3. Griezelige kruispunten
Drake kon niet eerder dan na eind juni thuiskomen, in verband met zijn examens, maar hij belde me een paar dagen nadat hij zijn brief op de post had gedaan, om zeker te weten dat ik hem had ontvangen en me meer te vertellen over Farthy.
'Tony Tatterton heeft me Heavens vroegere kamer laten zien, toen ze pas in Farthy kwam wonen', zei Drake op vertrouwelijke toon.
'Is het heus?' Mijn hart bonsde alleen al bij de gedachte dat hij daar geweest was, op de plaats waar zoveel familiegeheimen verborgen waren. Van ons allemaal was Drake het dichtst bij de antwoorden geweest op alle vragen die ons achtervolgden. Waren er aanwijzingen die hij misschien gemist had en die ik zou hebben gezien?
'Of misschien ook de kamer van je grootmoeder Leigh was geweest. Ik raakte een beetje in de war, omdat hij het ene ogenblik over Heaven sprak en het andere over Leigh.'
'Misschien is hij degene die in de war is; misschien is hij seniel', opperde ik.
'Dat geloof ik niet. Hij behandelt nog steeds een deel van de zaken voor de Tatterton Toy Company, en toen we over mijn carrière en de economie spraken, was hij heel scherpzinnig, en wist hij alles.'
'Hoe ziet hij eruit? Zoals op de foto's?'
'Niet meer. Hij is volledig grijs, en toen ik hem zag had hij zich kennelijk een paar dagen niet geschoren. Hij droeg kleren die er duur uitzagen, maar zijn jasje moest geperst worden, en zijn broek ook, en er zaten vlekken op zijn das. Ik geloof niet dat de butler, een zekere Curtis, nog geschikt is voor zijn werk. Hij kan blijkbaar niet goed zien en het duurt eeuwen voor hij van de ene kamer naar de andere is gelopen.'
'Waren er geen dienstmeisjes?' vroeg ik een beetje verbaasd. Ik had gedacht dat een man die zo rijk was als Tony Tatterton omringd zou zijn door personeel.
'Ik heb er geen gezien, maar er moet er minstens één zijn om de kamers op te ruimen waarin hij woont. Ik heb de kok ontmoet, omdat die hielp met opdienen. Hij heet... stel je voor... Rye Whiskey!'
'O, ik herinner me dat mama die naam heeft genoemd', riep ik opgewonden. Alleen al het horen van de naam deed de paar verhalen uit het verboden verleden weer voor me herleven. 'Hij moet al erg oud zijn.'
'Waarschijnlijk wel, maar het is hem niet zo aan te zien als de butler. Hij was zo dankbaar dat er nóg iemand aan tafel zat, dat hij een portie voor zeker drie man op mijn bord schepte. Ik vond hem aardig. Hij heeft veel gevoel voor humor, en ik kon merken dat hij erg op Tony gesteld is.'
'O, ik wou dat ik erbij was geweest!' riep ik uit. Elk moment zou een ontdekking betekenen en een nieuw en beter begrip geven van het verleden van mijn familie, dacht ik. Die trap oplopen en binnenkomen in wat vroeger de kamer was geweest van mijn grootmoeder en mijn moeder! Misschien zou ik iets hebben gezien wat onmiddellijk het mysterie zou oplossen waarom mijn moeder zo'n hekel had aan Tony Tatterton dat ze weigerde terug te gaan, al was het maar voor een kort bezoek.
En het belangrijkste was dat ik in de droomwereld zou zijn van Luke en mij. Zou het iets lijken op wat wij ons verbeeldden? Zou het de plaats zijn waar we vrij en onszelf konden zijn, waar we afgezonderd zouden zijn en beschermd tegen alle harde, lelijke en wanstaltige dingen die het leven tot zo'n zware last kunnen maken?
