12
ANNANDALE
Liever dan liefde, dan geld, dan roem, heb ik waarachtigheid. Ik zat aan bij een dis met rijk voedsel en met drank in overvloed en ik werd slaafs bediend, maar oprechtheid en waarheid ontbraken: en ik stond hongerig van de ongastvrije tafel op. De gastvrijheid was zo koel als het desertijs.
—HENRY DAVID THOREAU, WALDEN
FRAGMENT AANGESTREEPT IN EEN VAN DE BOEKEN DIE BIJ HET STOFFELIJK OVERSCHOT VAN CHRIS MCCANDLESS ZIJN GEVONDEN. BOVENAAN DE PAGINA STAAT HET WOORD ‘WAARHEID’ IN GROTE BLOKLETTERS IN HET HANDSCHRIFT VAN MCCANDLESS.
Want kinderen zijn onschuldig en houden van rechtvaardigheid, terwijl de meesten onder ons verdorven zijn en natuurlijk de voorkeur geven aan clementie.
—G. K. CHESTERTON
In het drukkend warme weekeinde van 1986 dat Chris van de Woodson High School kwam, richtten Walt en Billie een feestje voor hem aan. Walt zou een paar dagen later, op 10 juni, jarig zijn en op het feestje gaf Chris zijn vader een cadeau: een heel dure Questar telescoop.
‘Ik herinner me hoe ik daar zat toen hij Pap die telescoop gaf,’ zegt Carine. ‘Chris had die avond wat op en hij was nogal opgefokt. Hij werd heel emotioneel. Hij huilde bijna, hij vocht tegen zijn tranen toen hij tegen Pap zei dat ze in de loop der jaren wel vaak verschil van mening hadden gehad maar dat hij toch dankbaar was voor alles wat Pap voor hem had gedaan. Chris zei dat hij er bewondering voor had hoe Pap met helemaal niets begonnen was, zich er als student doorheen geslagen had en zich uit de naad had gewerkt om acht kinderen te onderhouden. Het was een aandoenlijke speech. Iedereen was er ontdaan van. En daarna ging hij op reis.’
Walt en Billie probeerden Chris niet tegen te houden, hoewel zij hem wel zover kregen dat hij voor noodgevallen de Texaco creditcard van Walt meenam en van hun zoon de belofte loskregen dat hij om de drie dagen naar huis zou bellen. ‘Mijn hart zat in mijn keel, al die tijd dat hij weg was,’ zegt Walt, ‘maar hij was niet te houden.’
Toen hij Virginia achter zich had gelaten, reed Chris naar het zuiden en daarna naar het westen over de vlakten van Texas, door de hitte van New Mexico en Arizona om dan bij de kust van de Stille Oceaan aan te komen. In het begin hield hij zich aan de afspraak om geregeld te bellen, maar naarmate de zomer vorderde, bleven de telefoontjes steeds langer uit. Pas twee dagen voordat het studiejaar aan Emory in het najaar weer begon, kwam hij naar huis. Toen hij de woning in Annandale binnenstapte had hij een onverzorgde baard, zijn haar was lang en zat in de war en hij was vijftien kilo afgevallen terwijl hij al mager van zichzelf was.
‘Zodra ik hoorde dat hij thuis was,’ zegt Carine, ‘vloog ik naar zijn kamer om met hem te praten. Hij lag op bed te slapen. Hij was zo mager. Hij zag eruit als zo’n schilderij van Jezus aan het kruis. Toen Mam zag hoe mager hij geworden was raakte ze helemaal van de kaart. Zij begon als een gek voor hem te koken om er weer wat aan te krijgen.’
Het bleek dat Chris aan het eind van die reis in de Mojave Desert verdwaald was geraakt en bijna door uitdroging om het leven was gekomen. Zijn ouders maakten zich grote zorgen toen zij hoorden van die bijna noodlottige gebeurtenis, maar wisten niet hoe zij Chris ervan moesten doordringen dat hij voortaan voorzichtiger moest zijn. ‘Chris was goed in bijna alles wat hij aanpakte,’ zegt Walt, ‘en daardoor werd hij overmoedig. Als je probeerde hem van iets af te houden, ging hij daar niet op in. Hij knikte dan alleen maar beleefd en deed toch precies wat hij van plan was.
