23

Ik trok altijd een pak aan als ik een zakelijke bijeenkomst had, dacht Sterling terwijl hij samen met Billy in de trein van drie uur naar Manhattan stapte.

Billy had zich voor zijn afspraak met de directeuren van de platenmaatschappij gehuld in een oude spijkerbroek, een wijd donkerblauw shirt, laarzen en een leren jas.

Ik zal nooit aan die nieuwe stijlen kunnen wennen, alhoewel mijn moeder rond 1880 korsetten van kant, hoge veterschoenen, bonnets en jurken die tot aan de grond reikten, droeg. Sterling zuchtte en zat ineens vol heimwee naar de sereniteit van het hiernamaals, waar modetrends geen rol speelden.

Hij nam plaats aan de andere kant van het gangpad, naast Billy, die een plek bij het raam had gevonden. Ik wilde ook altijd bij het raam zitten als ik met de trein reisde, herinnerde Sterling zich. Als Annie en ik onze vrienden in Westport bezochten, zorgde ik er altijd voor dat ik bij het raam zat. Ze heeft er nooit over geklaagd. Bedoelde de hemelraad dat soms met 'passief-agressief'?

Aan Billy's gekwelde gezicht en ogen kon Sterling zien dat hij zich ernstig zorgen maakte. Hij was opgelucht toen Billy zijn ogen sloot. Misschien kan hij zich nu even ontspannen, hoopte Sterling. Hij moet straks op zijn qui-vive zijn als hij die Chip Holmes ontmoet.

De stoptrein trein deed vijfenveertig minuten over de reis naar Jamaica in Queens. Daarvandaan namen ze een metro naar Fifty-ninth Street in Manhattan.

We zijn een uur te vroeg, merkte Sterling op toen ze via een trap naar boven liepen. Het begon donker te worden. Het verkeer was druk, en alle etalages waren voorzien van kerstversiering. Ik hoop dat Billy de tijd doodt door een beetje rond te lopen. Het is al zesenveertig jaar geleden dat ik hier voor het laatst ben geweest.

Het ziet er hetzelfde uit, maar toch anders. Het warenhuis Bloomingdale verandert natuurlijk nooit, maar het Alexander zie ik nergens. Ik vond het heerlijk om hier te wonen, herinnerde hij zich, terwijl hij alles in zich opnam. Er is geen plek ter wereld die je met Manhattan kunt vergelijken.

Hij volgde Billy naar Park Avenue. De bomen waren versierd met witte lichtjes. De lucht was koud, maar helder. Sterling haalde diep adem, hoewel hij geen zuurstof nodig had. De geur van dennentakken in de lucht voerde hem in gedachten terug naar eerdere kerstfeesten.

Ze liepen via Park Avenue richting centrum en passeerden een gebouw met nummer 475. Daar woonde mijn baas vroeger, herinnerde Sterling zich. Hij nodigde Annie en mij ieder jaar thuis uit voor een nieuwjaarsfeest. Wat is er met hem gebeurd? Ik kan me niet herinneren dat ik hem in de hemelwachtkamer heb gezien, en ik heb hem ook niet langs het hemelraam zien zweven.

Precies op dat moment strompelde er een stokoude man met een wandelstok het gebouw uit en hij riep tegen de portier:

'Mijn chauffeur is laat. Regel een taxi voor me, vriend.'

Sterling stond paf. Dat is hem! Mijn baas, Josh Gaspero. Hij moet wel honderd jaar oud zijn! Kon ik hem maar even gedag zeggen, maar als ik hem zo zie, denk ik dat ik hem gauw genoeg weer zal ontmoeten.

Billy liep al een halve straat voor hem, en Sterling haastte zich achter hem aan terwijl hij af en toe over zijn schouder keek. Hij zag zijn baas ongeduldig met zijn stok op de stoep tikken. Hij is geen spat veranderd, dacht Sterling met een glimlach.

