2. Verjaardagsgeschenken

De achttiende verjaardag van Luke en van mij was voor ons beiden een heel speciale dag. Mijn ouders kwamen die ochtend mijn kamer binnen om me te wekken. Papa had een gouden medaillon voor me gekocht met zijn en mama's foto erin. Het hing aan een vierentwintigkaraats gouden ketting en glansde als een amulet. Hij hing het om mijn hals en gaf me een zoen en omhelsde me zo stevig dat mijn hart bonsde. Hij zag mijn verbaasde blik.

'Ik kan het niet helpen', fluisterde hij. 'Je bent nu een echte jongedame geworden en ik ben bang mijn kleine meisje kwijt te raken.'

'O, papa. Ik zal altijd jouw kleine meisje blijven', riep ik uit.

Hij kuste me opnieuw en drukte me heel stevig tegen zich aan, tot mama haar keel schraapte.

'Ik heb iets wat ik Annie nu graag wil geven', kondigde ze aan. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik zag wat ze in haar hand hield: iets waarvan ik wist dat het belangrijker voor haar was dan haar mooiste juwelen. Ik kon zelfs niets bedenken dat haar dierbaarder was, en nu wilde ze het aan mij geven!

Ik dacht aan de tijd toen ik klein was, nog voordat ik oud genoeg was om naar school te gaan. Ik herinnerde me dat mijn moeder, naar wat me urenlang leek, mijn haar borstelde in haar kamer, terwijl ze voor haar toilettafel zat en we luisterden naar de muziek van Chopin. Dan kwam er een dromerige uitdrukking op haar gezicht en speelde er een zachte glimlach om haar lippen.

Naast ons, op een veel kleinere tafel, stond wat ik altijd haar poppenhuis noemde, ook al was het geen echt poppenhuis; het was een van de weinige exemplaren van het Tatterton-speelgoed die we in ons huis hadden. Het was een replica van een kleine bungalow met een doolhof ernaast. Ik mocht er niet aankomen, maar soms nam ze het dak eraf en liet me erin kijken. Het huis bevatte twee mensen, een jongeman en een jong meisje. De man lag languit op de grond, met zijn handen achter zijn hoofd gevouwen; hij keek op naar het meisje, dat aandachtig naar hem leek te luisteren.

'Wat zegt hij tegen haar, mama?' vroeg ik.

'Hij vertelt haar een verhaaltje.'

'Wat voor verhaaltje, mama?'

'O, een verhaaltje over een betoverde wereld, waar mensen het altijd warm en gezellig hebben, waar alleen maar schoonheid en liefde heersen.

'Waar is die wereld, mama?'

'Een tijdlang was die in die bungalow.'

'Kan ik ook naar die wereld toe, mama?' 'O, m'n lieve, lieve Annie, ik hoop het zo.'

'Ben jij daar geweest, mama?'

Ik zag haar gezicht nog voor me toen ze me antwoord gaf. Haar ogen waren blauwer dan de lucht ooit geweest was, en de glimlach om haar lippen werd breder, tot haar hele gezicht zachter en mooier werd. Ze zag er zelf uit als een klein meisje-

'Ja, Annie. Eén keer.'

'Waarom ben je weggegaan, mama?'

'Waarom?' Ze keek om zich heen, alsof het antwoord geschreven stond op een blad papier dat ze ergens had laten liggen. Toen keek ze weer naar mij. Tranen glinsterden in haar ogen, en ze omhelsde me. 'Omdat, Annie... omdat het te mooi was om waar te kunnen zijn.'

Natuurlijk begreep ik er niets van, maar ik dacht er verder niet meer aan. Ik keek liever naar alle kleine meubeltjes en snuisterijen. Ze waren zo perfect, dat ik ze wilde aanraken. Maar dat mocht ik niet, want ze waren te teer.

En nu gaf ze het aan mij. Ik keek naar papa. Hij staarde met halfdichtgeknepen ogen naar de bungalow. Ik wist niet wat die voor hem betekende.

'Mama, nee, het betekent zoveel voor jou', protesteerde ik.

'En jij betekent nog veel meer voor mij, lieverd', zei mama, terwijl ze me het poppenhuis overhandigde. Ik nam het dankbaar aan en bracht het snel in veiligheid op mijn kast.

'O, dank je, ik zal er heel zuinig op zijn en het als een schat bewaren', zei ik, niet alleen omdat het haar zo dierbaar was, maar omdat ik altijd, als ik naar die man en het meisje in het huis had gekeken, dacht aan Luke en mijzelf die lang en gelukkig samenleefden in precies zo'n huisje.

'Goed, lieverd.'

Mijn ouders keken me glimlachend aan, allebei nog zo jong en gelukkig. Wat een heerlijke ochtend om wakker te worden, dacht ik. Ik wenste dat mijn achttiende verjaardag eeuwig zou duren, dat mijn hele leven niet meer dan één lange, gelukkige dag zou zijn, waarop iedereen in een vrolijke, gelukkige stemming verkeerde en lief was voor elkaar.

