In de weg

Bijna alle mannen die ik heb gehad, wilden een beter mens van mij maken. Van de een heb ik leren timmeren, een andere gaf les in politiek en er was er zelfs een die me heeft leren tanken hoewel ik niet kon autorijden.

'Dat komt ook nog wel,' knikte hij me toe, terwijl hij de slang in mijn handen drukte, want hij geloofde in mijn vooruitgang. Ik heb veel aan mijn verloofdes te danken, maar jammer genoeg waren ze er tegen de tijd dat hun inspanningen vruchten begonnen af te werpen niet meer bij. Ze hadden me alweer verlaten voor een ander, die nog van alles moest leren. Ik was misschien te af.

Je hoort maar zelden dat een man achter een vrouw staat, als stille steun op de achtergrond, als toeverlaat voor haar professionele zorgen.

Dat komt doordat een man graag zelf de eerste viool speelt, neem ik aan, en ook door de traditie, die wil dat vrouwen achter een man staan en niet omgekeerd. Meneer Thatcher is de hele ambtsperiode van zijn vrouw uitgelachen omdat hij deed wat alle echtgenoten van politici doen: niet in opspraak komen. Maar de Engelsen vonden hem een lulletje, geen vent.

Van prins Claus wordt ook gezegd dat hij depressief is omdat hij almaar de hermelijnen sleep van de koningin moet dragen. Het lijkt wel of we met z'n allen vinden dat het niet hoort, een dienstbare man.

Vrouwen kunnen dus beter niet verwachten dat hun man behulpzaam is. In feite mogen ze al blij zijn als hij niet in de weg loopt. Mannen worden zenuwachtig als hun vrouw ambities koestert.

'Waarom neemt ze geen interessante hobby?' denken ze. 'Iets leuks waar ze ook nog wat mee verdient.'

Ze voelen vrouwelijke dadendrang als wedijver en daar houden ze niet van. Vrouwen met een carrière klagen soms over het glazen plafond dal ze tegenhoudt, maar ze kijken op de verkeerde plaats. Naast hen staat een veel groter obstakel: hij.

Ik ken mannen die erg vindingrijk zijn in dat opzicht.

Dit is het verhaal van Joke. Zij is huisarts en haar man is internist. Zij heeft dus niet, zoals veel huisartsen, een doktersvrouw die de telefoon aanneemt als zij dienst heeft en onderweg is. Haar man zou nooit doktersman kunnen zijn, daarvoor vindt hij zichzelf veel te hoog. Toen Joke en hij pas samenwoonden, studeerde hij nog. Joke had al een praktijk, en in het begin vroeg ze Mark weleens 's avonds op de telefoon te letten. Dat heeft ze snel afgeleerd. Mark ging op eigen houtje patiënten genezen. 'Dat mag volstrekt niet!' zei Joke. 'Dat is verboden bij de wet.' hier, toen Mark klaar was met zijn studie, stonden er geen wetten meer in de weg, maar voor doktersman deugde hij nog steeds niet. Hij ontpopte zich als concurrent. Wanneer de telefoon ging, schreef hij niet op wal de klacht was, hij hield zelf consult. Hij schreef medicijnen voor en verwees de patiënten door. Naar zijn eigen praktijk. Daar werd Joke woedend om en ze installeerde een antwoordapparaat. Dat heeft ten dele geholpen. Als Mark thuis is en zij op pad, staat hel apparaat aan, maar Mark luistert mee. Meestal vindt hij de gevallen niet interessant, maar als er iets tussen zit dat zijn belangstelling wekt, kan hij het niet laten en neemt hij de hoorn op.

Hij begrijpt niet waarom dat niet mag van Joke. 'Ik wil je alleen maar helpen.'

Martha's man is ook zo behulpzaam. Zij is belasting- consulente. Haar klanten werft ze door mond-tot-mond- reclame en daar probeert haar man een handje mee te helpen. Op feestjes en recepties staat hij luidkeels te roepen over Martha's kwaliteiten. 'Zou het niets voor jou zijn, kerel, een deskundig advies?' Zodra hij drie pilsjes opheeft, begint hij.

