verklarende woordenlijst

5-alpha reductase: enzym dat testosteron omzet in DHT

5-HTP: 5-hydroxytryptofaan is een natuurlijke en plantaardige voorloper van serotonine en verkrijgbaar als supplement

Acesulfaam: kunstmatige zoetstof

Acetyl-carnitine: of ALCAR, een stof die voorkomt in planten en dieren en een belangrijke rol speelt bij het vettransport naar de mitochondriën

Acromegalie: aandoening waarbij de hypofyse door een tumor te veel groeihormoon afgeeft, waardoor patiënten vergroeiingen krijgen aan gezicht, handen en voeten

Acrylamide: kankerverwekkende stof, ontstaat in voedsel door de reactie van suikers met het aminozuur asparagine

Actinische keratosen: afwijkingen in de huid die voorlopers van kanker kunnen zijn

Adaptogeen: stof die het lichaam helpt zich aan te passen bij stress

Aderverkalking: vorming van atherosclerotische plaques in slagaderen. Tegenwoordig wordt bij voorkeur gesproken van athero- of arteriosclerose, omdat de inbouw van calcium in atherosclerotische plaques vermoedelijk geen oorzakelijke rol heeft

ADH: aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van een bepaalde voedingsstof (vitamine, mineraal of sporenelement)

Adipokinen: hormoonachtige stoffen die door vetweefsel worden geproduceerd

Adiponectine: hormoon dat wordt geproduceerd door vetweefsel en dat de kans op diabetes en hart- en vaatziekten verkleint, ondermeer doordat het de gevoeligheid voor leptine en insuline verhoogt

Adrenaline: hormoon en neurotransmitter die de vecht- of vluchtreactie veroorzaakt: versnelde hartslag, verwijding van de pupillen, samentrekking van de bloedvaten.

Adrenocorticotroop hormoon (ACTH): hormoon dat in de hypofyse wordt gemaakt en de bijnieren prikkelt om onder andere het stresshormoon cortisol te maken

Advanced glycation end products (AGE’s): eiwitten die door verbinding met suikers onomkeerbaar zijn gedegenereerd

Aflatoxine: giftig stofwisselingsproduct van schimmels die kunnen groeien op onder andere pinda’s

Age-essentials: beschermende stoffen die je lichaam steeds minder aanmaakt naarmate je ouder wordt en die je dan als supplement kunt innemen

Ajoëen: stofje dat vrijkomt als knoflook blootstaat aan de lucht

ALCAR: zie Acetyl-carnitine

Alfagolven: hersengolven die de hersenen produceren in een alerte, ontspannen toestand

Alfahydroxyacid (AHA): overkoepelende term voor fruitzuren

Alfalinoleenzuur: omega-3-vetzuur van plantaardige oorsprong

Alfaliponzuur: veelzijdige antioxidant in het lichaam van de meeste dieren en in planten

Allicine: stofje in knoflook, veroorzaakt de typische geur

Alliïne: stofje in knoflook

Alopecia: kaalheid. Androgenetische alopecia is de erfelijke vorm, alopecia areata een specifieke vorm waarbij ronde of ovale kale plekken ontstaan

Aminozuur: bouwsteen van eiwitten. In het lichaam komen circa twintig verschillende aminozuren voor

AMP-K: adenosine monofosfaat-proteïnekinase, belangrijke stof in de energiehuishouding

Amylase: enzym dat in de mond en maag zetmeel afbreekt tot glucose

Anaeroob: slaat op stofwisselingsprocessen die plaatsvinden onder zuurstofarme of zuurstofloze omstandigheden. Bij intensief sporten ontstaat een zuurstofschuld (we raken buiten adem) en schakelen de spieren over op anaerobe verbranding. Daarbij komt melkzuur vrij

Androcur: cyproteronacetaat, farmaceutische stof die de werking van mannelijke hormonen uitschakelt

Androgenen: groep hormonen die een rol spelen in de mannelijke ontwikkeling, zoals testosteron, DHEA, DHT en androstenedione

Antioxidant: stof die schadelijke reacties van zuurstof tegengaat, door de vrije radicalen die bij de zuurstofverbranding (oxidatie) ontstaan te neutraliseren. Bescheiden hoeveelheden vrije radicalen zijn noodzakelijk om gezond te blijven (spelen ondermeer een rol in eliminatie van ziektekiemen)

Arabinogalactan: natuurlijk bestanddeel van arabische gom, verdikker

Arachidonzuur: vetzuur, komt onder andere voor in rood vlees en pinda’s en wordt door het lichaam vervaardigt uit linolzuur

Arginine: aminozuur dat de hypofyse aanspoort groeihomoon te maken en de grondstof is van creatine

Aromatase: enzym dat hormonen kan omzetten, het kan bijvoorbeeld van testosteron oestrogeen maken

Ascorbinezuur: vitamine C

Aspartaam: kunstmatige zoetstof bestaande uit aminozuren

Atrofie: afbraak van lichaamsweefsel

Autonome zenuwstelsel: deel van het zenuwstelsel in het lichaam dat autonome functies regelt zoals ademhaling, hartslag, bloeddruk en spijsvertering

