10
De wachtkamer van de hemel zat vol met nieuwkomers, die om zich heen keken in een poging om aan hun nieuwe omgeving te wennen. De leidinggevende engel had opdracht gekregen om een groot bord met NIET STOREN op de deur van de conferentiekamer te hangen. Het was een aantal keren voorgevallen dat voormalige topfiguren, niet gewend om te moeten wachten, waren binnengestormd en een gesprek hadden geëist op momenten dat de engel even een andere kant opkeek.
In de conferentiekamer volgde de hemelraad Sterlings verrichtingen met levendige belangstelling.
'Zagen jullie hoe geïrriteerd hij reageerde toen Marissa niet door bleek te hebben dat hij in het restaurant aanwezig was?'
vroeg de non. 'Hij was echt van zijn stuk gebracht.'
'Dat was een van de eerste lessen die we hem wilden leren,' antwoordde de monnik. 'Tijdens zijn leven waren te veel mensen onzichtbaar voor hem. Hij keek altijd straal langs hen heen.'
'Verwachten jullie dat Mama Heddy-Anna binnenkort in onze wachtruimte zit?' vroeg de herder. 'Ze vertelde haar zoons dat ze stervende was.'
De non glimlachte. 'Ze gebruikte alleen maar de oudste truc uit het boekje om haar zoons op bezoek te krijgen. Ze is zo sterk als een paard.'
'Ik zou niet graag met haar in de ring staan,' merkte de stierenvechter met een zuur gezicht op.
'Die raadsman zit zwaar in de problemen,' constateerde de heilige die Sterling aan Pocahontas had doen denken. 'Als hij niet heel snel drastisch verandert, gaat hij na zijn dood rechtstreeks naar de hel.'
'Die arme Hans Kramer is de wanhoop nabij,' observeerde de non. 'De gebroeders Badgett kennen absoluut geen genade.'
'Ze horen in de gevangenis thuis,' verklaarde de admiraal streng.
'Hadden jullie dat nog meegekregen?' De stem van de koningin klonk geschokt. 'Ze gaan de opslagruimte van die arme man in brand steken.'
Hoofdschuddend deden de heiligen er het zwijgen toe en lieten hun gedachten gaan over de inhumane wijze waarop mensen met elkaar omgingen.