Inleiding
Het begin van een gevaarlijke verliefdheid is te vergelijken met de vooravond van een oorlog. Er is nog niets gebeurd; de eerste stap is nog niet gezet; het eerste schot nog niet gelost. Maar een van beide partijen zal tot actie overgaan. Alle voorgaande gebeurtenissen wijzen in die richting. Er spelen krachten die sterker zijn dan wijzelf. Al hebben we het goede met onszelf voor, toch laten we ons steeds weer verleiden door de gruwelijke charme van de dreigende chaos.1
Dit boek gaat over vreemdgaan, maar niet over de ‘ordinaire slippertjes van alledag’. Niet over partnerruil, buitenechtelijk prostitutiebezoek en seksverslaving. Niet over cyberseks en hijgerige telefoonseks. Waarom niet? Omdat seks om de seks niet interessant is. Dit boek gaat over liefde. Over de geheime liefdesverhouding van de getrouwde man met een ongetrouwde minnares, met op de achtergrond de, in eerste instantie nietsvermoedende, echtgenote. Deze driehoeksverhouding begint vaak met een onschuldig avontuurtje, maar ontaardt niet zelden in een klassiek drama. Julia Onken zegt het in haar boek Vreemdgangers2 als volgt: ‘Velen willen alleen maar een snel tussendoortje, maar zijn nog voor ze hun onderbroek hebben uitgetrokken verzeild geraakt in een langdurige verhouding.’
Ik schrijf vooral over gebonden mannen (meestal met kinderen) en ongebonden vrouwen (meestal zonder kinderen) die een heimelijke verhouding met elkaar beginnen en niet over gehuwden die ‘het’ met andere gehuwden doen. Waarom niet? Omdat deze situatie meestal gelijkwaardiger is. Beiden hebben evenveel belang bij geheimhouding en ze zetten elkaar minder vaak onder druk om het huwelijk te beëindigen. Wanneer beiden hetzelfde willen, spelen er minder heftige krachten en om die reden is die relatie minder boeiend.
Ook al gaat dit boek slechts over het vreemdgaan in die ene specifieke situatie, dat wil nog niet zeggen dat andere ‘overspeligen’ in andere situaties niets van dit boek kunnen leren. Allen die ‘in den vreemde gaan’ zullen zichzelf, wanneer ze dit boek lezen, tegenkomen.
De rol van de ‘trouweloze’ is in dit boek steeds voor de man. Dit zou de indruk kunnen wekken dat alleen mannen vreemdgaan en ‘slechter’ zijn dan vrouwen. Dit is uiteraard niet het geval!
Hoewel…? Mannen kunnen wel beter liegen dan vrouwen en zijn geschikter voor het doen van ‘stoute’ dingen; zie het derde hoofdstuk: de vreemdganger. Maar er bestaan, hoewel in de minderheid, ook verhoudingen tussen getrouwde vrouwen en ongebonden mannen. Lenen mannen zich minder voor tweederangsposities? Heeft de maatschappelijke machtspositie van de man tot gevolg dat hij in de liefde ook graag een ongelijkwaardige liefdesrelatie aangaat? Ongebonden mannelijke minnaars lijken vaker vrede te hebben met het feit dat hun vriendin getrouwd is en blijft. Komt dat doordat zijn kinderwens minder bepaald wordt door de biologische klok? Kunnen de mannelijke ongebonden minnaars zich nog minder binden dan de vrouwelijke minnaressen? Zijn er toch talloze ‘smachtende en wachtende’ mannelijke minnaars, maar blijven ze liever anoniem uit schaamte voor hun – niet mannelijke – afhankelijke positie? Wie het weet mag het zeggen.
Ik beperk me in de duivelsdriehoek tot het beschrijven van de psychologische achtergronden van het ontstaan, het verloop en de afloop van de ‘klassieke’ driehoeksverhouding, omdat er vooral in deze relaties zulke heftige krachten spelen, de belangen zo uiteenlopen en de dynamiek in de verhouding daardoor in hoge mate bepaald wordt. De relatie verloopt immers stormachtig en hartstochtelijk totdat de minnares last krijgt van haar onzichtbare status. Vrijwel altijd komt er een moment dat zij geen genoegen meer neemt met de ‘gestolen uurtjes’. Ze stelt hem dan voor de keuze: ‘zij of ik.’ De vreemdganger zit klem. Hij wil geen van beide vrouwen kwijt, hij schippert, hij liegt en bedriegt, stelt zijn beslissing uit… tot de situatie escaleert en de echtgenote het overspel ontdekt. Wanneer hij opnieuw voor haar kiest zullen ze samen nog een lange weg te gaan hebben voordat het vertrouwen in de relatie weer is hersteld. Als het al te herstellen valt! Wanneer hij uiteindelijk voor de minnares kiest – wat hij maar in 1,5 procent van de gevallen doet – moet de vreemdganger zijn scheiding verwerken, als hij die al verwerkt, en krijgt de minnares misschien wel te maken met een heks van een ex.