Het te kunnen schilderen zoals het werkelijk was! Wat zou dat geweldig zijn. Ik zag mezelf al achter mijn ezel zitten op het grote grasveld, met het enorme gebouw voor me.
'Je zou er nooit willen wonen', zei Drake ontmoedigend. 'Geloof me. Het was zo triest allemaal. Ik heb beloofd dat ik in contact zou blijven met hem, dus ik denk dat ik hem over een paar dagen zal opbellen. Ik zie wel iets in de kans om in zijn bedrijf te werken, als directeur natuurlijk. Maar zeg niet tegen Heaven dat ik dat gezegd heb.'
'Natuurlijk niet.' Opnieuw was ik verbaasd over Drakes bereidheid om het niet alleen voor mijn moeder verborgen te houden, maar ook een relatie voort te zetten met Tony Tatterton, iets wat ze verschrikkelijk zou vinden. Wat voor man kon Tony Tatterton zijn, vroeg ik me af, dat hij zo'n uitwerking kon hebben op Drake, en zo'n sterke invloed kon uitoefenen, zelfs nu nog?
'Nou ja, hoe dan ook, ik zie je over een paar weken. Ik vrees dat ik Fanny's grote verjaardagspartij zal moeten missen, wat ik jammer vind. Ze schreef me dat ze een band heeft gehuurd en een cateringbedrijf heeft genomen. Ze heeft hopen mensen uitgenodigd, ook veel vrienden van je ouders. Ze heeft zelfs mensen aangenomen om haar huis en het terrein te versieren. Kun je je voorstellen dat je zo'n groot feest aanricht voor jezelf? Ik weet alleen dat ze haar eigen publiek uitzoekt voor een van haar excentrieke opvoeringen. Maak aantekeningen, zodat je me alle belachelijke en pijnlijke dingen kunt vertellen die ze doet. Ik stel me voor dat ze al haar jonge vriendjes uitnodigt, die zich om haar heen zullen verzamelen als hovelingen aan de voeten van een koningin. Ik moet al lachen als ik eraan denk.'
'Voor Luke is het niet om te lachen', zei ik. Ik vond het triest dat zelfs Drake de spot dreef met Fanny. 'Hij wil er niet heen! Hij is bang om erheen te gaan!' riep ik uit.
'O?' ,zei Drake met verbluffende onverschilligheid. 'Zeg maar dat hij zich in zijn kamer moet verstoppen. Ik bel je wel als ik Tony weer heb gesproken, en dan zal ik je vertellen of ik nog iets van belang te weten ben gekomen.'
Ik moest voortdurend denken aan wat hij had gezien en wat hij had gedaan.
'O, Drake, jij was de enige van ons die er ooit is geweest en nu ben je teruggegaan en ga je er weer naartoe', jammerde ik als een jaloers klein meisje. Ik kon het niet helpen.
'Jij zult er ook zijn, via mij', beloofde Drake op zachtere, vriendelijkere toon. 'En het zal geen spel van de verbeelding zijn. Tot gauw. Dag.'
De volgende dag op school kon ik bijna niet wachten tot het lunchpauze was, zodat ik Luke alles kon vertellen over Drakes telefoontje. Ik verwachtte niet dat hij even opgewonden zou zijn als ik, omdat hij geen wortels had in Farthy en zich niet zo bezighield met de voorouders en de mysteries in het verleden van mijn moeder. Hij kauwde lusteloos op zijn broodje en luisterde, maar ik kon zien dat hij erg van streek en verontrust was. In tegenstelling tot anders, weigerde hij het me te vertellen toen ik hem ernaar vroeg. De rest van de dag op school moest ik steeds aan hem denken en na schooltijd vroeg ik hem me naar huis te brengen, zodat ik hem kon uithoren.
