5

De afslag Madison Village volgde enkele afslagen na Syosset op de snelweg van Long Island. Op de parkeerplaats van de school volgde Sterling Marissa de bus uit. Natte sneeuwvlokken dwarrelden naar beneden. Een man van tegen de veertig met dun rossig haar - een lang en mager type, dat Sterlings moeder een 'slungel' zou noemen -, riep Marissa en wuifde enthousiast met zijn armen.

'Hier schatje. Kom snel hier. Heb je geen muts op? Straks vat je nog kou.'

Sterling hoorde Marissa zuchten terwijl ze in de richting van een beige personenauto holde, die geparkeerd stond temidden van een stuk of vijf voertuigen, die in Sterlings ogen meer weg hadden van busjes dan auto's. Hij had dit soort voertuigen op de snelweg ook al veel gezien. Hij haalde zijn schouders op. Weer iets nieuws van de afgelopen zesenveertig jaar. Marissa begroette de man met: 'Hoi Roy,' en ging op de passagiersstoel zitten. Sterling propte zichzelf op de achterbank tussen twee kleine stoeltjes, die ogenschijnlijk bedoeld waren voor zeer kleine kinderen. Wat zullen ze hierna nog uitvinden, vroeg Sterling zich af. Toen ik een peuter was, hield mijn moeder mij gewoon op schoot, en mocht ik haar helpen met sturen.

'Hoe gaat het met onze toekomstige Olympisch schaatskampioene?' vroeg Roy aan Marissa. Sterling had meteen in de gaten dat Roy zijn best deed om aardig te doen, maar Marissa wilde er niets van weten.

'Goed,' antwoordde ze weinig enthousiast.

Wie is deze vent, vroeg Sterling zich af. Het kan haar vader niet zijn. Een oom misschien? Of het vriendje van haar moeder?

'Maak je gordel vast, prinsesje,' waarschuwde Roy met een stem die overdreven opgewekt klonk.

Schatje? Prinsesje? Olympisch schaatskampioene? Die kerel is gewoon gênant, mijmerde Sterling.

Doe me een lol, verzuchtte Marissa.

Geschrokken keek Sterling naar Roys reactie. Maar die kwam er niet. Roy keek recht vooruit en leek zich volledig op de weg te concentreren. Hij had zijn handen stevig om het stuur geklemd en reed vijftien kilometer langzamer dan was toegestaan.

Ik zou nog sneller naar huis kunnen schaatsen, jammerde Marissa.

Sterling was ontzettend blij met de ontdekking dat hij niet alleen de kracht had om zich indien nodig aan Marissa te openbaren, maar dat hij ook haar gedachten kon lezen, mits hij zich goed concentreerde. De hemelraad had hem bepaalde middelen en krachten meegegeven, maar had het aan hem overgelaten om uit te zoeken welke dat waren. Ze maakten het hem in elk geval niet te gemakkelijk.

Hij leunde achterover en was zich ervan bewust dat hij weliswaar niet in levenden lijve aanwezig was, maar zich desalniettemin toch samengepakt en ongemakkelijk voelde. Ongeveer hetzelfde gevoel had hem overvallen toen hij bij de schaatsbaan tegen de vrouw was opgebotst.

De resterende tijd van de zeven minuten durende rit naar huis werd in stilte doorgebracht. Alleen de radio, die was afgestemd op een station met eentonige muziek, zorgde voor geluid. Marissa herinnerde zich die keer dat ze de radio in papa's auto op deze zender had gezet. Papa had uitgeroepen: 'Ben je gek geworden? Heb ik je dan helemaal geen muzieksmaak meegegeven?'

'Dit is het radiostation waarnaar Roy altijd luistert!' had Marissa triomfantelijk uitgeroepen. Ze waren samen in lachen uitgebarsten.

'Ik snap nog steeds niet dat jouw moeder mij heeft kunnen inruilen voor een type zoals hij,' had papa verwonderd opgemerkt. Zo zit dat dus, dacht Sterling. Roy is haar stiefvader. Maar waar is haar vader? En waarom is ze bedroefd en boos nu ze aan hem denkt?

