles wat hij zei.

ik weet het,' zei Ayla zacht. Zijn schrik en verdriet deden haar pijn. ik heb de Belofte gedaan en alles is geregeld. Maar ik moet weg.'

'Maar waarom? Waarom nu, zo opeens?' zei Ranec, met een bijna verstikte, schelle stem.

'Omdat ik nu weg moet. Het is de beste tijd om te reizen en het wordt een lange Tocht. Ik ga met Jondalar mee. Ik houd van hem. Ik heb altijd van hem gehouden. Ik dacht dat hij niet meer van mij hield...'

'Was ik goed genoeg toen je dacht dat hij niet van je hield? Zat het zo?' vroeg Ranec. 'Al die tijd die je met mij doorbracht, wou je dat hij het was. Je hebt nooit van me gehouden.'

'Ik wou van je houden, Ranec. Ik geef wel om je. Ik heb niet altijd naar Jondalar verlangd als ik bij je was. Je hebt me vele keren gelukkig gemaakt.'

'Maar niet altijd. Ik was niet goed genoeg. Jij was volmaakt, maar ik was niet altijd volmaakt voor jou.'

ik heb het volmaakte nooit gezocht. Ik houd van hem, Ranec. Hoe lang zou je van me blijven houden als je weet dat ik van een ander houd?'

ik zou tot mijn dood van je kunnen houden, Ayla, en ook nog in de volgende wereld. Begrijp je het niet? Ik zal nooit meer zo van iemand kunnen houden. Je kunt niet weggaan.' De buitengewoon aantrekkelijke, donkere kunstenaar smeekte haar, met tranen in zijn ogen; hij had nooit eerder om iets gesmeekt.

Ayla voelde zijn smart en ze wou dat ze iets kon doen om de pijn te verlichten. Maar wat hij wou, kon ze hem niet geven. Ze kon niet van hem houden zoals ze van Jondalar hield.

'Het spijt me, Ranec. Neem alsjeblieft de muta aan.' Ze reikte hem weer aan.

'Houd hem maar!' zei hij, zo venijnig als hij kon. 'Misschien ben ik niet goed genoeg voor jou, maar ik heb je niet nodig. Ik kan hier uitzoeken. Ga je gang met je steenklopper. Het kan me niet schelen.'

ik kan hem niet houden,' zei Ayla en ze zette de muta voor zijn voeten op de grond. Ze boog het hoofd en draaide zich om om weg te gaan.

Ze liep terug langs de rivier en het deed haar verdriet dat ze zoveel pijn veroorzaakte. Het was niet haar bedoeling geweest om hem zo te kwetsen. Als er een andere mogelijkheid was geweest, had ze die gekozen. Ze hoopte dat ze nooit meer liefde van iemand zou ontvangen die ze niet kon beantwoorden.

'Ayla?' riep Ranec. Ze draaide zich om en wachtte tot hij haar had ingehaald. 'Wanneer ga je weg?'

'Zodra ik alles heb ingepakt.'

'Het is niet waar, weet je. Het kan me wel schelen.' Zijn gezicht was getekend door verdriet en pijn. Ze wou naar hem toe rennen, hem troosten, maar ze durfde hem geen hoop te geven, ik heb altijd geweten dat je van hem hield, van het begin af,' zei hij. 'Maar ik hield zoveel van je, ik wou je zo graag hebben, dat ik het niet wou zien. Ik probeerde mezelf te overtuigen dat je van me hield en ik hoopte dat het na verloop van tijd ook zou gebeuren.'

'Ranec, het spijt me zo,' zei ze. 'Als ik al niet van Jondalar had gehouden, had ik van jou kunnen houden. Ik had gelukkig met je kunnen worden. Je was zo lief voor me en ik moest altijd om je lachen. Ik houd wel van je, maar niet zoals jij het wilt. Maar ik zal altijd van je blijven houden.'

Zijn donkere ogen stonden heel verdrietig, ik zal altijd van je blijven houden, Ayla. Ik zal je nooit vergeten. Ik neem die liefde mee het graf in,' zei Ranec.

'Dat mag je niet zeggen! Je verdient meer geluk.'

Hij lachte bitter. 'Maak je geen zorgen, Ayla. Daar ben ik nog niet aan toe. Althans niet meteen. En eens ga ik misschien een verbintenis aan met een vrouw en ze zal kinderen krijgen. Misschien zal ik ook wel van haar houden. Maar geen enkele vrouw zal zo zijn als jij en ik zal nooit zoveel voor een andere vrouw kunnen voelen als voor jou. Dat gebeurt maar een keer in het leven van een man.' Ze wandelden terug.

'Wordt het Tricie?' vroeg Ayla. 'Ze houdt van je.'

