Ik werd gewekt door het geluid van de telefoon. Ik opende mijn ogen in het bewustzijn dat er iets heel erg mis was. Toen, alsof ik een klap in mijn gezicht kreeg, herinnerde ik me alles weer. Ik staarde somber door het raam naar buiten. Het heldere weer van de vorige dag had plaatsgemaakt voor een dicht, grijs wolkendek.

Ik luisterde naar het aanhoudende monotone geluid, hoopte dat het zou stoppen of iemand zou opnemen.

Toen de telefoon bleef rinkelen liet ik me onder het gewicht van Mark Antony vandaan rollen en holde twee trappen af naar de benedenverdieping. Mijn blote voeten protesteerden tegen de koude, harde treden.

'Hallo?'

'Met inspecteur Foy.'

Het kuiltje in zijn kin flitste voor mijn ogen. 'Met Harriet.'

'Ah. Ik had gehoopt met uw moeder te spreken.'

'Hoe laat is het?'

'Kwart over acht.'

'Kunt u later terugbellen? Vóór halfelf wil ze niet gestoord worden.'

Even bleef het stil.

'Misschien wilt u haar vertellen dat meneer Byng vanmorgen om kwart over negen wordt voorgeleid.'

'O. O hemel!' Ik voelde me onmiddellijk misselijk worden.

'Maakt u zich niet ongerust. Het is maar een formaliteit. Hij zal in voorarrest genomen worden. U hoeft er niet bij te zijn.'

'Is er een kans dat ze hem onschuldig zullen verklaren?'

'Het is maar een hoorzitting. De zaak komt pas voor de rechter als we de gelegenheid hebben gehad de bewijzen te onderzoeken. Waarschijnlijk pas over maanden.'

'Hij heeft het niet gedaan. Hij is niet de man ernaar om iemand te kunnen vermoorden.' Mijn keel zat dicht van narigheid. De tranen begonnen over mijn wangen te rollen.

'Harriet, luister naar me. Mag ik je Harriet noemen?' Ik liet een soort geblaat horen omdat ik mijn gehuil onderdrukte. Hij vatte het op als toestemming. 'Je moet dapper zijn, Harriet, zowel voor hem als voor jezelf. De molens van de Britse justitie malen langzaam maar het is het eerlijkste rechtssysteem ter wereld. Ik weet dat het misschien niet veel zegt, maar geloof me, het idee om een onschuldig man naar de gevangenis te sturen is even afschrikwekkend voor de rechter als voor de twaalf mannen en vrouwen van de jury. Heb geduld en vertrouw me.'

Ik scheen geen alternatief te hebben, maar ik was dankbaar voor de vriendelijke klank in zijn stem. 'Goed. Dank u.' Ik probeerde zachtjes te snuffen.

'Brave meid. Hij is niet zonder vrienden. Mr. Sickert-Greene zal bij hem zijn.' Het kuiltje in inspecteur Foys kin werd snel vervangen door een geestelijk kiekje van Sickly Grins nek, die in een vlezige rol boven een gesteven boord puilde. Ik kon me niet voorstellen dat hij voor iemand een steun en toeverlaat zou zijn. 'Als ik jou was zou ik vandaag rustig thuisblijven. De pers zal de komende paar dagen op het oorlogspad zijn. Misschien kun je mr. Sickert-Greene vragen een verklaring af te leggen uit naam van de familie.'

'Goed. Dank u,' ging ik verder, al was het waarschijnlijk belachelijk om de man te bedanken die mijn vader van moord beschuldigde.

'Hou je taai.'

De lijn was dood. Ik legde de hoorn neer en de telefoon ging onmiddellijk weer over.

'Hallo, met Crispin. Met wie spreek ik?'

'Met Harriet.'

'O, goed.' Er klonk iets van opluchting in Crispins beschaafde stem. 'Ik hoopte al dat jij het zou zijn.'

'Zal ik Ophelia halen?'

'Eh - nee. Wacht even - stoor haar maar niet. Zeg alleen maar dat ik gebeld heb, oké?'

'Kan ik haar een boodschap overbrengen?'

'Eh - zeg maar dat ik een paar dagen naar de Towers ben - voor de verjaardag van mijn oom. Moeder staat erop dat ik mijn gezicht laat zien bij de feestelijkheden. Hij is bijna negentig en ze verwachten dat hij binnenkort de geest zal geven.'

'O.' Ik wist niet of ik blij of spijtig moest klinken.

'Zeg tegen Ophelia dat ik haar zal bellen als ik terug ben. Dag.'