'Roy is haar aan het ophalen. Ze kunnen hier elk moment zijn, maar ik denk niet dat ze je wil spreken, Billy. Ik heb geprobeerd om haar duidelijk te maken dat het niet jouw schuld is dat jullie een tijdje weg moeten blijven, maar ze gelooft me niet.' Denise Ward praatte door haar draadloze telefoon met de vader van Marissa, haar ex-echtgenoot, en probeerde intussen haar tweejarige tweeling ervan te weerhouden de kerstboom om te trekken.

'Dat begrijp ik wel, maar ik kan er niet tegen dat...'

'Roy Junior, laat dat engelenhaar los!' onderbrak Denise hem. Ze begon harder te praten. 'Robert, laat baby Jezus met rust. Ik zei... Blijf even hangen, Billy.'

Drieduizend kilometer verderop klaarde Billy Campbells bezorgde gezicht even op. Hij hield de hoorn een eindje van zijn oor, zodat zijn moeder de conversatie kon horen. Nu trok hij zijn wenkbrauwen op. 'Ik denk dat baby Jezus zojuist door de kamer is gevlogen,' fluisterde hij.

'Sorry, Billy,' zei Denise toen ze weer aan de telefoon kwam.

'Luister, ik heb het erg druk. De tweeling is helemaal door het dolle heen vanwege Kerstmis. Bel over een kwartiertje even weer, hoewel ik denk dat het vergeefse moeite is. Marissa wil jou of Nor gewoon niet spreken.'

'Denise, ik weet dat je je handen vol hebt,' antwoordde Billy Campbell rustig. 'Je hebt de pakketjes die we hebben gestuurd dus ontvangen, maar is er iets dat Marissa écht nodig heeft? Misschien heeft ze het over iets speciaals gehad dat ik haar kan sturen.'

Hij hoorde een harde knal en het geluid van een jammerende peuter.

'O, mijn god, de Waterford-engel,' snikte Denise Ward. 'Niet aankomen, Robert. Hoor je me? Straks snijd je jezelf nog.'

Woedend beet ze Billy toe: 'Weet je wat Marissa echt nodig heeft? Jou en Nor, en snel. Ik maak me verschrikkelijk veel zorgen om haar. Roy doet zo zijn best met haar, maar ze reageert er gewoon niet op.'

'Hoe denk je dat ik mij voel, Denise?' vroeg Billy met luide stem. 'Ik zou mijn rechterarm willen geven om bij haar te kunnen zijn. Mijn maag keert zich om, elke dag dat ik niet bij haar ben. Ik ben Roy dankbaar voor het feit dat hij er voor haar is, maar ze is mijn dochter en ik mis haar.'

'Ik ben toch zo blij dat ik nu een betrouwbare man heb met een fijne vaste baan. Een man die niet midden in de nacht thuis komt, omdat hij zo nodig in een rockband moet spelen, en die zichzelf niet in situaties manoeuvreert waardoor hij de stad uit moet vluchten.' Denise nam niet eens de tijd om adem te halen. 'Marissa heeft verdriet, besef je dat wel, Billy? Over vier dagen, op de dag van kerstavond, is ze jarig. Ik heb geen idee hoe ze zal reageren als jij er dan niet bent. Het kind voelt zich in de steek gelaten.'

Nor Kelly zag de pijnlijke uitdrukking op het gezicht van haar zoon. Hij streek nu met zijn hand over zijn voorhoofd. Haar ex-schoondochter was een goede moeder, maar totaal overstuur uit frustratie over de situatie. Voor Marissa wilde ze graag dat Billy en NorNor terugkwamen, maar tegelijkertijd was ze buiten zichzelf van ongerustheid dat Marissa gevaar zou lopen als ze bij hen in de buurt was.

