17
‘Meen je dat? Ze noemde jou de Boze Heks?’ Val wist even niet of ze voor haar vriendin op de bres moest springen of dat ze er hard om moest lachen.
‘Ze probeerde uit te leggen dat ze alleen maar verwees naar mijn preferentie voor zwart, maar ik zei dat ik daar niet in trapte,’ vertelde Melissa.
‘Ze verwees naar je “preferentie voor zwart”? Dat waren haar woorden?’ Val was verbijsterd.
‘Nee, natuurlijk niet. Dat zijn míjn woorden. Ik parafraseer alleen maar. Maar volgens mij mis je de kern.’
‘En ze noemde James echt “Toto”?’
‘Ik dacht even dat zijn ogen uit z’n hoofd zouden knallen. Je had hem moeten zien. Je had hem eens moeten hóren. “Die hónd?” bleef hij maar zeggen. “Ze ziet me als die rothond? Zelfs iemand met een pindabrein ziet toch meteen dat ik Dorothy ben? In godsnaam, zeg.” En hij wierp zijn benen in de lucht, klakte met zijn hielen en begon te zingen. “There ’s no place like home. There ’s no place like home.” Het was de toegangsprijs dubbel en dwars waard.’
Nu lachte Val echt. ‘Je neemt het wel heel erg sportief op allemaal, zeg. Ik ben jullie twee heel wat dank verschuldigd.’
‘Niks daarvan, zeg. Dit kan wel eens de leukste trip worden die we ooit hebben ondernomen.’
Vals blik gleed langs het claustrofobische, zware tentzeil waaronder zij en Melissa een plek deelden, en in gedachten stelde ze zich het Wedgwood-blauwe, barokke interieur en het hoge plafond voor van de suite in het Plaza, die jammerlijk aan hun neus voorbij was gegaan. Mijn koninkrijk voor een donsvederen matras, dacht ze terwijl ze probeerde zich comfortabel in haar slaapzak te nestelen, die de camping voor hen had geregeld. Hoe had ze het ooit leuk kunnen vinden om in een dun flanellen omhulsel te kruipen en elk hobbeltje onder je lijf te moeten voelen? ‘Zouden ze die dingen ooit wassen?’ mompelde ze terwijl ze aan de bruine voering rook, iets van Gary’s geur opving en zich afvroeg of Melissa het ook zou ruiken.
‘Vraag het mij niet,’ antwoordde Melissa. ‘Jij bent de kampeerster hier. Ik dacht dat jij je wel in je element zou voelen.’
‘De tijden zijn veranderd, denk ik.’
‘Dat doen ze altijd. Maar zo erg is het niet.’
‘Je zegt maar wat.’
‘Klopt. Maar je moet spelen met de kaarten die je hebt.’
‘En als ik er nu eens een paar wil ruilen?’
‘Dan moet je maar met een ander gaan spelen. Ik ben te moe voor metafoorspelletjes. Afijn…’ klonk het met een kreun terwijl ze zich omdraaide in haar slaapzak. ‘Ik doe nu mijn ogen dicht en dan ga ik dromen over welke leuke verrassingen ons morgen te wachten staan.’
‘God, nee, ik huiver al bij de gedachte.’
‘Niet huiveren. Slapen.’
‘Melissa?’
‘Hmm?’
‘Hoe kom je in hemelsnaam toch aan die zwarte pyjama?’
Melissa antwoordde met haar bekende grinnikje, een geluid dat Val altijd had opgevat als het audio-equivalent van een kurkentrekker, maar zei verder niets. Al na een paar seconden vulde haar zachte gesnurk de tent.
‘Welterusten,’ fluisterde Val terwijl ze haar woorden in de koele berglucht zag oplossen en haar ogen sloot, hoewel ze betwijfelde dat ze de slaap zou kunnen vatten. Daarvoor had ze te veel aan haar hoofd. Om te beginnen natuurlijk Brianne en Tyler, die sukkel van een jongen – correctie: man. Goddank was haar dochter nu veilig en had Haydens mobieltje geen verbinding kunnen leggen met de buitenwereld. Dan was daar nog Jennifer, met dat zelfingenomen blikje op dat zelfingenomen gezichtje van haar, om nog maar te zwijgen van die rotbenen waar maar geen eind aan kwam. Vrouwen als Jennifer hadden haar altijd al het gevoel gegeven dat ze onbeholpen en minderwaardig was, wat pijnlijke herinneringen opriep aan hoe ze zich al die jaren als middelbare scholiere had gevoeld. En over de middelbare school gesproken, niemand die natuurlijk voorbij kon gaan aan Gary en hun onbevroede, om niet te zeggen onverwachte, hemelse stoeipartij tussen de lakens – of, in dit geval, in de slaapzak. In gedachten zag ze hen samen weer voor zich terwijl ze elkaar alle hoeken van de benauwde tent lieten zien, en onwillekeurig ontsnapte er een kreuntje aan haar lippen. Ze beet op haar onderlip om het te beteugelen. Ze voelde hem nog altijd in haar. Mijn god, wat had ze zich in haar hoofd gehaald? Had ze dan echt haar verstand verloren? Waarom uitgerekend nu? En ook nog eens hier? Uitgerekend in deze situatie?