Avidine: eiwit dat in het wit van rauwe eieren voorkomt en dat biotine bindt. Daardoor remt het de opname van biotine. In gekookte of gebakken eieren is het niet meer werkzaam

Bacteriële vaginosis (BV): aandoening waarbij de bacteriehuishouding in de vagina zodanig is verstoord dat witte afscheiding, pijn en jeuk en een onaangename geur kunnen ontstaan

Basaalcelcarcinoom: vorm van huidkanker waarbij de basaalcellen van de opperhuid zijn aangedaan

Basaalmetabolisme: de stofwisseling van het lichaam in rust, nodig voor de energievoorziening van ademhaling, hersenactiviteit, spijsvertering en bloedsomloop

Benzodiazepinen: familie van kalmerende middelen waar onder andere valium en seresta toe behoren

Bètacaroteen (provitamine A): een vorm van caroteen (plantaardige antioxidant) die in het lichaam in beperkte mate kan worden omgezet in vitamine A (retinol)

Biceps: armbuigspier in de bovenarm

Bijnieren: kliertjes die op de nieren liggen en die hormonen als adrenaline, noradrenaline, cortisol en DHEA produceren.

Bioidentieke hormonen: hormonen die chemisch exact gelijk zijn aan de hormonen die van nature voorkomen in het lichaam

Biotine: B-vitamine (B8, ook wel vitamine H genoemd) die allerlei reacties in de vet- en suikerhuishouding mogelijk maakt

Bloedarmoede: door lage ijzerinname is het gehalte van hemoglobine (enzym dat ijzer bevat en zuurstof transporteert) in het bloed te laag, wat een gevoel van moeheid geeft

Bloedsuikerspiegel: hoeveelheid glucose in het bloed

Brain-derived neurotrophic factor (BDNF): groeifactor die werkzaam is in de hersenen en daar nieuw gevormde zenuwcellen stimuleert tot rijping

BRCA1: borstkankergen 1

BRCA2: borstkankergen 2

Butylene glycol: oplosmiddel, tevens antivries

C-reactief proteïne: stofje dat erop wijst dat chronische micro-ontstekingen in het lichaam voorkomen en een risicofactor is voor hart- en vaatziekten en diabetes

Candida albicans: gist die van nature in de vagina voorkomt en bij overmatige groei klachten kan geven zoals jeuk en witte afscheiding

Carbomeer: synthetisch polymeer dat met water of vet een gel kan vormen

Cardiotraining: duurtraining (bijv training op de lopende band, hardlopen of op de fiets) die er op is gericht het cardiovasculaire systeem te verbeteren

Cardiovasculaire systeem: hart en bloedvaten

Carotenoïden: natuurlijke kleurstoffen die voorkomen in plantaardige voeding zoals groente, fruit en algen

Carpaal tunnelsyndroom: een zenuw naar de hand raakt in de pols bekneld met pijnlijke vingers als gevolg

Catalase: enzym dat waterstofperoxide moleculen afbreekt, die het haar van binnenuit bleken (een gebrek speelt waarschijnlijk een rol bij het grijs worden van het haar)

Celmembranen: de wanden van lichaamscellen

Cetyl PEG/PPG-10/1 dimethicone: synthetische emulgator van siliconen, die zorgt dat het product makkelijk uitsmeert

Cholesterol: wasachtige alcohol die in de lever wordt gemaakt. Het is een bouwsteen voor de celwanden en de basis voor allerlei hormoonachtige stoffen in het lichaam, zoals oestrogeen, cortisol en vitamine D

Choline: een essentiële voedingsstof die tot de B-vitaminen wordt gerekend. Bouwstof voor een belangrijke boodschapperstof in de hersenen (acetylcholine)

Chromosomen: dragers van ons erfelijk materiaal

Chronisch inflammatoir syndroom: aandoening waarbij verspreid door het lichaam chronisch kleinschalige ontstekingsprocessen plaatsvinden

Chroompicolinaat: goed opneembare verbinding van het essentiële mineraal chroom

CLA: geconjugeerd linolzuur, een transvetzuur dat van nature voorkomt in melkvet

Cobalamine: (vitamine B12) is essentieel voor het functioneren van het zenuwstelsel

Coeliakie: (meestal) aangeboren, autoimmune stofwisselingsaandoening waarbij de gluten uit granen leiden tot een beschadiging van de darmwand

Coenzym Q10: enzym en antioxidant dat belangrijke rol speelt in de energiehuishouding van de (spier)cellen

Collageen: eiwitachtige stof die stevigheid geeft aan het onderhuidse bindweefsel. Het vormt lange, elastische ketens

Cortisol: hormoon dat vrijkomt in de bijnierschors als reactie op stress, geeft een verhoogde bloedsuiker en onderdrukking van het immuunsysteem. Daarnaast heeft het talloze andere effecten zoals stijging van de bloeddruk en op lange termijn spierafbraak en opslag van vet in de buik. Cortisol is onontbeerlijk, maar verstoringen in de dagcurve leiden tot ziekte

Creatine: organische stikstofverbinding die helpt om energie in de spieren te transporteren

Curcumine: antioxidant die voorkomt in de specerij kurkuma oftewel koenjit of geelwortel

Cyclohexasiloxane: synthetische emulgator op basis van siliconen, die ervoor zorgt dat het product makkelijk uitsmeert