Het St. Regis Hotel lag in Fifty-fifth Street, maar Billy liep door richting zuiden. Op de Fiftieth Street aangekomen, sloeg hij rechts af en liep een paar straten westwaarts richting het Rockefeller Center. Daar ben ik weer, dacht Sterling. Het is zo'n geweldige locatie om tijdens de feestdagen te zijn. Volgens mij weet ik precies waar Billy naartoe wil. Vijf minuten later stonden ze voor de geweldige kerstboom met zijn duizenden gekleurde lichtjes en keken neer op de ijsbaan.

Hier is het allemaal begonnen. Sterling glimlachte. Nee, volgend jaar begint het. Hij keek met Billy naar de schaatsers en luisterde naar de muziek die rond de schaatsbaan weerklonk. Ik durf te wedden dat Billy hier weieens met Marissa heeft geschaatst. Sterling bestudeerde de uitdrukking op Billy's gezicht. Ik kan zo zien dat zijn gedachten op dit moment bij haar zijn. Billy draaide zich om. Sterling volgde hem over Fifth Avenue en vervolgens de trappen op van de kathedraal van St. Patrick. Hij stopt hier even om te bidden, concludeerde Sterling. Toen ze door de deur liepen, en de oogverblindende schoonheid van de kathedraal hen beving, werd Sterling overvallen door een intens gevoel van verlangen. In gedachten zag hij de vreugdevolle en vredige gezichten voor zich van de mensen die naar de hemelpoort liepen. Met gebogen hoofd knielde hij naast Billy neer, die een kaarsje had aangestoken op een zij-altaar. Hij bidt voor zijn toekomst op aarde, ik voor de mijne in de eeuwigheid, al is het maar voor een uurtje op eerste kerstdag... Sterling voelde tranen in zijn ogen prikken en fluisterde: 'Alstublieft, helpt U mij om mijn missie op aarde te volbrengen, opdat ik U waardig ben.'

Toen ze de kathedraal een paar minuten later verlieten, was Sterling vervuld van dankbaarheid en verdriet. Hij besefte dat hij de gift des levens en de gift van het eeuwige leven nu pas echt leerde waarderen.

In het St. Regis Hotel liep Billy naar de King Cole bar, ging aan een tafeltje zitten en bestelde een Perrier.

O, ze hebben het hier veranderd, merkte Sterling op terwijl hij om zich heen keek. Maar de muurschildering van Maxfield Parrish achter de bar is er nog. Ik vond het altijd al een mooie aanblik.

Het was bijna vijf uur, en het werd ineens veel drukker. Ik herinner me dat ik hier na mijn werk vaak met vrienden afsprak om een glaasje wijn te drinken, mijmerde Sterling. Dat doen de mensen nog steeds, vrienden ontmoeten en van elkaars gezelschap genieten - dat is tenminste tijdloos. De jonge vrouwen aan een nabijgelegen tafeltje wierpen Billy voortdurend glimlachjes toe, maar hij was zo verdiept in zijn eigen zorgen dat hij het niet opmerkte.

Om twintig over vijf zag Sterling dat Billy zich voorbereidde op het gesprek. Hij rechtte zijn schouders, nipte aan zijn glas Perrier en hield zijn ogen op de deur gericht. Tien minuten later, toen de platenbaas die hij in Nors restaurant had gezien, binnenkwam met een kwieke kalende man, was Billy het toonbeeld van ontspannenheid en charme. Ze verhuisden naar een grotere tafel. Maar er is altijd plaats voor één persoon extra, dacht Sterling terwijl hij op de lege stoel ging zitten en zijn tafelgenoten opnam. Al snel kreeg hij in de gaten dat Chip Holmes de topman van de platenmaatschappij was, terwijl Eli Green het kantoor in New York runde.

Holmes was een nuchter, zeg-waar-het-op-staattype. 'Je bent goed, Billy, je bent héél goed. Jouw zangvermogen heeft iets bijzonders, waardoor ik ervan overtuigd ben dat jij het helemaal gaat maken.'