Dus in het begin zei ik niets over de risico’s die hij nam. Ik tenniste met Chris en praatte met hem over andere dingen, maar uiteindelijk ben ik dan toch begonnen over de gevaren die hij liep. Ik wist tegen die tijd wel dat een directe benadering—‘Haal in godsnaam nooit meer zo’n soort stunt uit!’—bij Chris niet werkte. In plaats daarvan probeerde ik duidelijk te maken dat we geen bezwaar hadden tegen zijn tochten; dat we alleen graag wilden dat hij wat voorzichtiger zou zijn en ons vaker zou laten weten waar hij zat.’
Tot Walts verbijstering reageerde Chris nijdig op dat kleine beetje vaderlijk advies. Het enige resultaat was dat hij daardoor nóg minder zin leek te hebben om over zijn plannen te praten.
‘Chris,’ zegt Billie, ‘vond ons idioot omdat we ons zo veel zorgen maakten over hem.’
Chris had op zijn reizen een kapmes en een .30-06 geweer gekocht en toen Walt en Billie hem met de auto naar Atlanta brachten, waar hij zich aan de universiteit zou laten inschrijven, stond hij erop het grote mes en het geweer daarmee naar toe te nemen. ‘Toen we met Chris naar zijn kamer in het studentenhuis gingen,’ lacht Walt, ‘dacht ik dat de ouders van de jongen met wie hij de kamer moest delen, ter plaatse een hartverlamming zouden krijgen. De kamergenoot kwam van een voorbereidings-school in Connecticut en was echt zo’n net studentje en daar komt dan Chris aan met een woeste baard en versleten kleren en een kapmes en een jachtgeweer. Maar wat denk je? Binnen negentig dagen had die keurige kamergenoot het af laten weten en stond Chris op de erelijst.’
Tot hun vreugde merkten zijn ouders in de loop van het studiejaar dat Chris het geweldig vond op Emory. Hij schoor zijn baard af, liet zijn haar kort knippen en nam weer het verzorgde uiterlijk aan dat hij op de middelbare school gehad had. Hij haalde praktisch de hoogst mogelijke cijfers. Hij ging in het studentenblad schrijven. Hij sprak zelfs enthousiast over de mogelijkheid om na het afstuderen nog rechten te gaan doen. ‘Zeg,’ zei Chris op een bepaald moment trots tegen Walt, ‘ik denk dat ik voldoende hoge waarderingscijfers haal om naar de Harvard Law School te kunnen.’
In de zomer na zijn eerste jaar kwam Chris terug naar Annandale, waar hij meewerkte in het bedrijf van zijn ouders met het maken van computer software. ‘Het programma dat hij die zomer voor ons schreef was vlekkeloos,’ zegt Walt. ‘We gebruiken het nog steeds en we hebben aan heel wat klanten een kopie verkocht. Maar toen ik Chris vroeg hoe hij het had gemaakt en of hij me uit wou leggen waarom het werkte zoals het werkte, wou hij dat niet. ‘Je hoeft alleen maar te weten dat het werkt,’ zei hij. ‘Je hoeft niet te weten hoe of waarom.’ Chris was nou eenmaal zo, maar ik werd er toch kwaad om. Hij zou een goeie voor de CIA zijn geweest—dat meen ik; ik ken mensen die voor de CIA werken. Chris vertelde wat we moesten weten volgens hem en meer ook niet. In alles was hij zo.’
Veel kanten van Chris’ persoonlijkheid verbijsterden zijn ouders. Hij kon heel gul zijn en overdreven zorgzaam, maar hij had ook een andere kant, die gekenmerkt werd door monomanie, ongeduld en niet-aflatende zelfbeschouwing, eigenschappen die zich in zijn studietijd leken te verdiepen.