Cyclopentasiloxane: synthetische emulgator op basis van siliconen, die ervoor zorgt dat het product makkelijk uitsmeert

Cyproteronacetaat: zie Androcur

Cysten: holtes van huidweefsel, die zijn gevuld met vocht

Cytokine interleukin-6 (IL-6): ontstekingsstof in het bloed

Cytokinen: ontstekingsstoffen

Daidzeïne: een isoflavone waar soja een deel van zijn werking aan dankt (zie ook isoflavonen)

Deltoideus: schouderspier

Dermatitis: ontsteking van de huid

DEXA-onderzoek: standaardbepaling van de botdichtheid

DHEA: dihydroepiandosteron, een hormonale voorloper van testosteron en oestrogenen

Dihydrotestosteron (DHT): hormoon dat wordt gemaakt van testosteron en dat betrokken is bij kaalheid

Dimethicone copolyol: synthetische emulgator op basis van siliconen, die ervoor zorgt dat het product makkelijk uitsmeert

Dimethicone crosspolymer: synthetisch bindmiddel; zorgt ervoor dat het serum stevigheid krijgt en dat alle ingrediënten gemengd blijven

Dioxinen: groep van extreem giftige en hardnekkige chemicaliën die in lichaam en milieu schade kunnen aanrichten

DNA: moleculaire structuur waarin onze erfelijke informatie ligt opgeslagen

Docosahexaeenzuur (DHA): langketenig omega-3-vetzuur dat alleen in dierlijke producten voorkomt (vooral in vette vis)

Dopamine: belangrijkste neurotransmitter van het beloningssysteem, onder andere betrokken bij stemming, libido en verliefdheid

Dutasteride: medicijn (merknaam Avodart) dat DHT tegengaat en daarmee kaalheid (zie ook DHT)

Duurtraining: training waarbij een bepaald niveau van aerobe inspanning langere tijd wordt volgehouden

Eczeem: huidaandoening - vaak door allergie - waarbij jeuk en uitslag ontstaan

EGb761: gestandaardiseerd extract van ginkgo biloba dat altijd dezelfde hoeveelheid werkzame stoffen bevat

Eicosapentaeenzuur (EPA): langketenig omega-3-vetzuur dat alleen in dierlijke producten voorkomt (vooral in vette vis)

Elastine: elastische eiwitvezels in het onderhuidse bindweefsel dat de huid helpt om zijn vorm te behouden

Ellaginezuur: krachtige antioxidant die voorkomt in rode vruchten, met name frambozen

Endometriose: bij deze aandoening groeit weefsel dat de baarmoederwand bedekt ook buiten de baarmoeder

Endorfinen: natuurlijke, lichaamseigen pijnstillers met een werking die op opiaten lijkt

Endrocrien: de klieren en hormoonhuishouding betreffend

Enzym: eiwit dat chemische omzettingen in het lichaam regelt

Epicatechinen: krachtige antioxidanten die voorkomen in groene thee

Epitheel: dekweefsel dat alle oppervlakten van het lichaam bedekt

Equilenine: vrouwelijk geslachtshormoon bij paarden dat lijkt op oestrogeen

Erector spinae: rugspieren die langs de ruggengraat lopen

Exfoliëren: chemisch peelen van de huid

Female Sexual Dysfunction (FSD): verzamelterm voor problemen die vrouwen kunnen ervaren rond seksualiteit zoals geen of weinig zin in seks, anorgasmie (niet klaarkomen) en pijnproblemen (zoals vaginisme)

Fenolen: zie polyfenolen

Ferritine: eiwit waaraan ijzer in het lichaam wordt gebonden en dat dient als een soort ijzeropslag

Fibrinogeen: stofje dat een rol speelt in de bloedstolling

Fibroblasten: bindweefselcellen

Finasteride: medicijn (merknaam Propecia) dat de activiteit van het enzym 5 alpha reductase remt. Daardoor wordt er minder testosteron naar ‘kaalheidshormoon’ DHT omgezet.

Flavonoïden: plantaardige stoffen die werken als sterke antioxidanten en smaak geven

Flow: toestand van concentratie waarin het gevoel voor tijd verdwijnt en emoties naar de achtergrond verdwijnen

Fluoxetine: chemische naam van het antidepressivum Prozac

Follikel Stimulerend Hormoon (FSH): het hormoon dat zorgt voor de rijping van het eitje

Foliumzuur: vitamine B9, een B vitamine die belangrijk is voor onder andere de vorming van DNA en de afbraak van homocysteïne

Fotoplethysmograaf: apparaatje waarmee doorbloeding van de vaginawand wordt gemeten en daarmee de opwinding

Fructose: natuurlijke suiker die voorkomt in vruchten, tafelsuiker en maïsstroop en dus in veel gezoete producten zoals frisdrank, snoep en gebak

Fylloquinone: vitamine K1, speelt onder andere een rol bij de bloedstolling en botopbouw

Fysiologische dosis: dosis zoals die van nature in het lichaam voorkomt

Fytinezuur: stof die voorkomt in volkoren graanproducten en die de opname van essentiële mineralen vermindert

Fytochemicaliën: letterlijk: plantenstofjes; allerlei mogelijke stoffen die in planten kunnen voorkomen