Het was een van die late voorjaarsdagen die meer op hartje zomer lijken, met donzige, witte wolkjes in een turkooiskleu- rige lucht. Op weg naar huis hoorden Luke en ik het getinkel van ijs in karaffen limonade. Oude mensen zaten op veranda's en keken nieuwsgierig naar buiten. Een enkele keer hoorden we iemand zeggen: 'Dat is het meisje Stonewall',of: 'Is dat een van de Casteels?'
Ik haatte de manier waarop ze het woord 'Casteel' uitspraken, of het een vloek was, een familie die niet menselijk was. Ik wist dat het grotendeels kwam door tante Fanny's gedrag in de loop der jaren, en het feit dat de Casteels uit de Willies kwamen, mensen uit de bergen die niet zo ontwikkeld en rijk waren als de mensen uit het stadje. Die hadden minachting voor de manier waarop de mensen uit de Willies zich kleedden en leefden, en veel daarvan was begrijpelijk, maar waarom beseften ze niet hoe geweldig Luke was en hoeveel hij had overwonnen? Hij had gelijk. 'Kies de hoge bergen.'
Ik hield vooral in het voorjaar van deze wandeling van school naar huis, omdat de straten omzoomd waren met bloeiende bomen en heesters, frisse, groene gazons, tuinen met tulpen, irissen en azalea's, en schoongeboende paden en patio's. Spreeuwen zaten als wachters op de telefoonlijnen, en keken naar het verkeer van de auto's en de mensen onder hen. Roodborstjes zaten op de takken van de bomen en tuurden met nieuwsgierige oogjes tussen de koele, groene blade-ren door. Een enkele keer vloog er een kolibrie voorbij. Ze schenen een eindeloze energie te hebben, hoe warm het ook was. De wereld zag er fris en vrolijk uit.
Het grootste deel van de weg naar huis liep Luke met op elkaar geklemde lippen en gebogen hoofd. Toen ik bij de ingang van het pad naar Hasbrouck House bleef staan, merkte ik dat het niet eens tot hem doorgedrongen was dat we er waren.
'Zullen we even in het prieel gaan zitten?' vroeg ik hoopvol, want ik wilde hem bij me houden tot hij me precies had verteld wat hem dwars zat.
'Nee, ik ga maar naar huis', zei hij melancholiek.
'Luke Toby Casteel!' riep ik ten slotte uit, en plantte mijn handen op mijn heupen. 'Jij en ik zijn niet gewend geheimen voor elkaar te hebben, zelfs al zijn ze pijnlijk.'
Hij staarde me even aan, of hij net wakker was geworden en nu pas merkte dat ik er was. Toen wendde hij zijn blik af.
'Ik ben gisteren toegelaten tot Harvard met een volledige beurs', zei hij met een verbluffend gebrek aan gevoel en opwinding.
'O, Luke, wat geweldig!'
Hij hief zijn hand op, ten teken dat dat niet alles was wat hij erover te zeggen had, en sloeg toen zijn ogen weer neer om moed te verzamelen om verder te gaan, terwijl ik met een brok in mijn keel stond te wachten.
'Ik heb mijn moeder zelfs nooit verteld dat ik een aanvraag had ingediend voor Harvard. Telkens als ik het erover had, begon ze met een van haar tirades over aristocraten en die ondankbare familieleden die denken dat ze zoveel beter zijn dan zij. Ze ging tekeer over oom Keith en tante Jane, die haar nooit opbelden of schreven of haar bestaan erkenden. Het zit haar dwars dat ze nooit was uitgenodigd op Farthinggale, zelfs niet op de huwelijksreceptie van je ouders. In haar gedachten gooit ze alles op één hoop: Harvard, de Tattertons, rijkdom en wat ze noemt de "dorpssnobs".'
'Maar Luke, dat is niet eerlijk tegenover jou', troostte ik hem. Hij knikte.
'In ieder geval', ging hij verder, 'heb ik haar niets verteld over mijn aanvraag. Gisteren kwam de brief waarin de beurs werd toegekend en zij maakte hem open. Toen werd ze dronken en verscheurde hem. Ik vond de snippers op de grond in mijn kamer.'
