5
Vlootsectorbasis, Menselijke Staat Sector 12: ster 12-340-001 (Nespelem), planeet 2 (Okanagon) 16 Chewelah (9 juni) 2078
<Ben je klaar, mijn kleine liefje?>
Ja. Ik heb een van de onbemande onderhoudsvoertuigen van de maanbasis Chopaka ingenomen. Ik sta nu geparkeerd tegen een van de meteorenveger-satellieten. Als de Globekoerier de hyper uitkomt, de c-ruimte in, zit ik ruim binnen het metadwangbereik.
<Weet je zeker dat je niet ontdekt bent?>
Kom nou even... Ik heb bijna een week dag & nacht aan deze operatie gewerkt. <Sla alsjeblieft niet zo'n toon tegen me aan.> Sorry. Ik heb een zekere hoeveelheid emotionele spanning doorstaan.
<Maar er is een grote kans op succes?>
Mijn dwangkracht zal ruimschoots voldoende zijn om de piloot met zijn hersenversterking in mijn macht te krijgen. Maar als het doel zelf voor het uiterste keerpunt de bron van het defect zou ontdekken en de manoeuvre zou afbreken, overleeft ze het misschien niet alleen, maar zou me ook kunnen identificeren. Ik wilde verdomme maar dat Parni hier was! Als we dat werkje in metabundeling konden doen, zou ik me zekerder voelen.
<Parnell heeft zelf belangrijk werk op Aarde. Hij moet het andere doel elimineren en ik kon deze unieke gelegenheid niet voorbij laten gaan. Je weet hoe ze zich op Globe heeft afgezonderd, buiten ons bereik. Ik wist niet wat ik hoorde toen ik ontdekte dat ze naar Okanagon ging voor zaken van het directoraat voor Eenheid. >
Mooi. Nou, dit plan van mij is het meest doeltreffende dat ik kon bedenken, maar het is niet helemaal waterdicht. Zelfs als ze de grote klap niet kan voorkomen, bestaat er nog een kleine kans dat zij een creatieve stunt kan uithalen [beeld] en de dood kan afwenden.
<Je mag niet missen! Die vrouw is een bedreiging voor mijn leven, en ook voor het jouwe... en dat geldt ook voor die ander met wie Parnell afrekent. >
!!! Dat heb je ons niet gezegd !!!
<Ik zeg het je nu.> Maar... jij bent de onoverwinnelijke.
<Dat was ik, en dat zal ik weer zijn als die twee doelen dood zijn.>
Als het echt nodig is dat ze sterven, zou je er Parni niet zomaar alleen op moeten zetten. Hij is sterk, maar gevaarlijk zelfverzekerd en te dol op bizarre trucjes.
<Hij is minder intelligent dan jij. Maar zijn doel is een belachelijk onnozele geest die ruim binnen zijn vermogen ligt.>
Dat weet ik nog niet zo zeker. Denk er maar eens aan hoe...
<Stil! Het zit me dwars dat je opeens zo tegendraads bent. Vergeet niet dat je zonder mij niets bent. Je bent een geamputeerde arm. Je bent zo goed als dood.>
Ja... vergeef me. Maar ik maak me zorgen. Enkelvoudige elementen gebruikt voor essentiële taken als deze geven ons geen veiligheidsmarge. Zelfs de hele Hydra zou onvoldoende zijn om het op te nemen tegen een metabundeling van drie of meer grootmeesters of een gewaarschuwde opper-geest.
<De waarschijnlijkheid dat zo'n metabundeling zich tijdens de huidige operatie vormt, is zo klein dat hij te verwaarlozen is. En geen opper kan ertussen komen zolang jij geen gigantische stommiteit uithaalt. >
Maar dat brengt ons op een belangrijke kwestie: jij hebt beloofd dat ik/wij vlug hulp zouden krijgen. Nieuwen. Onderworpen geesten om de energie van Hydra te versterken.
