Dankwoord en verantwoording
Dit boek had niet tot stand kunnen komen zonder de onvoorwaardelijke liefde en de volledige medewerking van mijn ouders. De vlag ging in het ouderlijk huis niet direct uit toen ik vertelde over de plannen om mijn ervaringen op te schrijven. Toch duurde het niet lang voordat mijn vader en moeder mij de steun gaven die ik nodig had. Hen heb ik lief en mijn dank gaat naar hen uit, net als naar mijn broers, zussen, schoonzussen en zwagers. Zij hielpen me herinneringen scherp te krijgen, toonden belangstelling en moedigden me aan om verder te schrijven. Vergeef me dat ik jullie namen niet noem. We zijn ook met zo veel.
Het is kut wat ik heb meegemaakt, maar laat ik het dan in elk geval proberen aardig op te schrijven. Deze zin spookte jaren door mijn hoofd, zonder dat ik het aandurfde de woorden om te zetten in daden. Irene en Michel zetten me in gang, Hugo gaf me vertrouwen en Marie-Anne ten slotte de kans. Bedankt.
Meerdere regels zou ik kunnen vullen met de namen van vrienden, kennissen, collega’s en anderen die op enigerlei wijze hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit boek. Dat doe ik niet. Ik wil hun via deze weg wel nogmaals laten weten dat ik ze zeer waardeer.
De meeste dank ben ik verschuldigd aan Jan Willem. Net als een flinke vergoeding voor zijn telefoonrekening. Steeds als ik hem enkele scènes toestuurde, belde hij me binnen de kortste keren op om de tekst te becommentariëren en zo nodig mee te leven. Hoe gek het ook mag klinken, het waren mede deze gesprekken die het schrijven van dit boek maakten tot een plezierige tijd.
Tot slot dient te worden gemeld dat de namen in dit boek zijn gefingeerd. Omwille van de leesbaarheid zijn sommige personages samengevoegd, alsmede enkele gebeurtenissen. Voor het overige bevat dit boek niets dan de waarheid.