Hoofdstuk 7
Schloss Graustein was niet de beroerdste plaats in de kosmos om gevangen te zitten. Hoewel het grimmig en tochtig op de hoge bergrug lag, werd het omringd door wouden waar het uitstekend jagen was. Het eten was machtig, maar eetbaar en het plaatselijke bier was uitstekend. Landheer Graustein deed zijn best de hoge, zij het gedwongen, gast zich thuis te laten voelen. Tijdens lange gesprekken en zo nu en dan een tochtje onder toezicht over de planeet, kreeg Falkayn interessante handelsmogelijkheden in het oog, voor wanneer het gebied eenmaal tot vrede zou zijn gebracht.
Tenzij - Hij wilde liever niet over het alternatief nadenken. En na enige weken begon de tijd net zo loodzwaar te liggen als de knackwurst.
Daarom vond Falkayn het erg prettig toen een bediende op de deur van zijn suite klopte en een bezoeker aankondigde. Maar toen kwam zij binnenstappen. Hij had nooit gedacht dat ze hem niet welkom zou kunnen zijn.
"Jutta," fluisterde hij.
Ze sloot de deur achter zich en bekeek hem zwijgend geruime tijd. Donker hout en granieten zuilen omlijstten haar, waar ze in levenden lijve stond onder licht van de fluorlampen. Ze was gekleed in mufti. Hij had haar al mooi gevonden toen ze haar uniform droeg, nu was ze overweldigend.
"Dus jij bent het toch," zei ze.
"G-g-ga alsjeblieft zitten," bracht hij uit.
Ze bleef staan. Haar gelaatstrekken waren als uit steen gehouwen, haar stem klonk vlak. "Die idioten namen zonder meer aan dat je was wat je beweerde te zijn, een koopman die eenvoudig per ongeluk langs kwam en te veel zag. Ze hebben je nooit diepgaand ondervraagd, nooit het opperbevel van de vloot ingelicht. Ik hoorde pas gisteren over je, in een gesprek met Landheer von Lichtenberg, toen ik thuiskwam met verlof.
De beschrijving - " Haar woorden stierven weg.
Falkayn raapte al zijn moed bijeen. "Krijgslist, mijn beste," zei hij zacht. "En niet een oorlog, die van mijn kant begonnen is."
"Wat heb je gedaan?"
Hij zei tegen zijn pols dat die langzamer moest gaan kloppen, nam zijn pijp en ging die omslachtig stoppen en aansteken. "Jullie kunnen me volspuiten met Klets Serum, dus ik kan net zo goed Alles Vertellen," glimlachte hij. "Ik raadde de waarheid en ging kijken om het zeker te weten."
"Dat grappige kleine wezentje dat ongeveer tegelijk met jou wegging ... wist hij het ook?"
Falkayn knikte. "Hij heeft al lang geleden rapport uitgebracht aan het Hoofdkwartier. Als de Bond maar half zoveel werkelijkheidszin heeft als ik denk, is er op dit moment al een oorlogsvloot onderweg, waarvan jullie niet kunnen hopen die te weerstaan.''
Ze klemde een hand over de andere. Er stonden tranen in haar ogen. "Wat komt er nog meer?"
"Ze zullen wel rechtstreeks hierheen komen. Ik verwacht ze elke dag. Je hebt in het Beta stelsel niets dan een paar patrouillevaartuigen; de rest van jullie vloot is over een dozijn sterren verdeeld, ja? De Bond wil geen planeten bombarderen, maar in dit geval - " Ze uitte een kreet van angst. Hij liep snel op haar toe, nam haar beide handen en zei: "Nee, nee. Real-politik. Weet je nog wel? Het doel van oorlog is niet de vijand te vernietigen, maar hem je wil op te leggen. Waarom zouden we mensen doden, aan wie we dingen zouden kunnen verkopen? We zullen gewoon het Beta Stelsel gevangennemen en dan onderhandelen over de vrijlating er van,
Ik ben geen politicus, maar ik kan voorspellen wat er zal gebeuren. De Bond zal vragen jullie strijdmacht te ontbinden tot een normaal verdedigingspeil. En, natuurlijk, zullen wij onze handelsovereenkomsten willen sluiten. Maar dat is alles. Nu enkele Kraoka ruimteschepen hebben, kunnen zij hun gang gaan en weer een eenheid worden, zolang ze dat in vrede doen. We hadden gehoopt hen een handels- en passagiersvloot te verkopen, met een enorme winstmarge, maar dat js niet de moeite waard om voor te vechten - jullie hebben zelf ook een stevige basis tot onderhandelen in jullie mogelijkheden om last te veroorzaken, zie je. Neuheim kan elke sociale beweging in stand houden die het wil. Waarom niet? Als jullie proberen deze ellendige autarkie te handhaven, beroven jullie jezelf van zoveel dingen dat binnen tien jaar jullie volk de Landheer er uit zal gooien en om ons roepen."
