35
Sam Keizer begreep dat de woorden van Jacobs cryptisch waren, maar kon de betekenis ervan niet doorgronden. Ze sprong van het bed en schudde Tamara bij de schouders. ‘Tamara Jacobs, wakker worden.’
Tamara bracht haar hoofd een eindje omhoog en tuurde met glazige ogen de wereld in. Toen ze Sam zag, liet ze haar hoofd weer op het kussen vallen. ‘Wie ben jij?’
‘Sam Keizer. Van Lloyd's of London. We hadden een afspraak om drie uur om over de beloning te praten. Weet je nog?’
‘Nee. Lamemetrust.’
‘Heb je gehoord wat je broer zei? Hij had het over doden herdenken. Zegt je dat iets?’
Tamara duwde zichzelf op haar ellebogen omhoog en keek slaperig om zich heen. ‘Era? Waar is hij? Wat is er met hem?’
‘Hij is hiernaast. Met Christofer en zijn handlanger.’
‘O, de mietjes.’ Tamara sloeg moeizaam haar benen over de rand van het bed en steunde haar hoofd in haar handen.
‘'k Ben misselijk.’
‘Probeer diep te ademen.’
Sam kon begrip opbrengen voor Tamara's toestand. De kamer was als een gevangenis, het was er snikheet, er was geen raam om open te zetten en de weinige luchtverversing kwam uit een klein rooster onderaan in de plaatijzeren deur. De hele loods was vervaardigd uit plaatijzer en hoewel de binnenwanden bedekt waren met een kurkisolatie was het gebouwtje zo gehorig dat je vanuit de slaapkamer kon verstaan wat er in het kantoor gezegd werd. Jammer genoeg bevond zich daar ook de installatie voor airconditioning die meer heibel maakte dan een overvliegend propellervliegtuig. Gelukkig was het apparaat thermostatisch geregeld zodat het er op geregelde tijdstippen even mee ophield. Zo had ze nog voor de komst van Tamara Christofer horen opsnijden hoe het de bedoeling was geweest de verzekeringsmaatschappij op te lichten. Ze ging bij de deur staan en spitste haar oren. Toen de airconditioning weer even stopte, kon ze het gesprek ernaast moeiteloos volgen.
Christofer: ‘Hoe ver is het?’
Jacobs: ‘Halfuurtje vliegen. Misschien iets meer. Hangt af van de wind. Daarna tien minuten lopen naar de bergplaats.’
Adrien (opgewonden): ‘George, je bent niet goed wijs. Met Tsjop Tsjop aan het roer krijg je mij niet in dat vliegtuig.’
Christofer (nadenkend): ‘Hij heeft gelijk. Je hebt niet eens een geldig vliegbrevet meer voor Twin Pistons.’
Jacobs (boos): ‘Voor clandestiene vluchten naar Sierra Leone maakte je je daar minder bedenkingen over.’
Christofer: ‘Waarom niet met de auto?’
Jacobs: ‘Omdat het snel moet gaan. De Diamond Squad zit me op de hielen. Ik wil met mijn deel van het geld zo vlug mogelijk het land uit.’
Adrien (hard): ‘Ik vertrouw hem voor geen cent, George. Hij…’
De ventilator van de airconditioning sloeg aan en overstemde het gesprek. Sam besteedde opnieuw aandacht aan Tamara. Ze zag eruit of de drug die ze haar gegeven hadden, bijna uitgewerkt was.
‘Heb je het gesprek gehoord?’ vroeg Sam.
Tamara knikte.
‘Ik wist niet dat jouw broer piloot is.’
Tamara lachte wat schamper. ‘Brokkenpiloot, bedoel je.’
‘Ze willen met een vliegtuigje de diamanten halen. Weet je waar?’
Tamara bevochtigde haar lippen met haar tong. ‘Ik heb geen lucht’, klaagde ze. ‘Ik kan amper ademen.’
‘Is het zo ver dat ze een vliegtuig nodig hebben?’
‘Nee.’
‘Heeft het te maken met wat je broer zojuist zei?’
Tamara masseerde haar voorhoofd. ‘Wat zei?’