'O, Luke, dat spijt me.' Ik kromp ineen bij de gedachte hoe hij zich gevoeld moest hebben toen hij zijn kamer binnenkwam en ontdekte dat zo'n belangrijk stuk papier in snippers op de grond lag.
'Het geeft niet. Het feit dat ze het verscheurd heeft zal me niet beletten erheen te gaan. Het waren de afschuwelijke dingen die ze zei toen ze in een van haar dronken buien was.'
Hij hoefde me niet te vertellen wat die afschuwelijke woorden inhielden.
'Over mijn vader?' Hij knikte. Ik haalde diep adem om me voor te bereiden. 'Je kunt het me maar beter vertellen.' Ik sloot mijn ogen en kromp ineen bij de gedachte aan wat ik te horen zou krijgen.
'Ik zal je niet alles vertellen, want sommige dingen waren zo gemeen en hatelijk, dat ik ze niet eens wil onthouden, laat staan ze tegen jou herhalen. Het ergste was toen ze me ervan beschuldigde dat ik meer op Logan leek dan op haar, dat ik trouwer was aan hem dan aan haar, maar echt waar, Annie, jouw ouders behandelen me beter dan zij. Ze is bijna nooit thuis om voor het eten te zorgen, maar ze haat me omdat ik zo vaak bij jullie ben!'
'O, maar ze haat je niet, Luke.'
'Ze haat de helft van me, de Stonewall-helft, dus wordt ze dronken en gaat ze er vandoor met een van haar jonge vriendjes, en dan gaat ze tegen mij tekeer, omdat ik een hekel aan haar heb als ze dronken is en met die jongens omgaat!'
'Het spijt me, Luke. Maar binnenkort ga je naar de universiteit en dan laat je dit alles achter je', beloofde ik hem, ook al vond ik het een verschrikkelijk idee dat hij en ik gescheiden zouden zijn.
'Waar het om gaat is dat ik haar niet haat, Annie. Ik haat wat ze zichzelf soms aandoet, en ik heb medelijden met haar en het leven dat ze heeft gehad. Dus heb ik hard gewerkt om succes te hebben, zodat ze trots kon zijn en met opgeheven hoofd over straat kon lopen. Niet dat ze dat niet toch zou doen', voegde hij eraan toe. Ik glimlachte. Tante Fanny zou geen seconde aarzelen om met elk succes tegen iedereen in Winnerrow te lopen pronken. 'Maar in plaats dat ze blij was dat ik in Harvard ben geaccepteerd en een volledige beurs krijg, beschuldigt ze me ervan dat ik haar in de steek laat.'
'Ze bedenkt zich nog wel', verzekerde ik hem. Arme Luke, dacht ik. Hij had zo hard gewerkt om te zorgen dat we trots op hem konden zijn, en zijn moeder had die trots vertrapt. Zijn hart moest gebroken zijn. Ik wilde hem troosten, hem sussen, hem in mijn armen houden en hem helpen weer blij en tevreden te zijn. Ik kon het, als... als er niet zoveel was dat het me belette.
'Ik weet niet. In ieder geval verheug ik me niet erg op haar verjaardag. Ze heeft iedere man uitgenodigd met wie ze ooit is uitgeweest en een paar van haar vrienden van lager allooi, alleen om het de familie in te peperen.' Hij schudde zijn
hoofd. 'Het zal niet erg prettig voor ons worden.'
'Mijn moeder is er wel tegen opgewassen; dat is ze altijd', zei ik, en de gedachte aan mijn moeder monterde me weer wat op. 'Ze blijft een dame, wat er ook gebeurt. Ik hoop dat ik de helft van haar kracht zal hebben als ik zo oud ben als zij.'
Luke knikte wijs, met die analytische blik in zijn ogen als hij tot een van zijn conclusies kwam.
'Dat zul je. Je lijkt als twee druppels water op haar.'