'Ik vertel haar wel dat je hebt gebeld, Billy, maar nu moet ik echt ophangen. O, wacht even. Ze komen net de oprit oprijden. Ik zal even vragen of ze je wil spreken.'

Leuk huis, dacht Sterling, terwijl hij Marissa en Roy de trap van de veranda op volgde. Tudorstijl. Dennentakken versierd met blauwe lichtjes. Een slee met de kerstman en zijn acht rendieren in de voortuin. Alles piekfijn; die Roy is overduidelijk een keurig mannetje. Roy draaide de voordeur van het slot en zwaaide de deur open. 'Waar zijn mijn twee rakkers?' riep hij vrolijk. 'Roy Junior, Robert, papa is weer thuis!'

Sterling sprong opzij toen twee identieke rossige peuters op hem af renden. Hij had zicht op de woonkamer, waar een aantrekkelijke blonde vrouw met een zeer verontrust gezicht een draadloze telefoon vasthield (blijkbaar weer een uitvinding van na zijn tijd). Ze gebaarde naar Marissa. 'Papa en NorNor willen héél graag even met je praten,' zei ze.

Marissa liep de woonkamer in, nam de telefoon van haar moeder aan en gooide de hoorn op de haak, tot grote verbijstering van Sterling. Met betraande ogen rende ze naar boven.

Wauw, dacht hij.

Hij wist nog niet precies wat er speelde, maar hij had wel te doen met Marissa's moeder, die een hulpeloze blik met haar echtgenoot wisselde. Mijn opdracht is zo klaar als een klontje, besloot hij. Marissa heeft nü hulp nodig. Hij volgde Marissa de trap op en klopte op de deur van haar kamer.

'Laat me alsjeblieft met rust, mam. Ik heb geen honger, dus ik hoef geen eten.'

'Ik ben niet je moeder, Marissa,' antwoordde Sterling.

Hij hoorde dat de deur van het slot werd gedraaid en langzaam werd geopend. Marissa's ogen werden groot, en haar gezicht, dat eerst nog verdrietig stond, straalde nu verbazing uit. 'Ik zag jou toen ik aan het schaatsen was en toen ik in de bus stapte,' fluisterde ze. 'Ben jij een spook?'

Sterling glimlachte naar haar. 'Niet echt een spook, meer een soort engel, maar toch niet helemaal. Daarom ben ik ook hier.'

'Je wilt mij helpen, hè?'

Sterling voelde een brok in zijn keel terwijl hij in Marissa's verdrietige blauwe ogen keek. 'Ik wil je heel graag helpen, voor mijn eigen bestwil en die van jou.'

'Heb je ruzie met God?'

'Hij vindt mij momenteel in elk geval niet zo lief. Hij denkt dat ik nog niet klaar ben voor de hemel.'

Marissa rolde met haar ogen. 'Ik ken best wel veel mensen die nooit naar de hemel zullen gaan.'

Sterling lachte. 'Ik heb mensen naar de hemel zien gaan van wie ik zeker wist dat ze het nooit zouden halen, en nu zitten ze daar tussen al die goedzakken.'

'Stel je voor,' antwoordde Marissa. 'Wil je binnenkomen? Ik heb een stoel die groot genoeg was voor mijn vader als hij mij met mijn huiswerk hielp.'

Wat een prachtig kind, dacht Sterling terwijl hij haar de grote slaapkamer in volgde. Een echte persoonlijkheid. Hij was blij dat Marissa instinctief leek te weten dat hij een goede geest was, één die ze kon vertrouwen. Ze zag er nu al een tikkeltje gelukkiger uit.

Hij nam plaats in de stoel die ze hem aanwees en realiseerde zich dat hij zijn hoed nog op had. 'O, sorry,' mompelde hij, waarna hij de hoed afzette en hem keurig op zijn schoot legde.