'Die vuile, snotterende, laffe smiecht,' zei Ophelia toen ik haar de inhoud van het gesprek vertelde. 'Hij gaat deserteren!' Ze stompte hard op haar kussen. 'Nou ja, ik heb toch de pest aan dat afschuwelijke Mallilieu Towers. Allemaal torentjes en waterspuwers en afzichtelijke blauwe bakstenen. Henrietta Slotts mag het hebben. Het kan mij niet schelen.'

Ze legde het kussen op haar gezicht en weigerde nog een woord te zeggen. Toen ik de deur achter me dichttrok meende ik een gesmoorde snik te horen. Ik ging naar beneden om thee te zetten.

Maria-Alba was bezig af te wassen.

'Che c'e?Je ziet er pips uit.'

'Ik voel me best.' Mijn kin trilde. 'Het is een vertraagde shock of zoiets. Het lijkt vanmorgen erger, maar ik denk dat ik me beter zal voelen als ik goed wakker ben.'

Ik wist een glimlach voort te brengen, die overging in een gil toen een man met een paar camera's om zijn nek uit de voortuin omlaagsprong naar het keukenraam. Hij drukte zijn gezicht tegen het glas, dat besloeg door zijn adem.

'Basta cost!' riep Maria-Alba uit en pakte een soeplepel die binnen haar bereik lag. Ze smeet de keukendeur open en holde naar buiten. Ik hoorde de man gillen toen Maria-Alba hem een harde pets op zijn kale kruin gaf. Hij probeerde een foto van haar te maken, maar ze bedolf hem onder de klappen. Hij rende weg. Maria-Alba kwam weer binnen.

'La feccia!' Ze hijgde van woede.

'Je hebt hem een goed pak op zijn donder gegeven. Ik wed dat hij niet meer terugkomt.'

'Als hij dat doet, ga ik hem te lijf met een mes. Ik vermóórd hem!'

Ik vroeg me af of de wereld krankzinnig was geworden. Ik wilde niet de rest van mijn leven heen en weer pendelen tussen optimale-veilig- heidsgevangenissen, om de mensen van wie ik hield te bezoeken.

Cordelia kwam beneden met een bleek maar vastberaden gezicht. Ze droeg een spijkerbroek, al moest ze vandaag naar school.

'Je denkt toch zeker niet dat ik naar dat rottige klooster ga, zodat die valse meiden daar me kunnen pesten? Nu mijn vader een crimineel is, zullen ze me overal buitensluiten.'

'Hij is geen crimineel! Dat mag je niet geloven. Ik kan begrijpen dat sommigen misschien onaardig zullen zijn, maar je vriendinnen -'

'Je bent blijkbaar vergeten hoe het op school is. Hierna zal ik geen vriendinnen meer hebben. Nooit meer. Ik zal door iedereen gemeden worden. Als mijn ouders eindelijk dood zijn zal er niemand meer over zijn om mee te praten. Ik zal in een grot in het bos leven en wilde dieren temmen. De mensen zullen me eten en wijn komen brengen en me Cordelia de Heilige Vrouw noemen. Misschien is het leuk om een gat in een rots te maken en mensen de toekomst te voorspellen, bij wijze van orakel. Je moet de dingen op een dubbelzinnige manier omschrijven zodat ze je nergens op kunnen betrappen. Pa heeft me er alles over verteld.'

'Maar het zou moeilijk zijn om slimme antwoorden te verzinnen als je niet op school was geweest en een opleiding had gehad.'

'Wat een rotopmerking!' Cordelia keek me woedend aan. 'Dat is wat de nonnen zeggen.'

Daar zat iets van waarheid in, maar ik was niet in de stemming om grootmoedig te zijn en het toe te geven.

'Ik haat school,' ging Cordelia hartstochtelijk verder, 'en vooral die afschuwelijke nonnen. Hun enige geluk in het leven is het straffen van hulpeloze kinderen. Camilla Everard moest een uur lang op een bezemsteel knielen omdat ze haar gymbroek was vergeten. Haar ouders waren woedend en ze mocht niet meer terug. Ze gaat nu op school in Zwitserland en haar ski-instructeur koopt chocoladetaart voor haar in ruil voor gunsten - je weet wel.' Cordelia trok haar volwassen, wijze gezicht.'Sommige mensen zijn voor een koopje te krijgen.' Ik onderdrukte een glimlach, want ik geloofde er geen woord van.

'Nou ja, die arme Camilla heeft een beugel en een bril,' gaf Cordelia toe. 'Ik ga nooit meer terug. Ik maak een eind aan mijn leven als je probeert me te dwingen.' Ik zuchtte. Cordelia rook de overwinning, 'ik ga een cake bakken voor pa. Dat zal hem opvrolijken. Ik zal hem in een blik doen zodat de ratten er niet bij kunnen.' Ze zocht Maria-Alba's map met recepten op en begon de ingrediënten af te wegen.