'Dank je. Er is niemand op wie ik meer zou willen lijken. En maak je geen zorgen over het verjaardagsfeest. Ik zal bij je zijn om te helpen als tante Fanny het te bont maakt', verzekerde ik hem. Mijn ogen waren even intens en mijn gezicht stond even vastberaden als van mama als ze vastbesloten was.
'Je hebt haar nog nooit meegemaakt als ze het echt te bont maakt, Annie', waarschuwde Luke. Toen schudde hij zijn hoofd en glimlachte. Zijn gezicht klaarde op. 'In ieder geval bedankt voor het luisteren. Je bent er altijd als ik je nodig heb en het heeft altijd een groot verschil gemaakt. Je hebt geen idee hoe groot, Annie. Alleen al de wetenschap dat jij er was hielp me om door te zetten, die hogere bergen te beklimmen, dat uitzicht te willen zien. Toen ik door Harvard werd geaccepteerd, dacht ik bij mezelf: Annie zal zo trots op me zijn, en het is voor Annie dat ik dit zo graag wil, dat ik iets wil bereiken. Soms heb ik het gevoel dat jij de enige echte familie bent die ik heb. Dank je, Annie.'
'Daar hoef je me niet voor te bedanken, Luke Toby Jr.' Het beviel me niet zoals dat klonk, net of ik niet meer dan een goede vriendin was. Ik was meer; ik moest meer zijn. Ik wilde meer zijn. 'Jij hebt ook vaak naar mijn problemen geluisterd.' Hij glimlachte bij die woorden en zijn blauwe ogen werden even warm en stralend als de lucht boven ons.
'Ik zal je missen als je naar Europa gaat om aan een kunstacademie te studeren. Maar ik weet hoe belangrijk het voor je is', voegde hij er op zachte toon aan toe. 'En ik weet dat het je zal helpen de beroemde schilderes te worden waartoe je bent voorbestemd.'
'Ik zal je geregeld schrijven, maar ik weet zeker dat je na de eerste week op de universiteit al een vriendinnetje zult hebben.' Ik wilde hem zo graag zeggen dat ik altijd zijn vriendinnetje zou zijn, maar hoe kon ik dat? We waren broer en zus, en het leek of de hele wereld stond tussen ons en wat we werkelijk wilden, want diep in mijn hart wist ik dat hij hetzelfde voelde als ik, en ons hart treurde en wenste dat we eeuwig bij elkaar konden blijven.
Dus moesten we net doen alsof, net doen of we allebei een ander zouden vinden, al hoopten we in ons hart dat het nooit zou gebeuren.
Zijn glimlach verdween en hij werd zo ernstig als een dominee op zondag.
'Ik weet het niet. Na jou mijn leven lang als vriendin te hebben gehad, moet ze wel volmaakt zijn om in aanmerking te kunnen komen.' Zijn blauwe ogen keken me vol warmte en tederheid aan, maar het was meer dan alleen broederlijke genegenheid. Hij keek me aan met zoveel verlangen dat ik een blos omhoog voelde kruipen naar mijn wangen. Hij keek naar me en ik keek naar hem als twee jonge minnaars. Het viel niet te ontkennen. Met elke vezel in mijn lichaam hunkerde ik ernaar hem te omhelzen; ik kon zijn lippen bijna op mijn mond voelen. Hij wachtte op een aanmoediging. Ik moest er een eind aan maken voor het te ver ging.
'Ik bel je later', fluisterde ik ademloos, en toen rende ik weg naar Hasbrouck House. Toen ik achteromkeek, stond hij nog op dezelfde plaats. Hij zwaaide, en ik zwaaide terug. Snel liep ik naar binnen, naar mijn kamer. Mijn hart bonsde luider dan ooit. Waarom moest Luke mijn halfbroer zijn, dichter bij me dan iemand van mijn leeftijd ooit zou kunnen zijn? We deelden zoveel, ons geluk en ons verdriet.
