8
Er woei een briesje over de stad, toen tsaar Mikhail Feodorovitsj
Romanov vroeg in de ochtend op zijn gemak over het pad wandelde dat
zich over de hoge muur van het Kremlin uitstrekte. Zijn donkere
ogen volgden nauwlettend de verrichtingen van een regiment ruiters
dat beneden over het grote open Rode Plein rondreed. De
behendigheid van de commandant van de elite cavalerie-eenheid trok
al snel zijn aandacht, want hij had maar weinig ruiters gezien met
een talent dat het zijne kon evenaren, behalve dan misschien de
Kozakken die het geen enkele moeite kostte de toevallige
toeschouwer met hun gewaagde paardennummers te boeien. Ofschoon
generaal Vanderhout tegenover verscheidene Russische generaals had
lopen pochen over zijn eigen succesvolle prestaties - die inhielden
dat hij een strategie had uitgedacht die ertoe moest leiden, dat
een detachement van zijn divisie met buitenlandse officieren de
strijd zou aanbinden met een grote bende dieven - was Mikhail
bijzonder opgetogen, toen hij de pas-bevorderde kapitein verslag
liet uitbrengen over de reis van gravin Zenkovna naar Moskou en een
verhaal te horen had gekregen over struikrovers die onder
aanvoering van een bastaard van Poolse en kozakkenafkomst het
gezelschap van de jonge boyarina hadden
overvallen en vervolgens - helemaal niet volgens plan - op de
vlucht waren gejaagd door een of andere Engelse kolonel en de
Russische huzaren die hij opleidde. Ze vormden een onderdeel van
hetzelfde regiment dat nu - zonder dat zij het wisten - door hem
werd gadegeslagen.
Hij wilde in de nabije toekomst graag eens kennismaken met de Engelsman, want de officier had duidelijk een flair voor het organiseren van wervelende shows op een open terrein en had ook in actieve dienst bewezen een voortreffelijk militair te zijn.
Mikhail hield peinzend zijn hoofd schuin en gluurde naar zijn officier van de wacht die iets voorbij de veldmaarschalk stond. 'Majoor Nekrasov?'
De officier kwam onmiddellijk aangelopen, salueerde kordaat en betoonde de gehoorzaamheid van een soldaat aan zijn vorst. 'Tot uw beschikking, Grote Tsaar van Rusland.'
Mikhail legde zijn handen op zijn rug, terwijl hij de tot in de puntjes verzorgde officier aandachtig bekeek. 'Majoor Nekrasov, spreekt u Engels?'
Nikolai was enigszins overdonderd door de vraag, maar antwoordde zonder aarzeling. 'Ja, Uwe Verheven Edelachtbare.'
'Goed, wilt u dan zo vriendelijk zijn de commandant van het regiment, waar we momenteel naar staan te kijken, te vertellen dat ik hem graag binnen enkele dagen wil spreken. Hij kan een auditie aanvragen en zal kort daarna op de hoogte worden gesteld van mijn antwoord. Heeft u nog vragen?'
'Nee, Uwe Excellentie.'
'De man is een buitenlander,' verklaarde Mikhail. 'Wijs hem op de gebruiken van het Hof, zodat hij zichzelf niet in verlegenheid brengt of mij ertoe noopt hem te straffen.'
'Ja, Uwe Excellentie.'
'Dat is alles.'
Nikolai sloeg een arm over zijn borst en liet zich op één knie zakken voor de tsaar die hem met een kort, nonchalant handgebaar liet inrukken. Met een hoop vertoon vertrok de majoor en nadat hij via de dichtstbijzijnde toren naar beneden was afgedaald, riep hij naar de commandant der huzaren, terwijl hij haastig in de richting van de ruiters liep.
'Kolonel Rycroft!' riep hij weer, maar toen hij er opnieuw niet in slaagde antwoord te krijgen, rende hij nog verder naar hen toe voor hij weer een poging ondernam om boven het kletterende hoefgetrappel en de scherpe bevelen uit te komen. 'Kolonel Rycroft!'