Fytosterolen: steroïden die in planten voorkomen. Ze bootsen soms de werking van menselijke sterolen na (oestrogeen is een steroïde hormoon). Sommige helpen om cholesterol te laten dalen (cholesterol is ook een steroïde)

G-spot: ruw plekje tegen de voorkant van de vagina zo’n drie tot acht centimeter naar binnen, mogelijk een rudimentaire prostaat

Gamma-amino-butyric acid (GABA): neurotransmitter en stemmingsverbeteraar

Gammalinoleenzuur: omega-6 vetzuur dat voorkomt in enkele planten zoals teunisbloem en borage en dat ontstekingsprocessen helpt reguleren

Gardnerella vaginalis: bacterie die aanleiding geeft tot vaginale klachten zoals afscheiding en een vervelende geur

Genisteïne: een isoflavoon waar soja een deel van zijn werking aan dankt (zie ook isoflavonen)

Ghreline: hormoon dat betrokken is bij de regeling van de eetlust en dat toeneemt als je honger ervaart

Ginsenosiden: stoffen die voorkomen in ginseng en die een adaptogene werking hebben (zie ook adaptogenen)

Glandulair: klierweefsel of betrekking hebbend op de klieren

Glucagon: hormoon dat glucose vrijmaakt uit de lever en de bloedsuikerspiegel verhoogt, vormt een antagonistisch duo met insuline

Glucosamine: een verbinding tussen een suiker en een aminozuur die als bouwstof dient voor onder andere kraakbeenweefsel

Glucose: natuurlijke suiker die voorkomt in onder meer zoete vruchten en tafelsuiker. Zetmeel wordt in het lichaam omgezet in glucose. Glucose is de vorm van suiker zoals die in het bloed voorkomt.

Glutamine: aminozuur, bouwstof voor eiwitten

Glutathion: stof die bestaat uit drie aminozuren en die overal in het lichaam voorkomt; een zeer sterke antioxidant

Glutathionperoxidase: een enzym dat beschermt tegen oxidatieve stress

Gluten: eiwitten die in veel graansoorten (o.a. tarwe, gerst, rogge en haver) voorkomen.

Gluteus: grote bilspier

Glycatie: schadelijk proces waarbij suikermoleculen zich ongecontroleerd aan eiwitten en vetmoleculen binden en zo AGE’s vormen (zie ook AGE’s)

Glycerine: ook wel glycerol, een alcoholachtige substantie die water vasthoudt

Glycine: aminozuur, bouwstof voor eiwitten

Glycogeen: de vorm waarin glucose wordt opgeslagen in de lever en in de spieren

Glykemische index (GI): de mate waarin een levensmiddel de bloedsuikerspiegel verhoogt

Groeihormoon: hormoon dat zorgt voor lengtegroei bij kinderen en dat bij volwassenen onder (veel) meer betrokken is bij de verdeling vet en spierweefsel

Hamstring: de grote spier die aan de achterkant van het bovenbeen loopt

HDL-cholesterol: high density lipoproteïncholesterol; cholesterol gebonden aan een eiwitvetverbinding met een hoge dichtheid, 'goed' cholesterol

Heterocyclische amines: natuurlijk bestanddeel van vetten, houdt vocht vast in de huid

Hexyl laurate: synthetische emulgator op basis van natuurlijk vetzuur

High fructose corn syrup: stroop gemaakt van kapot gekookt zetmeel uit maïs die rijk is aan fructose; wordt veel gebruikt als zoetmiddel

High Intensity Training (HIT): training waarbij telkens kort een maximale krachtinspanning wordt geleverd

Hirsutisme: extreme lichaamsbeharing bij vrouwen

Homocysteïne: niet-essentieel aminozuur. Een indicator voor het risico op hart- en vaatziekten, als de waarden ervan in het bloed te hoog oplopen.

Hormoonyoga: vorm van yoga die erop gericht is de balans in de hormoonhuishouding bij vrouwen te herstellen door oefeningen

HRT: hormone replacement therapy of hormoonvervangende therapie, aanvulling met meestal vrouwelijke hormonen gedurende de overgang

Huidlurven: verdikkingen van de huid, vaak rond de anus, die losse lapjes huid vormen

Hyaluronzuur: verbinding van suikers en aminozuren die tot dertig keer zijn volume aan water kan vasthouden en grote, sterke moleculen vormt die stevigheid geven aan huid, bindweefsel en zenuwweefsel

Hydroquinon: antioxidant met een blekend effect, bijvoorbeeld in de huid bij pigmentvlekken

Hyperinsulinemie: verhoogde hoeveelheid insuline in het bloed

Hyperpigmentatie: verhoogde hoeveelheid pigment in de huid door overproductie van de pigmentcellen

Hypoallergeen: zodanig samengesteld dat er zo min mogelijk stoffen inzitten die risico geven op een allergische reactie

Hypofyse: centrale klier in de hersenen, die diverse andere klieren aanstuurt. Onder meer verantwoordelijk voor productie van groeihormoon

Hypoglycemie: toestand in het lichaam waarbij de hoeveelheid glucose in het bloed te laag is, waardoor klachten kunnen ontstaan zoals trillen, een flauw gevoel en agressie. In de volksmond: trilhonger