Hij streelde haar onder de kin. "Ik begrijp het wel," zei hij. "Het is naar als een droom vervliegt. Maar waarom zou jij je leven lang de grieven van je vader meedragen?"
Ze barstte in tranen uit. Hij troostte haar en er begon diep in hem hoop voor hemzelf te groeien.
Niet dat hij al aan een vrouw toe was. Judas! Op zijn leeftijd? Hoewel -
Later stonden ze samen op het balkon. De nacht was gevallen, de heldere nacht waar grote banieren groen en rood langs de hemel joegen, die de sterren verduisterden, en de berg daalde af naar een woud dat vreemde zoete geuren naar omhoog terugzond. Ze hadden wijnglazen in de hand en ze stond dicht bij hem.
, Je kunt rapport over me uitbrengen," zei hij, "en maken dat ik een onaangename tijd tegemoet ga, misschien zelfs wel doodgeschoten word." Bleek in het trillende licht verloor haar gelaat de uitdrukking van geluk en hij hoorde hoe ze de adem tussen haar tanden door inzoog. , Je plicht, volgens de artikelen van de krijgswet,'' ging hij voort. "En het zal geen verschil uitmaken, het zal te laat zijn - behalve dat de Bond zijn mensen beschermt en een flinke prijs voor me zal vragen."
"Wat heb ik voor keus?" smeekte ze.
Hij liet een goed-gerepeteerde lach flitsen. "Wel, je lieve mondje dicht houden, tegen iedereen vertellen dat je je vergist hebt en dat Sebastian Tombs niets te maken heeft met de jonge Falkayn. Als er vrede komt - nu, je hebt genoeg invloed op deze planeet. Je zou erg veel kunnen doen om je volk te helpen zich aan te passen."
"En kooplieden te worden?" zei ze, in een laatste poging tot sarcasme.
"Ik heb al eens gezegd," zei hij, "dat we niet helemaal zo laag-bij-de-gronds zijn. We zijn op winst uit, ja. Maar zelfs een ridder moet eten en ons brood komt niet van slaven of onderhorigen of iemand anders die ervoor gedood moest worden. Kijk maar eens naar deze lichtjes. Ze zijn prachtig, dat is waar, maar wat zou je zeggen van de sterren aan de andere kant?"
Ze nam zijn arm. Hij fluisterde, zo goed als het hem afging, in het Latijn: "Uw kooplieden jagen op de ochtend over zee ..." en toen ze zich vragend naar hem omwendde, voegde hij er aan toe, heel zacht, in de schemering:
"Hun masten goud in het zonlicht, hoewel hun zeilen aan flarden zijn,
Zij die voor de wind de wereld rond zeilden komen terug naar huis,
Met ivoor, apen en pauwen beladen, herinneringen en snoeverij,
Te koop tegen deze hoge winst: het Weten dat zij Mannen zijn!"
"Oh-h-h," hoorde hij.
"En dan te denken dat hij zijn leraren er om haatte, toen hij nog een kind was op Hermes, dat ze hem Flecker en Sanders in de originele versie lieten lezen.
"Ik zal het tegen niemand zeggen," zei ze.
En: "Mag ik hier dan nog even blijven?"
Falkayn vond het ronduit spijtig dat, een week daarna, de vloot van de Bond kwam om hem te bevrijden.
Plus ca change, plus c'est la même chose
Of ik Noah Arkwright ooit ontmoet heb? Of ik Noah Arkwright ooit ontmoet heb? Trek maar een stoel bij en zet je oren open. Nee, liever niet in die stoel. Die hebben we alleen voor het geval dat de Gratch ons met een bezoek zouden vereren. Gemaakt van glowberry hout, de boom bevat uraniumzouten, dus tenzij je een onderbroek van lood draagt ...
Zeker, we hadden gehoord van de grote slag die Noah Arkwright wilde slaan. Ruimteschippers kletsen wel eens meer een eind weg, zelfs hier. We schonken er niet meer aandacht aan dan aan elke andere man met vooruitstrevende ideeën. Dachten dat het Grote Onbekende nog wel een paar honderd jaar kon wachten; we hebben al meer terra incognita dan we op kunnen, niet? Maar toen hij die ouwe kist van hem hier neerzette, zei hij daar geen woord over. Hij had een zakelijk voorstel te doen zei hij, en waren er onder ons, die een dinar of twee te missen hadden, misschien lui in geïnteresseerd?