<En die krijg je ook! Geduld, mijn liefste. Er was een lange voorbereidingstijd nodig, maar nu komt die fase in mijn grote plan tot rijpheid. Binnenkort zijn er honderd Nieuwen om met jullie te werken en later worden dat er miljoenen. Miljoenen.>
En ik zal erover heersen! Dat heb je beloofd. <Als je liefde en trouw niet wankelen, zal Hydra heersen over de Nieuwen en het Tweede Bestel zoals ik gezegd heb. Maar laat je niet afleiden van je huidige taak. Elimineer die dodelijke bedreiging voor ons allebei.>
Kun je blijven controleren en helpen?
<Ik zal het proberen. Je weet dat ik onder een zekere... druk sta.>
Ja. Nou, het wordt kort dag, ik moet me terugtrekken.
<Vaarwel mijn liefste Hydrakind, mijn liefste Madeleine.>
Dag Woede.
De commandant van de Twaalfde Vloot en zijn mede-Rebel, de dirigent van Okanagon, stonden naast elkaar in kameraadschappelijk stilzwijgen op het uitkijkplatform van de Ruimtenaald, in afwachting van de aankomst van hun gemeenschappelijke wraakgodin, het hoofd van het statendirectoraat voor Eenheid.
Onder andere omstandigheden zou Owen Blanchard ervan genoten hebben op een wolkeloze winterse middag uit te kijken over zijn domein. Over de hoogvlakte van Pasayten, waar de sectorbasis gelegen was, speelde een licht windje en de luchttemperatuur was zo zacht dat je geen extra kleding aan hoefde. De meeste voorzieningen waren onder de grond, maar het fysieke complex van de sterrenbasis strekte zich uit tot buiten het gezichtsveld, een enorm samenstel van ronde landingsplaatsen, kunstmatige meren in parkjes, onderhoudsvoorzieningen, dienstgebouwen, grondtransport en voorraadloodsen.
Het vredige Galactische Bestel had geen oorlogsschepen; maar talloze ruimteschepen sneller dan het licht, die toebehoorden aan de vijf soorten, stonden geparkeerd langs een landingsplaats of rolden naar of van de enorme liften die naar de onderbouw voerden. Nu en dan steeg er een sterrenschip op of landde er een met verheven traagheid. Tot de vaartuigen van de Menselijke Staat behoorden kleine regeringskoeriers met een hoge verplaatsingsfactor, onderzoeks- en controleschepen van allerlei soort, kruisers voorzien van eenvoudige fotonenwapens die de menselijke sterrenstelsels in sector Twaalf bewaakten, geredde schepen die er slecht aan toe waren, en zelfs enorme kolonietransportschepen die op pioniersplaneten voeren.
Owen Blanchards eigen variant van het sterrenvlootuniform weerspiegelde zijn niet-militaire instelling en was zo eenvoudig dat het nauwelijks te onderscheiden was van burgerkleding. Hij droeg een jack van klassiek nachtblauw kamgaren met zes dunne gouden streepjes rond de onderkant van de mouw. Een klein insigne met het embleem van de Twaalfde zat boven zijn borstzak. Zijn overhemd was wit en om zijn hals droeg hij een ouderwetse donkere stropdas. Al had de vlootcommandant zich met tegenzin aan verjonging onderworpen, hij had ervoor gekozen zijn sneeuwwitte haar en verweerde gezicht te houden, die hij, vond hij, verdiend had.
In zijn jeugd, voor de Grote Interventie, was Owen Blanchard een uitstekend concertviolist geweest. Maar de niet-menselijke Simbiarische voogden, die de hele proefperiode lang toezicht hadden gehouden op de mensheid, merkten zijn geweldige intellect en zijn hogere geestkrachten op en maakten een einde aan zijn loopbaan als musicus. Hij werd gedwongen dynamisch-veldfysicus te worden. Terwijl de voogden Owens levensloop verlegden, naar ze meenden, tot groter nut van het Galactisch Bestel, brachten ze zonder het te weten een van de voornaamste organisatoren van de Metapsychische Rebellie voort.