Hypothalamus: hersencentrum dat onder meer het autonome zenuwstelsel als het endocriene systeem controleert

IGF-1: insuline groei factor 1 is een stof die een rol speelt bij onder meer de groei en herstelprocessen en die wordt gestimuleerd door groeihormoon. De structuur lijkt op die van insuline

Immunoglobuline-A: antilichaampjes van het type A, onderdeel van het afweersysteem

Inositol: koolhydraatachtige verbinding die veel voorkomt in meloen en citrusvruchten

Insuline: hormoon dat de bloedsuikerspiegel regelt, suiker opslaat in vetweefsel en naar spiercellen dirigeert

Insulineresistentie: als spier- en vetcellen het signaal van insuline negeren, een voorstadium van diabetes

Intrinsa: testosteronpleister

Inuline: een wateroplosbare vezel die onder meer rijkelijk voorkomt in bonen en uien

Isoflavonen: plantaardige stofjes met een antioxidante werking die in het menselijk lichaam het effect van oestrogeen kunnen nabootsen

Keratinocyten: hoorncellen van de huid

Klieren van Bartholin: twee vaginale klieren die vocht produceren voor de dagelijkse ‘smering’ van de vagina

Kliertjes van Montgomery: talgklieren rond de tepelhof

Koolhydraten: verbindingen van koolstof-, waterstof- en zuurstofatomen, die energie leveren. Suiker en zetmeel zijn koolhydraten.

Krachttraining: training waarbij met behulp van toestellen of gewichten wordt getraind op toename van spierkracht en spiermassa

L-carnitine: stofje dat bestaat uit twee aminozuren en dat vetzuren helpt de mitochondriën binnen te komen.

L-carnosine: aminozuur dat voorkomt in spier- en hersenweefsel en dat glycatie tegen kan gaan (zie ook glycatie)

L-methionine: aminozuur (bouwstof voor eiwitten)

L-theanine: aminozuur dat in thee zit en dat stress vermindert

Laaggradige ontstekingen: chronische, milde ontstekingen verspreid door het weefsel, die bijdragen aan de kans op het krijgen van welvaartsziektes als diabetes, obesitas, kanker en hart- en vaatziekten

Lactobacili: melkzuurbacteriën (zie ook)

Lactose: melksuiker

Lactose-intolerantie: stofwisselingsaandoening waarbij melksuiker niet goed wordt verteerd, wat aanleiding geeft tot klachten zoals diarree, buikpijn en winderigheid

Latissimus dorsi: brede, schuine rugspieren op de flanken

LDL-cholesterol: cholesterol gebonden aan vet-eiwitstructuren met een lage dichtheid. Hoge waarden worden geassocieerd met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. 'Slecht' cholesterol

Lentigo: levervlekken, pigmentvlekken op de huid, vaak ouderdomsverschijnsel

Leptine: hormoon dat wordt gemaakt in vetweefsel en dat helpt om eetlust en stofwisseling te regelen

Limbisch systeem: deel van de hersenen waar emotie, motivatie, genot en geheugen zetelen

Lipase: enzym dat vetten afbreekt in het spijsverteringskanaal

Lipidenprofiel: verhouding tussen lipoproteïnen in het bloed

Lupinus albus seed extract: lupinezaad extract, mogelijk ontstekingsremmend

Lycopeen: krachtige antioxidant uit tomaten

Lysine: aminozuur, bouwstof voor eiwitten

Maculadegeneratie: afbraak van de gele vlek, het centrale deel van het netvlies. Bij maculadegeneratie wordt het zicht in het centrum van het blikveld steeds slechter

Magnesiumsulfaat: mineraalzout van magnesium, vulmiddel

Mammografie: röntgenonderzoek van de borst

Matrix-Gla-proteïne (MGP): eiwit dat ervoor zorgt dat kalk wordt ingebouwd in de botten

MCT’s: middellange vetzuren (bouwstoffen voor vetten) die o.a. voorkomen in kokos en olijfolie.

Medicago sativa (alfalfa) extract: extract van de kiempjes van de alfalfaplant

Melanine: natuurlijk pigment in huid en haar

Melanocyten: gespecialiseerde huidcellen die pigment in twee kleuren produceren, roodgeel en bruinzwart

Melatonine: slaaphormoon dat piekt als het donker wordt en helpt om in slaap te vallen, tevens een sterke antioxidant die herstelprocessen in het lichaam bevordert

Melkzuurbacteriën: type bacterie dat in de darm en vagina voorkomt en daar een beschermend effect heeft, zie ook probiotica

Menopauze: in de volksmond bedoelt men met menopauze de jaren dat een vrouw last heeft van overgangsklachten, de overgang. Formeel is het echter het jaar na de laatste menstruatie

Meta-analyse: analyse waarbij de resultaten van een groot aantal wetenschappelijke studies worden samengevoegd om tot een conclusie te komen

Metabool Syndroom: kluster van symptomen die samengaan met insulineresistentie en hyperinsulinemie: vetopslag in de buik, verhoogde nuchtere bloedsuikerspiegel, verhoogde bloeddruk, laag HDL en verhoogd triglyceridengehalte

Methylering: het koppelen van een methylgroep aan een andere stof, in het lichaam aan bijv DNA, waardoor DNA minder makkelijk ontspoort

