19
Chiara en Harriet stonden samen op de drempel van een bedrijf waarvan ze nooit hadden gedacht dat ze er ooit binnen zouden hoeven gaan. Voor hen, in keurige rijen als soldaten die wachten op inspectie, stonden rekken vol minikleertjes, sommige lichtroze, sommige lichtblauw, maar de meeste in felle primaire kleuren die schaamteloos met elkaar vloekten.
Winkels als deze deden een aanslag op je zintuigen, besefte Chiara toen ze naar binnen keek in de Baby Factory. Het rook er anders, zoeter, en overal klonken kreten van baby’s.
Harriet hield automatisch haar dikke buik in toen een verkoopster opkeek en haar blik opving. “Kan ik u helpen?” informeerde de vrouw met een beleefde glimlach.
“Ja, ik…eh, ik heb van die babydingen nodig,” antwoordde Harriet.
De glimlach verdween niet. “Wat voor dingen?”
“Nou, van alles eigenlijk,” gaf Harriet toe. “Maar misschien kunnen we met de kleren beginnen. Hebt u iets in het zwart? Gewoon een wijde jurk of misschien een sjaal?”
“Nee, helaas is zwart de enige kleur die we niet op voorraad hebben,” antwoordde de verkoopster serieus.
“O. Wat heb ik verder nodig, denkt u?”
Toen Harriet eenmaal een lijst had gekregen van alles wat haar ongeboren kind nodig had, zag ze lijkbleek. “Commode, aankleedkussen, kinderwagen, een speciaal dit en een speciaal dat,” herhaalde ze vol afschuw. “Weggooiluiers en een autostoeltje…Ik zou het niet erg vinden, maar ik heb geen auto. Ik weet zeker dat al die spullen er niet waren toen ik klein was. Het is belachelijk. Ik kan het nu allemaal niet aan.”
“Nou ja, je hebt nog maanden te gaan dus je hoeft niet alles ineens te kopen,” zei Chiara. “Dan kopen we vandaag toch maar één ding?”
“Goed,” gaf Harriet toe. “Dan wil ik een paar witte laarsjes, en daarna wil ik in een bar zitten en naar de alcohol kijken.”
§
De laarsjes, in hun kleurige tas van Baby Factory, werden onder in Harriets boodschappentas geduwd. Zodra ze eenmaal achter een tafeltje in een hoek van de pub zat, kon je niet eens zien dat ze zwanger was.
“Ik wil een dubbele whisky met pernod,” zei ze tegen Chiara. “En drie zakjes chips.”
Chiara kwam terug van de bar met twee glazen bronwater, die waren versierd met uitgedroogde schijfjes citroen, en een zakje ongezouten pinda’s. “De whisky en pernod zijn op, dus heb ik dit maar gehaald,” zei ze.
Harriet knikte humeurig. “Goed idee.”
Ze bleven even zwijgend zitten luisteren naar de irritante piepjes en tingeltjes van de gokmachines in de andere hoek.
“Zin in een potje biljarten?” vroeg Chiara ten slotte.
“Welja.”
Ze waren allebei even hopeloos en deden er minuten over om hun keu te krijten en de ballen netjes neer te leggen. Chiara was als eerste aan de beurt en de ballen vlogen over de tafel, maar geen ervan maakte aanstalten om in een gat te verdwijnen.
“Ik maak me zorgen over je,” zei ze tegen Harriet.
“Nee, ik maak me zorgen over jou,” antwoordde haar vriendin terwijl ze zich over de tafel boog en een onhandige poging deed om de witte bal te raken.
“Dat was een complete misser,” zei Chiara.
“Ik weet het. Mag ik nog een keer?”
Deze keer slaagde Harriet erin de witte bal een zetje te geven, en als door een wonder rolde die tegen de rode bal, die vervolgens gehoorzaam in het putje verdween. “Ja! Gelukt!” riep ze tegen de bijna verlaten pub, en ze bukte zich voor de volgende stoot. “Het komt heus wel goed met me, Chiara,” zei ze tetwijl ze deze keer een flinke stoot gaf tegen de witte bal. “Ik zat even in een dip toen ik wist dat ik zwanger was. Ik wist niet of ik de baby wilde houden, daarom heb ik het je niet eerder verteld. Maar nu weet ik zeker dat alles in orde komt. Ik maak me alleen zorgen over jou.”
“Waarom?”
“Je bent alleen. Die toestand met Paolo is aan het verwateren en je weet nog steeds niet wie je vader is. Ik voel me schuldig. Je zou nooit aan dat hele gedoe over Italië zijn begonnen als ik je er niet toe had aangezet.”
Chiara legde haar keu op de tafel en omhelsde haar vriendin. “Je moet je niet schuldig voelen, Harriet. Met mij komt het ook allemaal wel goed. Ik heb mijn grootouders in Italië gevonden en ik heb er nieuwe vrienden. Ik heb er geen spijt van dat ik ben gegaan. Ik heb niet eens spijt van die bespottelijke verliefdheid op Paolo, want het was leuk voor zolang het duurde.”
“Ja, maar ik weet wat mijn toekomst zal zijn.” Harriet streek over haar buik. “Weet jij dat ook?”
“Ik moet een tv-programma maken. Dat is voorlopig genoeg toekomst voor mij.”