Toen ze weg waren nam ik een douche en ging toen voor mijn kast staan om te overleggen wat ik op deze speciale ochtend zou aantrekken. Ik koos de roze angora trui en witzijden rok, een combinatie die leek op de kleren van het jonge meisje in de speelgoedbungalow.

Ik borstelde mijn haar, stak het opzij vast en deed een lichtroze lippenstift op. Tevreden over mezelf holde ik de kamer uit en sprong de trap met de zachtblauwe loper af. Alsof de hele wereld mijn verjaardag vierde, scheen buiten een stralende zon. Zelfs de bladeren en lange, dunne takken van de treurwilgen voor de ramen aan de voorkant leken doorschijnend. Al het groen was groener. Elke bloem was kleurrijker. De wereld was een en al kleur en warmte.

Onderaan de trap bleef ik staan omdat het doodstil was in huis... niemand praatte, er liep geen bediende rond.

'Hallo? Waar is iedereen?'

Ik liep de eetkamer binnen. De tafel was gedekt voor het ontbijt, maar er was niemand. Ik keek in de zitkamer en de salon en de studeerkamer, maar ik zag niemand. Zelfs Drake, die de avond tevoren thuis was gekomen van de universiteit, speciaal voor mijn verjaardag, was nergens te bekennen.

'Moeder? Papa? Drake?'

Ik ging zelfs naar de keuken. De koffie stond te pruttelen, de eieren waren losgeklopt en klaar voor de koekenpan, de sneetjes brood waren in de toaster, wachtend om te worden geroosterd, de glazen vruchtensap stonden op de zilveren bladen, maar er was niemand in de keuken. Waar was Roland Star, onze kok, of mevrouw Avery, onze huishoudster? En ik had Gerald Wilson, onze butler, niet gezien in een van de gan- gen of rustig wachtend in een hoek.

'Wat is er aan de hand?' Ik glimlachte verward en opgewonden. Ten slotte liep ik naar de voordeur en maakte die open om naar buiten te kijken.

Daar stonden ze: mijn moeder, mijn vader, Drake, de bedienden, en iets terzijde, Luke, allemaal met een geheimzinnige glimlach.

'Wat is er aan de hand?' vroeg ik, en liep naar buiten. 'Waarom zijn jullie...'

En daar stond hij. Op de een of andere manier had mijn vader de vorige avond stiekem een splinternieuwe Mercedes convertible op de oprijlaan geparkeerd. Hij was lichtblauw met fonkelende aluminium wielen. Ze hadden hem in twee brede roze linten verpakt. Voor ik iets kon zeggen begonnen ze allemaal luidkeels 'Happy Birthday' te zingen. Er kwam een brok in mijn keel toen ik om de auto heen liep en het nummerbord zag met mijn naam.

'Wel gefeliciteerd, lieve Annie', zei mijn moeder. 'Nog heel, heel veel gelukkige jaren en net zulke blijde verjaardagen als deze.'

'Dat is onmogelijk!' riep ik uit. 'Ik kan nooit gelukkiger zijn dan nu! Dank je wel, iedereen.'

Ik gaf papa een zoen en omhelsde Drake.

'Ik weet niet hoe jullie erover denken', zei mijn vader, 'maar ik sterf van de honger!'

Iedereen lachte en de bedienden kwamen langs, gaven me een zoen en feliciteerden me voor ze weer aan het werk gingen. Alleen Luke hield zich afzijdig. Ik wist dat hoe hij ook behandeld werd, hij zich altijd een buitenstaander voelde.

'Kom, Luke', riep mijn moeder, toen ze zag dat hij was blijven staan. 'Logan en ik hebben voor jou ook iets bijzonders.'

'Dank je, Heaven.'

Mijn moeder keek naar Luke en toen naar mij en voegde zich bij de anderen. Luke verroerde zich niet.

'Kom, malle!' riep ik. 'Het is onze speciale dag.' Hij knikte.

'Wat een prachtige auto.'

'We gaan meteen na het ontbijt een eindje rijden, oké?'

'Goed.' Maar hij keek verward. 'Heaven had mijn moeder uitgenodigd, maar ze heeft een kater. Ik weet niet of ze zal kunnen komen', legde hij uit.

'O, Luke, het spijt me.' Ik pakte zijn hand. 'Vandaag mogen we ons door niets bedroefd laten maken, en anders gaan we rechtstreeks naar het prieel en reizen hier vandaan.' Hij glimlachte. Toen we nog heel klein waren, brachten we daar veel tijd door. Het was een heel speciaal plekje voor ons geworden, het middelpunt voor onze fantasieën. Zonder het ooit openlijk te zeggen, wisten we dat als we iets speciaals wilden zeggen of doen, we naar het prieel gingen.

Drie treden omhoog, en het was of je boven de werkelijke wereld uitsteeg. Het was een groot prieel, met een ronde bank langs de wand. Mijn ouders hadden het wit en groen laten schilderen. Aan de zolderbalken waren kleine lantaarns bevestigd, zodat het 's avonds verlicht kon worden, wat het in de ogen van Luke en mij nog betoverender maakte.