'Dat moetje niet doen!' schreeuwt Martha als ze weer thuis zijn. 'Fiscale zaken liggen heel gevoelig. Wat moeten die mensen niet van mij denken, als jij daar staat te toeteren?'

Ria heeft een man die op een subtiele manier de boel in de war stuurt. Hij is een toonbeeld van goede bedoelingen. Hij haalt haar geregeld op van de zaak of belt haar om een uur of vijf, om te zeggen dat de sherry klaarstaat. Daardoor kan Ria zelden of nooit met haar collega's mee als die nog samen wat gaan drinken. Dat komt Ria's informele contacten niet ten goede. Maar omdat Freek het zo lief bedoelt, durft ze er niks van te zeggen.

's Avonds zou Ria nog graag een uurtje werken op de studeerkamer, maar ook daar komt niets van terecht. Daar zorgt Freek voor. 'Ga je nog werken? Dan breng ik je zo meteen een lekker kopje thee,' belooft hij. Binnen een kwartier komt de thee boven, mét Freek. Die is niet meer weg te slaan. Hij heeft iets bijzonders in de krant gelezen dat Ria ook moet zien, er komt straks iets op de televisie dal ze niet mag missen. Als hij zo gauw niks beters weet, neemt hij zijn toevlucht tot belangstelling voor Ria's werk. Hij stelt een paar vragen en begint naar aanleiding daarvan een discussie.

'Schat, ik moet werken,' probeert Ria, maar dat helpt niet. 'Dit is toch niet onbelangrijk, het gaat nota bene om jóuw werk,' protesteert Freek. Daar is Ria niet tegen opgewassen.

Dat zou ik ook niet zijn. Ik ben weerloos tegen mannen die het goed met me menen. Ik had vroeger een verloofde die graag met mij over boeken wilde praten. Dat wilde ik ook wel, maar ik kwam niet tot lezen. Als wij samen in een kamer zaten te lezen, was het vijf minuten stil. Dan grinnikte hij zacht. Als ik daar niet op reageerde, kwam er al gauw een schaterlach. 'Moet je horen...' Meestal eindigde het ermee dat wij samen zijn boek lazen. Hij hield het vast en vertelde wat erin stond, wat er opmerkelijk aan was en ten slotte wat wij van dat boek vonden.

Mijn loopbaan heeft hij nooit in de weg gestaan. Zodra de eerste tekenen van succes zichtbaar werden, maakte hij zich uit de voeten om nooit meer terug te komen.

'Mannen kunnen er niet tegen als een vrouw succes heeft,' zegt een vriendin van mij. Ik weet niet of ze gelijk heeft. Misschien lopen mannen alleen in de weg omdat ze het niet leuk vinden als ze zelf niets kunnen toevoegen.

Marian geeft 's avonds naailes aan dames. Van naaien hebben de meeste mannen weinig verstand en die van haar weet er al helemaal niks van, maar op iedere naai- avond komt hij steevast zijn opwachting maken. Hi j brengt de koffie rond, wat lief van hem is, en hij maakt hier en daar een praatje: 'Wat bent u aan het maken? Vordert het werkstuk al?'

De dames van de naailes zijn gek op hem, en Marian ergert zich groen. 'Ik wil niet hebben datje als een haan tussen de kippen loopt te paraderen,' zegt ze. Maar haar man kan het niet laten. Hij kan de gedachte niet verdragen dat er iets onder zijn dak gebeurt dat zich aan zijn invloed onttrekt. Hij heeft een expansieve natuur.

Mannen beseffen niet dat ze vrouwen in de weg staan. Zonder uitzondering denken ze dat zijzelf een uitzondering zijn. Vol trots vertelt de moderne man aan iedereen die het maar wil horen dat zijn vrouw een belangrijke functie heeft of een eigen bedrijf. Andere mannen zouden daar niet tegen kunnen, beweert hij stellig; hij wel. Zij staat zwijgend naast hem en denkt aan Hillary Clinton. Toen meneer Clinton nog president moest worden, fluisterden boze tongen dat zijn vrouw professioneel met kop en schouders boven hem uitstak. Dat mocht niet van de campagnecommissie en voor straf moest Hillary koekjes bakken. Dat heeft ze toen gedaan. Van zijn deeg.