Het bordeel

‘Kijk eens wat een mooie meid!’ zei ik tegen mijn collega. We zaten op een terrasje in de zon naar de meiden te kijken. Eigenlijk mag mijn collega dat niet van thuis, maar hij bromde toch instemmend. De vrouw die langsliep was spectaculair: ze had een prachtig figuur en een leuk hoofd, maar het mooiste was haar veerkrachtige manier van lopen. We zaten al meer dan een uur op dat terras. Over de heel mooie vrouwen waren we het eens, maar in de middenklasse verschilden we van mening. Hij houdt van blond en elegant, van echte dames. In mijn ogen zijn dat meestal totebellen. Mijn collega is gek op vrouwen met een hooghartige blik, prachtig vindt hij ze en het helpt niks of ik hem waarschuw: ‘Bert, zo een heb je thuis ook zitten, Bert, trap er nou niet wéér in, zo’n vrouw heeft het hart van een sergeant-majoor!’

Mannen zijn niet erg verstandig. Als hun ogen verliefd worden, is hun pik verpand.

‘Waar bemoei jij je eigenlijk mee?’ vroeg Bert, ‘Vrouwen zijn mijn afdeling, waarom kijk jij niet naar kerels?’

Dat was een goeie vraag. Ik wil natuurlijk niets liever dan naar kerels kijken, maar dan moet er wel iets te zien zijn. Van de meeste mannen zie ik voornamelijk een colbert en een bril. Jonge mannen zien er veel fleuriger uit, maar die lópen niet smakelijk, en dat is een gemis. Ze lopen met hun benen wijd, alsof ze schaatsen en ze houden hun handen in de zakken van hun jek, zodat ze allemaal op hetzelfde schillenpaard lijken.

Een poosje geleden moest ik voor een artikel in een damesblad aan verschillende jonge vrouwen vragen hoe ze over het Manlijk Naakt dachten. ‘Harstikke mooi,’ zei een meisje, ‘Als het naakt maar niet staat te volleyballen, want dat is geen gezicht.’ De een hield van stevige dijen, de ander van brede schouders, niemand hield van een dikke buik en over één ding waren alle vrouwen het eens: je ziet pas of een man er aardig uitziet als hij beweegt of als je aan hem mag zitten. Vrouwen kijken met hun handen en soms is zelfs dat niet genoeg.

Een jaar of zeven geleden was er in Amsterdam een heren-striptease voor dames. Op een podium trokken dansende mannen hun kleren uit. De toeschouwers – uitsluitend dames – kregen in hun cocktails een drum-stokje waarmee ze op de tafel mochten trommelen om de jongens aan te moedigen. Dat deden we niet. We keken welwillend naar de voorstelling en schoven dollarbiljetten in de daarvoor bestemde kouseband, maar de sfeer wilde niet erg komen. Het leek op een modeshow: mooie jurken, maar wanneer moet je ze aan?

In het feministisch maandblad Opzij werd ook eens over het uiterlijk van mannen geschreven. In het kader van de vrouwenstudies hadden Nijmeegse studenten onderzoek gedaan naar het belang van de man als lustobject. ‘Het is niet zo dat vrouwen alleen op het karakter letten als ze een minnaar zoeken. Het oog wil ook wat,’ concludeerden de onderzoeksters. Als we Nijmegen niet hadden! Bij het artikel in Opzij stond een reclamefoto afgebeeld voor een merk parfum. Een beeldschone jonge man ligt achterover, zijn arm half over zijn gezicht, het schaamhaar net niet zichtbaar. Vrouwen schijnen die foto wildenthousiast van de muren van parfumeriewinkels te scheuren, zo mooi vinden ze hem. Het is inderdaad een prachtige foto van een verrukkelijke man, maar het zijn niet zozeer zijn perfecte vormen die de wellust doen ontwaken. Het is dat schattige armpje, dat zo kinderlijk naar achteren gevouwen ligt, het contrast met al dat mannelijk vertoon.

Ik ken bijna geen vrouwen die Sylvester Stallone een stuk vinden, maar de tennisser McEnroe, die zo ontroerend kan mokken, valt wel in de smaak. ‘Marcello Mastroianni is mijn ideaal,’ zuchtte een vriendin, ‘vooral nu hij een beetje in verval begint te raken. Vroeger was hij nét iets te onaantastbaar. Dat is niet sexy.’

De stripteaseclub werd na een paar maanden weer opgeheven wegens gebrek aan klandizie. Seks uit blik is niet aan vrouwen besteed. Er is, voor zover ik weet, ook nooit een bordeel voor vrouwen geweest. Hoerenlopen doen vrouwen niet. Daar hebben ze trouwens geen tijd voor, want ze hebben het te druk. Ze moeten naar de kapper, naar de fysiotherapeut en naar de pedicure. Ze moeten naar de schoonheidsspecialist en naar de zonnebank. Dat zijn de echte damesbordelen. Ze gaan daar niet heen om mooi te worden. Het gaat om het gefriemel, dat is pas lekker. Een kapster die een ontspannende hoofdmassage geeft bij het haren wassen (goed voor de doorbloeding van de haarzakjes, helpt tegen roos) is een juweel, een fysiotherapeut die, behalve de pijnlijke oefeningen, ook een heilzaam heet paraffinekussen in de nek legt, is goud waard.

Terwijl de schoonheidsspecialiste met haar zalf en haar vaardige vingers de bacteriën van de ene klant op de andere overbrengt, geeft ze zelfvertrouwen en goede raad voor het behoud van een mooie huid. Ze spreekt verleidelijk over de diepreinigende werking van de cleansing milk, de prikkeling van een tonicum en het betoverende effect van een voedende crème. Kom daar maar eens om in een mannenwereld.

Ik denk aan de droevige seksreizen naar Thailand die Duitse reisbureaus organiseren. Die behelzen niet meer dan een dertien uur durende vliegreis, een prostituée en een exotische geslachtsziekte. Als een vrouw een erotische reis zou maken, wist ze wel iets beters: een saunabad in Finland, een massage in Japan en een uitgebreide voetverzorging in Egypte. En voor het orgasme komt ze gewoon naar huis. Daar heeft ze een man, die is er aardig bedreven in. Ze heeft het hem zelf geleerd.