Wij waren praktisch de enigen die het ooit gebruikten. Het was meer een decoratie. Ik kon me niet herinneren wanneer mijn vader er ooit was geweest. Drake wilde er nooit zitten. Hij zat liever in de studeerkamer, zelfs op zonnige, warme dagen. Tenzij ik erheen wilde en hij niets anders te doen had. Dan ging hij mee, maar klaagde aan één stuk door over de insecten en de harde houten banken.

'Ik wil er toch graag naar toe', zei Luke. 'Ik heb iets voor je', voegde hij eraan toe.

'En ik heb iets voor jou. Zie je wel? Dit wordt een fantastische dag. Gefeliciteerd.'

'Van harte gelukgewenst, Annie.'

'Mooi. En laten we nu gaan eten. Ik rammel. Ik heb honger gekregen van al die opwinding.'

Hij lachte en we holden Hasbrouck House binnen.

Luke vergiste zich wat zijn moeder betrof. Tante Fanny maakte een van haar gebruikelijke dramatische entrees. We zaten allemaal aan tafel om te gaan ontbijten toen ze binnenkwam.

'Net iets voor jullie om niet even te wachten', riep ze uit, met haar handen op haar heupen. Ze droeg een zwartsatijnen hoed met een brede rand en een helgroen lint, en ze had haar haar opgestoken. Luke had kennelijk gelijk dat ze een kater had, want ze hield haar zonnebril op. Tante Fanny droeg vaak excentrieke kleren, vooral als ze bij ons op bezoek kwam. Ik dacht dat ze alleen maar probeerde mama te ergeren, maar mijn moeder leek nooit veel aandacht te schenken aan Fanny's kleren. Vandaag droeg ze een donkergroene, korte leren rok en een leren vest op een roze blouse met ruches. Al die kleuren deden haar op een kerstboom lijken.

'We zijn al een halfuur later dan het plan was, Fanny', zei mama.

'O, ja?' Ze zette haar hoed af en zuchtte. Toen deed ze een stap naar voren en haalde een in cadeaupapier verpakte doos onder haar rechterarm vandaan. 'Welgefeliciteerd, Annie, schat.'

'Dank je, tante Fanny.' Ik nam de doos van haar aan en draaide me half zodat ik het zonder de anderen te storen kon uitpakken. Papa steunde met zijn kin op zijn gevouwen handen en keek strak voor zich uit. Luke hield zijn ogen neergeslagen en schudde zijn hoofd. Drake grijnsde breed. Van ons allemaal had Drake het meeste plezier in tante Fanny. Ik geloof dat ze dat wist, want ze keek altijd naar hem en knipoogde alsof er iets speciaals tussen hen was.

Haar cadeau was vrij uniek en heel onverwacht - een met de hand bewerkt, ivoren juwelenkistje dat "Memories" speelde uit de musical Cats als je het opendeed. Mama sperde haar ogen open. Ze was onder de indruk.

'Wat mooi, Fanny. Waar heb je dat vandaan?'

'Dat kun je in Winnerrow niet krijgen, Heavenly. Ik heb een... eh, vriendje van me ervoor naar New York gestuurd, speciaal voor jou, Annie.'

'O, dank je wel, tante Fanny.'

Ik gaf haar een zoen en ze straalde.

'Lukes presentje is thuis. Te groot om mee rond te zeulen. Hij krijgt z'n eigen kleuren-tv.'

'O, wat fijn voor je, Luke', zei mama, maar Luke schudde bijna onmerkbaar zijn hoofd. Hij keek niet vaak naar de televisie. Hij las.

'Jullie hadden beter een paar maanden na elkaar geboren kunnen worden', zei tante Fanny, terwijl ze aan tafel plaatsnam. 'Dan zou het niet zo'n heisa zijn met die verjaardagen van jullie.' Ze schaterlachte. 'Nou, wat moeten jullie nou? Dit is toch een ontbijt? Aanvallen dan. Ik heb geen hap gegeten sinds... gistermorgen.' Ze lachte weer.

Ondanks tante Fanny's wilde capriolen en luide commentaren, hadden we een hoop plezier. Deze verjaardag was de mooiste en meest fantastische van mijn leven. Het was een uitzonderlijke dag, een dag vol muziek en gelach en zonlicht, een dag die pagina's en pagina's in mijn dagboek zou vullen. En ik wachtte vol ongeduld tot Luke zou poseren voor wat ik zijn 'Achttiende-Verjaarsportret' wilde noemen.

Iedereen behandelde me als een echte prinses. Zelfs de bedienden hadden cadeautjes voor me gekocht. En toen gebeurde er nog iets bijzonders.