In de nasleep van Evans desertie hadden zich al meteen nieuwe kandidaten gemeld, maar ze had totaal geen moeite gehad om ieder van hen af te wijzen. Sterker nog, ze had zich zelfs geen moment verleid gevoeld, verpletterd als ze was door Evans besluit om haar te verlaten. Dus waarom nu wel door de knieën gaan, want verdomme, dat laatste was een feit – ze had het zowaar uitgelokt – precies op het moment dat hij er een paar keer niet al te subtiel op had gezinspeeld dat Evan bij haar terug wilde komen?
Maar wilde zij dat ook, vroeg ze zich af. De plotselinge gedachte maakte dat haar ogen weer openschoten. Was een leven van leugens en zelftwijfel werkelijk te prefereren boven een leven van eenzaamheid en spijt? En waren dit haar enige opties?
En over dwalende echtgenoten gesproken, waar hing David Gowan eigenlijk uit, en zouden ze er ooit achter komen wat er met hem was gebeurd?
Er was een hoop om over na te denken, concludeerde Val terwijl ze zich op haar rug draaide en zich overgaf aan de zekerheid dat het inderdaad een zeer lange nacht ging worden.
Het volgende moment viel ze in een diepe slaap.
‘Meen je dat nou?’ vroeg Brianne terwijl ze haar best deed om niet in de lach te schieten bij de aanblik van James’ uitgesproken gelaatstrekken die door zijn theatraal gepijnigde blik nog eens extra werden verwrongen. ‘Ze maakte je uit voor Toto?’
‘Die hónd, ja…’ benadrukte hij terwijl hij een grijs sweatshirt over zijn peenharen trok. ‘Die rothond.’
‘Ziet ze dan niet dat je veel meer een Dorothy bent?’
‘Precies. Dank je, mijn kind. Eindelijk íémand die me begrijpt.’
‘God zeg, je bent zo’n cliché,’ reageerde Brianne zoals ze al zo vaak had gereageerd. Ze reikte naar hem en gaf hem een dikke knuffel.
‘Insgelijks,’ zei James en hij tilde de slaapzak boven zijn hoofd. ‘Moet je dat stomme ding nou zien. Hoe werkt zoiets in hemelsnaam?’
‘Je moet jezelf erin laten glijden.’
‘O, nee zeg. God alleen weet hoeveel mensen zich hierin hebben laten glijden.’
‘Grappig, ik heb mensen zich hetzelfde over jou horen afvragen.’
Quasiverschrikt wapperde hij even met zijn vingers voor zijn gezicht. ‘Smeerlapje dat je er bent! Ik ga dit aan je moeder vertellen.’
Brianne giechelde om haar eigen ondeugendheid. Ondanks haar nukkige voorkomen en haar luid verkondigde afschuw over hoe dit lange weekend uitpakte begon ze zich zowaar een beetje te amuseren. Misschien omdat ze wist dat het einde naderde. Ze keek op haar horloge. Bijna tien uur. Nog twee uurtjes en dan… de grote ontsnapping, jubelde ze in gedachten. ‘Ik moet plassen,’ deelde ze mee. Het was weer tijd voor een wc-bezoekje.
‘Alweer?’
‘Ik heb een kleine blaas.’
‘Sinds wanneer?’
‘Sinds mijn babytijd. Heeft mijn moeder je dan nooit verteld dat ik als kleine meid zo’n beetje om de tien minuten naar de wc moest, maar dat het me niet interesseerde en ik het dus gewoon maar in mijn broek deed?’
‘Volgens mij heeft ze me die feiten bespaard.’
‘Kennelijk heb ik tot mijn zevende in mijn broek geplast,’ vertelde ze zonder gêne verder. ‘Mijn moeder kwam tot de conclusie dat het geen zin had om er een hele toestand van te maken. Ze zei dat ze ervan uitging dat tegen de tijd dat ik klaar was voor het altaar, ik wel zindelijk zou zijn. En dus stuurde ze me naar school met een tas vol schone kleren.’