De gefrustreerde musicus werd een briljant ontwerper van voortstuwingsapparatuur voor de hyperruimte. Na enige tijd werd Owen Blanchard aangesteld tot hoofd van de eerste Academie voor Commerciële Ruimtevaart van de Menselijke Staat, op de planeet Assawompsett. Later, toen de mensheid volledig kiesrecht gekregen had in het Bestel, werd hij commandant van de eerste sectorvloot van de Menselijke Staat, de Twaalfde Vloot, met zijn basis op Okanagon. Hij bekleedde die functie nu vierentwintig jaar, gedurende welke tijd de Dertiende Vloot gevestigd werd op de planeet Elysium en de Veertiende op Assawompsett; maar de Twaalfde bleef de grootste en belangrijkste interstellaire vloot van de Menselijke Staat.
In zijn vrije tijd speelde Owen Blanchard nog steeds viool... als hij niet stiekem manieren en middelen aan het uitdokteren was om zijn soort te bevrijden uit een galactische federatie die door exoten werd overheerst.
Terwijl ze wachtten, beoefenden de robuuste oude man en de knappe jongere vrouw zomaar wat hun ver-zicht en keken naar een kosmisch ontdekkingsschip dat langzaam neerdaalde voor een zeldzame planeetlanding. Meestal werden dergelijke sterrenschepen verzorgd vanuit een van de drie stations in de omloop van Okanagon, niet op het planeetoppervlak. Owen zei tegen de dirigent dat dit ontdekkingsschip een volledige revisie zou krijgen voor het uitvloog op een langdurige tocht naar mogelijke kolonieplaneten voor mensen in de Perseus-arm van de Melkweg, tienduizend lichtjaren ver. Na het schandaal in verband met slordige onderzoekingen van de Krondaken op bepaalde planeten van sector Twaalf, had de Menselijke Staat erop gestaan zelf inspecties te verrichten voor er nieuwe kolonies werden gesticht.
Het geweldige sterrenschip was meer dan twee kilometer lang en was samengesteld uit tientallen afzonderlijke segmenten, die onderling verbonden waren door een waanzinnig netwerk van steunbalken. Voor dirigent Patricia Castellane, die opgeleid was tot scheikundige, leek het toestel eerder op een reusachtig model van een polysaccharide-molecule dan op een sterrenschip. Vanwege hun grootte en merkwaardige vorm hadden kosmische ontdekkers geen sigmaschild voor hun anti-zwaartekrachtomhulling van hun rhoveld, een voorziening die nu bij andere sterrenschepen vereist was, en moest hij 'heet' landen. Om veiligheidsredenen (en om het oppervlak van de landingsplaats te sparen) daalde de ontdekker in een van de grote kunstmatige meren aan de noordelijke rand van de basis. Een grote wolk stoom steeg op naar de lucht toen het gloeiende paarse rhoveld het water raakte. Toen werden de generatoren van het schip afgesloten en een school sleepboten schoot uit bunkers om het meer en maakte zich klaar om de ontdekker naar zijn onderaardse revisieruim te slepen.
ik zou er intussen aan gewend moeten zijn,' merkte Patricia Castellane op, 'maar van de aanblik van zo'n monsterachtig ding dat in de lucht hangt, krijg ik nog steeds kippenvel. Moet je zien: een flinke stad vol wetenschappers plus hun apparatuur, een gewicht van miljoenen tonnen - maar hij zweeft zo licht en stil als een herfstblad naar beneden. Honderd jaar geleden zouden we het een wonder genoemd hebben. Nu is het gewoon het zoveelste voorbeeld van de werking van de dynamisch-veldtechniek, die we te danken hebben aan de goedgeefse exoten in het Galactisch Bestel. Op eigen houtje zouden we die dynveldtechniek in nog geen eeuw ontwikkeld hebben — als we hem al hadden gevonden.'
'Het is geen uitgemaakte zaak,' zei Owen met een verrassende bitterheid in zijn stem. 'We zijn er met Bestelwetenschap vandoor gegaan en hebben de exoten achter ons gelaten. Wij zijn van betere makelij en dat weten we, en dat weten de exoten ook. Maar de mensheid heeft ook tekortkomingen en is onrijp, en daarin ligt de kern van ons Rebellendilemma: zijn we beter af binnen het Bestel of erbuiten?'