Voordat ik met Luke een eindje kon gaan rijden in mijn nieuwe auto en daarna naar het prieel sluipen, riep mijn moeder me bij zich en vroeg me met haar mee naar boven te gaan. We gingen naar de slaapkamer van haar en vader. Het was een enorme kamer met een reusachtig bed dat een met de hand bewerkt hoofdeinde van notenhout en grote notenhouten pilaren had. Het zag eruit of er zeker twaalf man voor nodig waren om het op te tillen.

Boven het bed hing een van de paar dingen die ik wist dat mijn moeder had meegenomen uit Farthinggale Manor, en omdat ik wist dat het daar vandaan kwam, had ik het altijd iets bijzonders gevonden. Natuurlijk wist ik het ook als schilderes te waarderen. Het was een schilderij van de oude hut in de Willies, met twee oude mensen in schommelstoelen op de veranda.

Mijn moeder had de kamer een paar keer opnieuw laten inrichten sinds we in Hasbrouck House waren gaan wonen. Er hingen nu elegante, blauw satijnen, met goudgele zij gevoerde gordijnen voor de ramen. De muren waren behangen met lichtblauw fluweel en het bijpassende lichtblauwe tapijt was zo dik en zacht dat ik het heerlijk vond er met blote voeten over te lopen.

Twee van de nieuwere en jongere handwerkslieden in de fabriek hadden ladenkasten en kleerkasten gemaakt van hetzelfde mooie notenhout als het bed. De toilettafel van mijn moeder besloeg nu bijna de gehele lengte van de grote spiegelwand. Ze nam me mee naar de toilettafel en trok een van de middelste laden open.

'Ik wil je iets geven', zei ze, 'nu je achttien bent geworden. Je zult het wel alleen bij speciale gelegenheden kunnen dragen, maar toch wilde ik het je vandaag geven.'

Ze pakte de lange, gitzwarte ju weiendoos, waarin zich haar kostbaarste diamanten ketting en bijpassende oorbellen bevonden.

'O, moeder!' Mijn mond viel open toen het tot me doordrong.

Ze maakte de doos open en we staarden naar de fonkelende diamanten. Ik kon zien dat ze bijzondere herinneringen bij haar wekten. Ik wilde dat ze me, alleen al door ze te dragen, de geheimen van ons verleden konden onthullen, de dierbare herinneringen van mijn moeder op mij overdragen, en me de wijsheid en kennis bijbrengen die ze had vergaard door haar pijnlijke en fantastische belevenissen.

'Deze was van mijn grootmoeder Jillian, die leefde als een koningin.'

'En die niet wilde dat je haar grootmoeder noemde', fluisterde ik. Ik herinnerde me een van de weinige dingen die ze me had verteld over haar leven in Farthinggale Manor.

'Nee.' Ze glimlachte. 'Ze was verschrikkelijk ijdel en klampte zich hardnekkig vast aan haar jeugd en schoonheid, aan haar illusies, als een verdrinkende vrouw die zich vastgrijpt aan een stuk wrakhout. Mooie juwelen en mooie kleren waren een paar van de dingen waaraan ze zich vasthield. Natuurlijk' , ging ze verder, nog steeds met die vertederde glimlach om haar lippen, 'had ze alle facelifts en schoonheidsbehandelingen en kuuroorden en wondercrèmes gehad die er maar waren. Ze droeg hoeden met een brede rand als ze in de zon liep, omdat ze bang was dat ze rimpels zou krijgen van de zon.

Haar huid bleef glad en haar teint gezond', ging ze verder. Ik hield mijn adem in, want ze had me nog nooit zoveel over haar grootmoeder verteld, en ik wilde niet dat ze zou ophouden. 'En al was ze twintig jaar ouder dan Tony, iemand die dat niet wist, kon het niet zien. Ze bracht uren en uren door achter haar toilettafel.' De glimlach van mijn moeder werd breder.

Ze zweeg even, verdiept in haar herinneringen.

'In ieder geval', ging ze toen verder, 'is dit iets wat ik geërfd heb, en ik wil dat jij het nu krijgt.'

'Ze zijn zo mooi, ik zal ze nooit durven dragen.'

'Je moet niet bang zijn om mooie dingen te dragen en te bezitten, Annie. Er is een tijd geweest dat ik dat ook was. Ik voelde me schuldig, omdat ik zoveel had en me herinnerde hoe arm ik en mijn familie het hadden toen we in de Willies woonden.' Er verscheen plotseling een vastberaden uitdrukking in haar blauwe ogen. 'Maar ik ontdekte algauw dat rijke mensen het niet meer waard zijn dan de armen om van alles te genieten wat dit leven heeft te bieden.

Je mag alleen nooit denken dat je beter bent dan een ander omdat je bevoorrecht bent opgegroeid', ging ze verder met een felheid die me duidelijk maakte dat haar woorden het gevolg waren van veel pijn en verdriet. 'De rijken worden vaak gedreven door dezelfde laaghartige motieven als de armen', voegde ze eraan toe, 'omdat ze meer vrije tijd hebben om zich over te geven aan hun eigen waanzin.'