‘Ik zag Chris op een feestje tijdens zijn tweede jaar op Emory,’ herinnert Eric Hathaway zich, ‘en het was duidelijk dat hij veranderd was. Hij leek heel introvert, koud haast. Toen ik zei: ‘Hallo, leuk om je te zien, Chris,’ gaf hij cynisch antwoord: ‘Ja, oké, dat zeggen ze allemaal.’ Hij was moeilijk los te krijgen. Alleen de studie was iets waar hij graag over praatte. Het sociale verkeer speelde zich op Emory af in studentenverenigingen en daar wou Chris niets mee te maken hebben. En als de rest de boel op stelten zette, nam Chris nog meer afstand van zijn studievrienden en raakte hij nog meer in zichzelf gekeerd.’
In de zomer na zijn tweede studiejaar kwam Chris weer naar Annandale en bracht toen pizza’s rond voor Domino’s. ‘Het kon hem niets schelen dat het geen geweldig werk was,’ zegt Carine. ‘Hij verdiende er een hoop geld mee. Ik herinner me nog hoe hij elke avond thuiskwam en zijn geld natelde op de keukentafel. Het maakte niet uit hoe moe hij was; hij rekende uit hoeveel kilometers hij had afgelegd, wat Domino’s hem betaalde voor de benzine, wat de benzine in werkelijkheid had gekost, wat hij die avond schoon overhield, vergeleek dat met dezelfde avond van een week tevoren. Hij hield alles bij en liet me zien hoe je dat moest doen, hoe je een zaak moest laten draaien. Geld op zichzelf kon hem niet zoveel schelen, geloof ik, het ging hem er meer om dat hij goed was in het verdienen ervan. Het was een soort spel en geld was een middel om de puntentelling bij te houden.’
De verstandhouding tussen Chris en zijn ouders, die sinds hij van de middelbare school was afgekomen, ongewoon vriendelijk was geweest, verslechterde die zomer aanzienlijk en Walt en Billie begrepen niet waarom. Billie zegt: ‘Hij leek vaker kwaad op ons en werd meer gesloten—nee, dat is niet het goede woord. Chris is nooit gesloten geweest. Maar hij wilde ons niet zeggen wat hem bezighield en was vaker alleen.’
Later zou blijken dat Chris’ smeulende woede was gevoed door een ontdekking die hij twee zomers eerder tijdens zijn zwerftochten door het land had gedaan. Toen hij in Californië kwam, ging hij naar El Segundo, de buurt waar hij de eerste zes jaar van zijn leven had doorgebracht. Hij ging langs bij een aantal oude bekenden van de familie die daar nog steeds woonden, en uit hun antwoorden op zijn vragen vormde Chris zich met stukjes en beetjes een beeld van het vorige huwelijk en de daaropvolgende scheiding van zijn vader—feiten waarvan hij tot dan toe niet op de hoogte was geweest.
De breuk tussen Walt en zijn eerste vrouw, Marcia, was geen duidelijk of vriendschappelijk uiteengaan geweest. Lang nadat hij op Billie verliefd was geraakt, lang nadat zij Chris ter wereld had gebracht, zette Walt in het geheim zijn omgang met Marcia voort, waarbij hij zijn tijd over twee huishoudens, twee gezinnen, verdeelde. Leugens werden verteld en vervolgens aan het licht gebracht, wat nieuwe leugens met zich meebracht, die het voorafgaand bedrog weer moesten maskeren. Twee jaar na de geboorte van Chris verwekte Walt nog een zoon—Quinn McCandless—bij Marcia. Toen Walts dubbelleven aan het licht kwam, bracht die onthulling diepe wonden toe. Alle partijen leden verschrikkelijk.
Ten slotte verhuisden Walt, Billie, Chris en Carine naar de oostkust van de Verenigde Staten. De scheiding van Marcia werd eindelijk uitgesproken, waarna Walt en Billie een wettelijk huwelijk konden aangaan. Iedereen probeerde alle verwarring zoveel mogelijk als afgedaan te beschouwen en het dagelijks leven te hervatten. Twintig jaar ging voorbij. Men werd wijzer. Schuld en verdriet en jaloezie ebden weg als iets uit een ver verleden; het scheen dat de storm was gaan liggen. Maar in 1986 reed Chris naar El Segundo, ging in die buurt de kennissen van vroeger af en raakte op de hoogte van die episode met al zijn pijnlijke details.