'Owen, je kent mijn antwoord, en ik wil je best zeggen dat ik doodmoe ben van die stomme vraag.' Om haar woorden te benadrukken, wierp Patricia haar kastanjerode haar naar achter. Ze was lang, gekleed in een broekpak van bronsgroen kunstleer, versierd met trapunto-werk. Haar blouse van beige kant was bij haar hals dichtgespeld met een antieke Spaanse sardonyx-camee, ik denk dat we tijd verspillen met filosofische discussies en blijven dubben,' zei ze, 'en dat doen de meeste andere jonge Rebellenmagnaten ook. De exotische soorten houden ons tegen, ze verlammen ons! Door de manier waarop het Concilie op het moment in elkaar zit, wordt de Menselijke Staat voortdurend ingedamd door exotische beperkingen. De Krondaken zijn vervelende aartsconservatieven, de Simbiari's zijn jaloers op ons, en de Gi's zijn een troep oversekste halvegaren. Maar als je hun stemmen bij elkaar optelt, kom je aan vierduizend vierhonderd, terwijl wij daar maar een tiende van hebben. Zelfs als alle bevriende Poltroyaanse magnaten met ons meestemmen, hebben we nog geen kans een belangrijke politieke strijd te winnen. Die onenigheid over Eenheid is de laatste strohalm! Afscheiding is onze enige keus.'
Hij glimlachte om haar heftigheid en zijn antwoord klonk vriendelijk. 'Zijn we echt bereid uit het Bestel te stappen omwille van de soevereiniteit van de mens? Ik beloof je dit, Pat, als we morgen zouden proberen ons af te scheiden, zou het niet lukken. De ruimtegeesten zouden ons in metabundeling overweldigen, ons dwingen ons terug te trekken in ons eigen zonnestelsel, en ons daar voorgoed in afzondering houden.'
'Ik vraag me af of ze dat echt zouden kunnen!' zei de dirigent zachtjes, en ze keerde haar hoofd van hem weg. Ze keek naar beneden, naar het drukke plein aan de voet van de Ruimtenaald. 'Zelfs als ze ons onze sterrenschepen en andere supertechniek zouden afpakken, zouden we nog onze hersenen hebben. We zouden alles weer opnieuw kunnen opbouwen. Ze zouden ons nooit domweg uitmoorden: dat is in strijd met hun Eenheid-ethiek. Wat voor geestelijke of fysieke blokkademiddelen ze ook zouden gebruiken, wij zouden op den duur een uitweg vinden.'
'Misschien,' erkende de vlootcommandant. 'Maar dat zou generaties kunnen gaan duren.'
'We kunnen geen compromis aangaan op het punt van Eenheid,' zei ze hardnekkig. 'We kunnen de exoten ons niet laten dwingen tot die... die pacifistische geestelijke gemeenschap van hen. Wij hebben een recht om ons op onze eigen manier te ontwikkelen, met tekortkomingen en al.'
'Daar ben ik het mee eens. Maar zij hebben gezegd dat ze ons niet door dwang in de Eenheid zullen brengen...'
'Nee. Ze zijn arglistiger, met hun praatjes over wederzijdse liefde en volmaakte beschaving! Ze zetten een val op en herinneren ons eraan hoe onvolwaardig we moreel nog zijn; ze beloven kosmische harmonie, afgelopen met de agressie, het paradijs hier en nu.' Ze keek hem weer aan, met een starre uitdrukking. 'Maar de exoten zijn oplichters, Owen. Ze zouden tot brave slaven van het Bestel maken, de menselijke individualiteit vernietigen, en onze superieure geest onderwerpen aan hun eigen gekortwiekte beeld van de werkelijkheid.'
De vlootcommandant deed alsof hij schrok, ik hoop dat je dat directeur Anne Remillard en haar mensen niet al te duidelijk onder de neus wrijft, als ze me op het matje roepen omdat ik de trouweloosheid niet heb onderdrukt.'