Ik was ontroerd door dit bewijs van zorgzaamheid in iemand die zo jong was. Het leek me een goed voorbeeld om te volgen. In gedachten ging ik na wat ik voor de arme gevangene zou kunnen doen. Ik vroeg me af of hij muziek zou mogen hebben. Ik zou mijn draagbare grammofoon mee kunnen nemen en een paar van zijn lievelingsplaten. De gevangenismeubelen waren waarschijnlijk niet erg comfortabel. Misschien zouden ze geen bezwaar hebben tegen een heel kleine bergère-leunstoel. Het Brusselse gobelin dat boven de trap hing zou lelijke verf of behang kunnen verbergen. Ik begon een beeld te krijgen van een heel gezellige cel.

Ik bedacht dat iemand Cordelia's schoolhoofd zou moeten doorgeven dat ze niet op school zou komen. De stem van mijn moeder, die door de telefoon klonk toen ik de hoorn opnam, zei op scherpe toon: 'Ik probeer een privé-gesprek te voeren. Wie het ook is, hang onmiddellijk op.' Ik was teleurgesteld. Ik had aangenomen dat het zwijgen van de telefoon te danken was aan het feit dat de journalisten hadden opgegeven die te gebruiken om met ons in contact te komen. Het bewijs hoe naïef ik nog was.

Toen ik een uur later weer beneden kwam na me te hebben opgefrist met een bad, vond ik tot mijn verbazing Max Frensham in de zitkamer. Max was lid van de cast van King Lear en een vriend van mijn ouders.

'Harriet!' Hij kwam naar me toe en pakte mijn hand met zijn beide handen vast. 'Ik móest komen om te zien of alles goed met jullie ging. Hoe is Waldo eronder?'

'Hoe ben je binnengekomen?'

'Door de achterdeur. Je bent het waarschijnlijk vergeten, maar verleden jaar, op de verjaardag van je moeder, heb je me ingewijd in het geheim van de doolhof.'

Ik herinnerde me dat Max en ik in de afgelopen zomer een halfuur hadden doorgebracht met het verkennen van de ingewikkelde doolhof, en dat ik hem Lovedays plan had uitgelegd. Max had roodbruin haar en een bleek, ascetisch gezicht met vurige, lichtbruine ogen, en was heel charmant. Edgar spelen naast Basils Lear was tot dusver het hoogtepunt van zijn carrière geweest, maar hij was pas vierendertig en er werden grote dingen van hem verwacht.

'Erg aardig van je om te komen.''Dit is vreselijk voor je. Natuurlijk heeft hij het niet gedaan. Waldo zou de laatste zijn om iemand kwaad te doen. Hij is mijn grote held. Hij kan iedereen van het toneel spelen. Je moet je geen zorgen maken. De politie heeft een stomme fout gemaakt. We zullen allemaal getuigen dat Waldo niet tot moord in staat is.' Ik was bereid iedereen te vertellen dat mijn vader onschuldig was, maar het iemand anders horen zeggen was balsem op mijn gewonde hart. 'Arme Harriet, wat een ellendige tijd.'

'Max! Lieve jongen!' Mijn moeder zweefde naar ons toe over het tapijt, haar peignoir wapperend als een grootzeil in de wind. 'Je treft ons onder de meest verschrikkelijke omstandigheden! Harriet, vraag Maria- Alba ons wat koffie te brengen.' Ze zwaaide met haar hand. 'En, schat, een paar van die verrukkelijke amandelkoekjes.'

'Wat denk je?' Bron was ongewoon vroeg op. Het was nog geen elf uur. Hij zag er soigné uit in zijn beste pak met een blauwzijden overhemd en een rode das. 'Elegant of niet?'

'Elegant,' zei ik. 'Ga je uit?'

'Mijn persconferentie.'

'Wat ga je ze vertellen?'

'Ik zal ze uit de doeken doen hoe weinig fatsoenlijke rollen er zijn voor knappe jonge klassieke acteurs. Rudolf Rumpole speelt Romeo in het Tivoli en hij is bijna veertig. Wat voor kansen hebben wij jongeren? Dat zou ik weieens willen weten.'

'Ik bedoel, wat ga je ze vertellen over pa?'

'O, dat weet ik niet. Ik zal wel wat bedenken.' Hij maakte een vorstelijk gebaar met zijn hand. 'Is er iets te eten? Ik wil er niet bleek uitzien.'