‘Chris is iemand die op dingen broedt,’ merkt Carine op. ‘Als hem iets dwarszat, kwam hij er niet mee naar voren door het gewoon te zeggen. Hij hield het dan voor zich, koesterde zijn wrok en liet de nare gevoelens maar groeien en groeien.’ Dat schijnt ook gebeurd te zijn na de ontdekkingen die hij in El Segundo had gedaan.
Kinderen kunnen hard oordelen en niet tot vergeven gezind zijn als het om hun ouders gaat, en dat gold in het bijzonder voor Chris. Nog sterker dan de meeste tieners, had hij de neiging alles zwart-wit te zien. Hij legde onmogelijk zware normen aan, voor zichzelf en voor de mensen om hem heen.
Merkwaardigerwijs liet hij die veeleisendheid niet ten aanzien van iedereen in dezelfde mate gelden. Een van de mensen die hij in de laatste twee jaar van zijn leven in hoge mate zei te bewonderen, was een zware drinker en een onverbeterlijke vrouwenjager, die zijn vriendinnen geregeld in elkaar sloeg. Chris was zich van ‘s mans zwakheden bewust maar zag kans om hem die te vergeven. Hij was ook in staat de tekortkomingen van zijn literaire helden te vergeten of door de vingers te zien: Jack London was een notoire dronkaard; Tolstoj was ondanks zijn beroemde pleidooi voor het celibaat, als jonge man een enthousiaste avonturier op seksueel gebied geweest en werd ten slotte vader van zeker dertien kinderen, van wie enkelen werden verwekt in dezelfde tijd dat de kritische graaf in geschrifte fulmineerde tegen het kwaad van de seksualiteit.
Zoals velen beoordeelde Chris kunstenaars en goede vrienden blijkbaar op hun werk en niet op hun leefwijze, maar zijn aard liet niet toe dat hij een dergelijke mildheid tot zijn vader uit zou strekken. Zodra. Walt McCandless op zijn strenge manier een vaderlijk vermaan tot Chris, Carine of hun halfbroers of -zusters richtte, concentreerde Chris zich op het ondermaatse gedrag van zijn vader van vele jaren terug en stelde hij hem stilzwijgend als schijnheilig aan de kaak. Chris zoutte alles op. En gaandeweg groeide zijn intolerante verontwaardiging uit tot een woede die hij niet langer opgekropt kon houden.
Nadat Chris de details van Walts scheiding had ontdekt, duurde het nog twee jaar voordat zijn wrok aan de oppervlakte kwam, maar komen deed zij. De jongen kon zijn vader de misstappen die hij in zijn jonge jaren had begaan, niet vergeven en nog minder de poging om alles geheim te houden. Later zei hij tegen Carine en ook wel tegen anderen dat ‘zijn hele jeugd onecht leek’ door het bedrog van Walt. Toch confronteerde hij zijn ouders niet met wat hij wist—toen niet en later evenmin. Hij verkoos het om een geheim te maken van zijn duistere wetenschap en zijn kwaadheid indirect, in stilte en stuurse teruggetrokkenheid te uiten.
Toen zijn wrok tegen zijn ouders zich in 1988 verhardde, groeide ook zijn verontwaardiging over het onrecht in de wereld. Die zomer, herinnert Billie zich, ‘begon Chris zich te beklagen over al die rijke kinderen die aan Emory studeerden’. De colleges die hij volgde, waren steeds meer gewijd aan nijpende kwesties als racisme, de honger in de wereld en de ongelijke verdeling van de welvaart. Maar ondanks zijn afkeer van geld en geldsmijterij kon de politieke instelling van Chris moeilijk links worden genoemd.