'Heb je die dingen in Farthinggale geleerd?' vroeg ik zacht, in de hoop dat ze mijn achttiende verjaardag had gekozen als het moment waarop ze me haar duisterste geheimen zou onthullen.

'Ja', mompelde ze, maar toen knapte er iets, en onmiddellijk droogde de stroom herinneringen op. Haar ogen werden groot en helder, of ze net uit een hypnotische toestand was ontwaakt. 'Maar laten we niet over onplezierige dingen praten. Vandaag niet, schat.' Ze boog zich naar me toe, kuste me op de wang en legde toen de diamanten ketting en oorbellen in mijn handen. 'Het is tijd om ze aan jou te geven. Maar misschien vraag ik je wel eens of ik ze een keer van je mag lenen.'

We lachten allebei toen ze me omhelsde.

'Ik zal ze eerst even veilig opbergen en dan ga ik naar beneden', zei ik, terwijl ik me losmaakte uit haar omhelzing. 'Ik wil met Luke gaan rijden in mijn nieuwe auto.'

'En vergeet Drake niet. Hij verheugt zich er ook op, Annie.' Moeder drong er altijd op aan dat ik me meer met Drake bemoeide.

'Maar er zijn maar twee plaatsen!' riep ik ontsteld uit. Ik zou tussen hen beiden moeten kiezen en het risico lopen de gevoelens van de een of de ander te kwetsen.

'Drake is helemaal van de universiteit gekomen voor je verjaardag, Annie. Hij heeft zich zoveel inspanning getroost. Luke is er altijd, en bovendien breng je al veel te veel tijd met hem door. Ik heb gemerkt dat je al in maanden geen afspraak meer hebt gehad. De andere jongens raken waarschijnlijk ontmoedigd.'

'De jongens in mijn klas zijn dom en onvolwassen. Het enige wat ze leuk vinden is ergens heengaan om het op een zuipen te zetten en te bewijzen hoe mannelijk ze zijn. Met Luke kan ik tenminste een intelligent gesprek voeren', pleitte ik. Ik stond op het punt te gaan janken.

'Annie', zei ze met neergeslagen ogen, 'het is niet gezond.' Haar woorden vielen als zware regendruppels op me, omdat ik wist dat ze gelijk had. Ik knikte en probeerde mijn stem niet te laten beven.

'Ik heb medelijden met hem.'

'Dat weet ik. Maar straks gaat hij naar de universiteit om zijn eigen leven te beginnen en jij gaat een reis door Europa maken, waar je andere mensen leert kennen. Bovendien heeft zijn moeder geld genoeg voor hem, en is hij erg intelligent. Er is geen enkele reden om nu nog medelijden te hebben met Luke.'

'O, alsjeblieft, vertel hem nooit dat ik dat gezegd heb!'

'Dat zal ik niet doen, Annie. Ik hou van Luke en ik besef heus wel wat hij heeft doorgemaakt en waar hij al die jaren mee heeft moeten leven. Daarom bewonder ik hem omdat hij zo'n goeie jongen is geworden.' Ze streek over mijn haar. 

'Vooruit nu, berg je diamanten op en ga met Drake rijden en daarna met Luke. Vandaag geen tranen of trieste woorden. Ik verbied het. Misschien vraag ik de burgemeester van Winnerrow wel er een wet tegen uit te vaardigen', eindigde ze lachend. Ik zette mijn zorgen opzij.

'Dank je dat je zo'n geweldige moeder voor me bent', zei ik.

'Ik zou niet anders kunnen zijn, schat. Ik hou veel te veel van je.'

Ze kuste me weer en ik liep haastig weg om de diamanten veilig in mijn juwelenla op te bergen. Toen ging ik naar beneden waar ik Drake, Luke en mijn vader aantrof in een ernstig gesprek over de economie. Ze hadden een discussie over het handelsdeficit en de noodzaak van een beschermende wetgeving. Ik luisterde even en bewonderde de manier waarop Luke zich tegenover de beide anderen wist te handhaven. Toen stormde ik naar binnen en kondigde aan dat de ritjes in mijn Mercedes zouden beginnen.

'We doen het naar leeftijd', zei ik diplomatiek. 'Eerst papa, dan Drake, dan Luke. Drie keer Main Street op en neer en dan terug.'

Papa lachte.

'Kun je je voorstellen wat de bewoners zullen zeggen?' vroeg hij. 'Ze zullen denken dat we pronken met onze rijkdom.'

'Als je geld hebt, moet je het tonen', zei Drake pochend. 'Ik vind het onzin om je te schamen voor je rijkdom. Dat is een valse, huichelachtige houding.'

'Ik heb het maar over een ritje in mijn auto', protesteerde ik. Ze draaiden zich naar me toe en begonnen alle drie te lachen om de uitdrukking op mijn gezicht en de manier waarop ik mijn handen in mijn zij zette. 'Mannen!' zei ik en wilde weglopen.

'O, Annie', zei papa snel. Hij vloog naar me toe en sloeg zijn armen om me heen. 'Het is alleen datje er zo schattig uitziet als je boos bent. Kom mee, laten we eens gaan zien of de auto al die herrie waard is.'

