Woord van dank
Zoals in mijn vorige romans heb ik in Bloedrecht een zo hoog mogelijk werkelijkheidsgehalte nagestreefd, wat niet wegneemt dat ik me uit literaire en dramatische overwegingen af en toe vrijheden heb gepermitteerd. De personages en bedrijven in dit verhaal zijn verzonnen, maar de praktijken van de smokkelaars en malafide handelaren die erin optreden, zijn dat jammer genoeg niet. Als er toch namen van bestaande instellingen genoemd werden, dan berust de karakterisering van hun (verzonnen) medewerkers louter op fantasie.
Bij de noodzakelijke vermenging van feiten en fictie had ik opnieuw hulp nodig bij de feiten. Die kreeg ik ruimschoots van de Hoge Raad voor Diamant in Antwerpen, die er alles aan doet om een eind te maken aan de illegale wereldhandel in ‘bloeddiamant’, waarmee in Afrikaanse conflictgebieden oorlogen worden gefinancierd. Mijn bijzondere dank gaat uit naar de directeur-generaal van de Hoge Raad Peter Meeus, woordvoerder Yoeri Steverlynck en de medewerkers Jenny Baeten en Anita Dillen. Mijn dank gaat evenzeer uit naar de vele anderen die voor mij deuren hebben geopend in de complexe wereld van internationale diamanthandel en misdaadbestrijding, chassidische tradities of wetten en gebruiken in vreemde landen. Op gevaar af iemand te vergeten, dank ik Jef Willemsen, Karel Versyp, Diederik D'Hollander, Maarten Stockbroeckx, Milan Shah, Benjamin Hoffman van Hoffy's restaurant, de inspecteurs en hoofdinspecteurs van de post ‘Diamant’ van de Lokale Politie Zone Centrum, dr. Jean Verschave en mr. Marc Delannoye voor hun gespecialiseerde adviezen, en in Zuid-Afrika C.D.J. van Dantoch, Renée Victor van het Department Minerals and Energy in Pretoria, Yebo Ritmann in Johannesburg en Steve Lunderstedt in Kimberley voor hun bereidwillige medewerking en gastvrijheid. Ook een heel speciale dank aan de getalenteerde Elise Friedman voor haar wijze raad en kleine terechtwijzingen. Als ik hun wijze woorden geen recht doe, dan ligt de fout bij mij, niet bij hen.
Mijn vrouw Jenny staat me te na om haar te bedanken, maar zonder haar geduld en begrip zou ik dit boek vermoedelijk niet tot een goed einde hebben gebracht.