‘Dat je niet tot Jahrzeit hoeft te wachten om de doden te herdenken.’
Ze liet haar schouders hangen. ‘Op de sterfdag van pa bezochten we soms samen zijn graf. Hoewel hij hem amper gekend heeft, was hij erg aan hem gehecht.’
‘Zijn woorden klonken als een afscheid.’
‘Ja.’ Ze slaakte een berustende zucht. ‘Hij heeft de neiging om te overreageren.’
‘Hij vroeg ook of je een steen wilde leggen op de zerk van de Skepper. Wie is de Skepper?’
Tamara stond op het punt te antwoorden toen in de kamer ernaast de ventilator even haperde. Ze hoorden nu de stem van Christofer heel duidelijk. ‘In het Kimberleymuseum? Tsjop Tsjop, kerel. Hoe kom je op zo'n idee?’
Tamara's ogen werden groot. Ze sprong op en rende naar de deur. ‘Era! Niet doen! Hoor je me!’ Ze sloeg met beide vuisten op het plaatijzeren paneel. Haar stem ging verloren in het lawaai van de ventilator die weer in werking trad.
Als een lappenpop zakte Tamara ineen en bleef met haar hoofd op haar armen tegen de deur geleund zitten. Toen Sam een hand op haar schouder legde, hief ze een betraand gezicht naar haar op. ‘Hij gaat de weg op van pa’, fluisterde ze. ‘Hij heeft het altijd in zich gehad.’
‘Hoezo?’ vroeg Sam, maar ze dacht wel dat ze haar begreep.
Tamara stond moeizaam op en ging op het bed zitten.
Sam hoorde een gerucht aan het rooster onder aan de deur. Ze liet zich op haar knieën vallen en probeerde door de spleten te gluren. Ze zag het onderste deel van het gezicht van Adrien. ‘Maak de deur open’, gebood ze. ‘Het is hier om te stikken.’
Hij bracht zijn mond tot bij het rooster. ‘Spaar je adem, kutwijf. Je tijd is bijna om.’
Hij bevestigde iets over het rooster. Tot haar ontzetting besefte ze dat hij de luchttoevoer had afgesloten. Ze riep dat hij ermee moest ophouden, maar het bonkende lawaai van de ventilator smoorde haar stem. Ze dacht dat ze een deur hoorde dichtvallen en een sleutel omdraaien maar was er niet zeker van. Even later hoorde ze achter de loods een vliegtuigmotor warmdraaien. Tamara hoorde het ook en begon zachtjes te huilen.
Sam probeerde met haar vingers het rooster vrij te maken, maar het lukte niet. Ze zocht naar een smal voorwerp, maar vond geen en probeerde het dan maar met een haarspeld, maar slaagde er niet in meer dan een paar gaatjes te prikken in de tape waarmee het rooster was afgeplakt. Ten slotte legde ze zich naast Tamara op een bed en deed het enige wat zinvol was: haar krachten sparen.
Het was of de tijd stilstond.
‘Westpark Cemetery.’
Sam opende de ogen. Ze had wat geslapen en voelde zich duizelig en gedesoriënteerd. ‘Wat zei je?’
‘Westpark Cemetery. De joodse begraafplaats.’
‘Wat is ermee?’
‘Dat is waar hij de diamanten heeft verstopt. In het graf van pa’, fluisterde Tamara.
Sam voelde een rilling door zich heengaan. In de wereld waarin ze was grootgebracht, werd niet gesold met de graven van de overledenen. Maar ze moest erkennen dat Jacobs geen beter beschutte bergplaats had kunnen bedenken. Een joods graf is onaantastbaar. Opgravingen, zelfs om justitiële redenen, worden in joodse kringen hoogst zelden toegestaan.
‘Waar is Westpark Cemetery?’ vroeg ze.
‘In Johannesburg.’
‘Wat moet hij dan in Kimberley?’
‘Daar is The Big Hole’, zei Tamara met een snik in de stem. ‘Daar was Colesberg Kopje waar zijn voorvader Erasmus Jacobs, de Skepper, de eerste diamant vond. Daar is het allemaal begonnen.’