Kamer is voor Finn en Una, mijn meesterwerken.

O Kind,

      welk een smart heb ik.

      Maar gij slaapt. Gij sluimert uw zoete rust

      in de vreugdelooze, kopergenagelde kist,

      in den duisteren nacht

      en den blauwzwarten nevel uitgestrekt.

‘Klaaglied van Danae’, Simonides (ca. 556468 V.CHR.)