Met 'Niet definitief!' voltooide ik mijn derde jaar als schrijver - drie jaar was het geleden dat ik voor het eerst de tocht naar Campbells kantoor maakte. In die tijd had ik op een haar na duizend dollar verdiend (niet zo kwaad als het klinkt in een tijd toen het collegegeld maar vierhonderd dollar per jaar bedroeg) en ongeveer een kwart daarvan had ik op mijn spaarbank.

Toch is het wel duidelijk dat die financiële prestatie nu ook weer niet zo geweldig was dat ik erdoor op het idee kwam schrijven als een mogelijke broodwinning te zien, te meer omdat ik er zelfs niet over droomde ooit iets anders dan science-fiction voor tijdschriften te schrijven.

 

Op 10 juni 1941 had ik het in een gesprek met Fred Pohl over mijn teleurstelling, dat ik niet in staat was ook maar één verhaal aan Unknown te verkopen. Fred zei dat hij een goed idee voor een fantasyverhaal had, en vandaar was het nog maar een kleine stap naar een afspraak, samsam te doen. We zouden het idee bespreken, ik zou het schrijven, en de eventuele opbrengst zouden we op fifty-fifty-basis delen.

Fred zal wel zo bereidwillig geweest zijn omdat (zoals ik drie dagen later te weten kwam) zijn tijdschriften nogal beroerd liepen en hij van zijn redacteurschap ontheven werd.

Dat was natuurlijk erg jammer, maar beslist geen onherstelbare ramp. Pohl had bijna twee jaar lang een waardevolle ervaring als redacteur gehad, en er zou een tijd komen dat dit hem uitstekend van pas zou komen in een veel belangrijker en duurzamer rol als redacteur van Galaxy, dat in de vijftiger en zestiger jaren met Astounding zou wedijveren om het leiderschap op science-fictiongebied.

Wat mezelf betreft had ik nauwelijks te klagen. Pohl had acht van mijn verhalen aangenomen (meer dan een kwart van de verhalen die ik tot dan toe geschreven en bijna de helft van het aantal dat ik verkocht had). Daarvan waren er al zes gepubliceerd en een ('Superneutron') stond al veilig op de lijst voor publicatie in het komende nummer van Astonishing. Bleef nog het negende over, 'Kerstmis op Ganymedes'. Het was nog niet betaald, het was ook nog niet gezet en jammer genoeg moest Pohl het me teruggeven. Maar nog geen twee weken later verkocht ik het voor nog iets meer dan Pohl me had kunnen betalen aan Thrilling Wonder Stories, zodat zelfs dat geen ramp was. - Hoewel ik het verlies van een markt wel betreurde, want Pohl had me toch veilig door de periode heen geholpen waarin ik me zover ontwikkeld had dat Campbell en Astounding mijn belangrijkste afzetgebied konden worden.

Het eerste wat ik dacht toen ik 'Kerstmis op Ganymedes' terugkreeg was, dat het kwam omdat de tijdschriften van Pohl helemaal opgeheven waren. Maar als de uitgevers dat al van plan geweest waren, dan veranderden ze in elk geval van idee. Astonishing bestond nog een paar jaar, tot het door het papiergebrek van de tweede wereldoorlog om het leven kwam. Super Science Stories overleefde de tweede wereldoorlog en hield het zelfs nog tot kort na de veertiger jaren vol, en zou nog één verhaal van me publiceren.

Maar terug naar 10 juni. Met gebruikmaking van Freds idee schreef ik het hele verhaal in mijn eentje en noemde het 'Legal Rights'. Maar weer werd de samenwerking geen succes. Op 8 juli weigerde Campbell het, de eerste weigering die ik in een half jaar van hem kreeg.

Maar tegen die tijd trad Fred weer als literair agent op. Ik gaf hem het verhaal met een nogal beschaamd gezicht en vergat het verder. Hij veranderde de naam in 'Legal Rites' ('Wettige riten') (veel beter) en herschreef het behoorlijk. Zeven jaar later verkocht hij het.