‘Goh, wat tolerant en begripvol, zeg. Geen wonder dat je haar haat.’
‘Wie zegt dat ik haar haat?’
‘Dus niet?’
‘Natuurlijk niet. Ze is mijn moeder. Ik hou van haar.’
‘Waarom doe je dan zo gemeen tegen haar?’
‘Ik doe niet gemeen.’
‘Welles.’
‘Nietes.’
Ze schoten in de lach.
‘Je bent zo’n cliché.’
‘Van ’t zelfde.’
‘Ik moet plassen,’ kondigde ze weer aan.
‘Ik loop met je mee.’
‘Hè? Waarom?’
‘Waarom?’ herhaalde James.
‘Je bent net nog samen met mij geweest.’
‘Misschien ben jij niet de enige met een kleine blaas.’
‘Dus als ik moet, dan moet jij nu opeens ook?’
‘Misschien.’
‘Belachelijk zeg. Vertrouw je me soms niet?’
‘Natuurlijk vertrouw ik je niet.’ Het klonk alsof hij verbijsterd was dat ze het zelfs durfde te vragen. Op de een of andere manier krijgt hij het zelfs voor elkaar om zijn wantrouwen aandoenlijk te maken, dacht ze. ‘Maar bovendien is het er donker, zijn er wilde dieren in de buurt, en ik kan me voorstellen dat je wat gezelschap wel op prijs zult stellen.’
‘Dan heb je dat mooi verkeerd gedacht.’
‘Ik kan je beschermen tegen al wat… onwelgevallig is.’
‘Onwelgevallig?’
‘Onverwacht. Ongewenst. Ongunstig. Onfortuinlijk.’
‘Ongelofelijk…’ mompelde ze hoofdschuddend.
‘Ik ken kungfu.’
‘Echt?’
‘Ja. Ik moest het leren voor een musical, een paar jaar geleden. High Jinks and High Kicks, zo heette die. Helaas overleefde hij de voorvertoning al niet eens. Jammer. Ik was echt heel goed.’
‘Je gaat een beer een high kick verkopen?’ vroeg ze.
‘Ik zal alles doen om jou te beschermen.’
‘En als ik geen bescherming nodig heb?’
‘Niemand die zonder kan.’
‘Ja hoor. Niemand die zonder slaap kan. Hup, die slaapzak in jij. Ik ben zo terug.’
‘Is er soms een reden waarom je niet wilt dat ik met je meeloop?’
‘Zoals?’
‘Weet ik het? Vertel jij het me maar.’
‘Je denkt dat ik stiekem met mijn vriendje heb afgesproken?’ Ze begon inmiddels genoeg te krijgen van dit gesprek, en het onaangename gevoel dat deze avond misschien niet helemaal volgens plan zou verlopen, werd sterker.
‘En?’
‘Hoe dan? Tyler weet niet eens waar ik zit.’
‘Je moeder heeft anders wel gelijk over hem.’
‘Hoezo? Hoe kan ze nou gelijk over hem hebben als ze hem niet eens kent? En jij ook niet, trouwens.’
‘Ik weet dat hij te oud voor je is.’
‘Misschien ben ik volwassener dan je denkt.’
‘Tot aan je zevende plaste je anders nog in je broek,’ wreef hij haar onder de neus.
‘Dat heb ik je in goed vertrouwen verteld,’ reageerde ze stekelig. ‘En nu ga je dat tegen me gebruiken?’
‘Sorry. Ik probeerde gewoon even bijdehand te doen.’
‘Nou, dat ben je dus niet. Je bent totaal niet bijdehand. Misschien heeft Jennifer wel gelijk, ben je gewoon… Toto.’ Boos duwde ze zichzelf uit haar slaapzak, die geplooid rond haar middel lag, waarna ze de tentflap opende en de avondlucht opsnoof. ‘Wanneer ben jij in hemelsnaam zo… uncool geworden?’ beet ze hem toe terwijl ze naar buiten kroop.
Al meteen daarna beende ze naar de verplaatsbare toiletten aan het eind van de camping.
Ze hoefde niet eens achterom te kijken om te weten dat James vlak achter haar liep.
Jennifer ving het geruzie van Brianne en James in de tent naast haar op en ze vroeg zich af of ze tussenbeide moest komen. Ik denk dat jij inmiddels wel genoeg hebt gezegd, fluisterde een stemmetje haar in, en dat adviseerde haar vervolgens zich niet te verroeren. Het geruzie werd luider, en hield opeens op. De stilte die volgde maakte al meteen plaats voor het geluid van twee paar voeten die langs haar tent naar het eind van de camping marcheerden. Ze begroef zich nog wat dieper in haar slaapzak en rilde, ook al had ze een extra sweater aangetrokken. Ze vroeg zich af hoe het Evan verging, of zijn vergaderingen eindelijk achter de rug waren en of hij succes had geboekt, of hij nu in hun bed lag, en haar net zo miste als zij hem.