Ranec knikte. 'Misschien wel. Als ze me wil hebben. Nu ze een zoon heeft, zullen er nog meer om haar komen en ze had al zoveel aanbiedingen.'

Ayla bleef staan en ze keek Ranec aan. 'Ik geloof dat Tricie je wel wil hebben. Ze voelt zich nu gekwetst, maar dat komt omdat ze zoveel van je houdt. Maar er is nog iets dat je moet weten. Haar zoon, Ralev, dat is jouw zoon, Ranec.'

'Je bedoelt dat hij de zoon van mijn geest is? Misschien heb je wel gelijk.'

'Nee, ik bedoel niet dat hij de zoon van jouw geest is. Ik bedoel dat Ralev jouw zoon is, Ranec. Hij is de zoon van jouw lichaam, jouw wezen. Ralev is net zo goed de zoon van jou als van Tricie. Jij hebt hem in haar verwekt toen je met haar het Genot deelde.'

'Hoe weet jij dat ik met haar het Genot heb gedeeld?' vroeg Ranec, een beetje verlegen. 'Verleden jaar was ze een buitengewoon toegewijde vrouw met rode voeten.'

ik weet het omdat Ralev geboren is en hij is jouw zoon. Zo begint alle leven. Daarom dient het Genot de Moeder. Het is het begin van het leven. Ik weet het, Ranec. Ik zweer je dat het zo is en daar hoef je niet aan te twijfelen,' zei Ayla.

Ranec dacht diep na. Het was een vreemde, nieuwe gedachte. Vrouwen waren moeders. Ze baarden kinderen, dochters en zoons. Maar kon een man een zoon hebben? Kon Ralev zijn zoon zijn? Toch zei Ayla het. Dan moest het zo zijn. Zij droeg het wezen van Mut in haar. Zij was de Geestenvrouw. Ze kon de Grote Aardmoeder Zelf wel zijn.

Jondalar controleerde de zakken nog een keer en toen leidde hij Renner naar het begin van het pad, waar Ayla afscheid nam. Whinney was al beladen en stond geduldig te wachten, maar Wolf rende opgewonden heen en weer. Hij begreep dat er iets bijzonders aan de hand was. Het was moeilijk geweest voor Ayla toen ze werd verdreven uit de Stam en de mensen moest achterlaten van wie ze hield, maar ze had toen geen keus. Het was nog moeilijker om vrijwillig afscheid te nemen van de mensen van het Leeuwekamp van wie ze hield, terwijl ze wel wist dat ze hen nooit meer zou zien. Ze had die dag al zoveel gehuild dat ze verbaasd stond dat ze nog tranen over had, maar telkens wanneer ze weer een vriend omarmde werden haar ogen vochtig.

'Talut,' snikte ze, terwijl ze haar armen om het grote, roodharige stamhoofd sloeg. 'Heb ik je ooit verteld dat ik door jou en je lach ben meegegaan naar jullie huis? Ik was zo bang voor de Anderen dat ik op het punt stond meteen terug te rijden naar de vallei tot ik jou zag lachen.'

'En nu breng je mij aan het huilen, Ayla. Ik wil niet dat je weggaat.'

ik huil al,' zei Latie. ik wil ook niet dat je weggaat. Weet je nog, die eerste keer dat je me Renner liet strelen?'

ik herinner me nog dat ze Rydag op Whinney liet rijden,' zei Nezzie. ik denk dat het de gelukkigste dag van zijn leven was.'

ik zal de paarden ook missen,' jammerde Latie, terwijl ze Ayla vasthield.

'Misschien krijg je eens een veulen voor jezelf, Latie,' zei Ayla.

ik zal de paarden ook missen,' zei Rugie.

Ayla tilde haar op en haalde haar even aan. 'Misschien moet jij dan ook wel een veulen hebben.'

'O, Nezzie,' zei Ayla huilend. 'Hoe kan ik jou bedanken? Voor alles. Je weet dat ik mijn moeder heb verloren toen ik nog klein was, maar ik heb veel geluk gehad. Ik heb er twee moeders voor in de plaats gehad. Iza heeft voor me gezorgd toen ik nog een meisje was, maar jij bent de moeder die ik nodig had om een vrouw te worden.'

'Hier,' zei Nezzie, terwijl ze haar een pakje gaf en haar best deed om haar tranen zo goed mogelijk te bedwingen. 'Het is de tuniek voor je Verbintenis. Ik wil dat je die krijgt voor je verbintenis met Jondalar. Ik beschouw hem ook als een zoon. En jij bent mijn dochter.'