Maria-Alba, Cordelia en ik ontbeten samen in de eetkamer, waar de gordijnen gesloten waren voor de fotografen, die weer terug waren en elkaar verdrongen als dorstige buffels rond een waterbron. Ik tilde een hoek van het gordijn op en telde er zestien die rondzwierven tussen de gesnoeide heggen en laurierbomen in de voortuin.

Waarschijnlijk was dit inbreuk op onze privacy en verboden, maar normale burgerrechten leken niet meer op ons van toepassing. Eén verslaggever zat op een pijler van het hek, zijn benen aan weerszijden van de stenen bal, en een andere klom in de lantaarnpaal om een foto te maken van een slaapkamer. Een van hen kreeg mij in de gaten en onmiddellijk klonk er geschreeuw en werden er camera's op me gericht. Cordelia draaide zich verbaasd naar me om toen ik me met bonzend hart op de grond liet vallen.

'Dit is krankzinnig.' Ik stond op en probeerde te lachen. 'Het lijkt wel of we belegerd worden in een Royalistische vesting tijdens de Burgeroorlog. Met horden Rondkoppen die hun kamp achter de vestingtoren hebben opgeslagen.'

'We zouden niet lang standhouden met alleen Bron om te vechten.' Cordelia sloeg met een lepel op het topje van haar ei.

'Vrouwen vochten ook, zelfs in die tijd. In ieder geval hielpen ze met het omlaagkieperen van kokende olie en ongebluste kalk op de hoofden van de vijand. Hoewel de belegering soms maanden of zelfs wel jaren duurde zonder dat er veel gebeurde. Het ergste was waarschijnlijk dat de voedselvoorraad uitgeput raakte en ze honden en katten en kaarsen en zeep en zo moesten eten.'

'Ik ga liever dood van de honger dan dat ik Mark Antony op zou eten.' We dronken warme chocola met slagroom. Maria-Alba's instinctieve reactie op elke crisis was te trachten ons vet te mesten.

'Wat stom lijkt het allemaal als je erop terugkijkt,' zei ik, in een vergeefse poging onze gedachten af te leiden van onze eigen moeilijkheden. 'Al die jongemannen die in de strijd sneuvelen en dan die arme koning Charles wiens hoofd werd afgehakt. Hij trok een extra hemd aan om te voorkomen dat hij zou rillen. Hij wilde niet dat de mensen zouden denken dat hij bang was - het was zo oneerlijk.' Ik zweeg even, dacht aan pa, en voelde een steek door me heen gaan. 'Wat is dat?'

'Dat is de voordeur. Er is iemand binnengekomen.' Maria-Alba stond op en pakte de pook die bij de haard lag. Ik holde voor haar uit. Leunend tegen de voordeur, met scheefgetrokken jas, een geplette anjer in zijn knoopsgat en zijn toupetje scheef op het hoofd, stond Ronald Mas- on.

'Harriet, kindlief! Ik hoop dat ik je niet heb laten schrikken.' Zijn stem, vroeger een zoetgevooisde bariton, had de heesheid van een doorgewinterde roker. 'Ik herinnerde me nog waar de reservesleutel lag.' Hij gaf hem aan mij. 'Je kunt hem voorlopig beter in huis bewaren.'

Ronald Mason was in de jaren dertig en veertig het idool geweest van het witte doek. Toen hij Maria-Alba zag met de pook in haar hand sperde hij ontsteld zijn uitpuilende ogen open en tuitte zijn kleine meisjesachtige mond. 'Sono io, Maria-Alba,' riep hij met een zuiver Oxford-ac- cent uit. 'II tuo anziano amico - Ronnie.'

'Anziano vero,' zei Maria-Alba met onkarakteristieke bitsheid, maar ze legde de pook neer.

'Ronnie! Wat goed van je om te komen!' Ik gaf hem een zoen op zijn gerimpelde wang, die naar lavendel rook. 'Maar je ziet er een beetje... Hebben ze je pijn gedaan?'

'Nee, nee.' Ronald hijgde terwijl hij zijn toupetje rechtzette. 'Ze werden afgeleid omdat Bron naar buiten kwam. Ik móest komen, Clarissa heeft het me gevraagd. Kon haar niet in de steek laten.' Zijn ogen traanden van de kou en misschien van emotie, want hij klemde zijn hand om mijn arm en voegde eraan toe: 'Dit is een afgrijselijke geschiedenis. Arme Waldo. Ik ben nog nooit zo ontdaan geweest.'

Ik schaamde me voor alle keren dat Portia en ik Ronnie achter zijn rug hadden uitgelachen. Hij was jaren geleden de minnaar van mijn moeder geweest en was haar trouwe aanbidder gebleven ondanks het feit dat hij vervangen werd door een reeks jongere acteurs. Voor het eerst viel het me op dat die minnaars opvallend afwezig waren. Waar was Jeremy Northampton, haar huidige cicisbeo? Kortgeleden nog had hij de gewoonte bijna dagelijks te komen binnenvallen. En waar waren die andere vrienden die zo vaak aan de eettafel hadden gezeten, afspraakjes hadden in de zitkamer en seks in de tuin?

