9
In de bijkeuken stond een grote vrieskist tussen de wasmachine en wasdroger geperst. Victor was kwaad geworden toen Joan het apparaat had gekocht. Hij vond het zonde van het geld, en waar moesten ze dat stomme ding laten?
Joan had geantwoord dat de vriezer zichzelf zou terugbetalen vanwege alle voordeelartikelen die bijna over de uiterste houdbaarheidsdatum waren, die ze bij de supermarkt waar ze werkte kon kopen. Nu stond ze eroverheen gebogen, met het deksel open en omringd door ijzige damp.
Ze haalde alle koopjes eruit die ze het afgelopen jaar had verzameld.
Er kwam een pakje lamskoteletten uit met een sticker SPECIALE AANBIEDING! Toen volgde er een zak diepvrieserwten en een enorme bak vanille-ijs van Wall’s. Er stonden drie chocoladekwarktaarten in die ze in haar eentje had willen opeten; ze waren veel te lekker om met Victor te delen! Joan gaf alles door aan Don, die het op de vloer opstapelde.
Elke paar minuten keek ze uit het raam. Ze hadden de gordijnen en jaloezieën voor alle andere ramen op de benedenverdieping gesloten, voor het geval iemand toevallig naar binnen keek.
Maar de jaloezieën voor dit raam waren maanden geleden al naar beneden gekomen. Die luie Victor had nooit de moeite genomen ze weer op te hangen.
Ze zag de lichtjes van de huizen in de vallei beneden en de donkere omtrekken van de Downs in de verte. Ze zag de sterren en de opkomende maan. Het was bijna volle maan. In het licht ervan zag ze het kasje in de tuin staan. Ze dacht even aan de tomaten die Victor had geplant. Hij zou ze nooit zien of opeten. Victor zou nooit meer daglicht zien.
Even, heel even maar, kreeg ze een verstikt gevoel in haar keel. Victor was zo slecht nog niet, dacht ze in zichzelf. Zo erg was hij toch niet? Hij had toch ook goede kanten gehad?
Dons stem sneed ruw door haar gedachten. ‘Kom op, doorgaan, we zijn er bijna!’
Ze bukte zich, reikte naar de bodem en haalde een doos met een bevroren taart erin naar boven. Toen nog een paar karbonades met EXTRA KORTING erop.
‘Oké,’ zei ze. ‘Dat was het.’
Ze keek in de vrieskist, nerveus en met rondtollende gedachten. Stel dat hij niet paste?
Vijf minuten later hadden ze Victor al zijn kleren uitgetrokken. Ze deden hem ook zijn horloge en trouwring af.
‘Zonde om weg te gooien,’ had Joan gezegd.
Toen hadden ze met veel moeite zijn vette, kwabbige lichaam door de keuken naar de bijkeuken gedragen. Ze hadden onderweg een spoor van bloedspetters en druppels hersenvloeistof achtergelaten.
Het was maar goed dat Don sterk was, want Joan had het gevoel dat ze geen kracht meer in zich had. Met wat duwen en trekken kregen ze Victor over de rand van de vriezer. Vervolgens zakte hij tot haar opluchting gemakkelijk naar de bodem. Ze moest alleen zijn armen en benen wat schikken zodat het deksel dicht zou kunnen. Al die tijd hield Joan haar blik van zijn uitpuilende ogen afgewend. In feite keek ze naar geen enkel deel van hem.
Maar ze kon het niet laten om naar zijn kleine penis te kijken. Dat stukje van jou zal ik het minste gaan missen, dacht ze toen ze de diepvriesspullen boven op hem begon te stapelen.
‘Ik hoop dat hij niet wakker wordt met honger,’ zei Don toen hij uiteindelijk het deksel dichtsloeg.
Joan keek hem geschrokken aan. ‘Je denkt toch niet...’
Hij legde zijn grote, vlezige hand op haar schouder en gaf er een kneepje in. ‘Hij is dood, maak je geen zorgen. Hij is zo dood als maar kan.’
De rest van de avond maakten ze schoon. Ze schrobden de vloerbedekking en de keukenvloer. Ze moesten de muren van de woonkamer ook schrobben, omdat ze daar ook vlekken van bloed en hersenvloeistof vonden. Ze zaten zelfs op het plafond en op een lampenkap.
Er zat zelfs een bloedvlek op het televisiescherm.
‘Ik hoop dat Poirot die niet opmerkt,’ zei Don terwijl hij het vlekje van het scherm poetste.
Joan lachte niet.