Ayla omhelsde Nezzie nog een keer en toen keek ze op naar haar flinke, grote zoon. Danug beantwoordde haar omhelzing zonder terughoudendheid. Ze voelde zijn mannelijke kracht en de warmte van zijn lichaam en hij liet even merken wat hij voor haar voelde toen hij haar in het oor fluisterde: ik wou dat jij voor mij de vrouw met de rode voeten was geweest.'

Ze deed een stap achteruit en glimlachte. 'Danug! Je wordt een geweldige man! Ik wou dat ik hier kon blijven om te zien dat je net zo groot en sterk wordt als Talut.'

'Als ik ouder ben, ga ik misschien een lange Tocht maken en dan kom ik je opzoeken!'

Vervolgens omhelsde ze Wymez en ze zocht Ranec, maar hij was er niet. 'Het spijt me, Wymez,' zei ze.

'Mij ook. Ik had je graag bij ons gehouden. Ik had graag de kinderen willen zien die jij naar zijn vuurplaats had gebracht. Maar Jondalar is een goede man. Ik hoop dat de Moeder jullie zal beschermen op jullie Tocht.'

Ayla nam Hartal over uit Tronies armen en ze had plezier in zijn gegiechel. Toen tilde Manuv Nuvie op en Ayla kuste haar.

'Ze is hier alleen dank zij jou. Dat zal ik nooit vergeten, en zij ook niet,' zei Manuv. Ayla omhelsde hem en vervolgens Tronie en Tornec.

Frebec hield Bectie op de arm terwijl Ayla afscheid nam van Fralie en de twee jongens. Toen sloeg ze haar armen om Crozie heen. Ze probeerde zich eerst groot te houden, hoewel Ayla voelde dat ze beefde. De oude vrouw omhelsde haar en er blonk een traan in haar oog.

'Vergeet niet hoe je wit leer moet maken,' zei ze op gebiedende toon.

'Nee, en ik heb de tuniek bij me,' zei Ayla en ze voegde er met een plagerig glimlachje aan toe: 'Maar vergeet niet, Crozie, dat je nooit meer moet bikkelen met een lid van de Mammoetvuurplaats.'

Crozie keek haar verbaasd aan en toen schaterde ze van het lachen, terwijl Ayla zich tot Frebec wendde. Wolf had zich bij hen gevoegd en Frebec krauwde hem achter zijn oren.

ik zal dat dier missen,' zei hij.

'En dit dier zal jou missen!' zei Ayla terwijl ze hem omhelsde.

ik zal jou ook missen, Ayla,' zei hij.

Ayla zag zich omringd door een drom mensen van de Oeros- vuurplaats, met al de kinderen en Barzec. Tarneg was er ook met zijn vrouw. Deegie stond met Branag te wachten en toen vlogen de twee jonge vrouwen elkaar om de hals. Ze konden zich niet meer goed houden.

in zeker opzicht is het moeilijker om van jou afscheid te nemen dan van de anderen, Deegie,' zei Ayla. ik heb nooit een vriendin gehad als jij, van mijn eigen leeftijd, die me zo goed begreep.'

'Dat weet ik, Ayla. Ik kan niet geloven dat je weggaat. Hoe zullen we nu weten wie het eerst een baby heeft?'

Ayla ging iets achteruit en bekeek Deegie kritisch. Toen glimlachte ze. 'Jij. Je bent al in verwachting.'

ik twijfelde al. Geloof je echt dat het zo is?'

'Ja. Ik weet het zeker.'

Ayla zag Vincavec naast Tulie staan. Ze streek vluchtig langs zijn getatoeëerde wang.

'Het was een verrassing voor me,' zei hij. ik wist niet dat hij het zou worden. Maar ja, iedereen heeft zijn zwakheden.' Hij wierp Tulie een veelbetekenende blik toe.

Vincavec was geïrriteerd omdat hij de situatie zo verkeerd had ingeschat. Hij had de grote blonde man volkomen buiten beschouwing gelaten en hij was een beetje nijdig op Tulie, omdat ze zijn bij elkaar passende stukken barnsteen had aangenomen terwijl ze wist dat hij er waarschijnlijk niet voor zou krijgen wat hij verwachtte, ondanks het feit dat hij ze haar had opgedrongen. Hij had scherpe opmerkingen gemaakt en hij suggereerde dat ze zijn barnsteen had aangenomen omdat ze er een zwak voor had en dat ze er niets tegenover zette. Omdat het zogenaamd een geschenk was geweest, kon ze ze niet teruggeven en hij zocht genoegdoening in zijn snedige opmerkingen.

