DANKWOORD

Ik had dit verhaal nooit kunnen vertellen zonder de boeken en het materiaal van de deskundigen die ter plekke voorwerpen hebben verzameld van onze prehistorische voorouders. Daarvoor ben ik hun buitengewoon dankbaar. Verschillende mensen ben ik bijzondere dank verschuldigd. Ik heb veel plezier gehad van de discussies, de correspondentie en de stukken, die niet alleen veel feiten bevatten, maar ook ideeën en theorieën. Ik moet echter wel duidelijk stellen dat degenen die me informatie verschaften en hulp boden in geen enkel opzicht verantwoordelijk zijn voor de standpunten of ideeën, die in dit verhaal tot uitdrukking komen. Het is een verzonnen verhaal, ontsproten aan mijn fantasie. De personen, ideeën en cultuurbeschrijvingen zijn van mezelf.

In de eerste plaats mijn oprechte dank aan David Abrams, professor in de antropologie en bijzonder reisleider en aan Diane Kelly, student antropologie en deskundige op het gebied van menselijke relaties, die ons vergezelde op onze reizen naar de verschillende plaatsen en musea in Frankrijk, Oostenrijk, Tsjechoslowakije en Rusland, en alles voorbereidde en regelde.

Mijn dank en grote waardering voor dr. Jan Jelinek, directeur van het Antropologisch Instituut te Brno in Tsjechoslowakije, die zich de tijd gunde om me veel van de echte kunstvoorwerpen uit Oost-Europa te laten zien, die staan afgebeeld in zijn boek, The pictorial encyclopedia of the evolution of man, verschenen bij The Hamlin Publishing Group Ltd. in Londen.

Ik ben dr. Lee Porter van de universiteit van de staat Washington dankbaar en het lot dat haar, met haar Amerikaans accent, in ons hotel in Kiev bracht. Ze was er om fossiele beenderen van de mammoet te bestuderen en een ontmoeting te hebben met nu juist de persoon die we zo graag wilden spreken, hetgeen ons echter nog niet gelukt was. Ondanks alle bureaucratie slaagde zij erin de ontmoeting te regelen.

Ik heb grote waardering voor de bijzondere moeite die dr. Ninel Kornietz voor ons deed. Ze was de Russische expert op het gebied van het Oekraïense Laat-Paleolithicum en betoonde zich buitengewoon vriendelijk hoewel ze maar weinig tijd voor ons had. We bekeken samen met haar de kunstvoorwerpen in twee musea en ze schonk me het boek waar ik naar had gezocht over muziekinstrumenten die door de mensen in de Ijstijd van mam- moetbotten werden gemaakt en ze liet me de geluiden horen. Helaas was het boek in het Russisch geschreven.

Ik ben voor veel dingen dank verschuldigd aan dr. J. Lawrence Angel, curator van de afdeling fysische antropologie aan het Smithsonian Institution, voor het positieve, stimulerende commentaar op mijn boeken en de achtergrondinformatie over enige verschillen en overeenkomsten tussen de beenderen van de Neanderthaler en de moderne mens en vooral omdat ze me namen gaf van mensen die me verdere informatie en hulp konden geven.

Ik ben veel dank verschuldigd aan dr. Gloria Y'Edynak, een vroegere assistente van dr. Angel. Ze kent Russisch en ook de terminologie van de paleoantropologie. Ze zorgde voor een vertaler van het Russische boek over muziekinstrumenten, vervaardigd van mammoetbot, en corrigeerde de vertaling, waarbij ze de juiste technische termen invulde. Ik ben haar ook dankbaar voor haar vertaling van artikelen uit het Oekraïens, waarin moderne weef patronen in de Oekraïne worden vergeleken met figuren die waren uitgesneden in voorwerpen uit de IJstijd.

Ik heb grote waardering voor Dorothy Yacek-Matulis omdat ze, binnen een redelijke termijn en tegen een normaal tarief, een goed leesbare, bruikbare vertaling leverde van het Russische mammoet-muziekboek. Het materiaal bleek van onschatbare waarde.

Ook dank aan dr. Richard Klein, de schrijver van Ice-age hun- ters of the Ukraïne, verschenen bij de universiteit van Chicago, die zo vriendelijk was nadere stukken en inlichtingen te verschaffen over de vroegere bewoners van dat gebied.

Ik ben Alexander Marshack bijzonder erkentelijk. Hij verricht wetenschappelijk onderzoek voor het Peabody Museum of Archaeology and Ethnology van de Harvard-universiteit en hij schreef The roots of civilization, verschenen bij McGraw-Hill Book Co. Hij liet me delen in de resultaten van zijn microscopische studie over de Oekraïense laat-paleolitische kunst en kunstvoorwerpen, die worden behandeld in Current Anthropology en het materiaal voor zijn tot op heden nog niet verschenen boek over de mensen die in de IJstijd Oost-Europa bewoonden.

Verder heb ik de grootste waardering voor dr. Olga Soffer van de afdeling antropologie aan de universiteit van Wisconsin en waarschijnlijk de grootste deskundige in de Verenigde Staten op het gebied van de bevolking van Rusland in de IJstijd. Ik ben haar dankbaar voor het lange, interessante en nuttige gesprek in de foyer van het Hilton-hotel en haar nog niet gepubliceerde gegevens over 'Patterns of Intensification as Seen From the Upper Paleolithic Central Russian Plain' en uit Prehistorie hun- ters and gatherers: the emergence of social complexity, in druk bij Price and Brown, Academie Press.

Heel veel dank aan dr. Paul C. Paquet, een van de samenstellers van Wolves of the world, verschenen bij Noyes Publications, voor het feit dat hij zijn vakantie onderbrak om mijn telefoontje te beantwoorden met een lang gesprek over wolven en hun mogelijke gewenning aan andere omstandigheden.

Ik wil Jim Riggs nogmaals bedanken. Hij is antropoloog en instructeur bij overlevingscursussen onder oorspronkelijke omstandigheden. Ik blijf de informatie gebruiken die hij me gaf.

Ik ben veel dank verschuldigd aan drie mensen die in korte tijd een dik manuscript lazen en bruikbaar commentaar gaven vanuit het oogpunt van de lezer. Karen Auel, die het eerste concept las, er helemaal in opging en zei dat het een prachtig verhaal was; Doreen Gandy, dichter en onderwijzeres, die in de drukte van het aflopende schooljaar het verhaal las zonder iets van haar normale scherpe inzicht te verliezen en Cathy Humble die er weer in slaagde schrandere opmerkingen te maken.

Bijzondere dank aan Betty Prashker, mijn uitgever, wier visie ik waardeer en wier commentaar en suggesties zeer terecht waren.

Ik ben Judith Wilkes, mijn secretaresse, dankbaar. Ik ben zo langzamerhand afhankelijk van haar pienterheid en ze verlicht de druk van de al maar groeiende correspondentie, zodat ik kan schrijven.

En ook Ray Auel...