De dirigent van Okanagon glimlachte spijtig. 'Nou, dit keer misschien niet. Ik ben hier vandaag gekomen in de hoop bij het onderzoek van Remillard voor jou en de vloot een en ander te versoepelen, niet om de knuppel in het hoenderhok te gooien. Ik beloof dat ik héél schattig zal doen.'
'Dat zou wel een wonder wezen.' Owen keek op zijn polschronograaf. 'Het koerierschip zal ongeveer nu de vlakgrens naar de c-ruimte moeten doorbreken. Hij maakt binnen vijf minuten een vip-landing hier vlak bij de Ruimtenaald. Ik zou je steun erg op prijs stellen, Pat. Maar denk eraan: de la diplomatie, et encore la diplomatie, et toujours la diplomatic.'
Ze omhelsde hem vluchtig en kuste hem op de wang. 'Komt voor de bakker, beste commandant. Samen zullen we de inquisiteurs verblinden met ons scala van goede, achtenswaardige lariekoek. We zullen bewijzen dat Rebellie gelijkstaat aan rechtschapenheid, en dat we het niet écht menen als we geheimzinnig doen en intrigeren en mompelen over afscheiding van het Galactisch Bestel.'
Owen wierp zijn hoofd achterover en begon te brullen van het lachen.
ik meen het,' zei Patricia. 'Mijn image is in de ogen van het Concilie net zo smoezelig als het jouwe. Ik ben blij met deze kans om Okanagon te verdedigen tegen critici die ons zien als een beerput van opstandigheid.'
'Ik denk niet dat dit onderzoek zo scherp zal zijn. Ik heb zo'n gevoel dat we allemaal verschrikkelijk beleefd en aardig zullen zijn. Het directoraat voor Eenheid heeft geen officieel mandaat om de vloot te zuiveren van Rebelse elementen. In het ergste geval kunnen ze verlangen dat de operante officieren een houdingsaanpassingskuur ondergaan.'
Patricia rolde met haar ogen en begon te reciteren met een spottend overslaande stem. 'Gij zult uw on-menselijke naaste met wantrouwen noch minachten. Gij zult niet beweren dat teilhardiaanse Unanimificatie grote lulkoek is. Gij zult, als die verrukkelijke Eenheid ten slotte zegeviert, uw domme hoofd niet breken over een blijvende geestversmelting met exoten... En gij zult vooral niet denken aan het onaangename feit dat de mensheid een groter geestelijk vermogen heeft dan de geïntegreerde soorten, en beter af zou zijn buiten die vervloekte federatie.'
'De tijd staat aan onze kant, Pat. Het Concilie heeft er om een heel goede reden van afgezien ons Rebellen buiten de wet te stellen: zo'n besluit zou de meeste niet-operante mensen en een behoorlijk deel van de meta's ervan vervreemd hebben. Maar de dag zal komen dat we het Bestel kunnen dwingen om ons onze eigen weg te laten gaan.'
'Kan zijn. Maar je kunt maar beter bidden dat we die ce-helmen gebouwd krijgen zonder gepakt te worden.' Ze keerde zich om, haalde een klein cosmeetje te voorschijn en werkte haar lippenstift bij. 'Nou, knapper zal ik niet worden. Haal de inspecteur-generaal, en we...'
Uit de luidsprekers klonk: 'Toestel in nood! Toestel in nood! Personeel Ruimtenaald klaarmaken voor sigmadekking.'
'Wel verdomme,' mompelde Owen. Zijn geest ver-sprak met de verkeersleiding: Met de commandant, wat voor nood?
Een kalm telepathisch antwoord kwam van de hoofdverkeersleider: Binnenkomende koerier hu 0-625 uit vluchtleiding daalt onbestuurd traagheidsloos op volle kracht neer. Ernstige atmosfeererosie sluit radioverbinding of geestcontact uit. Vluchtleiding niet in staat tot nood-upsilonverplaatsing en trek-straalredding van aankomend toestel onuitvoerbaar. Gebruik grondbeschermingssigma.
Verstard van ontzetting vroeg Patricia aan Owen: Is dat het schip van Anne Remillard?