Wie vreemdgaat heeft een motief. De minnares die een relatie met een getrouwde man begint heeft dat ook, zelfs de bedrogen echtgenote heeft een reden om een notoire vreemdganger als echtgenoot te kiezen. In een driehoeksverhouding gaat het over het verlangen naar binding en over de angst voor die binding. De affaire biedt vaak bescherming tegen de angst voor te veel nabijheid en intimiteit in de gewone relatie. Wanneer het niet lukt om met de driehoeksverhouding te stoppen, verliest de verhouding haar beschermende functie en wordt zij een ‘verslaving’ en is het lijden van alle ‘spelers’ in dit driehoeksdrama groot.
Dit boek wil een aanzet zijn om de onderliggende psychologische drijfveren van de driehoeksverhouding begrijpelijk te maken. Psychologische verklaringen kunnen een voorlichtende functie hebben en kunnen verbanden zichtbaar maken, maar ze verzachten helaas niet de pijn van het bedrogen worden, het ontkend worden of het ‘klem zitten’ tussen twee vrouwen. Toch kunnen psychologische verklaringen inzicht verschaffen in de eigen persoonlijkheid; ze kunnen leiden tot meer zelfinzicht; en ze kunnen motiveren om oude wonden te helen. Het heeft geen zin om met dit boek in de hand je partner psychologisch door te lichten en hem daarna in therapie te sturen. Ieder kan hooguit iets over zijn of haar eigen achtergrond leren, de ander moet altijd voor zichzelf bepalen wat zijn ‘waarheid’ is.
Wie de dynamiek van deze duivelsdriehoek, het gevaarlijke en het verleidelijke en de onderliggende drijfveren van alle partijen wil begrijpen, zal oordelen als ‘goed en slecht’ moeten loslaten. Diegene die zich werkelijk wil verdiepen in het fenomeen vreemdgaan zal ontdekken dat achter het overspelige gedrag een diepe wens schuilgaat. De wens naar verbondenheid met zichzelf en met de ander, de wens een ‘heel mens’ te zijn.
Ten slotte:
1 Wanneer ik schrijf over getrouwde vreemdgangers en hun echtgenotes bedoel ik daarmee ook de mannen en vrouwen die niet voor de wet getrouwd zijn, maar wel een duurzame relatie met elkaar hebben.
2 Dit boek is voor een deel gebaseerd op mijn werkervaring als psychotherapeute, relatietherapeute en seksuologe. De vignetten zijn waargebeurde verhalen en ervaringen van mijn cliënten. Omwille van de privacy zijn alle namen, net als alle tot personen herleidbare gegevens, veranderd.
3 Omdat ik vooral met heteroseksuele echtparen en individuen werk, schrijf ik niet over vreemdgaan binnen homoseksuele relaties of over vreemdgangers die overspel plegen met iemand van hetzelfde geslacht terwijl ze getrouwd zijn met iemand van het andere geslacht. Veel van het geschrevene geldt vaak ook voor dergelijke relaties, maar er spelen ook andere krachten die deze relaties een aparte dynamiek geven.
4 Ik beschrijf op vrij stellige wijze een veelvoorkomend scenario over driehoeksverhoudingen en dat zou de indruk kunnen wekken ‘dat het altijd zo gaat’. Op grond van mijn ervaringen kan ik zeggen dat het vaak zo gaat. Maar natuurlijk verlopen dergelijke driehoeksverhoudingen ook wel eens anders. Ieder liefdesverhaal is uniek. De ‘toon’ van mijn boek is hier en daar ook wat provocerend. Dit is een bewuste keuze van mij. Een provocerende en stellige schrijfstijl nodigt mijns inziens meer uit tot reactie en reflectie. Het broodnodige nuanceren en relativeren laat ik graag aan de lezerzelfover.
Carolien Roodvoets
voorjaar 2000 –zomer 2001