Of wie weet miste hij Val wel, dacht ze, te moe om de hinderlijke gedachte weg te wuiven.
Eerlijk gezegd zou het niet als een echte verrassing komen als hij nog altijd gevoelens koesterde voor zijn vrouw. Iets dergelijks had hij inmiddels al min of meer toegegeven. ‘Natuurlijk geef ik nog steeds om haar,’ had hij haar onlangs op een avond verteld toen ze na te veel drankjes zo stoutmoedig en stom was geweest hem deze vraag voor te leggen. ‘We zijn heel lang bij elkaar geweest. Ik heb me niet altijd van mijn beste kant laten zien,’ had hij er bijna weemoedig aan toegevoegd.
Je was een waardeloze echtgenoot, dacht ze nu, hoewel ze Val toen meteen alle schuld in de schoenen had geschoven.
Dit is geen goed voorteken, hoorde ze haar vader zeggen.
Ga weg, pap, dacht ze. Deze tent is te klein voor ons allemaal.
Maar hij was er al, met etensvlekjes op zijn gekreukte kleren, zijn uitdunnende, ongekamde haren, en dringend toe aan een bad, met zichtbare rooskorstjes op zijn veel te roze hoofdhuid terwijl hij beschuldigend haar kant op keek. Ze vroeg zich af of haar zus Cameron de moeite had genomen om even bij hem langs te gaan, en zo ja, of ze langer dan een paar minuten was gebleven. Had ze ervoor gezorgd dat hij iets te eten had? Had ze hem meegenomen voor een ritje in haar nieuwe auto? Of had ze zich enkel zitten beklagen over zijn egoïstische jongste dochter?
Shit, mopperde ze stilletjes nu ze Brianne en James weer naar hun tent hoorde komen. Misschien kon ze James maar beter nog een keer haar excuses aanbieden. Niet dat het allemaal haar schuld was, maar ja, werkelijk niets aan dit weekend liep zoals het bedoeld was.
Shit, mopperde ze weer, terwijl ze een comfortabele lighouding zocht. Hield Val echt van dit soort dingen? Of was ze er maar in meegegaan omdat Evan het zo leuk vond? En zou dat niet precies zijn wat ze zelf nu ook zou hebben gedaan als Evan er was geweest?
Alleen, hij was er niet. Ze bespaarde zich het gevaar van nog meer zelfonderzoek. Als Evan er was zou alles totaal anders zijn geweest. Dan zou niets van dit alles gebeurd zijn.
Verdomme. Terwijl haar vaders afkeurende blik als een verstikkend kussen over haar gezicht gleed leek het tentzeil haar volledig in te sluiten. Dit is geen goed voorteken.
Een uur later, aangemoedigd door James’ gelijkmatige ademhaling, kroop Brianne weer uit haar slaapzak en glipte ze door de tentflap naar buiten.
‘Ha,’ groette Jennifers stem haar op het moment dat ze uit de tent verscheen.
‘Shit!’ riep ze verschrikt uit. Ze viel op haar knieën en haar hart ging zo hard tekeer dat het ding bijna uit haar borstkas knalde. Wat had Jennifer in hemelsnaam op dit uur buiten te zoeken? Hoe moest ze dit nu weer zien op te lossen?
‘Sorry. Heb ik je laten schrikken?’
‘Wat denk je zelf?’ vroeg Brianne. Shit, shit, shit, shit! tierde ze vanbinnen. ‘Wat doe jij hier?’
‘Kon niet slapen. Die tent is onwijs claustrofobisch, vind je ook niet?’
Brianne haalde haar schouders op. Zelf had ze nooit problemen gehad met kleine ruimtes.
‘Ik hou niet van plekken waar ik niet rechtop kan staan,’ legde Jennifer uit. ‘Tunnels en zo, waar ik niet hoef te kruipen, dat lukt best. Of liften. Daar heb ik ook geen problemen mee. Ik ben zelfs een keer in New York ergens in een lift blijven hangen, tussen de eenendertigste en tweeëndertigste verdieping, bij William Morris Endeavor, aan de Avenue of the Americas. Ken je dat gebouw?’ vroeg ze in één adem door zonder dat Brianne zelfs maar kon antwoorden dat ze niet alleen het gebouw niet kende, maar dat Jennifers verhaal haar bovendien geen bal interesseerde. ‘Nou, ik had daar die dag dus een afspraak. Vlak na de overname, en ze wilden een campagne lanceren… Afijn, doet niet ter zake, verder.’