Micro-ontstekingen: ontstekingen op het niveau van de cellen

Micronutriënten: vitaminen, mineralen, sporenelementen en antioxidanten

Mindfullness: technieken om gedachten tot rust te brengen, zoals mediteren, die leiden tot een gevoel van ontspanning

Miso: zachte, sterk smakende pasta van vergiste sojabonen

Mitochondriën: energiefabriekjes van de lichaamscellen

MLK3: eiwit dat in het lichaam kankercellen laat afsterven

Mono-onverzadigde vetzuren: groep vetzuren met één onverzadigde binding, bijvoorbeeld oliezuur en palmitolzuur. Ook wel: enkelvoudig onverzadigde vetzuren

MRI-scan: magnetic resonance imaging is een techniek om structuren in het lichaam zichtbaar te maken op basis van verschillen in de waterstofdichtheid van diverse weefsels

N-acetylcysteïne: zwavelhoudend aminozuur en voorloper van de sterke lichaamseigen antioxidant gluthation

NAFLD: non alcoholic fatty liver disease oftewel niet-alcoholische leververvetting, aandoening waarbij het leverweefsel wordt vervangen door vetweefsel, waardoor de leverfunctie achteruit gaat

Nanotechnologie: technologie waarbij men werkt met deeltjes in de orde van grootte van nanometers (een miljardste van een meter). Iets groter dan atomen en eenvoudige moleculen.

Natto: Japans sojagerecht, rijke bron van vitamine K2(MK7)

Neuraalbuisdefecten: aangeboren afwijking waarbij de ruggengraat of de hersenen niet volgroeid zijn tijdens de embryonale ontwikkeling

Neurotransmitters: stofjes die in de hersenen (en elders in het zenuwstelsel) boodschappen overbrengen tussen de zenuwcellen.

Niacine: B-vitamine (B3)

Nierfalen: aandoening waarbij de nieren niet goed meer werken en onvoldoende filteren

Noradrenaline: neurotransmitter, die in de bijnieren wordt gemaakt en die alert maakt

Obesitas: ernstig overgewicht

Oestradiol: een van de oestrogenen oftewel vrouwelijke hormonen

Oestriol: een van de oestrogenen oftewel vrouwelijke hormonen

Oestrogeen: vrouwelijk geslachtshormoon

Oestrogeendominantie: toestand waarbij volgens anti-aging artsen de hoeveelheid oestrogeen die het lichaam maakt, de hoeveelheid progesteron teveel overvleugelt

Oestron: een van de oestrogenen oftewel vrouwelijke hormonen

Oleaocanthal: stof die van nature voorkomt in olijfolie, een scherpe smaak heeft en ontstekingen remt

Omega-3 vetzuren: essentiële vetzuren die door hun bijzondere structuur minder snel stollen. Ze zijn nodig voor de aanmaak van ontstekingsremmende eicosanoïden en prostaglandinen

Omega-6 veturen: vetzuren (deels essentieel) met een buigzame structuur die in het lichaam worden omgezet in stoffen die betrokken zijn bij ontstekingsprocessen

Omega-7 vetzuren: niet essentiële vetzuren die mogelijk een gunstig effect hebben op het functioneren van slijmvliezen

Opiaten: familie van stoffen met een verdovend effect, waar ook morfine en heroïne toe behoren

Opvlieger: een korte plotselinge temperatuursverhoging van het lichaam, soms gevolgd door hevig zweten. Verschijnsel tijdens de menopauze

Ornithine: aminozuur dat een rol speelt in de productie van arginine, een ander aminozuur

Osteocalcine: een belangrijk eiwit in het botmetabolisme

Osteoporose: botontkalking, waarbij de dichtheid van de botten afneemt en de botten breekbaarder worden

Oxidatieve stress: overdaad aan reactieve stofjes (zoals vrije radicalen) die in het lichaam ontstaan als bijproducten van verbrandingsprocessen

Oxytocine: hormoon dat ontspant en een rol speelt bij het smeden van banden, vertrouwen, het orgasme, zogen, de bevalling, maar paradoxaal genoeg ook bij sommige vormen van agressie

Paleopathologie: de wetenschap die ziekte in prehistorische menselijke resten bestudeert

Palmitoyl oligopeptide: synthetische collageenfragmenten

Pantotheenzuur: vitamine B5, belangrijk voor de koolhydraathuishouding en de vorming van vetten en eiwitten

Papaïne: enzym uit papaya dat eiwitten afbreekt en wordt gebruikt in zalfjes om ingrediënten dieper in de huid te brengen

Para-aminobenzoezuur (PABA): vitamine B-achtige stof die wordt gemaakt in de darmen

Parabenen: categorie conserveermiddelen, veel gebruikt in voeding en cosmetica wegens hun vermeende veiligheid

Parasympatisch zenuwstelsel: deel van het autonome zenuwstelsel dat het lichaam aanspoort tot rust, opname en verwerking van voeding, reparatie en opbouw

Pathofysiologie: studie van de fysiologische en biochemische processen die deel uitmaken van een ziekte

PCB’s: polychlorinated biphenyls zijn gechlooreerde koolwaterstoffen die veel als koelmiddel zijn gebruikt. Ze zijn schadelijk in het milieu omdat ze amper worden afgebroken. Hopen zich op in vetweefsel