De deurbel ging. Ik tuurde door de brievenbus in de ogen van een onbekende jongeman.

'Perdi'a's Pe'als. Ik 'eb 'oop bloem v'r je.'

'Wat?' Toen herinnerde ik me dat Perdita's Petals onze plaatselijke bloemenwinkel was. 'O. Ja, wacht even. Maria-Alba, zorg dat je klaarstaat met de pook. Ik ga opendoen.'

Ik probeerde het gegil en gejoel te negeren dat uitbrak zodra ik mijn hoofd buiten de deur stak. Lenzen werden in mijn gezicht geduwd terwijl de pers schreeuwend vragen stelde over de schuld van mijn vader, zijn reactie op het gevangenisleven, en of het waar was dat mijn vader bij prinses Margaret had gelogeerd op Moustique.

Gelukkig was de bloemenbezorger goed van de tongriem gesneden. Hij verviel van verontwaardiging in wilde woede toen zijn haar in de war werd gebracht door een met bont bedekte microfoon. 'Donder op of ik douw dat verdomde ding door je strot!'

Terwijl hij met hen stond te ruziën kon ik de boeketten oppakken en aan de anderen in huis doorgeven. Toen sloeg ik de deur dicht, deed hem op slot en schoof de grendel ervoor.

'Hyena's! Addergebroed! Wolvenroedel!' Ronald veegde met een zakdoek over zijn voorhoofd. 'Ik schaam me voor de moderne jeugd. Het zijn onbeschaafde vlerken, die zich wentelen in onwetendheid. Hun begrip is oppervlakkig en hun smaak is banaal.'

'Kom binnen voor een kop koffie.' Ik vermoedde dat zijn trots gekrenkt was door een van de verslaggevers die had gevraagd of Ronald mijn grootvader was.

'Dank je, Harriet, maar er staat een taxi op me te wachten.' Hij boog zijn hoofd. 'Jij en je lieve zusters zijn natuurlijk uitgezonderd van mijn algemene kritiek.'

'Wat doen we met die bloemen?' vroeg Maria-Alba. 'Ik heb gisteren alle vazen gebruikt.'

Cordelia las hardop een van de briefjes voor bij wat Perdita's Petals waarschijnlijk een 'bloemenhulde' zou noemen.

'"Lieve Clarissa. Het moet een hel voor je zijn!!! Het is afschuwelijk dat we juist nu weg moeten. In gedachten zijn we bij je. Binny en Oscar, met veel liefs.'"

Binny en Oscar waren al jarenlang vrienden van mijn ouders. Toen Oscar Binny tijdelijk in de steek had gelaten voor een Olympische sprinter met rubberen ledematen, zo zwart als inkt en met haar als een donderwolk, had Binny haar troost gezocht in Maria-Alba's voedsel, kletspraatjes met mijn moeder en, daar was ik bijna zeker van, seks met mijn vader. Het was een feit dat toen Oscar een paar weken later bij ons thuis opdook met donkere kringen onder zijn ogen en een hernia, we enige moeite hadden Binny over te halen met hem naar huis te gaan. Ze had verklaard dat mijn vader als man twintig keer zoveel waard was als Oscar, en toen meende ze dat absoluut. Maar nu leek dat alles vergeten.

'Ik wil niet dat het huis eruitziet of er iemand begraven wordt,' zei ik. 'O, nee! Iemand heeft zelfs een krans gestuurd!' Ik keek naar het kaartje. Daarop stond: 'Lieve Clarissa, van Jeremy. Ik zal je nooit vergeten.'

'Vreselijk! Ze geloven allemaal dat hij het gedaan heeft. We zullen ze aan Loveday geven voor de composthoop.'

'Denk eens aan de prijs van die orchideeën!' kermde Ronald.

We maakten vaak grapjes onder elkaar over Ronalds zuinige aard. Hij nodigde zelf nooit mensen uit maar was altijd de eerste die op een party arriveerde en de laatste die wegging. Meer dan eens was hij gezien terwijl hij de overgebleven canapés en soms een fles wijn of whisky bij zich stak. Én altijd als Ronnie geweest was, was de zeep uit de wc beneden verdwenen. Eén keer zelfs de handdoek. Mijn ouders lachten erom in plaats van zich eraan te ergeren. Ronnie trad nu en dan nog weieens op in films, in korte rollen, en verdiende waarschijnlijk genoeg om van te leven, maar zijn honoraria waren kruimels vergeleken bij de taart die hem vroeger werd toegeschoven. Zijn voortschrijdende leeftijd maakte hem bang voor armoede, en zoals mijn vader welwillend zei, wie kon hem dat kwalijk nemen?