Eindelijk drong het geroep door het lawaai heen en Tyrone wendde zijn paard om te zien wie hem had geroepen. Toen hij de majoor herkende, knikte hij naar kapitein Tverskoy, zijn onderbevelhebber, die hij tijdelijk het bevel over de exercitie gaf. Tyrone duwde zijn leren helm naar achteren en wreef met zijn hand over zijn bezwete voorhoofd terwijl hij wachtte op de officier die snel kwam aanlopen.
'Kolonel Rycroft!' riep Nikolai opgewonden uit, terwijl hij naast de Engelsman ging staan. 'Zijne Majesteit de Tsaar wil u spreken!' Hij stak zijn arm in de lucht, draaide zich half om en wees in de richting van de hoge muur, zodat de kolonel de mannen die er stonden kon zien. 'Hij staat u al enige tijd gade te slaan!'
Met zijn hand schermde Tyrone zijn ogen af tegen de zon en tuurde naar het handjevol hooggeplaatste officieren dat zich daar had verzameld. 'Wat denk je dat hij van me wil?'
'U heeft indruk op hem gemaakt!' antwoordde Nikolai verwonderd, vol ontzag voor iemand die zoiets voor elkaar kreeg. 'U moet binnen een paar dagen auditie aanvragen!'
Tyrone trok losjes aan de teugels en nam ze in één hand, terwijl hij de andere hand op de zadelknop legde en de majoor peinzend aankeek. De erkenning van de tsaar was zijn doel geweest, maar hij was nogal verrast over het feit dat hij het al zo snel had bereikt. 'En hoe moet ik dat doen?'
'Ik moet u persoonlijk op de hoogte stellen van wat er van u wordt verwacht, kolonel. Als u vanavond vrij bent, kunt u naar mijn kamers komen. Hoe sneller u reageert, hoe meer respect u toont voor Zijne Majesteit.'
'Natuurlijk,' gaf Tyrone toe en liet zijn plan varen om later die avond naar het huis van de Taraslovs te rijden. Die afspraak met majoor Nekrasov was belangrijker dan zijn voorgenomen bezoek, al was het alleen maar omdat een audiëntie met de tsaar weleens zeer doeltreffend kon blijken in verband met wat hij werkelijk wilde. Zonder enige twijfel kon tsaar Mikhail deuren openen in Rusland die in zijn gezicht waren dichtgeslagen.
Er waren een paar weken verstreken sinds de komst van Synnovea in
het huis van de Taraslovs en al die tijd had ze zich noodgedwongen
moeten onderwerpen aan de droge lessen van Iwan, de scherpe kritiek
van Anna en de vurige blikken en opmerkingen van Aleksei, zij het
dan wanneer zijn vrouw er niet bij was. Synnovea begon zich zo
gespannen te voelen als een musje onder het scherpe oog van een
zwarte kraai. Het leek wel alsof in ieder donker hoekje waar ze
langs moest, het gevaar school verrast te worden door de prins en,
nog vervelender, de mogelijkheid om op een directe of zogenaamd
speelse manier te worden betast, wanneer hij haar maar tegenkwam in
de hallen, de kamers of op de trap. Het was, op zijn zachtst
gezegd, om gek van te worden de prooi te zijn in dit
achtervolgingsspelletje, maar Aleksei nam iedere gelegenheid te
baat, terwijl Anna het grootste deel van haar tijd en aandacht aan
Iwan Voronsky besteedde om hem te helpen bij zijn ambitieuze
plannen om hogerop te komen.
Wat prinses Anna betreft, zij had haar bezoek aan het ziekbed van haar vader uitgesteld, omdat ze de organisatie van een receptie voor Iwan belangrijker achtte. De twee waren bijna onafscheidelijk geworden en, terwijl Aleksei zijn vertier ergens anders zocht, gingen zij samen in het rijtuig van de prinses op weg om visites af te leggen bij zeer rijke en machtige boyars in de hoop geestverwanten te treffen en, als ze de juiste stemming aantroffen, alle negatieve gevoelens ten opzichte van patriarch Filaret aan te moedigen.