Pectoralis major: grote borstspier

Perifolliculaire fibrosis: abnormale opbouw van verhard bindweefsel rondom de haarzakjes

Perimenopauze: rond de menopauze, de jaren voor en na de laatste menstruatie

PET-CT scans: positronemissietomografie-computertomografie is een beeldvormende techniek waarbij een radioactieve contrastvloeistof wordt ingebracht bij de patiënt

Phenoxyethanol: synthetisch conserveermiddel

Photo aging: veroudering van de huid als gevolg van zonlicht

Phytohemagglutinine: giftige stof die voorkomt in nierbonen

Placebo: nepmedicijn (of nepingreep) dat geen actieve stof bevat. Bedoeld om te achterhalen welk deel van de genezing valt toe te schrijven aan het effect van een actieve stof en welk deel aan andere factoren zoals het placebo-effect (het verschijnsel dat iemand geneest door de rol van de psyche)

Plaveiselcarcinoom: huidkanker van de plaveiselcellen van de opperhuid

PMS: premenstrueel syndroom, de lichamelijke en geestelijke klachten die optreden in de week voor de menstruatie zoals eetbuien, depressie, agressie, gespannen borsten

Polyfenolen: groep natuurlijke verbindingen (vaak antioxidanten) die voorkomen in planten

Polyglyceryl-4 isosterarate: een stof die vetten en water mengt (emulgator) op basis van een natuurlijk vetzuur

Polysorbate 20: een kunstmatige emulgator (stof die vetten en water mengt)

Positief affect: reageren op gebeurtenissen met positieve, enthousiaste emoties

Postmenopauzaal: na de menopauze

Prebiotica: vezelige stoffen die een groeibodem vormen voor nuttige bacteriën in met name de darm

Pregnenolone: hormoon dat als grondstof dient voor talloze andere hormonen, waaronder progesteron, androgenen en oestrogenen

Premarin: oestrogeenpreparaat dat afkomstig is van de urine van merries en daarom veel equilenine bevat (zie Equineline)

Premenopauzaal: in de jaren voor de menopauze, als de hormoonhuishouding al begint te veranderen

Pro-collageen: voorloper van collageen, die kan worden omgezet in collageen

Probiotica: bacteriën die deel uitmaken van de darmflora en die een gunstige uitwerking hebben op de gezondheid van hun gastheer

Progesteron: vrouwelijk hormoon, onder andere betrokken bij het tweede deel van de menstruele cyclus en de zwangerschap

Propylene glycol: stof die water vasthoudt op of in de huid

Protease: enzym dat eiwitten afbreekt

Proteoglycanen: verbindingen tussen suikers en eiwitten die grote structuren vormen in onder andere kraakbeen en bindweefsel

Provera: kunstmatig hormoon dat de werking van progesteron imiteert

Psoriasis: huidziekte waarbij de huidcellen zich in een te hoog tempo delen, waardoor voortdurend schilfering optreedt

Quadriceps: dijspieren aan de voorzijde van het been

R-liponzuur: antioxidant die overal in het lichaam voorkomt

Receptoren: plekjes in de wand van cellen, waarin specifieke boodschapstofjes zoals hormonen precies passen zodat ze een signaal kunnen doorgeven. Letterlijk vertaald: ontvangers

Rectus abdominis: rechte buikspier

REM-slaap: slaapfase die wordt gekenmerkt door snelle oogbewegingen (rapid eye movements). De fase waarin we dromen

Resistine: hormoonachtige stof die voornamelijk wordt gemaakt in visceraal vet (het metabool actieve vet in de buikholte) en die lichaamscellen insulineresistent maakt

Resveratrol: sterke antioxidant die voorkomt in wijn en druiven

Retinol: vitamine A. Wordt in cosmetica vaak gebruikt om het effect van tretinoïne (zie tretinoïne) te bereiken, maar werkt veel minder goed

Retinyl palmitate: synthetische vorm van vitamine A, wordt in de huid omgezet in retinol

Salvestrolen: stoffen die planten beschermen tegen schimmelinfecties, zoals resveratrol

Sarcopenie: spierafbraak, meestal als ouderdomsverschijnsel

Schildklier: vlindervormige hormoonklier in het halsgebied. Het produceert onder meer het thyroid hormoon (T3 en T4) dat de stofwisseling beïnvloedt

Selenium: essentieel mineraal met o.a. een sterke antioxidantwerking

Serotonine: boodschapperstof die een gevoel van kalmte en ontspanning teweeg brengt

Sex hormoon-bindende globuline (SHBG): stof die door de lever wordt gemaakt om een teveel aan hormonen uit het bloed te ‘filteren’

Sirtuïne (SIRT1): enzym dat wordt geactiveerd door resveratrol en calorierestrictie. Beschermt cellen, DNA en verlengt het leven

Skin ageing scan-analyse (SAS-analyse): methode om de veroudering van de huid te meten

Slaapapneu: slaapstoornis waarbij de adem stokt gedurende de slaap, wat tot een verstoord slaappatroon leidt

Sodium ascorbyl phosphate: stabiele vorm van vitamine C, werkt als antioxidant en conserveermiddel

Sodium PCA: synthetische emulgator en bevochtiger; zorgt dat waterafstotende ingredienten goed mengen

Statines: een groep medicijnen die de aanmaak van cholesterol remmen en daardoor de cholesterolspiegel in het bloed verlagen.

