11e maand
Dag 7
Waarom zijn ze zo weinig consequent? Eerst moedigen ze me aan dingen te doen en dan houden ze er plotseling mee op.
Bijvoorbeeld, sinds mijn eerste kruippogingen hebben ze me voortdurend aangemoedigd door te zetten en leken ze blij met mijn vorderingen. Maar nu pakken ze me elke keer dat ik de gang in kruip in de richting van de trap, in mijn lurven en houden me tegen. Dat is ook kortzichtig. Ze lijken er erg op gespitst dat ik in mijn latere leven goed ben in alles, maar dan zouden ze toch moeten beseffen dat je geen supermannen en supervrouwen kunt kweken door ze steeds te verbieden naar boven te kruipen!
Dag 11
Al dat met mijn hoofd tegen de zijkant van mijn box bonken heeft eindelijk resultaat opgeleverd. Ik zag al weken dat het stukje met het telraam steeds losser en losser kwam te zitten. Vandaag besloot ik dat te testen in die onbewaakte ogenblikken dat Zij de was ophangt. (Dat duurt meestal een hele tijd omdat ik haar nog steeds drie wassen per dag bezorg.)
Na twintig minuten voortdurende kopstoten tegen de verzwakte zijkant van de box, probeerde ik twee van de draden waar de kralen aanzaten vast te grijpen en daarna met mijn volle gewicht eraan te hangen.
Het resultaat kon niet beter. De twee stukken ijzerdraad sprongen uit hun gaatjes en de kralen vlogen alle kanten op, de meeste in de box. Blozend van voldoening trok ik me meteen weer op en deed hetzelfde met de overgebleven draad. Zelfde resultaat.
Ik pakte de twee spijlen vast waar het telraam tussen had gezeten. Deze zaten ook mooi los. Ik wilde er net mijn hele gewicht tegenaan gooien, maar mijn voorzichtigheid kreeg de overhand. In plaats daarvan verzamelde ik de verspreide kralen en verstopte ze waar ik maar kon. Een paar pasten precies in mijn plastic speelgoedjes, een paar schoof ik onder het kleed, en andere kralen smeet ik door de kamer onder de bank.
Ik had de laatste kraal nog maar net weggewerkt en wilde daarna de spijlen onder handen nemen, toen Ze terugkwam uit de tuin.
Ze zag onmiddellijk het gat waar de kralen en het ijzerdraad hadden gezeten en raakte op slag in paniek, alweer doodsbenauwd dat ik de kralen had ingeslikt. Dat had ik niet zo bedoeld, maar het had wel het voordeel dat Haar aandacht werd afgeleid van de verzwakte zijkant van de box.
Maar het had wel het nadeel dat Zij een flinke aanval van dezelfde hysterie kreeg als Ze een paar maanden geleden bij de glazen kralen had vertoond. Ik probeerde op de speelgoedjes, het kleed en de bank te wijzen zodat ze de zoekgeraakte verstikkers zou kunnen vinden, maar het hielp niets. Ze stond erop het volledige ziekenhuisgedoe te herhalen (zie NEGENDE MAAND- Dag 22 en 23). Dat was echt frustrerend omdat daardoor de grote ontsnapping uitgesteld moest worden.
Dag 12
Pas tussen de middag teruggekomen uit het ziekenhuis.
En toen kreeg ik nog de kans niet om mijn ontsnappingsplan ten uitvoer te brengen. Ze was zo ongerust na de grote kralentoestand dat Ze erop stond de hele dag met me rond te sjouwen om ‘mij in de gaten te houden’.
Dag 13
Opnieuw heeft Ze de hele dag zorgelijk naar me zitten kijken alsof ik elk ogenblik de geest kon geven en Ze moest genieten van elk ogenblik dat ze me nog had. Dat kan allemaal best heel vleiend zijn, maar ik had veel liever dat Ze me gewoon in de box zette zodat ik door kon gaan met mijn ontsnappingsplan!