Op een woensdag, vroeg in de ochtend, zei Aleksei tegen zijn vrouw dat hij voor zaken naar een nabijgelegen stad moest en niet verwachtte vóór het einde van de volgende dag terug te zijn. Door die aankondiging durfde Anna het aan haar beschermelinge alleen in huis achter te laten terwijl zij en Iwan uitgingen. Het kwam niet in haar op dat ze erin getrapt was.
Kort nadat het stel 's middags was vertrokken, stuurde Synnovea Ali en Stenka naar Elisaveta's zuster, Danika, en haar dochtertje. Het ging met hen allebei goed, nadat ze bijna van de honger waren omgekomen; de moeder was blij met het vooruitzicht van een eventuele baan in het huis van gravin Andreyevna.
Omdat Ali er niet was, ging Synnovea aan een tafeltje in de tuin zitten om de werken van Plinius de Oudere, die over de natuurlijke historie van de mens gingen, door te nemen. Ze hoopte een wat duidelijker inzicht te krijgen in een paar bespottelijke beweringen van Iwan, die ze te ver gezocht vond om ook maar enig geloof aan te hechten en na het een en ander te hebben gelezen, nog net zo belachelijk achtte.
Kort nadat de klokken drie uur hadden geslagen, opende een wat verbaasde Boris de deur voor prins Aleksei. De bediende trok een neutraal gezicht en haastte zich de heer des huizes aan te spreken.
'We verwachtten uw terugkeer niet vóór morgen, heer.'
'Een kleine wijziging in mijn plannen, Boris.' Aleksei keek achteloos om zich heen. 'Is mijn vrouw er?'
'Nee, heer. Prinses Anna is meer dan een uur geleden vertrokken met-'
'De goede Iwan Voronsky, neem ik aan.' Aleksei liet wat ergernis doorschemeren ter wille van de bediende die zich haastte een uitbarsting van echtelijke jaloezie te voorkomen.
'Ze zijn prins Wladimir Dimitrievitsj thuis gaan bezoeken, heer. Ik denk dat prinses Anna zeer verheugd zou zijn als u er ook heen zou gaan, heer.'
'Wat? En weer een verhandeling van die oude boyar aanhoren over zijn vooruitzichten nog een nageslacht voort te brengen in zijn laatste levensjaren?' lachte Aleksei hoofdschuddend, terwijl de huisbediende een geamuseerd lachje achter zijn gehandschoende hand verborg. 'Dat denk ik niet, Boris. Op zijn leeftijd zou prins Wladimir zijn rijkdom onder de zoons die hij al heeft, moeten gaan verdelen in plaats van te denken aan het produceren van nieuwe zoons.'
Aleksei liep de hal uit, kuierde de kamers door en kwam uiteindelijk in de tuin terecht, waar hij Synnovea met haar kin op haar hand aantrof. Ze was zo geconcentreerd op wat ze las, dat ze hem pas in de gaten kreeg toen hij vlakbij was.
'Mijn lieve Synnovea...'
Met een ruk keek ze op en toen ze het glimlachende gezicht van de prins zag, riep ze verbaasd uit: 'Prins Aleksei!'
Een ogenblik lang keek Aleksei in de meest verschrikte groene ogen die hij ooit had gezien en grinnikte vergenoegd toen hij zag hoe verontrust ze ineens was. Ze was zo opgejaagd als een jonge haas die door een sluwe vos in een hoek is gedreven.
'Prins Aleksei!' herhaalde Synnovea heel wat krachtiger, terwijl ze snel ging staan. 'We verwachtten u niet vóór morgen terug. O jee, wat zal Anna verbaasd zijn!' zei ze ademloos en daaruit bleek hoe nerveus ze was. 'Ze kan volgens mij ieder moment thuiskomen...'
Synnovea's woorden stierven weg terwijl zijn donkere ogen haar geamuseerd toeschitterden. 'Toe nou, mijn lieve Synnovea,' zei hij op licht verwijtende toon. 'We weten allebei dat Anna de neiging heeft lang weg te blijven wanneer ze Iwan op een van zijn tochten naar roem en glorie vergezelt. Haar ambities komen aardig overeen met de zijne, weet je.'