Voor Tulie naar Ayla liep, wierp ze een blik op Vincavec, om er zeker van te zijn dat hij keek. Met een hartelijke, welgemeende omhelzing zei ze tegen de jonge vrouw: ik heb iets voor je. Ik weet zeker dat iedereen het ermee eens is, ze zijn echt voor jou.' Toen liet ze twee prachtige, bij elkaar passende stukjes barnsteen in Ayla's hand vallen. 'Ze zullen goed passen bij je tuniek voor je Verbintenisceremonie. Misschien kun je ze aan je oren dragen.'

'O, Tulie,' zei Ayla. 'Dat is te veel. Ze zijn prachtig.'

'Het is niet te veel, Ayla. Ze waren voor jou bedoeld,' zei Tulie terwijl ze triomfantelijk naar Vincavec keek.

Ayla zag dat Barzec ook stond te glimlachen en Nezzie knikte instemmend.

Het was voor Jondalar ook moeilijk om het Leeuwekamp te verlaten. Ze hadden hem gastvrij ontvangen en hij was van hen gaan houden. Hij kon zich bij het afscheid van velen niet goed houden. De laatste met wie hij sprak was Mamut. Ze omhelsden elkaar en wreven de wangen tegen elkaar. Toen kwam Ayla bij hen staan. 'Ik wil je bedanken,' zei Jondalar. ik denk dat je van het begin af hebt geweten dat ik een zware proef moest doorstaan.' De oude medicijnman knikte. 'Maar ik heb veel van jou en de Mamutiërs geleerd. Ik heb geleerd wat belangrijk is en wat niet, en ik weet nu hoe groot mijn liefde voor Ayla is. Ik heb geen bedenkingen meer. Ik zal naast haar staan, tegenover mijn grootste vijanden en mijn beste vrienden.'

ik wil je nog iets zeggen dat je moet weten, Jondalar,' zei Mamut. ik wist vanaf het begin dat ze voor jou bestemd was en toen de vulkaan uitbarstte, wist ik dat ze spoedig met jou zou weggaan. Maar onthoud dit. Ayla's bestemming gaat veel verder dan wie ook weet. De Moeder heeft haar gekozen en haar leven zal veel uitdagingen kennen, evenals het jouwe. Ze zal je bescherming nodig hebben en je liefde die zoveel sterker is geworden. Daarom moest je die proef doorstaan. Het is nooit gemakkelijk als je bent gekozen, maar het heeft altijd grote voordelen. Zorg goed voor haar, Jondalar. Je weet het, als ze zich zorgen maakt over anderen, vergeet ze voor zichzelf te zorgen.'

Jondalar knikte. Toen omhelsde Ayla de oude man en ze glimlachte door haar tranen.

ik wou dat Rydag hier was. Ik mis hem zo. Ik heb ook veel geleerd. Ik wou terug naar mijn zoon, maar Rydag heeft me geleerd dat ik Dure zijn eigen leven moet laten leiden. Hoe kan ik je voor alles bedanken, Mamut?'

'Je hoeft me niet te bedanken, Ayla. Onze wegen moesten elkaar kruisen. Ik heb op je gewacht zonder dat ik het wist en je hebt me veel vreugde geschonken, mijn dochter. Jouw bestemming is nooit geweest om naar Dure terug te gaan. Hij was jouw geschenk aan de Stam. Kinderen brengen altijd vreugde, maar ook verdriet. En ze moeten allemaal hun eigen leven leiden. Ook Mut zal Haar kinderen eens hun eigen weg laten gaan, maar ik vrees voor ons het ergste wanneer we Haar ooit negeren. Als we vergeten onze Grote Aardmoeder te respecteren, zal Ze ons Haar zegeningen onthouden en geen rekening meer met ons houden.'

Ayla en Jondalar bestegen de paarden en wuifden als laatste groet. Bijna het hele kamp was gekomen om hen een goede Tocht toe te wensen. Toen ze wegreden, zocht Ayla nog iemand. Maar Ranec had al afscheid genomen en hij kon het niet nog een keer, met de anderen erbij.

Eindelijk zag Ayla hem toen ze het pad af zouden rijden. Hij stond helemaal alleen. Ze stopte met een bezwaard gemoed en wuifde naar hem.

Ranec wuifde terug, maar met zijn andere hand klemde hij een stuk ivoor tegen de borst, dat de vorm had van een vogelvrouw-figuur. In iedere groef en elke lijn had hij vol liefde de hoop van zijn esthetische, gevoelige ziel gekerfd. Hij had het voor Ayla gemaakt in de hoop dat het haar zou verleiden naar zijn vuurplaats te komen, zoals hij had gehoopt dat hij haar hart zou winnen met zijn lachende ogen en zijn sprankelende geest. Maar toen de vrolijke, bekoorlijke, talentvolle kunstenaar de vrouw die hij liefhad zag wegrijden, kwam er geen glimlach op zijn gezicht en zijn vrolijke, zwarte ogen stonden vol tranen.