Ja.
Plotseling werd de lucht boven de hoofdstratotoren diepblauw en de bouwsels en landingsplaatsen eromheen vervaagden tot een spookachtige onwerkelijkheid. De Ruimtenaald en alles binnen een straal van drie kilometer ervandaan waren omsloten door de beschermende halve bol van een geweldig sigmaveld. Een ogenblik later beschutten kleinere sigma's, die Owen en Patricia maar nauwelijks konden zien als spiegelende halve bellen, elk gebouw en geparkeerd ruimtetoestel binnen het geschatte inslaggebied af.
'Pat, kun je het schip ver-zien? Ik kan het verdomme door dat sigma niet zien.'
Ze knikte somber, haar gezicht naar de lucht gericht. 'Het 't verticaal aanzetten. Een vurige, brede pijl.'
'Geen kanteling?'
'Recht naar beneden, alsof hij over rails gaat.'
'Dat moet er sprake zijn van nog iets anders dan een defect aan de rhoveldgenerator. Misschien boort de piloot zich met et naar binnen om geen invloed te hebben van de naderingsregelingsondersteuning. Kom mee!'
Hij pakte haar bij de hand en trok haar de lift van het uitkijkplatform in. Terwijl ze naar de grond zoefden, trilde de cabine mee met een lichte bodemtrilling.
'Dat is het,' mompelde Patricia. Haar ogen stonden ongericht, haar ultrazintuigen waren geconcentreerd op de plek van de ramp. 'De verkeersleiding heeft de grote sigma uitgeschakeld... Het puin ligt rechts tegen de bel aan, bijna pal oost. Er is geen krater. Het schip trof het schild en is erlangs verder naar beneden gegleden.'
De deur van de lift ging open en ze holden door de grote hal. Ontdane mensen en exoten, de meeste in uniform, stonden in groepjes bij elkaar en luisterden naar auditieve en telepathische meldingen over de ramp.
De vlootcommandant en de dirigent stoven naar buiten. Alarmsirenes van reddingsgrondvoertuigen jankten in de verte. Vanwege het gevaar van overgebleven ionisatie en wilde dynvelden die hun generatoren konden kortsluiten, mochten rhotuigen de plek waar een toestel voor boven de lichtgrens dat was neergestort, niet naderen voor het er zeker veilig was.
Aan de rand van de oostkant van het Naaldplein stond een rij staf-eien. De bestuurders ervan stonden op een kluitje te staren naar de dunne rookkolom in de verte. Owen dreef de kijkers met dwang uit elkaar en rukte het portier van een van de eien open. 'Het is tegen de regels,' zei hij, 'maar wat zou het? De koerier is verbrand en aan gruzelementen geslagen. Er bestaat geen gevaar voor veldonderdrukking of explosie.'
Even laten waren Patricia en hij in de lucht en zweefden boven de plek van de ramp. Ze waren er als eersten.
'Lieve hemel,' fluisterde de dirigent, is dat een lijk?' Toen riep ze: 'Daar! Zie je het?'
Vloekend manoeuvreerde Owen Blanchard de ei om hem zo dicht mogelijk bij het ding neer te zetten dat Patricia met haar ver-zicht had aangewezen. Ze klommen eruit en strompelden door het smeulende gras, dat vol lag met verspreid kerametaal en half gesmolten fragmenten van ondefinieerbaar puin. Het wrak van de koerier was in een parkgedeelte terechtgekomen vlak bij de rand van een landingsplaats. Een paar fraaie bomen stonden nog in brand. Andere waren zwart geworden skeletten.
Ze vonden iets ongelooflijks.
Het lichaam van een vrouw, verminkt en afschuwelijk verbrand, met ogen zonder oogleden, wijdopen. De ogen bewogen. Ze leefde nog.
Verbijsterd knielde Owen naast haar neer. 'Niet te geloven! Het moet haar op een of andere manier gelukt zijn plaatselijk een beschermend omhulsel te genereren.'
'Het is de directeur,' zei Patricia. ik herken haar geestsignatuur.'