Ik nam ze beurtelings mee voor een rit. Drake stond erop dat ik bij het restaurant stopte om even bij een paar oude vrienden langs te gaan, maar wat hij in werkelijkheid wilde was opscheppen met de auto. Luke zat een tijdschrift te lezen in het prieel toen Drake en ik terugkwamen. Drake besloot een van zijn studietaken af te maken, zodat hij de rest van de dag vrij had en later met ons kon gaan eten.

'Ik kom zo', riep ik tegen Luke en holde naar binnen, de trap op naar mijn kamer om zijn cadeau te halen. Mama en papa keken verbaasd op toen ik langs de zitkamer rende.

'Rustig aan!' riep mijn vader. 'Anders ben je tachtig voor je vijftig bent.' Ik hoorde hem lachen om zijn eigen grap toen ik de voordeur achter me dichttrok en met bonzend hart naar het prieel draafde. Rood van opwinding stormde ik de paar treden op en plofte naast Luke neer.

'Gefeliciteerd', zei ik, en stak mijn hand uit. Hij keek even naar het kleine pakje en nam het toen uit mijn hand.

'Misschien de sleutels van een andere Mercedes', schertste hij. Hij maakte het pakje open en haalde het deksel van een klein doosje, waarin de gouden pinkring met zwart onyx lag. 'Wauw!'

'Kijk naar de inscriptie.'

Hij hield de ring omhoog en las: 'Liefs, je zusje Annie'.

Het was de eerste keer dat een van ons iets had geschreven dat een erkenning was van onze ware relatie. Lukes ogen werden vochtig, maar hij wist zijn tranen te bedwingen. Ik zag hoe hij zijn best deed zijn emoties te onderdrukken.

'Doe hem aan', zei ik snel. Hij schoof hem over zijn vinger en hield hem op. De zon deed de steen fonkelen. 

'Hij is prachtig. Hoe wist je dat ik hiervan hield?'

'Je hebt het eens een keer gezegd toen we een tijdschrift bekeken.'

'Je bent ongelooflijk.' Hij staarde naar de ring en wreef erover met zijn rechterwijsvinger. Toen keek hij snel op, met een ondeugende uitdrukking in zijn ogen. Hij tastte met zijn hand achter zijn rug en haalde een platte, dunne doos te voorschijn, in roze papier verpakt. Eerst las ik het kaartje.

Alsof we allebei waren overeengekomen dat onze achttiende verjaardag een eind moest maken aan alle pretenties, was zijn kaartje opgedragen: 'Aan een Zusje ter Gelegenheid van haar Achttiende Verjaardag.' Altijd als hij me een kaartje gaf, schreef hij er een paar persoonlijke regels bij.

De jaren zullen komen en gaan, en de tijd, als de magische doolhof waarvan we droomden, zal ons misschien ooit scheiden. Maar twijfel nooit aan mijn vermogen om de puzzel van de doolhof op te lossen en je te vinden waar je ook mag zijn.

Hartelijk gelukgewenst,

Luke

'O, Luke, die woorden zijn al zo'n mooi cadeau. Ze zijn me zelfs nog meer waard dan mijn nieuwe auto.'

Hij glimlachte gespannen.

'Maak open.'


Mijn vingers trilden toen ik het doosje uitpakte. Ik wilde er zuinig op zijn, zuinig zijn op het lint, op elk moment en alles wat bij deze geweldige dag hoorde. Er kwam een crèmekleurige doos te voorschijn. Ik tilde het deksel op en zag vloeipapier. En toen staarde ik naar een bronzen afbeelding van een groot huis, waaronder stond geschreven: 'Farthinggale Manor, Ons Magische Kasteel, Liefs, Luke.' Ik keek verward op en hij boog zich naar voren, nam mijn 

handen in de zijne en legde het uit.

'Op een dag keek ik in een oude hutkoffer van mijn moeder, die op zolder stond, en daarin vond ik een artikel uit een krant dat ze had bewaard. Het was een beschrijving van de huwelijksreceptie van je ouders. Op de achtergrond van de foto van de gasten en het feest was een duidelijke afbeelding van Farthinggale Manor. Ik ben ermee naar een fotograaf gegaan die het gebouw op de foto eruit heeft gelicht en vergroot, en heb er toen een bronzen replica van laten maken. Dit is Farthinggale Manor.'

'O, Luke.' Ik gleed met mijn vingers over het metaal.

'Zodat je waar je ook bent en wat je ook doet, nooit ons fantasiespel zult vergeten', zei hij zacht.

'Dat zal ik nooit doen.'

'Natuurlijk', zei hij, zich snel terugtrekkend toen hij besefte hoe dicht onze gezichten bij elkaar waren, 'is dit zoals het jaren geleden was. Misschien is het nu wel veranderd.'

'Het is een schitterend cadeau', riep ik uit, 'omdat het een speciale betekenis voor ons heeft. Alleen jij zou zoiets kunnen bedenken. Ik zal het voor mijn moeder moeten verbergen. Je weet hoe ze is als we over Farthy beginnen.'