Ik wilde dat hij een vreemde was die naar Harvard ging, en dat ik op bezoek was bij Tony Tatterton in Farthinggale, en Luke en ik elkaar net hadden ontmoet in Boston. Misschien in een warenhuis. Hij zou naast me komen staan en iets zeggen als: 'O, nee, dat is jouw kleur niet. Hier.' Hij zou de groenblauwe sjaal pakken. 'Je moet het blauw in je ogen accentueren.'
Ik zou me omdraaien en in het knapste gezicht staren dat ik ooit had gezien en meteen verliefd worden.
'Vergeef me dat ik zo brutaal ben, maar ik kon niet rustig toezien hoe je een fout maakte.' Hij zou met zijn gebruikelijke zelfverzekerdheid spreken en ik zou halsoverkop verliefd worden. Ik voelde me altijd zekerder van mezelf als ik bij Luke was.
'Dan dank ik je vriendelijk', zou ik zeggen, en koket met mijn ogen knipperen. 'Maar eerst moet ik je naam weten.'
'Luke. En jouw naam is Annie. Dat ben ik al te weten gekomen.'
'O, ja?' Ik zou me gevleid voelen, onder de indruk. Later zouden we koffie gaan drinken en praten en praten. We zouden telkens als ik in Boston kwam naar een film gaan en ergens gaan eten. Dan zou hij me in Farthinggale komen opzoeken en we zouden elkaar leren kennen in die vorstelijke omgeving, alleen zou het niet zijn zoals Drake het had beschreven; het zou zijn zoals Luke en ik het hadden gefantaseerd: een kasteel vol regenboogkleurige droomkamers. Kon ik maar gaan slapen en ontwaken als de droom werkelijkheid was geworden.
Maar dat kon niet. De tijd was als een achtbaan en we naderden de top van de hoogste helling. We stonden op het punt eindexamen te doen en dan zouden we onze toekomst tegemoettreden, die ons in een heel andere richting zou kunnen voeren. We zouden niet eens meer achterom kunnen kijken.
Ik stond voor het raam van mijn slaapkamer en keek hem na toen hij wegliep, en daarna lag ik op bed en staarde uit het raam door de roze-met-witte gordijnen. Ik hoorde hoe de vogels elkaar een serenade brachten en luisterde naar het kloppen van mijn hart. Het maakte me zo bedroefd dat ik naar het me leek urenlang huilde. Plotseling hoorde ik moeders zachte, bezorgde stem.
'Annie, wat is er?' Ze kwam snel binnen en kwam naast me op bed zitten. 'Liefje toch.' Ik voelde haar troostende hand over mijn lange, donkerbruine haren strijken.
'O, moeder, ik weet het niet', kreunde ik. 'Soms moet ik gewoon huilen, ik kan er niets aan doen, maar dan voel ik me zo afschuwelijk. Ik weet dat ik gelukkig hoor te zijn. Straks heb ik eindexamen gedaan en dan ga ik voor een lang bezoek naar Europa en zie al die prachtige steden en plaatsen waar de meeste mensen alleen maar over lezen of er foto's van zien, en ik heb zoveel dingen die andere meisjes van mijn leeftijd niet hebben, maar...'
'Maar wat, Annie?'
'Maar alles lijkt plotseling zo gauw te gaan. Luke staat op het punt naar de universiteit te gaan en een ander mens te worden. We zullen elkaar misschien bijna nooit meer zien', huilde ik.
'Maar dat hoort bij het volwassen worden, lieverd.' Ze glimlachte en gaf me een zoen op mijn wang.
'En alle dingen die altijd zo groot en belangrijk leken lijken klein en... en simpel. Het prieel...'
'Wat is er met het prieel, Annie?' Ze wachtte met een verstarde glimlach, terwijl ik probeerde de woorden te vinden die zowel voor mij als voor haar zinvol zouden zijn.