Als door een magneet aangetrokken gleed zijn blik naar het rechte decolleté dat hem een vrijere blik op haar roomkleurige boezem schonk dan hem tot dan toe was vergund. Hij haalde zijn tong over zijn lippen bij de gedachte aan het moment dat die heerlijke volle vormen uit het strakke lijfje zouden barsten en zijn hongerende blikken zouden bevredigen met een meer onthullend beeld.
'Mag ik bij je komen zitten?' vroeg hij en toonde zijn beste manieren.
'N-natuurlijk,' antwoordde Synnovea, die zich afvroeg wat ze anders kon zeggen. Als ze het initiatief had genomen om nee te zeggen, dan zou hij haar waarschijnlijk meteen hebben gepakt.
Aleksei ging zo dicht mogelijk bij haar staan en in een snelle reactie stapte Synnovea om de tafel heen om een glas gekoelde wijn voor zichzelf in te schenken. Ze slaagde erin onder zijn warme glimlach een bibberig lachje te voorschijn te toveren en nam een slok voor ze aan haar manieren dacht. Met de grootste tegenzin gebaarde ze naar de karaf en een schaaltje met gebak dat Elisaveta haar had gebracht. 'Wilt u iets?'
'Doe maar een glas wijn met water,' mompelde hij, terwijl hij zijn muts van zijn hoofd trok. Daarna leunde hij met beide handen op de tafel en boog zich voorover om te kunnen zien wat ze aan het lezen was. 'Plinius de Oudere?' Hij keek haar enigszins sceptisch aan, terwijl hij in de richting van het dikke boek wuifde. 'Wat voor gewichtige zaken heeft Iwan nu weer behandeld dat jij in je vrije tijd Plinius zit te lezen ?'
Synnovea stak haar kin een eindje in de lucht bij de herinnering aan Iwans minachtende gesneer toen hij hoorde dat haar kennis van Plinius zeer beperkt was. 'Iwan zei dat Plinius een genie was die de uren dat hij niet sliep doorbracht met lezen, aantekeningen maken of bestuderen van de werken van anderen en dat iedere slimme student zijn werken grondig moest bestuderen, alsof,' ze beklemtoonde de laatste paar woorden om haar ergernis over haar leermeester aan te geven, 'ze met de wetten van de hemel waren meegekomen.'
Aleksei's mond vertrok van pret toen hij zag hoe zeer haar trots was gekrenkt. 'En wat denk je nu, nadat je enkele van zijn werken hebt doorgespit? Is Plinius zo wijs als Iwan beweert?'
Synnovea wierp het fraai gekapte hoofd minachtend in de nek. 'Wat?! Mannen zonder monden die leven van de geur van bloemen? Mannen met voeten in de vorm van parasols die zich tegen de zon beschermen met die vreemde ledematen? Het is volkomen absurd dat men zelfs in de Romeinse tijd, Plinius als genie nooit in twijfel heeft getrokken.'
'Natuurlijk was dat maar een voorbeeld uit het meest fantasievolle werk van Plinius,' merkte Aleksei op, terwijl er een grijns om zijn wellustige rode lippen verscheen, 'maar dergelijke beweringen tasten wel zijn geloofwaardigheid als geleerde aan.' Hij ging rechtop staan en keek haar strak aan. 'En wat vind je nu van Iwans logica? Bewonder je die of wijs je hem af?'
Synnovea haalde voorzichtig de schouders op, omdat ze niet wist wat hij tegen Anna zou zeggen als ze zo dom zou zijn haar afkeer van de man tegenover hem te laten blijken. 'Het is natuurlijk puur mijn eigen gedachte, maar ik heb het idee dat Iwan het in sommige gevallen niet helemaal bij het rechte eind heeft of niet zo'n uitmuntende geleerde is als sommigen beweren.'