Grondwagens naderden en sirenes loeiden. 'De medische hulp komt eraan.'
'Anne!' riep Owen. Hij durfde het gehavende lichaam niet aan te raken, maar zijn geest tastte naar haar met dwingende kracht. 'Kunt u ons vertellen wat er gebeurd is?'
Het laatste restje metacreatieve beschutting van Anne Remillard flakkerde uit. Opeens werden Owen en Patricia met een bijna fysieke kracht getroffen door een vlaag van pijn. De gedachten van het slachtoffer waren fragmentarisch, niet te ontcijferen. Ze scheen op de rand van de dood te zijn. Haastig voegde de dirigent haar eigen aandeel van grootmeesterlijke heling toe aan Owens krachtige dwang. Geestelijk verenigd in een ruwe metabundeling hielden ze de flakkerende levenskracht van de gewonde directeur in stand tot het medisch team arriveerde en haar snel verbond met hun ingewikkelde apparatuur.
Anne verzamelde al haar wilskracht en sprak telepathisch: Stervende?
'Het is in orde,' stelde de hoofdverzorger haar gerust. 'U blijft in leven. De regenertank zorgt overal voor.'
Goed, zei Annes geest. Ik ga nu onder zeil...
'Heel goed,' zei een andere technicus. 'Laat alles maar los. Niet meer ver-spreken. Niet meer denken.'
Maar op het laatste moment voor Anne Remillard buiten bewustzijn raakte, stuurde ze één gedachte naar haar redders: Hydra.
'Hydra?' De medisch verzorger begreep er niets van. 'Wat betekent dat, verdomme?'
Owen Blanchard en Patricia Castellane wisselden een blik.
'Dat betekent problemen,' zei de vlootcommandant rus- Hij draaide zich om en liep terug naar zijn eigen rho- tlfig 'Kom mee, Pat. We moeten de Galactische Magistratuur 0p de hoogte stellen... en de eerste magnaat van de Menselijke Staat.'
<Het is je niet gelukt. >
Ik heb je gewaarschuwd dat ze zich mogelijk zou kunnen redden. Maar ze zal maandenlang buitenspel staan - misschien wel een jaar. Niet aanspreekbaar.'
<Kun je niet bij haar komen en haar afmaken?>
Zeker niet zolang ze op Okanagon is. Castellane en Blanchard zullen vermoeden dat Hydra Anne heeft laten neerduiken, ook al hebben de artsen geen aanwijzing. Al de belangrijke Rebellen weten van Hydra en Woede, dankzij die vervloekte Adrien Remillard. De dirigent heeft heel goede redenen om te zorgen dat Anne op haar grondgebied niets meer overkomt... en je kunt er donder op zeggen dat ze ook achter mij aan zit.
<Bestaat er kans dat het bureau van de dirigent van Okanagon de Hydra-aanval naspeurt en jouw schuilpersoonlijkheid vindt?>
Dat geloof ik niet. Maar ik zal op mijn hoede blijven.
<Bezinning. Het zou een flinke terugslag zijn als je gedwongen zou worden je invloedrijke positie bij het bureau op te geven. Zeker nu, nu het Rebelse element in de planetaire regering zo sterk is. Maar je moet je veiligheid niet in gevaar brengen.>
Maak je geen zorgen. Ik laat me indelen bij het onderzoeksteam voor het ongeluk. Castellane zal iemand van het bureau nodig hebben voor het contact met de Galactische Magistratuur. Ik zal de zaak vertroebelen waar ik maar kan, en als mijn dekking het gaat begeven, ga ik ervandoor. Maar ik vertrouw erop dat niemand mij met Hydra kan identificeren. Jij moet zorgen dat die idioot van een Pami zijn opdracht niet verpest. Als leden van de dynastie hem te pakken krijgen, is het gedaan met die ouwe Parni. Hij functioneert goed als je geestkracht nodig hebt, maar hij weet nog niet hoe hij uit een plastzak moet ontsnappen. Heeft hij je verteld hoe hij die oude man denkt te elimineren?
.....
Woede?
......
Verdomme. Verbinding weer verbroken. Verdomme!