'Wat doet het ertoe?' zei ik, met een gebaar naar de bloemen. 'Over een week zijn ze toch dood.' Ik probeerde mijn stem nonchalant te doen klinken. Ik was teleurgesteld dat, met uitzondering van Ronnie en Max Frensham, de vrienden van mijn ouders het gemakkelijker hadden gevonden de dichtstbijzijnde bloemist te bellen in plaats van zelf te komen en hun medeleven te betonen. Maar misschien wilden ze ons de tijd geven om het te verwerken.

'Als je zeker weet dat je ze niet wilt hebben...' Ronald verving zijn verpletterde anjer door een orchidee en bracht zijn haar en kleding in orde voor de gangspiegel. Hij keek kritisch naar zijn spiegelbeeld. Ik kon zien dat de revers van zijn jas met de fluwelen kraag, die lang geleden heel duur moest zijn geweest, versleten waren en hij hem rond zijn buik niet langer dicht kon krijgen. Hij keek een beetje verlangend naar de kleerborstel voor hij hem teruglegde in de la van het tafeltje in de hal.

'O, daar ben je, Ronald.' Mijn moeder kwam de trap af in haar lui- paardjas en met een zonnebril op. Ze had een koffer bij zich. 'Ik begon me al af te vragen wat er met je gebeurd was. Een verkeersongeluk of- iets.' Ze zei het op een toon of het volkomen onbelangrijk was.

'Ik ben onmiddellijk nadat je gebeld had op weg gegaan,' zei Ronald een tikje beledigd. Toen trok hij zijn das recht en zijn schouders naar achteren en hief zijn kin op. 'Liefste, je ziet er ravissant uit! Een roos kan niet tippen aan de blos op je wangen.' Hij hief met een elegant gebaar zijn hand op, net zoals hij jaren geleden moest hebben gedaan toen hij die tekst voor het eerst zei voor een camera.

'Die pruik zou een blinde nog niet voor de gek houden,' antwoordde mijn moeder, nogal hatelijk, vond ik. 'En de verf die je voor de rest gebruikt lijkt paars in dit licht.'

Mij was ook al het vreemde effect opgevallen van de auberginekleuri- ge plukjes haar boven Ronnies oren.

'Nou! Je bent beslist geen voorstander van het hullen van de naakte waarheid in de zijde van hoffelijkheid.' Ronald keek geërgerd, wat hem te vergeven was.

'Je krijgt een buikje,' was het weerwoord van mijn moeder. 'Je moet eens naar Bo-Bo Lascelles gaan. Ze heeft een nieuwe kliniek geopend in Bruton Street. Haar speciale dieet is een week lang driemaal per dag sap van rauwe bieten met drie eetlepels couscousstelen uit de Andes. Dat schijnt de vetcellen te verpulveren.'

'Bo-Bo kennende kost dat een vermogen,' mompelde Ronald knorrig. 'Rauwe bieten met gras! Hoe verzin je het!'

'Als je humeurig en moeilijk gaat doen krijg ik er spijt van dat ik je heb gevraagd om mee te gaan.'

'Waar ga je naartoe?' vroeg ik.

'Ik ga naar Bo-Bo's plastische chirurg. Ze zegt dat Moffat-Rime een genie is en heel redelijk met zijn prijzen, en gelukkig heeft hij nog een plekje voor me kunnen vinden. Ik heb hier een plooitje.'

Ze drukte haar handen tegen haar kaak. Cosmetische chirurgie was mijn moeders toevlucht in extremis.

'Maar pa dan?'

'De blauwe plekken zijn al verdwenen als hij eruit komt. Het is allemaal goed op elkaar afgestemd.'

'Ga je niet naar hem toe? Ik geloof dat hij het erg jammer vond dat je er gisteren niet was.'

Ze draaide haar donkere bril naar me toe. 'Harriet, ik heb al eerder gemerkt dat je de neiging hebt om ergens in te zwelgen. Sentimentaliteit is uitermate vulgair.' Ze schudde kregelig haar hoofd. 'Ik verwacht dat Marina Marlow verrukt zal zijn over de publiciteit. Je weet dat ik er een gruwelijke hekel aan heb.'

Ik was zo verbaasd dat ik mijn mond hield. Marina Marlow speelde de rol van Regan in King Lear. Ze leek niet veel ouder dan ik. Was het mogelijk dat zij en mijn vader...? Ik zette die gedachte van me af.