'Mijn vrouw zou het niet met je eens zijn,' zei de prins terloops, terwijl hij het glas aannam dat Synnovea hem aanbood. 'Maar ja, liefje, ik ben meer geneigd jouw standpunt te onderschrijven. De man is me al een doorn in het oog sinds hij zich aan mijn vrouw opdrong. Hij ziet op een of andere manier kans haar ideeën met de zijne te laten stroken. Dat is ongetwijfeld een zeldzaam talent, want het is meer dan ik in meer dan twintig jaar huwelijk heb kunnen doen.'
Aleksei keek op en liet zijn blik over de keurig verzorgde tuin gaan. Hij was geen man die zich gemakkelijk overgaf aan simpele genoegens, maar met Synnovea in zijn nabijheid voelde hij zich bijna ontspannen in de vredige rust die hen omringde.
'Wil je met me door de tuin wandelen, Synnovea?' vroeg hij, terwijl hij om de tafel stapte. Hij bleef vlakbij haar staan, nam haar arm en zwaaide uitnodigend met zijn andere arm in de richting van de met bloemen omgeven paden.
Synnovea zei voorzichtig ja en ging naast hem lopen. 'Elisaveta verwacht me zo in de keuken,' verklaarde ze, om het excuus voor een tijdige ontsnapping klaar te hebben als hij soms aanminnig mocht gaan doen. 'Ik heb beloofd dat ik haar zou helpen met brood bakken, dus ik moet niet te lang wegblijven.'
'Een eenvoudig wandelingetje door de tuin kost niet zoveel tijd, Synnovea,' verzekerde Aleksei haar. 'Ik moet trouwens ook zo weer weg. Ik had wat belangrijke stukken laten liggen toen ik vanochtend wegging en ik moest terugkomen om ze te halen. Ik dacht dat iedereen weg was en toen zag ik jou hier zitten.'
Toen Synnovea over haar schouder keek, zag ze dat ze al buiten het zicht van het huis waren gekomen, want door de laaghangende takken van een boom was het pad achter hen niet langer zichtbaar. 'We moesten nu maar teruggaan.'
'Nog niet, Synnovea.' Zijn hand gleed omlaag om de hare te kunnen pakken en toen ze zenuwachtig een stap achteruit deed en probeerde haar hand terug te trekken, lachte hij en wees met zijn vrije hand naar het pad dat voor hen lag. 'Heb je de duiventil al gezien, Synnovea? Het is verder die kant op.'
Toen ze het zachte gekoer hoorde, gaf Synnovea toe en liet zich door hem meetrekken. Hij liet haar hand los toen ze bij een hoge, witte ronde til kwamen, waar een stuk of tien duiven rustig zaten te broeden of af en aan vlogen. Het geluid van fladderende vleugels kondigde de komst van een vogel aan en Synnovea draaide zich om om de vlucht van een duif gade te slaan totdat hij op een smalle roest voor een leeg holletje neerstreek.
'Dit zou wel eens gevaarlijk kunnen zijn,' merkte Aleksei gekscherend op, toen er nog een vogel precies over hun hoofd vloog. 'Laten we maar weggaan voor je mooie jurk wordt bedorven.' Hij pakte haar weer bij de hand en trok haar met zich mee over een pad dat hen nog verder van het huis voerde. Synnovea probeerde haar vingers los te trekken, maar Aleksei hield haar stevig vast en zei over zijn schouder: 'Wees niet bang, Synnovea. Kom! Er is nog iets dat ik je wil laten zien.'
Ze kwamen in het zicht van een kleine hut die tegen het hoge houten hek aanleunde dat het landgoed omringde. Hij trok haar de veranda over, duwde de deur open en wilde naar binnen gaan, maar Synnovea wilde niet tegen haar zin een donker huisje binnengesleurd worden. Als een koppig kalf zette ze zich schrap en weigerde nog een stap te verzetten.
'Nee, Aleksei!' schreeuwde ze. 'Dit mag niet! Alsjeblieft! Laat me gaan! Ik moet terug naar het huis!'