'Ja, ik weet het. Ik had het je zelf al willen voorstellen. Ik wil haar niet nog meer redenen geven om me niet aardig te vinden.'

'O, maar ze vindt je wél aardig, Luke. Je moest eens horen hoe ze over je praat. Ze is erg trots op je, heus waar!' riep ik uit.

'Heus?'

Ik zag hoe belangrijk het voor hem was.

'Ja, heus. Ze heeft het er altijd over dat je het hoofd van de klas bent. Ze vindt het fantastisch hoe je alle obstakels hebt overwonnen om de top te bereiken.'

Hij knikte vol begrip.

'Hoge bergen zijn misschien moeilijker te beklimmen, Annie', zei hij, 'maar het uitzicht op de top is het altijd waard. Kies de hoge bergen. Dat is altijd mijn motto geweest.' Hij keek me strak aan. De berg tussen ons was gewoon té hoog.

'Kom mee nu', zei ik, terwijl ik het kaartje en het cadeaupapier oppakte. 'Het wordt tijd voor je rit in mijn nieuwe auto.'

Ik hield zijn hand vast terwijl we naar de auto liepen. Later stopte ik mijn cadeau weg in mijn kamer bij mijn andere persoonlijke bezittingen. Die avond, voor we gingen eten, kwam Drake bij me om te vragen wat Luke me had gegeven. Hij wist dat we sinds ons twaalfde jaar cadeaus uitwisselden. Ik liet hem het tableau zien nadat ik hem eerst had laten beloven niets tegen mijn moeder te zeggen.

'Dat lijkt er niets op', zei hij, toen ik de doos had opengemaakt. 'Dat is helemaal niet zoals ik het me herinner.'

'Maar dat moet, Drake. Hij heeft een foto gevonden en is ermee naar de fotograaf gegaan.'

'Ik weet niet.' Hij schudde zijn hoofd. 'Het Magische Kasteel. Je bent nog steeds erg nieuwsgierig naar dat huis, hè?'

'Ja, Drake. Ik kan er niets aan doen.'

Hij knikte peinzend. Ik borg mijn geschenk weer op en we gingen naar beneden naar mijn ouders voor mijn ver- jaardagsdinertje. Maar die avond, voor ik ging slapen, haalde ik het weer tevoorschijn en keek ernaar en vroeg me af of Drake gelijk had met zijn spottende commentaar op ons spel van de verbeelding. Zou ik werkelijk ooit zo'n magisch en prachtig huis vinden? vroeg ik me af.

Slechts een paar dagen later kreeg ik een brief van Drake. Hij schreef me vaak om zijn universitaire leven te beschrijven of mij advies te geven. Zelfs al kon hij soms een tiran zijn en wreed tegen Luke, toch miste ik zijn esprit en humor en zijn malle capriolen, alsof hij mijn oudere broer was. Ik verheugde me erop post van hem te krijgen en zo nu en dan een telefoontje. Zijn brieven stonden meestal vol anekdotes over studentes of studentensociëteiten en gebeurtenissen in Harvard. Hij vertelde me over de foto van het kampioensroeiteam waarop mijn oom Keith, Drakes stiefbroer, stond, een man van wie we geen van beiden veel hoorden of zagen. Dus was ik niet verbaasd dat ik een brief van hem kreeg. Wat me wel verbaasde was dat hij zo dik was.

Lieve Annie,

Ik heb nieuws waarvan ik weet dat het je zal opwinden. Ik vond het erg opwindend, maar doe je best het voor Heaven geheim te houden.

Na jouw fantastische verjaardag heb ik tijdens de weg terug naar de universiteit nagedacht over het feit dat je zo gefascineerd bent door Farthinggale Manor en dat jij en Luke er sinds je prille jeugd een soort toverkasteel van hebben gemaakt. Ik kwam tot de conclusie dat de enige reden waarom jullie je zo aanstellen is dat jullie, net als ik, eigenlijk niet veel weten over Farthinggale Manor of over de geheimzinnige Tony Tatterton, mijn stief-oudoom en jouw stiefovergrootvader. Dus heb ik iets gedaan waarvan ik weet dat het Heaven van streek zou maken, maar ik heb het voornamelijk voor jou gedaan.

Annie, ik heb Tony Tatterton een brief geschreven waarin ik mezelf voorstelde en hem vroeg of ik op bezoek kon komen. Ik denk dat enkele ogenblikken nadat hij de brief had ontvangen hij me al telefoneerde. Ik kreeg een man aan de lijn met een heel gedistingeerd klinkende stem, die me uitnodigde op Farthinggale Manor. Die man was Tony Tatterton en ik heb zijn uitnodiging aangenomen. 

Ja, Annie, ik ben net terug uit je magische koninkrijk, en ik heb nogal triest, tragisch en toch fascinerend nieuws voor je.