Dat heb ik ook gezegd, dacht Sterling.

'Je ziet er ook nog eens goed uit, en dat komt zelden voor onder mannelijke artiesten in deze business...'

Sterling prees in stilte Billy's houding gedurende het dertig minuten durende gesprek. Hij oogde en klonk zelfverzekerd en reageerde dankbaar, maar niet overdreven, toen Holmes hem een degelijk contract aanbod en hem beloofde dat hij alle hulp zou krijgen die hij nodig had.

'We gaan je koppelen aan een van onze topproducenten. Hij wil zo snel mogelijk met je aan de slag. Volgend jaar rond deze tijd kun je een ster zijn, Billy.'

De bijeenkomst eindigde met een handen-schudden en een hartgrondige dankbetuiging van Billy's kant.

Goede zet, dacht Sterling. Tijdens het gesprek heb je ze geïmponeerd met je rustige voorkomen, maar nu is de tijd rijp om hem te laten weten hoe gelukkig je bent. Ik ken dat type. Hij vindt het heerlijk om de rol van gulle gever te spelen. In de lobby raadpleegde Billy zijn schema met de vertrektijden van de treinen en keek op zijn horloge. Sterling keek over zijn schouder mee en concludeerde dat Billy zou proberen de trein van tien voor zeven te halen. Een beetje krap, dacht Sterling zorgelijk, maar het is wel een intercity en de volgende is een stoptrein.

De weg terug naar Fifty-ninth Street legden ze in de helft van de tijd af die het gekost had om bij het hotel te komen. Billy moet in de zevende hemel zijn, dacht Sterling. Voorlopig tenminste. Ik weet zeker dat hij zich, in plaats van te denken aan de gebroeders Badgett, vermaakt met wat het platencontract voor zijn toekomst betekent. Ze renden de trappen van het metrostation af naar het perron. Terwijl Billy op zijn horloge keek, liep hij naar de rand van het perron en leunde voorover, in de hoop de lampen van een aankomende metro te zien.

Het gebeurde in een flits. Sterling zag ineens een forse man verschijnen, die Billy met een duw tegen zijn schouder boven het spoor deed wankelen. Hevig geschrokken probeerde Sterling Billy vast te grijpen, maar zijn armen gingen dwars door Billy's lichaam heen.

De metro denderde het station binnen. Hij gaat vallen, dacht Sterling hulpeloos. Een vrouw schreeuwde, terwijl dezelfde forse man Billy opeens terugtrok en vervolgens in de massa verdween, op weg naar de uitgang.

De deuren van de metro gingen open. Verdoofd stapte Billy opzij terwijl uitstappende passagiers lang hem heen raasden.

'Gaat het?' vroeg iemand bezorgd toen hij de metro in stapte. 

'Ja, niets aan de hand.' Billy reikte naar de stang in het midden van de metro en hield zich er stevig aan vast. Een oudere vrouw berispte hem. 'Weet u wel hoeveel geluk u hebt gehad? U moet nooit zo dicht bij de rand van een perron gaan staan.'

'Ik weet het. Het was dom van me,' beaamde Billy, waarna hij zich omdraaide en in stilte worstelde om zijn snelle ademhaling weer onder controle te krijgen. Het was niét dom, wilde Sterling uitroepen, geïrriteerd dat hij Billy niet kon waarschuwen. Billy realiseert zich niet dat hij geduwd werd. Er stonden zoveel mensen op het perron dat hij denkt dat hij door de druk van de massa zijn evenwicht verloor en dat iemand hem nog net op tijd kon vastpakken. Sterling hield zich net zoals Billy vast aan de stang in het midden, terwijl de metro hortend en stotend over het spoor denderde. Ze arriveerden precies op tijd in Jamaica om de trein van tien voor zeven naar Syosset te halen.

Gedurende de hele reis vlogen er angstaanjagende gedachten door Sterlings hoofd: het voorval op het perron was geen ongeluk. Wat zal de volgende stap van de Badgetts zijn?