Aleksei grinnikte vrolijk, terwijl hij een stap in haar richting zette. Zijn blik brandde in haar angstige groene ogen. 'Kom mee naar binnen, Synnovea,' vleide hij en bewoog zijn hoofd heel even in de richting van de openstaande deur. 'Laat me de vrouw van je maken die je verdient te zijn. Niemand zal ooit te weten komen dat we wat tijd samen hebben doorgebracht.'
'Nee!' Synnovea schudde haar hoofd nadrukkelijk. 'Wat jij wil zal nooit gebeuren, Aleksei! Het is niet goed!'
'Goed? Fout?' Hij schudde zijn hoofd heen en weer. 'Wie zal beweren dat dit fout is, terwijl we voor elkaar bestemd zijn, Synnovea?'
'Ik!' verklaarde ze hartstochtelijk.
Hij haalde met een onverschillig gebaar zijn schouders op. 'Ik neem je zoals ik dat wil, Synnovea. Het maakt weinig uit of je je verzet. Na een tijdje zul je van mijn liefkozingen gaan genieten.'
Aleksei sloeg zijn arm om haar middel om haar naar zich toe te trekken, maar Synnovea rukte zich los en keek hem aan met ogen waarin een wilde gloed schitterde. 'Als jij me tegen mijn wil dwingt, Aleksei,' waarschuwde ze met schorre stem, 'dan zweer ik dat ik me zal wreken. Ik zal zelf naar Anna gaan om haar te vertellen van je smeerlapperij. Ik ben niet een van jouw sletten die je pakt wanneer het jou uitkomt. Zelfs als ik geen andere keuze heb dan naar tsaar Mikhail zelf te gaan, dan zal ik ervoor zorgen dat je zult boeten voor alles wat je me aandoet!'
Aleksei lachte wat geforceerd, terwijl hij haar aanstaarde. Met zijn hand nog steeds om haar pols ging hij wijdbeens voor haar staan en grijnsde vol zelfvertrouwen. 'Denk je dat jij me kunt dreigen en vervolgens vrolijk wegdansen, meisje?! Nee, laat dat nooit gezegd worden. Jouw woorden zullen een dovemansoor vinden, want ik zal zeggen dat het leugens zijn en zweren dat je liegt. Anna zal geen laster van je willen horen. Dus begrijp je, liefje, hoe oppervlakkig je dreigementen eigenlijk zijn ? Eerlijk waar, Synnovea, het heeft geen zin je tegen me te verzetten. Ik neem jou waar en wanneer ik maar wil.' Zijn ogen streelden de verleidelijke rondingen die boven de jurk uitstaken en zijn stem klonk dieper. 'Vandaag al, mijn schatje.' Met een goedmoedige glimlach stak hij zijn vingers in de spleet tussen haar borsten en pakte haar jurk vast. Synnovea snakte woedend naar adem, maar voor ze kon reageren of zich losrukken, scheurde hij met een snelle beweging de voorkant van het lijfje.
'Nee!' Synnovea deinsde verbluft achteruit en staarde met open mond naar de man alsof hij gek was geworden.
'Jij bent de bron van mijn verlangen, Synnovea. Wat wij met elkaar hebben, moest eenvoudigweg gebeuren.'
Hij sloeg zijn donkere ogen neer en begon al starend sneller te ademen. Synnovea keek ook omlaag en zag tot haar grote schrik dat het dunne hemdje haar boven de baleinen geen bescherming bood, maar sensueel haar boezem toonde, omdat het hemdje strak om haar volle borsten spande.