Laat ik beginnen met te zeggen dat het werkelijk een reusachtig huis is. En het smeedijzeren hek is er inderdaad. O, niet zo groot als jij en Luke altijd pretendeerden, maar een tamelijk groot hek met grote letters.

Maar daar begint en eindigt de fantasie. Het huis is oud en vervallen. Geloof me, ik zeg dit niet omdat ik vaak met jou en Luke de spot heb gedreven als jullie net deden of Farthing- gale je magische kasteel was. Het heeft nu niets magisch, alleen maar iets tragisch.

De grote deuren piepten zelfs toen ze geopend werden. Een butler die zo oud leek als Methusalem begroette me en ik liep het enorme gebouw binnen. De hal leek zo groot als de gymnastiekzaal van de middelbare school in Winnerrow, maar was schemerig verlicht, en de gordijnen waren overal dichtgetrokken, zodat ik het koud had.

Ik zag de lange trap en een flits van mijn jeugdherinneringen ging door me heen. De butler bracht me naar een kantoor aan de rechterkant, en daar ontmoette ik onze Tony Tatterton. Hij zat achter een groot, donker, mahoniehouten bureau met slechts één enkele lamp. In de schaduw leek hij broodmager, maar toen ik werd aangekondigd, stond hij snel op en liet de butler de gordijnen opentrekken.

Hoewel hij totaal niet was zoals ik me een multimiljonair had voorgesteld, vond ik hem hartelijk, intelligent en heel kameraadschappelijk. Hij had grote belangstelling voor mijn carrière, en zodra hij hoorde dat ik economie studeerde, bood hij me een baan aan in zijn bedrijf. Kun je je dat voorstellen?

Natuurlijk ging ons gesprek hoofdzakelijk over je moeder en jou. Hij wilde alles over je weten. Aan het eind voelde ik me een beetje bedroefd, want hij leek zo verloren en eenzaam in dat enorme huis, hunkerend naar alles wat ik hem kon ver- tellen over de familie.

Natuurlijk hebben we niet gesproken over de redenen waarom Heaven en hij niet langer met elkaar communiceren, maar ik kan je dit wel vertellen: na een tijdje met Tony Tatter- ton in Farthinggale te hebben doorgebracht, zou ik willen dat de breuk tussen hen op een of andere manier kon worden hersteld.

Als ik je weer zie zal ik dieper op de details ingaan. Eindelijk ben je niet langer afhankelijk van jouw en Lukes fantasie om te ontdekken hoe Farthinggale Manor is. Je hebt nu een getuige die je de waarheid zal vertellen. Misschien zul je het niet meer willen schilderen, maar dat zou alleen maar goed zijn, omdat je dan op vrolijkere onderwerpen kunt overstappen.

Ik hoop je heel gauw weer te zien.

Liefs, Drake

Ik legde de brief neer. Om de een of andere reden had hij tranen bij me te voorschijn geroepen, tranen die onbewust over mijn wangen rolden, terwijl ik Drakes beschrijving van Farthy en Tony Tatterton had zitten lezen. Het was of ik het overlijdensbericht las van een dierbare vriend.

Ik weet zeker dat Drake er geen kwaad mee bedoelde. Hij deed alleen wat hij dacht dat ik gewild zou hebben dat hij deed, maar daarmee had hij het doek laten zakken voor fantasie en illusie en jeugddromen, en me met een leeg en bedroefd gevoel achtergelaten.

Meer dan ooit wilde ik nu weten waarom mijn moeder uit Farthinggale was weggegaan en die gedistingeerde oudere man alleen had achtergelaten in die enorme kamers en duistere schaduwen.

Ik kon het niet helpen. Mijn gesnik werd luider, tot ik zat te jammeren als een kind. Ten slotte viel ik uitgeput in slaap met Drakes brief in mijn hand geklemd. Ik werd wakker door het gerinkel van mijn telefoon. Ik was zo blij toen ik Lukes stem hoorde.

'Wat is er?' vroeg hij onmiddellijk. Het was werkelijk iets bijzonders om op dezelfde dag te zijn geboren. We schenen altijd precies te weten wanneer de ander van streek was.

'Drake heeft me een brief geschreven. Hij is naar Farthing- gale geweest en heeft Tony Tatterton gesproken.' Even reageerde hij niet.

'Is het heus?'

'Je moet hier komen zodat ik je hem kan voorlezen', zei ik. 'O, Luke, het is niet wat wij gedroomd hebben.'

'Het kan me niet schelen wat Drake heeft geschreven of hoe het in werkelijkheid is', zei Luke uitdagend. 'Onze dromen zijn belangrijk voor ons omdat ze ons leven vullen met hoop en licht.'

'O, Luke', zei ik, glimlachend om de vastberadenheid waarmee hij zich vastklampte aan onze kostbare, heimelijke fantasieën. 'Ik hoop dat je altijd in de buurt bent als ik iemand nodig heb om me op te vrolijken.'

'Natuurlijk ben ik dat', beloofde hij.

Maar ik vroeg me af of dat niet ook een jeugdfantasie was.