Het klonk heel verstandig wat hij zei; maar met die stem van hem denk ik, dat hij goudgeld zou krijgen voor wat hij ekacarbon dioxide noemde. Zie je, elke planeet die klein genoeg is voor een man om er op te gaan graven, kent zijn victorieplekken - Colcondas, Mesabis, Rands als je naar de Oude Aarde terug wilt gaan - in ieder geval, zijn werkelijk rijke mijngebieden. De moeilijkheid was altijd, dat een planeet een verdomd grote plaats is. Zelfs met sonische en spectro-apparatuur zou je op een nieuwe ster maar in het rond blijven zoeken tot je door entropie wordt achterhaald voordat je een kans maakt, zo klein als een witte dwerg, om dè grote vondst te doen. Maar hij zei dat hij een nieuwe hypersnuffelaar had, die zo'n plek op satellietafstand al kon ontdekken. Hij had alleen kapitaal nodig om er mee door te gaan en op Aarde waren ze veel te krenterig om hem krediet te verstrekken, dus waarom zouden wij dat niet doen?
Oh, we trapten er niet in. Niet dat we dachten dat er iets scheef zat omdat hij ons niet vertelde hoe die detector werkte; hier zijn geheimen beschermd. Maar we lieten het hem demonstreren, ginds op Wanhoop. Dat is de volgende planeet, richting ruimte, en er is nooit een nuttelozer bolletje van Gods duimnagel afgesprongen. En wat denk je, zijn metertjes sloegen zowat door, ddor wat zich ontwikkelde als de grootste rheniumvondst sinds Ignatz.
Wel, je weet hoe dat met mineralen gaat. De rijke vindplaatsen zijn begrensd wat de mogelijkheden van het delven aangaat, maar toch ook weer niet zó, dat je er niet aardig wat uit kunt halen. Toch, als we een manier wisten om er nog een stel te vinden, snel en voordelig, in dichtbij gelegen stelsels - We stonden in de rij om geld in zijn onderneming te steken. En ik, ik was zo slim en zo vlot dat ik helemaal vooraan stond!
Maar ik geloof dat het door zijn manier van spreken kwam. Hij kon van Jupiter tot Sol doorkletsen met oh, gewoon een van zijn verhalen over xenologie of analyse of Shakespeare of geschiedenis of hypertheorie of wat dan ook. Ik heb hier toevallig nog een bandje, net zoeen als, zie ik nu, jij opneemt. Je bevestigt toch dat je bezoek hier privé is, voor je persoonlijk dagboek, klopt dat? Want ik zou de waarheid over deze zaak niet aan een ander mens willen toevertrouwen. Tegen niemand, als ik niet een angström dronken was. Maar luister, hier is Noah Arkwright.
" - het is niet alleen zo dat de maatschappij in het algemeen zichzelf herhaalt. Ik betwijfel eerlijk gezegd dat het cliché dat we nu in een soort neo-Elizabethaans tijdperk leven. Er zijn bepaalde analogieën, maar meer ook niet. Maar een leven heeft cycli. Binnen een gegeven context zijn de verschillende soorten gebeurtenissen die iemand kunnen overkomen, beperkt. De permutaties veranderen, de elementen blijven hetzelfde.
Neem nu eens de meest romantische figuur van vandaag, de koopman-avonturier. Iedereen, behalve hijzelf, denkt dat hij een geweldig afwisselend leven leidt. En toch, hoezeer kan een episode van de volgende verschillen? Hij krijgt te maken met een vreemde planetaire omgeving, met bewoners wier karakter hij moet trachten te doorgronden, sterke tegenstanders, verleidelijke of afstotelijke vrouwen, een paar verschillende soorten gevaar, het eeuwige probleem zijn onderneming toch rendabel te maken - wat komt er ooit nog meer voor? Wat ik zou willen doen is uiterlijk veel minder spectaculair. Maar het zou een doorbraak van die cirkel betekenen; een totaal nieuwe bestaansorde. Als jullie niet zo met jezelf bezig waren, met dat beeld van jezelf als stoutmoedige pionier, zou je begrijpen wat ik bedoel." Ja. Dat doe ik, nu.
We zagen niet in dat we bedonderd waren tot we de artikelen van de overeenkomst met hem door een semantische computer haalden. Hij moest logische symbolen gebruikt hebben om ze te schrijven, onder al die mooie frasen. Het enige dat er uit te halen viel was, dat hij wettig gemachtigd was om onderzoekingen te doen ten behoeve van ons. Hij kon overal heengaan, alles doen om elke reden die hij goedkeurde. Dus natuurlijk gebruikte hij ons geld om zijn verdomde expeditie uit te rusten! Hij had dat rhenium al vantevoren gevonden. Hij wilde alleen geen vijf jaar wachten voor het hem winst ging opleveren. Daarom verzon hij die opsporingsmachine en - op Aarde noemen ze dat soort zwendel flessetrekkerij. Oh, later kregen we wel een soort opbrengst uit Wanhoop, maar niet half zoveel als wat uit een dergelijke grote investering had moeten komen. En hij probeerde ons terug te betalen in natura, zoal niet in contanten. Maar - en dat is de clou van de hele zaak - hier zit ik nu, met een hele tros sterren naar me vernoemd, en er is geen medemens in het hele universum aan wie ik kan vertellen waarom!
- Vastgelegd in het Dagboek van Urwain
Urwain, de Wijd-reiziger