Kun je wel zeggen, was Briannes gedachte.
‘Ik sta dus in die lift, met nog een stuk of vijf anderen. Niks aan de hand. Drie stappen er uit. Een paar anderen stappen in. En opeens valt die lift met een ruk stil. En daar zaten we dan… Vast. Met z’n vieren. In die ouwe lift. We zitten bijna een uur vast en een van die kerels gaat helemaal door het lint. Zweten, schreeuwen, en maar roepen: “Laat me eruit! Laat me eruit!” Het lukt ons om hem tot bedaren te brengen, maar het is er snikheet, want zomer, en de airco doet het ook al niet meer, en ook de anderen beginnen paniekerig te worden. Maar met mij is niets aan de hand. Helemaal niets.’
‘Ongelofelijk,’ reageerde Brianne koeltjes.
Jennifer knikte instemmend. ‘Maar zet me ergens waar ik niet kan staan, in een grot of zo, of in die domme tent…’ Ze mepte er met haar hand naar en haar stem viel even weg. ‘Nooit geweten dat ik in een tent zo’n last zou hebben van mijn claustrofobie.’
‘Het is een tent,’ zei Brianne, alsof dat alles verklaarde.
‘Ik heb ooit een film gezien, over een meisje dat in een ondergrondse grot gevangen werd gehouden. Om te kunnen ontsnappen moest ze door een of andere lange tunnel kruipen. En zo nu en dan bereikte ze een plek waar ze even rechtop kon zitten, maar meer ook niet, dus niet rechtop staan, waarna ze weer verder moest kruipen. Ik stond doodsangsten uit. Ik moest echt weg uit die zaal. Knal me maar neer, dacht ik.’
Met plezier, dacht Brianne terwijl ze een blik op haar horloge wierp. Nog twintig minuten en dan was het middernacht.
‘Of zoals in de Romeinse tijd…’
‘Wacht!’ onderbrak Brianne haar. ‘Ik snap het: jij houdt niet van plekken waar je niet rechtop kunt staan.’
‘Toen mijn moeder ziek was,’ ging Jennifer verder, zich niet bewust van Briannes onverschilligheid, of anders negeerde ze het gewoon, ‘moest er een mri van haar worden gemaakt. Weet je wat dat is?’
Brianne knikte. Ze had genoeg herhalingen van ER en House gezien om zo’n apparaat inmiddels zelf wel te kunnen bedienen.
‘Nou, mijn moeder moest dus gescand worden. Enne, weet je, dan duwen ze je dus zo’n buis in…’
‘Weet ik.’
‘En daar lag ze dus, op dat smalle tafeltje, klaar om door dat verschrikkelijke ding te worden opgeslokt, en toen dacht ik…’
‘… knal me maar neer,’ reageerde Brianne.
‘Ik dacht, ze moet doodsangsten uitstaan.’ Opeens gleden de tranen over Jennifers wangen. ‘Zo in de val, zo hulpeloos, wetend dat ze zou sterven, dat ze er helemaal niets aan kon veranderen.’
Brianne bleef nog even roerloos zitten terwijl ze zich afvroeg wat ze in hemelsnaam moest beginnen. Over nog geen twintig minuten zou Tyler bij de ingang staan, terwijl zij ondertussen met juffrouw Narigheid zat opgescheept. ‘Nou, hoe gezellig ons praatje ook is,’ begon ze terwijl ze naar achteren reikte en haar tentflap weer opentrok, ‘denk ik dat ik nu maar eens ga slapen.’
‘Sorry. Was je op weg naar de wc’s?’
‘Ik hoef al niet meer.’ Ze zat inmiddels al weer half in de tent. ‘Het wordt buiten al aardig koud. Denk je niet dat je op z’n minst moet proberen om nog wat te slapen?’
‘Ik denk niet dat me dat lukt.’
‘Volgens mij moet je het gewoon proberen. Misschien dat als je gewoon je ogen sluit, je niet meer aan al je fobieën denkt.’
Jennifer verzette geen stap. ‘Ik heb ergens eens gelezen dat alle fobieën in feite gewoon een vorm van doodsangst zijn.’
‘Klinkt aannemelijk.’ Brianne kroop haar tent en vervolgens haar slaapzak weer in en staarde in het donker voor zich uit. Knal me maar neer, dacht ze.