Hij schiep er ook behagen in de politieke opvattingen van de Democratische Partij in het belachelijke te trekken en uiting te geven aan zijn bewondering voor Ronald Reagan. Hij werkte op Emory zelfs mee aan de oprichting van een republikeinse studentenvereniging. De tegenspraak in zijn politieke opvattingen kan misschien nog het best worden weergegeven met Thoreaus verklaring in ‘Civil Disobedience’: ‘Ik ben het roerend eens met het motto—‘De beste regering is de regering die het minst regeert.’’ Meer dan dat viel over zijn zienswijzen zo gauw niet te zeggen.
Als assistent-redacteur van de opiniepagina in The Emory Wheel schreef hij een groot aantal commentaren. Wanneer wij ze vijf jaar later lezen, beseffen we weer hoe jong McCandless toen was en hoe onstuimig. De meningen die hij op papier naar voren bracht en die met de voor hem kenmerkende logica waren onderbouwd, gingen over van alles en nog wat. Hij hekelde Jimmy Carter en Joe Bidden, eiste het aftreden van minister van justitie Edwin Meese, gaf mensen van christelijk rechts die met de bijbel zwaaiden, een veeg uit de pan, riep op tot waakzaamheid tegenover de Russische dreiging, kapittelde de Japanners vanwege de walvisvangst en hield vol dat Jesse Jackson een bruikbare presidentskandidaat was. Typerend voor de onbeheerste toon van McCandless is de openingszin van zijn hoofdartikel van 1 maart 1988: ‘We zijn begonnen aan de derde maand van het jaar en nu al ontwikkelt 1988 zich tot een van de politiek meest corrupte en schandalige jaren uit de moderne geschiedenis…’ Chris Morris, de hoofdredacteur van het blad, herinnert zich McCandless als ‘heel emotioneel’.
Voor het steeds geringer aantal van zijn studievrienden leek McCandless met de maand emotioneler te worden. Direct na afloop van de colleges in het voorjaar van 1989, begon Chris met zijn Datsun aan een nieuwe, lange tocht op de bonnefooi. ‘We kregen die hele zomer maar twee kaartjes van hem,’ zegt Walt. ‘Op de eerste stond: ‘Ben op weg naar Guatemala’. Toen ik dat las dacht ik: ‘O, mijn god, hij gaat daar meevechten met de opstandelingen. Ze zetten hem straks nog tegen de muur en schieten hem dood.’ Tegen het eind van de zomer kwam toen die tweede kaart en er stond alleen maar op: ‘Vertrek morgen naar Fairbanks, tot over een paar weken’. Het bleek dat hij van gedachten was veranderd en in plaats van naar het zuiden naar Alaska was gereden.’
Het zware, stoffige traject over de Alaska Highway was Chris’ eerste bezoek aan het hoge noorden. Het was een tamelijk korte reis—hij bleef even in Fairbanks en reed daarna weer snel naar het zuiden om op tijd voor de aanvang van de najaarscolleges weer in Atlanta te zijn—maar hij was diep getroffen geraakt door de uitgestrektheid van het land, de spookachtige aanblik van de gletsjers, de heldere subarctische hemel. Het stond vast dat hij nog een keer zou teruggaan.
In zijn laatste jaar aan Emory woonde Chris buiten de campus in een kale, Spartaans ingerichte kamer met melkkratten en een matras op de grond als meubilair. Zijn vrienden zagen hem zelden buiten de colleges om.
Van een hoogleraar kreeg hij een sleutel waarmee hij na sluitingstijd in de bibliotheek terecht kon en daar bracht hij een groot deel van zijn vrije tijd door. Andy Horowitz, zijn beste vriend van de middelbare school en ploegmaat bij de veldloop, zag McCandless een keer ‘s-ochtends vroeg vlak voor het einde van het studiejaar tussen de boekenrekken. Hoewel Horowitz en McCandless aan Emory dezelfde studierichting volgden, hadden zij elkaar twee jaar lang niet meer gesproken. Zij maakten een ongemakkelijk praatje van enkele minuten, daarna verdween McCandless in een studiecel.