'Het is... nu alleen nog maar een prieel', protesteerde ik.
'Het is nooit iets anders geweest, Annie.'
'Nee, het was meer', hield ik vol. Zoveel meer, dacht ik. Het was ons droompaleis en de dromen verdwenen te snel.
Ze schudde haar hoofd.
'Je maakt alleen iets door wat iedereen van jouw leeftijd doormaakt, Annie. Het leven kan angstaanjagend zijn als je bij zo'n kruispunt komt. Al die tijd ben je een klein meisje geweest, beschermd en bemind, en nu wordt er van je verlangd dat je volwassen wordt en verantwoordelijkheid neemt.'
'Is dat ook met jou gebeurd?' vroeg ik.
'Al veel eerder, vrees ik.'
'Omdat je vader jou en je broertjes en zusjes verkocht?'
'Daarvóór al, Annie. Ik had niet veel gelegenheid om een klein meisje te zijn. Voor ik wist wat er gebeurde, moest ik een moeder zijn voor Keith en Jane.'
'Ik weet het. En aan Fanny had je niets', herhaalde ik. Ik had dat al eerder gehoord en was bang dat het alles zou zijn wat ik nu zou horen.
'Nee.' Ze lachte. 'Nauwelijks. Fanny heeft haar frustraties altijd als een ouwe jas van zich af kunnen gooien. Maar je oom Tom was een grote hulp. Tom was geweldig en sterk en heel volwassen voor zijn leeftijd. Ik wou dat je hem gekend had', ging ze weemoedig verder. In haar ogen verscheen een afwezige blik.
'Maar je leven werd veel beter toen je in Farthy kwam te wonen, hè?' drong ik aan, in de hoop dat ze me wat meer zou vertellen. Ze leek verbaasd, alsof ze werkelijk in een andere wereld had vertoefd.
'Niet meteen. Vergeet niet dat ik een meisje uit de Willies was dat plotseling in een chique, mondaine, luxueuze wereld terechtkwam en naar een dure kostschool werd gestuurd waar alleen rijke, snobistische meisjes waren, die me het gevoel gaven dat ik er niet bijhoorde en ongewenst was.' Haar gezicht verhardde zich toen ze eraan terugdacht. 'Rijke meisjes kunnen heel wreed zijn omdat hun geld en rijkdom ze als een cocon beschermen. Zorg dat je nooit onverschillig en meedogenloos bent tegenover degenen die minder hebben dan jij, Annie.'
'Nee, mama', zei ik. Moeder had me dat al ingeprent vanaf het moment dat ik leerde praten.
'Nee, ik geloof niet dat je dat zult zijn.' Ze glimlachte. 'Al heeft hij nog zo zijn best ervoor gedaan, je papa is er niet in geslaagd een verwend meisje van je te maken', zei ze met tedere uitdrukking in haar ogen.
'Moeder, wil je me ooit vertellen waarom je Tony Tatterton zo haat?' Ik slikte en beet hard op mijn tong om niets te vertellen over Drakes brief en zijn bezoek aan Farthy.
'Ik heb meer medelijden met hem dan dat ik hem haat, Annie', zei ze met vaste stem. 'Hij mag dan een van de rijkste mensen van de Oostkust zijn, maar voor mij is hij een pathetische figuur.'
'Maar waarom?'
Ze keek me doordringend aan. Kon ze naar me kijken en de dingen zien die ik al wist, de dingen waarover Drake had geschreven en die hij aan de telefoon had verteld? Ik moest mijn blik afwenden, maar de waarheid was dat ze niet naar mij keek, maar door me heen, naar haar eigen herinneringen. Ik zag hoe ze haar lippen vertrok, haar ogen half dichtkneep, glimlachte en toen haar voorhoofd fronste.
'Moeder?'