Sterftekans: kans dat iemand in een bepaald jaar sterft aan een bepaalde oorzaak

Steroïdhormonen: een groep van hormonen die van cholesterol zijn afgeleid, zoals cortisol, oestradiol, progesteron, testosteron en vitamine D

Stroma: steunweefsel van de borst

Sucralose: kunstmatige zoetstof

Superoxide dismutases: groep enzymen die een agressieve vorm van zuurstof in het lichaam onschadelijk maakt

T-cellen: afweercellen die onderdeel vormen van het immuunsysteem doordat ze vreemde indringers aanvallen

T3: thyroid 3, schildklierhormoon dat werkzaam is op celniveau

T4: thyroid 4, het schildklierhormoon thyroxine

Taurine: aminozuurachtige stof die ondermeer belangrijk is voor de functie van de hartspier

Telomeren: uiteinden van de chromosomen, die het DNA beschermen tegen verval.

Tempeh: stevig product van vergiste sojabonen

Terpenen: groep plantaardige koolwaterstoffen. Hebben een sterke geur

Testosteron: mannelijk geslachtshormoon, ook onderdeel van de vrouwelijke hormoonhuishouding, speelt een grote rol bij de libido

Threonine: essentieel aminozuur. Dat wil zeggen dat het lichaam het niet zelf maakt, maar dat we het via de voeding moeten binnenkrijgen.

Time-released: supplementen of medicijnen waarbij de actieve stof (bijv een vitamine) langzaam wordt afgegeven aan het lichaam

Tocoferol: vitamine E, antioxidant, tevens conserveermiddel voor vette substanties

Tofu: kaasachtig product van sojaeiwitten

Transvetzuren: vetzuren die van nature niet in het lichaam voorkomen, maar die kunnen ontstaan bij de verhitting (of het industriële kraken) van onverzadigde vetzuren. Ze verhogen het risico op hart- en vaatziekten en kunnen mogelijk kanker veroorzaken.

Tretinoïne: vitamine A-zuur, een aan vitamine A verwante stof met een sterk effect op de huid, gaat rimpels en acne tegen

TRH: thyrotropin releasing hormone, in de hypothalamus gemaakt hormoon dat de hypofyse prikkelt om de schildklier te activeren

Triceps: spier aan de achterzijde van de bovenarm

Triglyceriden: vetten

Trombose: aandoening waarbij een bloedstolsel een van de bloedvaten verstopt waardoor een pijnlijke en gevaarlijke afknelling ontstaat

Trypsine: enzym dat in de dunne darm werkzaam is en daar eiwitten afbreekt

Tryptofaan: essentieel aminozuur dat via een tussenstap kan worden omgezet in de neurotransmitter serotonine

TSH: thyroïd stimulerend hormone activeert de schildklier om schildklierhormoon te maken,

Tumor necrose factor (TNF): een eiwit dat kankercellen aanspoort zelfmoord te plegen, maar ook een rol speelt in chronische ontstekingsprocessen

Tyrosinase: enzym, dat voorloper is van melanine (pigment)

Tyrosine: niet-essentieel aminozuur

UVA: ultraviolet licht met een golflengte van 315 - 400 nanometer

UVB: ultraviolet licht met een golflengte tussen ca. 280 en 315 nm, dringt de huid in en zet daar de pigmentcellen aan tot het vormen van pigment.

Vasopressine: ook wel antidiuretisch hormoon (ADH) genoemd. Spoort de nieren aan water vast te houden en heeft een vaatvernauwend effect. Lijk qua structuur op oxytocine en heeft ook invloed op sociaal gedrag (‘bonding hormone’).

Vitamine D3: ook cholecalciferol, eigenlijk geen vitamine, maar een hormoon, dat voortdurend dient te circuleren. Wordt onder invloed van zonlicht gemaakt uit onderhuids cholesterol. Is onder andere noodzakelijk voor de opbouw van botweefsel

Vitamine K2: ook menaquinon, vitamine die noodzakelijk is voor een goede calciumstofwisseling. Bij een tekort wordt calcium op verkeerde plaatsen ingebouwd, onder andere in de slagaderwanden. Rijke bronnen zijn kaas en natto

Vrije radicalen: moleculen die voornamelijk ontstaan als bijproduct van de zuurstofverbranding. Ze beschadigen celwanden, andere celstructuren en zelfs het DNA in de celkern

Weipoeder: een eiwitrijk product dat overblijft bij de bereiding van kaas uit melk. Bevat veel spieropbouwende aminozuren

Xeno-oestrogenen: lichaamsvreemde stoffen die een werking hebben die lijkt op die van oestrogeen

Ziekte van Alzheimer: progressieve degeneratie van hersencellen, waardoor de patiënt dement raakt

Ziekte van Parkinson: ziekte waarbij het centrale zenuwstelsel is aangedaan en waarbij gaandeweg de aansturing van de spieren ontregelt raakt waardoor de patiënt gaat trillen en stijf kan worden.