Chris nam in dat jaar sporadisch contact op met zijn ouders en omdat hij geen telefoon had, konden zij van hun kant hem moeilijk bereiken. Walt en Billie maakten zich in toenemende mate zorgen over de afstandelijkheid van hun zoon. In een brief aan Chris klaagde Billie: ‘Je bent helemaal verdwenen uit het zicht van iedereen die van je houdt en zich om je bekommert. Wat dat ook mag zijn—met wie je ook mag omgaan—vind je dat nou juist?’ Chris zag hier bemoeizucht in en noemde de brief ‘stom’ toen hij er met Carine over sprak.
‘Wat bedoelt ze met dat ‘met wie ik ook mag omgaan’?’ ging Chris tegen zijn zuster tekeer. ‘Ze is stapelgek. Weet je wat ik geloof? Ik geloof dat ze denken dat ik homoseksueel ben. Waar halen ze het vandaan? Wat een stelletje imbecielen.’
Toen Walt, Billie en Carine in het voorjaar van 1990 de plechtige diploma-uitreiking van Chris bijwoonden, vonden zij dat hij een gelukkige indruk maakte. Toen ze hem over het podium zagen lopen om zijn diploma in ontvangst te nemen, lag er een grijns van oor tot oor op zijn gezicht. Hij zei dat hij weer een grote reis wou maken maar dat hij voor zijn vertrek nog bij de familie in Annandale langs zou komen. Kort daarna gaf hij alles wat hij op de bank had staan aan OXFAM, laadde zijn auto in en verdween uit hun leven. Vanaf dat moment vermeed hij het angstvallig om contact op te nemen met zijn ouders of met Carine, de zuster om wie hij naar zijn zeggen zoveel gaf.
‘We waren allemaal bezorgd toen we niets van hem hoorden,’ zegt Carine, ‘en ik denk dat de zorg van mijn ouders met boosheid en verdriet gepaard ging. Maar ik voelde me niet echt gekwetst doordat hij niets van zich liet horen. Ik wist dat hij gelukkig was en deed wat hij wilde doen; ik begreep dat het belangrijk voor hem was om zich onafhankelijk te kunnen voelen. En hij wist, als hij mij schreef of mij belde, zouden Pap en Mam er achter komen waar hij zat, om naar hem toe te vliegen en hem mee naar huis te nemen.’
Walt ontkent dat niet. ‘Dat staat voor me vast,’ zegt hij. ‘Als we enig idee hadden gehad waar we moesten zoeken—oké—ik zou er als de donder naar toe zijn gegaan, om uit te vinden waar hij zat en onze jongen mee naar huis te nemen.’
Naarmate de maanden—en ten slotte jaren—zonder een woord van Chris verstreken, nam de ongerustheid toe. Billie ging nooit het huis uit zonder een briefje voor Chris op de voordeur achter te laten. ‘Als we op de weg zaten en een lifter zagen,’ zegt zij, ‘als hij maar een beetje leek op Chris, dan keerden we om om er nog een keer langs te rijden. Het was een vreselijke tijd. ‘s-Nachts was het het ergste, vooral als het koud was en het stormde. Je vraagt je af: ‘Waar zit hij? Heeft hij het warm genoeg? Is hij gewond? Is hij eenzaam? Maakt hij het goed?’’
In juli 1992, twee jaar nadat Chris uit Atlanta was vertrokken, kwam Billie in Chesapeake Beach midden in de nacht uit haar slaap met een schok overeind, waardoor Walt wakker werd. ‘Ik wist zeker dat ik Chris hoorde roepen,’ zegt zij, terwijl de tranen over haar wangen rollen. ‘Ik weet niet hoe ik dat ooit kwijt moet raken. Het was geen droom. Ik heb het me niet verbeeld. Ik hoorde zijn stem! Hij smeekte: ‘Mam! Help me!’ Maar ik kon hem niet helpen omdat ik niet wist waar hij was. En dat was alles wat hij zei: ‘Mam! Help me!’