Dag 17
De hemel zij dank werd ik vandaag weer opgesloten in mijn gevangenis en kon ik mijn langgekoesterde plan uitvoeren.
Ja, vandaag was de dag van de grote ontsnapping. De hele zaak liep gesmeerd. Volmaakt op rolletjes. Als een trein.
Het begon om tien uur precies toen de bewaking naar buiten ging op was-ophang-corvee. Verdachte sectie van de boxwand benaderd, een van de spijlen met beide handen vastgepakt, met mijn volle gewicht eraan gehangen, tot ik in zittende positie was. Mislukt.
Niet ontmoedigd opnieuw geprobeerd. Dit keer enige beweging, en gekraak.
Derde keer – volmaakt. Gedeeltelijk versplinterde horizontale spijl boven, los van verticale dwarsbalk, viel achterover in de box. Zat nog steeds vast aan de onderkant, maar na een paar rukken losgekregen. De opening geprobeerd, maar nog te smal voor een mollige baby met luier en kruipbroek. Mijn aandacht gericht op de tweede spijl. Steviger dan de eerste, maar bezweek bij de zesde poging. Ook losgewrikt uit de onderste horizontale balk. Opening geprobeerd. Krap, maar ik kon mezelf erdoor wringen.
Vrijheid! Beviel me uitstekend, dat kan ik je verzekeren! Korte aarzeling over wat ik zou doen nu ik vrij was, maar er was eigenlijk maar één doel. Kroop over de woonkamervloer naar de gang. Op naar de trap. Nooit eerder de trap opgeklommen, maar daar liet ik me niet door weerhouden. Je kunt het toch altijd proberen? Ik zette mijn handen op de tweede tree en trok mijn knieën op de eerste. Verplaatste mijn handen naar de derde tree, knieën op de tweede, en zo voort. Een makkie. Ik begrijp niet waar ze zo’n drukte om maken.
Het enige moeilijke ogenblik kwam toen ik achterom probeerde te kijken. Ik leunde op één hand en draaide mijn bovenlijf om. Voelde een beetje wankel. Ik zwaaide heen en weer en moest me voorover laten vallen om niet van de trap te kukelen. (MEMO: kruipbroek niet ideaal om trappen mee te bestijgen. Sokjes ook niet – veel te glibberig. Laarsjes lijken me het beste.)
Ik was van plan de trap helemaal tot bovenaan te beklimmen. Ik weet niet waarom. Omdat hij er is, denk ik. Ik was nog drie treden van de overloop af toen ik een luide gil hoorde beneden me. Ik herkende Haar stem. Draaide me half om en keek naar beneden. Zwaaide gevaarlijk heen en weer.
Ze zag lijkbleek. Verlamd van schrik. Gilde: “Verroer je niet! Beweeg je niet, in Godsnaam!” Zoals te verwachten was, negeerde ik dit en toonde Haar mijn nieuwe klimvaardigheid – of liever mijn daalvaardigheid, want ik besloot naar beneden te gaan. Ik had dat nog niet eerder geprobeerd, maar wanneer heb ik me ooit ergens van laten weerhouden door gebrek aan ervaring…? Trap af veel moeilijker dan trap op. Liet één voet op de trede onder me zakken. Liet de andere voet zakken.
Plotseling voelde ik de sterke druk van de zwaartekracht. Probeerde nog met mijn handen de treden boven me vast te grijpen. Geen houvast. Voelde de randen van de treden tegen mijn buik bonken terwijl ik naar beneden gleed. Een afdaling zonder touwen. Halverwege door Haar opgevangen. Ze snikte het uit; de tranen stroomden over Haar wangen. Drukte me tegen zich aan en bleef maar herhalen: “Hoe heb je dat gedaan? Hoe ben je eruit gekomen?”
(Nota bene. Wanneer ze hysterisch is praat Ze tenminste normaal.) Geen sprake van dat ik Haar het antwoord zou geven op Haar vragen, natuurlijk. Alleen naam, rang en nummer. Toch een welbestede dag. Doel bereikt, zou ik zo zeggen.