'Ik ben volgende week terug. Dag, Cordelia, lief kind van me.' Met een slappe vinger blies mijn moeder een kus in haar richting. 'Doe die schat van een Bron mijn groeten. Ik zal van deze gelegenheid gebruikmaken om volledig rust te houden. Dag, Harriet. Houd een oogje op Ophelia. Toen ik haar net sprak dacht ik dat ze un peu distrait leek. Dag, Maria-Alba. Ik weet dat jij voor mijn kuikentjes zal zorgen.' Ze zoende de lucht bij Maria-Alba's oor. 'Mijn steun en toeverlaat. Mijn haven in de storm. Ronald, er zit niets anders op dan die aasgieren onder ogen te komen. God weet dat ze me al vaak genoeg belaagd hebben. Maar arm in arm zullen we triomferen.'Ze botsten bijna met hun hoofden tegen elkaar in hun pogingen om in de spiegel te kijken. Toen trokken ze hun wangen en buik in. Ronald gooide de deur open en gezamenlijk liepen ze naar buiten. Er volgde een pijnlijke anticlimax toen de tuin leeg bleek te zijn. Vermoedelijk waren alle verslaggevers op Brons persconferentie.

Ik bracht Mark Antony naar beneden en zette hem buiten in de voortuin. Toen ging ik weer naar boven voor een ongetwijfeld vergeefse poging om Ophelia te troosten. Ik klopte op de deur en riep haar naam, maar ze negeerde me. Ik legde mijn oog tegen het sleutelgat. Als ik ook maar één ogenblik had geloofd dat ze van Crispin hield, zou ik erg overstuur zijn geweest, want ze lag bleek en stil op bed, een toonbeeld van neerslachtigheid. Nu en dan snoof ze wanhopig, en één keer zei ze: 'Verdomme, verdomme, verdomme!' met steeds meer nadruk. Ik stelde me voor dat ze aan Henrietta Slotts dacht als de toekomstige hertogin van Sope.

Terwijl ik op mijn knieën voor het sleutelgat lag hoorde ik vreemde geluiden beneden en toen schoot Mark Antony, zijn rode vacht verstijfd van emotie, langs me heen op weg naar de zolder. Ik keek over de leuning. Bron stond aan de voet van de trap, met uitgestrekte armen, en hield de lus van een riem met beide handen vast. Aan het andere eind was een hond, bruin met wit en erg harig, met poten als dinerborden. Doof voor Brons bevelen en een wurgketting trotserend, probeerde hij de trap op te komen.

'Brave hond! Wat ben je mooi!' zei ik vleiend terwijl ik naar beneden liep. Het is moeilijk om te beletten dat je overdreven gaat doen in de eenzijdige conversaties die je door dieren en baby's worden opgedrongen. De hond sprong tegen me op om met een enorm lange tong mijn met wol omhulde borst te likken, en jankte met alle tekenen van liefde.

'Goed zo. Hij vindt je aardig. Hij heet Derek.'

'Derek? Arme hond. Ik vind dat die naam helemaal niet bij hem past. De enige Derek die ik ken verkoopt kantoormeubelen en is een verschrikkelijk geile kerel.'

'Je kunt hem noemen wat je wilt. Maar hij luistert naar Derek. Als hij tenminste luistert.'

'Waarom zou ik hem iets willen noemen?' Ik begon achterdochtig te worden.

'Omdat hij een cadeau is voor jou. Om het goed te maken dat ik gisteren dronken was en niet met je ben meegegaan naar het politiebureau om pa op te zoeken.'

'O, maar... Heus, Bron, dat had je niet moeten doen - ik was het allang vergeten. Ik geloof niet dat ik... Je weet dat pa een hekel heeft aan honden.'

'Heb jij niet altijd gezegd dat je er een wilde? Goed, nu pa in de nor zit, krijg je je kans.'

'Maar, Bron, wat moet hij wel niet denken als hij thuiskomt - alsof we van zijn afwezigheid hebben geprofiteerd. Natuurlijk héb ik altijd een hond willen hebben, maar niet nu, het is allemaal al zo moeilijk.'

'Nou, ik moet zeggen...' Bron keek diep teleurgesteld. 'Het is erg kwetsend, weet je, als je cadeau wordt geweigerd. Ik was zo blij dat ik op dat idee kwam. Ik dacht: ik weet wat Harriet weer gelukkig zal maken. Een lief klein hondje dat ze kan koesteren.' Hij legde een hand voor zijn ogen en zijn stem brak. 'Ik was zo blij.'