'Annie', antwoordde ze, 'lang geleden heeft iemand me eens verteld dat je soms in de val loopt door te denken dat verlangen en behoefte gelijk zijn aan liefde. Hij had gelijk.
Liefde is iets veel kostbaarders, maar ook iets veel fragielers. Zo teer als... als een van onze allerkleinste, ingewikkeldste stukjes speelgoed. Als je het te stevig vasthoudt, vergruizelt het tussen je vingers, maar als je het te losjes vasthoudt waait de wind het weg en valt het te pletter op de koude, harde grond. Luister naar de stem in je hart, Annie, maar wees er absoluut zeker van dat die stem echt uit je hart komt. Zul je daaraan denken, Annie?'
'Ja. Maar waarom vertel je me dit? Heeft het iets te maken met je leven in Farthy?' Ik hield mijn adem in.
'Op een dag zal ik je alles vertellen, Annie. Ik beloof het je. Het is nu nog niet het moment ervoor. Vertrouw me alsjeblieft.'
'Ik vertrouw je, moeder. Meer dan wie ook ter wereld.' Ik kon het niet helpen, maar ik voelde me teleurgesteld. Die belofte had ik al zoveel jaren gehoord. Wanneer zou het eindelijk het juiste moment zijn? Ik was al achttien, een volwassen vrouw. Ze had me haar kostbaarste diamanten gegeven, en de replica van de bungalow, die haar het dierbaarst van alles was. Wanneer zou ze me haar ware levensverhaal geven?
'Mijn Annie, mijn dierbare, dierbare Annie.' Ze omhelsde me en drukte haar wang tegen de mijne. Toen zuchtte ze en stond op. 'Kom, ik heb nog geen verjaarscadeau gekocht voor je tante Fanny. Wil je me helpen om iets uit te zoeken?'
'Ja. Maar Luke ziet ontzettend tegen dat feest op.'
'Ik weet het. Waarom we altijd zo inschikkelijk zijn tegen haar is me een raadsel. Maar onderschat je tante Fanny niet. Ze praat als een hillbilly, maar ze is allesbehalve dom. Ze geeft ons een schuldgevoel voor we de kans krijgen om nee te zeggen. Er is niemand zoals zij', eindigde ze hoofdschuddend en met een geamuseerde glimlach.
'Praat met haar over Luke, moeder. Zorg dat ze ophoudt met hem een schuldgevoel te geven dat hij naar Harvard gaat.'
'Ze hebben hem geaccepteerd?' vroeg ze enthousiast.
'Ja. En met een volledige beurs!'
'Fantastisch!' Ze richtte zich trots op. 'Weer een afstammeling van opa Toby Casteel die naar Harvard gaat', declameerde ze, of ze het hele stadje op de hoogte wilde brengen. Toen verzachtten haar ogen zich. 'Maak je geen zorgen over Fanny. Ze zegt en doet iets dramatisch, maar in haar hart is ze trots op Luke, en ik weet zeker dat ze een reden zal vinden om hem op te zoeken en als een koningin over die campus te schrijden.'
Ze sloeg haar armen over elkaar, zoals tante Fanny vaak deed, en gooide haar hoofd naar achteren.
'Mijn zoon loopt hier, dus niemand zal me tegenhouden om ook over dat gras te lopen als ik daar zin in heb.'
We lachten en ze drukte me weer tegen zich aan.
'Zo is het beter. Nu ben je weer de Annie die je hoort te zijn, vrolijk, lief en gelukkig. Je bent alles wat ik me had kunnen wensen, lieverd', zei ze zachtjes. Mijn tranen waren nu tranen van geluk.
Mijn moeder kon de donkere wolken zo snel verdrijven. Plotseling was mijn wereld vol stralende zonneschijn, en het gezang van de vogels klonk niet langer melancholiek. Ik gaf haar een zoen en ging naar de badkamer om mijn betraande wangen te wassen, zodat ik een verjaarscadeau voor tante Fanny met haar kon gaan kopen.