Goed in bed

Ik ben gek op enquêtes. Als ik stippellijntjes zie, beginnen mijn handen al te jeuken. Invullen wil ik, invullen! Iedere neptest in elk onbenullig tijdschrift neem ik mezelf af. Test uw waarheidsliefde, meet uw sensualiteit, onderzoek uw zelfvertrouwen. Vroeger, toen ik nog psychologie studeerde, had ik dat al. Ik heb wel drie intelligentietests gedaan, zodat ik nu weet dat ik matig, normaal en hoog begaafd ben.

Persoonlijkheidstests deed ik ook. Er bestaat een hele lange met 568 vragen waarvan ze zeggen dat hij als geen andere test de persoonlijkheid weergeeft. Die heb ik ook gedaan. Ik bleek nogal zenuwachtig van aard te zijn. Dat vermoeden had ik al, het was mij weleens eerder opgevallen dat andere mensen veel minder schrikken van honden en harde geluiden dan ik.

Behalve van invulenquêtes hou ik ook van vragenlijsten met een levende enquêteur. Soms tref je het en word je opgebeld door een telefoniste die vraagt welke krantje leest, of je getrouwd bent en welk merk wasmiddel je kent. Ik ben ook eens op straat aangehouden door een enquêtrice die me uitnodigde een naam uit te kiezen voor een nieuw merk koffie. Dat heb ik met veel plezier gedaan.

Het onderzoek van Opzij naar het seksuele leven van feministen heb ik jammer genoeg gemist. Ik weet niet zeker of ik kwalificeer voor feministe maar seks is mijn lievelingsonderwerp van gesprek, dus een enquête over seks lijkt me heerlijk. Aan 395 feministen en 674 ‘doorsneevrouwen’ werd gevraagd wat ze wensten of verafschuwden in bed. Echt verrassend was de uitkomst van het onderzoek niet. De feministen vonden klaarkomen het aardigste. Dat de partner ook een orgasme meemaakte vonden ze plezierig, zoenen werd erg op prijs gesteld, lachen en stoeien ook, een condoom bedierf de pret een beetje en als een vent rare dingen wilde zoals anaal verkeer, gluren, riemen, zwepen en kunstpenissen, kon hij opsodemieteren. Nauwelijks één feministe wenste met haar minnaar een prostituee te bezoeken. Dat zullen de doorsneedames vast ook niet willen.

De verschillen zaten volgens Opzij dan ook meer in de algemene opinies. Feministen zijn wat liberaler van opvatting, ze beschouwen een man en het moederschap niet als het belangrijkste deel in hun leven. In bed willen ze graag weten waarmee ze hun partner ter wille kunnen zijn. ‘Feministen zijn goed in bed,’ meldde een woordvoerster van Opzij triomfantelijk. Dat vond ik nogal aanmatigend. Ik neem aan dat de 395 feministen minder dan de 674 andere vrouwen geplaagd worden door de dagelijkse verveling van gezin en supermarkt. Ze verdienen zelf geld zodat ze zonder bezwaar van tijd tot tijd van interessante partner kunnen verwisselen. Dat komt het enthousiasme in bed ten goede. Heet dat ‘goed in bed’?

Toen mijn puberteit begon, nam ik me voor later goed in bed te worden. Ik las voorlichtingsboeken. Vooral Van de Veldes Het Volkomen Huwelijk was informatief. Over vrouwen wist Van de Velde niet veel. Hij meende dat de ejaculatie van de man een dame mee zou sleuren in orgastisch genot en dat het een vrouw die niet tegelijk met haar man klaarkwam, ontbrak aan vrouwelijk aanpassingsvermogen. Maar over mannen wist Van de Velde een heleboel. Tot in de details beschreef hij de handelingen die een vrouw kon uitvoeren om haar man op te winden. Die technieken leerde ik vanbuiten en het is jammer voor Van de Velde dat hij mij nooit in bed heeft gehad. Hij zou gedacht hebben dat hij een meesterwerk had geschreven.

Er valt een hoop goed te doen in bed. Je kunt strelen, zoenen, likken, wrijven, kriebelen en krabbelen en dan zijn er nog de standjes. Daar breng ik niets van terecht, ik kan geen gym en ik vind het ook niet erg erotisch om er zo raar bij te liggen.

Op een partijtje zag ik een feministe. Ze werkt bij Opzij. ‘Ben jij goed in bed?’ vroeg ik. ‘Ik goed – laat híj maar goed zijn!’ zei ze. Ze lachte onheilspellend en ik zou, als ik een man met plannen was, eerst wat oefenen voor ik me aan haar aanbood als liefdespartner. Ik vroeg het ook aan andere vrouwen en een heleboel zeiden hetzelfde: ‘Laat híj maar zorgen dat hij goed is.’ Dat vond ik merkwaardig. Economische onafhankelijkheid is niet voor iedere vrouw weggelegd en je kunt je hart verliezen aan een gluiperd, maar in bed heb je het ten minste voor de helft voor het zeggen. Ik vind het zonde om het aan een man over te laten of het nog wat wordt met de seks.

Zelf vonden de mannen dat ze er flink wat van konden. ‘Wat kun je dan?’ vroeg ik en tot mijn verrassing begonnen ze trouwhartig hun vaardigheden op te sommen. Ik kreeg steeds meer aardigheid in de enquête. Voor de terugkoppeling meldde ik aan de feministe dat ze zich geen zorgen hoefde te maken. De mannen deden goed hun best.

‘Weet je wie goed zijn?’ zei een vriendin met ervaring, ‘lelijke mannen. Die mooie vinden het al welletjes als ze zich beschikbaar stellen, maar lelijke mannen zijn dankbaar als je met ze vrijt.’ Ze vertelde een verhaal over een lange slanke vrouw die voor haar werk vaak naar recepties moet. Bij dergelijke gelegenheden laat ze zich vergezellen door haar broer. Haar minnaar houdt ze verborgen. Hij is dik, klein en kaal en ze schaamt zich een beetje voor hem, maar als ze in zijn armen ligt voelt ze zich een stradivarius.

Misschien is het waar wat die vriendin zegt. Ik heb ook eens een dikke kale minnaar gehad, die nog lispelde ook. In bed was hij een prins. Ik zie hem nog af en toe. ‘Wat doe jij als je een dame niet goed vindt in bed?’ vroeg ik.

‘Dan doe ik niks,’ zei hij, ‘want dan kan ik het niet. En later vertelt zij rond dat ik een slechte minnaar ben.’