Dag 24
Vanmorgen probeerde Ze iets nieuws met me. Ze had het heel druk, omdat Ze om de een of andere duistere reden meende dat Ze vanavond een beschaafd etentje zou kunnen geven (hoe komt Ze daar nou bij?). En daarom wilde Ze de hele morgen besteden aan het met knoflook doordrenken van zo ongeveer alles wat Ze maar in de keuken kon vinden. En Ze wilde mij uit de weg hebben. Ze zette mij in mijn box (die sinds mijn legendarische ontsnapping, permanent gerepareerd en versterkt is met maximale veiligheid biedende klinknagels – de enige manier om er nog uit te komen is een tunnel graven in het kleed), en daarin gooide Ze de traditionele berg plastic rammelaars, eendjes, telefoons, hamers, autootjes en andere voorwerpen, te vervormd om nog herkenbaar te zijn, waar ik op kon bonken, kauwen en spugen.
Nou, Ze zou onderhand toch moeten beseffen dat die troep mijn aandacht niet langer dan ongeveer een 0.0000000001 seconde kan vasthouden. Ik nam niet eens de moeite er iets van op te pakken, ik begon al direct met krijsen.
Ze houdt het nooit lang uit als ik er goed tegenaan ga. Dit keer kon Ze maar net Haar schort aandoen en één teentje knoflook fijnsnijden voor de vreselijke gedachte bij Haar opkwam – DAT ER MISSCHIEN ECHT IETS MIS WAS MET MIJ.
(Dit is overigens een nuttige tip in de omgang met ouders. Als ze beginnen te denken dat je gewoon maar heibel schopt en er niks met je aan de hand is, dan kan ik een plotselinge verandering aanbevelen. Dat wil zeggen, een paar seconden stil zijn en dan ineens een doordringende gil laten horen. Dan komt de doorsnee-ouder gegarandeerd als een gek aanstormen.) En als ze ongevoelig worden voor de plotselinge verandering in gekrijs, dan kan niets op tegen de zelftoegebrachte verwonding.
Dat is niet zo moeilijk als het klinkt. Je kunt gemakkelijk een bevredigende wond veroorzaken door omvallen, ergens vanaf vallen of met een lichaamsdeel hard ergens tegenaan stoten. Als je een beetje oefent, leer je in een mum van tijd een maximaal visueel effect te verkrijgen met een minimum aan pijn. Maar ook al doet je zelftoegebrachte verwonding helemaal geen pijn, toch moet je natuurlijk gillen alsof je nagels één voor één worden uitgerukt. Er zijn maar heel weinig ouders die, wanneer ze eindelijk toegeven en je onder het bloed aantreffen, zichzelf ervan kunnen weerhouden je op te tillen en te zeggen: “Ach, arm schatje! Had je je dan echt pijn gedaan! Wat een stoute mammie⁄pappie ben ik! Ik zal het mezelf nooit vergeven!”
En het mooie ervan is, dat ze dat inderdaad nooit doen. Ze zullen hun schuldgevoel meedragen tot in het graf.
Maar om terug te komen op mijn verhaal, vanmorgen probeerde Ze iets nieuws om me kalm te houden. Ze zette de televisie aan. “Kijk eens,” kirde Ze. “Er is een enig kinderprogramma bezig. Met massa’s snoeperige beestjes en liedjes en kleurtjes. Is dat niet fijn voor mijn snuitebolletje?” Nou, ik heb het een eerlijke kans gegeven. Ik heb er een volle minuut naar gekeken en kwam toen tot de conclusie dat het nog saaier is dan de gebruikelijke hoop plastic rammelaars, eendjes, telefoons, hamers, autootjes en andere onherkenbaar misvormde voorwerpen.
Als Ze soms denkt dat Ze me voortaan kalm kan houden door me de hele dag voor de televisie neer te poten, dan houdt Ze zichzelf voor de gek. Er is geen gemakkelijke manier om met mij om te gaan en hoe eerder Ze dat door krijgt hoe beter.