Marissa pakte haar bureaustoel en nam met de air van een beleefde gastvrouw plaats. 'Ik zou je graag iets te drinken en een paar koekjes aanbieden, maar als ik naar beneden ga, zullen ze willen dat ik mee eet.' Ze trok een beetje met haar neus. 'Ik vraag me iets af: heb jij ook honger? Kun je iets eten? Het lijkt namelijk alsof je er bent, maar toch niet echt.'

'Dat moet ik allemaal nog uitvissen,' gaf Sterling toe. 'Dit is de eerste keer dat ik dit meemaak. Maar vertel eens, waarom wil je je vader niet spreken?'

Marissa keek naar beneden en er viel een schaduw over haar gezicht. 'Hij wil me niet bezoeken, en ik mag hem ook niet zien, en dat geldt ook voor NorNor, mijn oma. Als hij mij niet wil zien, hoef ik hen ook niet meer te zien.'

'Waar wonen ze?'

'Dat weet ik niet,' riep Marissa uit. 'Dat willen ze me niet vertellen, en mama weet het ook niet. Ze zegt dat ze zich schuilhouden voor slechte mensen, die hen pijn willen doen, en dat ze niet kunnen terugkomen totdat ze veilig zijn, maar de kinderen op school zeggen dat papa en NorNor in de problemen zijn geraakt en moesten vluchten.'

Wat is waar, vroeg Sterling zich af. 'Wanneer heb je hen voor het laatst gezien?'

'Vorig jaar twee dagen na de kerst heb ik ze voor het laatst écht gezien. Papa en ik gingen toen schaatsen, en daarna gingen we naar het restaurant van NorNor voor de lunch. We zouden op nieuwjaarsdag naar de Radio City Music Hall gaan, maar hij en NorNor moesten ineens weg. Ze renden mijn slaapkamer in toen ik al bijna sliep en kusten me gedag. Ze zeiden er niet bij wanneer ze terug zouden komen, en nu zijn ze al bijna een jaar weg.' Ze viel even stil. 'Ik móét papa zien, ik móét NorNor zien.'

Haar hart is gebroken, dacht Sterling. Hij kende die pijn maar al te goed. Hij had hetzelfde verlangende gevoel gehad toen hij Annie langs het raam naar de hemel had zien zweven.

'Marissa...' Er werd op de deur geklopt.

'Ik wist het wel,' zei Marissa. 'Mama wil dat ik naar beneden kom en ga eten. Ik heb geen honger en ik wil niet dat je weggaat.'

'Marissa, ik ga nu meteen aan je probleem werken. Straks kom ik nog even terug om je goedenacht te wensen.'

'Beloofd?'

'Marissa.' Weer werd er op de deur geklopt.

'Beloofd, maar jij moet mij ook iets beloven,' zei Sterling gehaast. 'Jouw moeder maakt zich grote zorgen om jou. Doe haar nu maar een plezier.'

'Oké, en ik zal Roy ook een plezier doen, en eigenlijk vind ik kip best wel lekker. Mam, ik kom eraan!' riep ze. Ze draaide zich om naar Sterling. 'Geef me een high-five.'

'Wat is dat?' vroeg Sterling.

Marissa keek hem ongelovig aan. 'Je bent vast heel oud. Iedereen weet wat een high-five is.'

'Ik ben een tijdje weggeweest,' gaf Sterling toe terwijl hij, haar voorbeeld volgend, zijn hand ophield, en zij er een enthousiaste klap tegen gaf. Wat een wijsneus, dacht hij met een glimlach. 'Tot straks,' fluisterde hij.

'Oké. Vergeet je hoed niet. Ik wil niet bot zijn, maar hij ziet er niet uit.'

'Marissa, je eten wordt koud,' riep haar moeder.

'Het eten is altijd koud,' fluisterde Marissa tegen Sterling, die met haar naar de deur liep. 'Roy doet er een eeuwigheid over om te bidden. Papa zegt dat mama beter koude schotels kan serveren.'

Haar hand lag op de deurklink. 'Mama kan jou niet zien, hè?'

Sterling schudde zijn hoofd en verdween.