'O, Bron, het spijt me! Het is zo aardig van je en ik ben je erg dankbaar, maar -'

'Geen woord meer!' Bron slaakte een zucht en pinkte een onzichtbare traan weg. 'Ik zal hem wegbrengen. Al is de man van wie ik hem gekocht heb al het land uit. Hij was op weg naar de luchthaven. Daarom heb ik hem tegen een zacht prijsje kunnen krijgen. Het is een heel zeldzaam ras, zie je. Ik vrees dat het voor Derek het asiel wordt. Hij zal het niet prettig vinden. Hij schijnt het vreselijk te vinden om alleen te zijn. Ze zullen hem in een betonnen hok opsluiten en hij zal janken tot zijn arme kleine borst pijn doet, en dan, aan het eind van de week, als niemand hem heeft opgeëist, wordt hij naar de dierenarts gebracht. Hij zal zo blij zijn, denkend dat hij naar een goed thuis gaat, en in plaats daarvan zullen ze gif in zijn aderen spuiten -'

'Oké. Het is al goed!' Toen we nog kinderen waren vond Bron het leuk om me droevige verhalen te vertellen die me aan het huilen maakten, over te zwaar belaste ezeltjes en verhongerende roodborstjes die aan takken vastgevroren zaten, en het werkte altijd. 'Ik houd hem wel - voorlopig tenminste. Tot pa thuiskomt.' Ik aaide Dereks zachte bruine driehoekige oren die plat tegen zijn kop lagen en hij rimpelde komisch zijn voorhoofd. Ik nam me voor een advertentie op te hangen in het plaatselijke postkantoor voor ik te veel van die hond ging houden. 'En - dank je.' Ik zei het een beetje nors omdat ik me niet zo erg dankbaar voelde, maar Bron scheen het niet te merken.

'Prima. Hier.' Hij overhandigde me de lus van de riem. 'Hij houdt van bacon en eieren.'

'Wat? O, doe niet zo mal, Bron. Je weet niets van honden.'

'Dat zei die man tegen me. Ik wist niet dat jij een autoriteit was op dit gebied.'

'Dat ben ik niet, maar hij eet natuurlijk rauw vlees en blikken hondenvoer en zo.'

'Ik heb toch niet gezegd dat je de bacon moet bakken?'

'Hm.' Ik probeerde niet al te onvriendelijk over te komen. 'Wat voor soort hond is het eigenlijk? Ik hoop dat hij niet nog groter wordt.'

'O, nee, hij is volgroeid. Dat zei die man. Het is een - een Cornish terriër.'

'Heus?' Ik keek vol belangstelling naar Derek. 'Daar heb ik nog nooit van gehoord.'

'Je moet nog een hoop leren, miss Harriet Byng.' Bron sprak op sarcastische toon, alsof hij nog leed onder mijn ondankbaarheid. 'Al ben je in zoveel andere opzichten heel deskundig.'

'Maar ik noem hem geen Derek.'

'Wat je maar wilt. Ik moet weg. Zeg tegen Maria-Alba dat ik vanavond niet thuis kom eten.'

'Maar, Bron, je gaat vandaag toch met me mee naar pa? Ma laat haar kaak straktrekken en Ophelia is volkomen van de kaart omdat Crispin het heeft laten afweten en Portia is nog steeds niet terug en ik wil het niet aan Maria-Alba vragen. Ze was zo overstuur gisteren.'

'Hoor eens, we kunnen er niet met z'n allen naartoe alsof het een party is. We moeten wel een beetje tact gebruiken.' Bron keek me verwijtend aan. 'Ik ga naar Wanda.' Wanda was Brons agent. 'Er staan vast wel een paar goeie plaatjes in de avondkranten. Ze hebben er honderden gemaakt, van alle kanten, en ze hebben alles opgeschreven wat ik zei. Wanda wil dat ik absoluut naar die party ga vanavond om een belangrijke filmregisseur te ontmoeten. Het zou waanzin zijn om al mijn kansen te vergooien om pa te bezoeken. Tien tegen een dat Marina Marlow er is, en pa zal geen prijs stellen op volwassen kinderen als hij probeert de vogel in de kooi te lokken. Echt, Harriet, je moet eens leren je in de plaats van een ander te stellen. Het heeft geen zin om alleen te denken aan wat jou goed uitkomt.'

Mijn moeder had waarschijnlijk gelijk gehad wat Marina betrof. Misschien was het egoïstisch van me om gedeprimeerd te zijn daarover.

Derek haalde het zich plotseling in zijn kop dat beneden in de keuken dat ene was waar hij zijn leven lang naar gezocht had. Zijn poten maaiden als molenwieken rond op het glimmende parket en mijn armen werden pijnlijk uit hun kom getrokken. Ik ging met hem naar beneden, en liet Bron achter met zijn deugdzaamheid.