De schoolbus stopte op de hoek en Emily zag haar kinderen uitstappen en de straat oversteken. Ze liep naar de voordeur, deed die open en wachtte hen op. Zoals gewoonlijk kwam Charlotte als eerste. Ze kuste het meisje vluchtig op haar voorhoofd en keek daarna naar Frankie, die er over het gazon aankwam en even onder de eik bleef stilstaan om met zijn hand tegen de onderste takken aan te tikken. De jongen kwam naar binnen en Emily sloot de deur. Ze liep achter de kinderen aan naar de keuken.

'En hoe was het op school?'

'Vervelend,' zei Charlotte. 'Ik was er vandaag niet helemaal bij.'

Dat kan ik me voorstellen, dacht Emily.

Frankie opende de koelkast en haalde er een blikje Pepsi uit, dat siste toen hij het openmaakte. 'Ik heb aan elkaar leren schrijven,' zei hij. 'weet je hoe dat gaat?'

'Jazeker,' zei Emily.

'Ze leren je hoe je de letters aan elkaar vast moet maken.' Frankie ging aan de keukentafel zitten en dronk met kleine teugjes van zijn Pepsi. 'Met allemaal lussen en boogjes en zo.'

Emily keek van de jongen naar het meisje en merkte ineens dat ze ergens over leken te aarzelen. En ze wist ook waarover, ze wist dat er een onuitgesproken vraag in de kamer hing, een vraag die ze graag wilden stellen maar desalniettemin probeerden te vermijden: heeft pappa gebeld? En ze besefte dat ze daar zelf ook vrijwel de hele dag op had zitten wachten. Op dat ene telefoongesprek waarin alles werd uitgelegd. Zoals in het laatste hoofdstuk van een detectiveroman;... wat je je niet realiseerde, Em, was dat hij in hoofdstuk zeven niet Silver River Lodge zei, maar Silver Falls Lodge. En toen raakte je het spoor bijster. Op dat moment.

Maar hij gaf me het verkeerde telefoonnummer.

Niet echt, Em. Kijk, hij gaf je het nummer dat op het postpapier van het hotel stond, maar nam per ongeluk dat van de Silver River Lodge. Een gewone vergissing.

Dat was complete nonsens. Het verkeerde postpapier. Je kunt me nog meer sprookjes vertellen. Ze liep naar de keukentafel toe, ging zitten en stak een sigaret op. Ze had een kriebelig en droog gevoel in haar keel, een teken dat ze te veel gerookt had. De hele dag door had ze de ene sigaret na de andere opgestoken. Daarom drukte ze hem nu maar uit.

Charlotte zat haar met gefronst voorhoofd aan te kijken. 'Heb je al een beslissing genomen over je cursus?'

'Cursus?' zei Frankie. 'Welke cursus?'

'Haar avondcursus, domkop,' zei Charlotte.

Domkop. Emily vroeg zich af waarom dat eenvoudige woord, dat duidelijk zonder kwade bedoelingen gebruikt werd, haar zo'n pijn deed. Ze stond op het punt om te zeggen: Charlotte, ik wil niet dat je je broertje zo noemt, toen Frankie zei: 'Oh, ja. De gedichten. Ik was het alleen maar even vergeten.'

Emily knikte. 'Ik heb erover nagedacht. Je hebt gelijk, ik moet maar gaan.'

Charlotte glimlachte flauwtjes. 'Het zal je goed doen, echt waar.'

Emily gaf het meisje een klopje op haar hand. 'Ik zal je raad opvolgen, lieve Lita.'

'Lieve Lita?' zei Frankie. Hij zette het blikje aan zijn mond.

'Dat is iemand die in een tijdschrift raad geeft,' zei Charlotte.

De stem van het meisje klonk een beetje scherp, alsof haar broertje haar irriteerde. Emily dacht: ik zou eigenlijk eens met ze moeten praten. Ik zou ze moeten vertellen hoe waardevol onze liefde voor elkaar is, hoe belangrijk het is dat we het goed met elkaar kunnen vinden. Wij drieën. Maar ze was er niet echt voor in de stemming en bovendien wist ze best dat Charlotte om haar broertje gaf. Dat gevit en die snibbige opmerkingen hoorden er gewoon bij.

'Heb je al een oppas?' vroeg Charlotte.

'Ik heb Carole gebeld...'

'Dan hoop ik dat je genoeg bier hebt ingeslagen.'

'Als je me nou eens uit liet praten. Ik heb Carole gebeld maar zij kon niet, dus heb ik Susan gevraagd en Susan zei dat ze graag wilde komen.'

'Wie is Susan?' vroeg Frankie.

'Is dat die met dat knappe gezicht?' vroeg Charlotte.

'Dat zou je kunnen zeggen, ja.'

'Ze lijkt me aardig,' zei Charlotte.

'Ik zou haar toch niet gevraagd hebben als ik dacht dat ze dat niet was.'

'Dat lijkt me ook,' zei Frankie.

'Maar ik ben op tijd terug. Om een uur of tien, niet veel later.'

Het werd nu stil in de keuken. Charlotte ging naar de koelkast en schonk zich een glas melk in. Daarna liep ze naar de achterdeur en keek naar buiten. 'Wat een rotdag. Ging het maar sneeuwen of zo. Dit is helemaal niets.'

Er viel weer een stilte, die deze keer door Frankie werd verbroken. 'Heeft pap gebeld?'

Emily keek de jongen aan. Hij keek onschuldig terug. Wat lag er verborgen achter die blik? Wat voelde hij? Wat dacht hij?

Ze schudde glimlachend haar hoofd: 'Misschien belt hij vanavond wel.'

'Ik wil hem vertellen wat er met zijn rek is gebeurd,' zei Frankie.

'Doe dat maar als hij belt,' zei Emily. Ze keek even naar de peuken in de asbak. Hij zal niet bellen. Maar dat kon ze niet tegen het kind zeggen. Dat zou net zoiets zijn als een tweede kerstdag zonder cadeautjes. Of een kerstboom waarvan alle lichtjes het in één klap begaven. Ted, Ted, Ted. Je stelt wél teleur.

Ze stond op en zei: 'Wat willen jullie eten vanavond?'

'Ik heb geen honger,' zei Frankie, die ook opstond en de keuken uitliep. Even later hoorde ze de televisie.

'Charlotte, wat wil jij?'

'Het maakt me echt niets uit. Doe maar iets gemakkelijks.'

'Macaroni met kaas?'

'Ja, best,' zei Charlotte. Ze keerde haar rug naar de achterdeur toe en voegde eraan toe: 'Vind je het niet grappig dat hij zoveel werk in dat ding heeft zitten en dat er maar een stormpje voor nodig was om hem om te laten vallen?'

'Zeker,' zei Emily kortaf. Ze haalde een pak macaroni uit de voorraadkast en dacht: macaroni en overspel. Het ideale menu. Maar toen zag ze donkere beelden voor zich van slaapkamers waarin twee anonieme minnaars heftig aan het vrijen waren - en één van hen bleek bij nader inzien Ted te zijn. Ze bande het beeld uit haar gedachten, deed een pas achteruit en sloot de kastdeur. Ik weiger, ik weiger pertinent om te kijken, te denken, of zelfs maar te voelen. Je komt een heel eind als je je voor alles afsluit, meid.

Charlotte stond naar haar te kijken. 'Hoor eens, je gaat er een leuke avond van maken. Beloof je dat?'

'Ik beloof het,' zei Emily.