Aleksei stak weer een hand naar haar uit en met een woeste kreet sprong Synnovea weg in een wanhopige poging om te ontkomen. Ze had er weinig aan, want hij greep haar bij haar haar en trok haar naar zich toe, waarna hij haar optilde. Hij duwde de deur met zijn schouder verder open, stapte naar binnen, schopte de deur achter zich dicht en liep naar een hoek van de kamer waar een smal bed stond. Er lagen verscheidene wolvenhuiden op die Synnovea volledig leken op te slokken toen hij haar op het bed gooide. Aleksei sloeg haar nauwlettend gade, terwijl hij zijn kaftan openrukte en hoewel Synnovea's ogen paniekerig door de hut vlogen op zoek naar een eventuele ontsnappingsmogelijkheid, leek hij vol vertrouwen over wat de komende momenten zouden brengen. Hij gooide zijn gewaad op de grond, zodat hij niets meer dan een dun hemd en een strakke maillot droeg. Toen hij een stap naar links deed, zag Synnovea een opening tussen hem en het kleine nachtkastje dat naast het hoofdeinde van het bed stond. In de hoop er snel langs te kunnen kruipen ging ze op haar knieën zitten, maar hij was haar te snel af en schoof haar terug op de huiden. Terwijl hij haar vasthield, trok hij het ledikant bij de muur weg en ging schrijlings op het smalle bed zitten, waardoor hij haar woest schoppende benen onder zijn zwaardere gewicht in bedwang kon houden. In een ongeduldige poging haar rokken tot aan haar middel op te trekken, kwam hij iets omhoog om ze tussen hen uit te trekken.
Synnovea's verzet was nauwelijks afgenomen. Ze steunde op haar ellebogen en probeerde zich snel onder hem vandaan te wurmen, maar vrijwel onmiddellijk ging Aleksei weer op haar zitten, zodat ze niet weg kon. Ze klemde gefrustreerd haar kiezen op elkaar en keek toevallig in de richting van het nachtkastje. Ze zag daar een kleine wetsteen liggen, die iemand daar had laten liggen en stak haar hand uit om hem binnen haar bereik te leggen. Aleksei's aandacht werd afgeleid door een blote dij en zijn gretigheid om nog meer te onthullen. Hij zag de kleine vuist niet die het stuk steen omkneld hield, en die met een grote boog omhoog ging. Synnovea legde al haar vastberadenheid en kracht in de klap en raakte hem recht tegen de zijkant van zijn neus, die onmiddellijk scheef stond.
'Auuuuu!'
Het was alsof de pijnkreet de hut tot in de fundering deed trillen, terwijl Aleksei, met zijn handen voor zijn gezicht, achteruit deinsde. Hij zag even alle kleuren van de regenboog, tot een ondraaglijke pijn hem volkomen verblindde. Grote druppels bloed spatten op zijn witte hemd en toen hij weer iets kon zien en zijn handen liet zakken, keek hij in stomme verbazing naar de rode vlekken, alsof hij het niet kon geloven. Wie had kunnen denken dat zo'n mooi, slank meisje hem tot bloedens toe zou kunnen slaan? Maar de pijn was zo hevig dat hij niet aan het feit twijfelde. Met een luider wordend gekreun veegde hij met zijn hand onder zijn neus om het druipende rood weg te nemen, maar hij bloedde zo hevig dat het niet te stelpen was. De minste aanraking zond verpletterende pijnscheuten naar zijn voorhoofd en daar leek de pijn zich te verbreiden tot in alle zenuwtoppen.
De pijn was onverdraaglijk en ieder verlangen om zijn wellust te bevredigen verdween. Hij stond op van het bed en wankelde naar de waskom waar hij een handdoek weggriste, die hij tegen zijn neus hield.
Synnovea aarzelde geen ogenblik. Temidden van een wolk van wapperende rokken sprong ze van het bed en sprintte de deur uit. Niemand zag haar een moment later het huis binnenschieten, maar pas toen ze de deur van haar kamer op slot had gedaan, had ze het gevoel dat ze veilig was voor prins Aleksei en zijn mogelijke wraak. Daar bleef ze, zonder de warmte te voelen, met ingehouden adem zitten wachten tot ze zijn rijtuig hoorde vertrekken. Zijn hengst liep aan een teugel achter de koets mee en dat wekte bij haar de hoop dat hij wel een paar dagen zou wegblijven. Toen het rijtuig eindelijk uit het zicht was verdwenen, slaakte ze een diepe zucht van opluchting. Ze was immens gelukkig dat ze zijn aanval ongeschonden had overleefd.