Hoofdstuk 4
Het diner werd geserveerd in de dakkamer, die een uitzicht bood alsof men buiten zat. 's Avonds werd Vanessa werkelijk mooi. Beide manen stonden aan de hemel, klein en snel, en veranderden het land in een fantasie van mat zilver en bewegende schaduwen. Het meer schitterde, de torens van de bewoners leken op reusachtige bloesems. Boven hen was de hemel bezaaid met sterren, waarvan Beta Centauri het kroonjuweel was, waarvan de blauwe glans die van de manen evenaarde.
En gloeipanelen streelden Jutta's door de zon gebruinde wangen met hun eigen licht; en de Zevende van Beethoven ruiste zachtjes uit een luidspreker, en belletjes dansten in de champagneglazen. Het diner was in stijl afgewerkt, van hors d'oeuvre en consommé via vis, gebraad en salade naar de petits fours en nu de kaas. Falkayn was druk in de weer gebleven met de champagnefles. Niet dat een van beiden dronken was - helaas had Jutta tot dusver haar verstand zeer vaderlandlievend bij elkaar gehouden - maar ze voelden zich alle twee meer dan vrolijk.
"Vertel me nog eens iets," drong ze aan. "Je leidt zo'n fantastisch bestaan, David. Zoals de held uit een oude sage - maar dit is het heden en dat maakt het dubbel zo geweldig.''
"Even denken," zei hij, en vulde haar glas nog eens bij. "Misschien over die keer dat ik belandde op een afgedwaalde planeet?"
"Een wat?"
"Vrije planeet, zonloos. Er zweven er meer rond door de ruimte dan er sterren zijn. Hoe kleiner het lichaam, weet je, des te gemakkelijker was het voor zo'n ding zich te formeren toen de Melkweg samensmolt. Normaal gesproken tref je ze in groepen aan ... om eerlijk te zijn, normaal vind je ze niet omdat de ruimte groot is en zij klein zijn, en donker. Maar door louter toeval kwam ik, op weg van Tau Ceti naar 70 Ophiuchi - "
Het avontuur was eigenlijk iemand anders overkomen. Dat was het geval met de meeste verhalen die Falkayn had verteld. Maar het had volgens hem geen zin een goed verhaal met muggenzifterij te bederven.
Daarbij kwam, dat zij voortging met drinken, op een verstrooide en onopvallende manier, terwijl hij praatte.
"- en tenslotte kon ik mijn lucht aanvullen door bevroren gas te koken en te destilleren. Wat was ik blij dat ik er vandaan kom!"
"Dat zou ik wel denken.'' Ze huiverde even. "Ruimte is somber. Mooi, maar somber. Ik heb liever de planeten." Ze keek naar buiten. "De avond is hier ook anders dan thuis. Ik weet niet welke ik het prettigst vind, Neuheim of Vanessa. Als het donker is, bedoel ik," voegde ze er aan toe, met een ietwat zweverig lachje. "Geen enkele van de Kraokaanse werelden is prettig bij daglicht.''
"Geen enkele? Je moet er heel wat hebben gezien, met drie er van als buren."
"Vijf," corrigeerde ze. Haar hand ging naar haar mond. "Lieber Gott! Dat was ik niet van plan te vertellen."
Hij gniffelde, hoewel hij inwendig bijna barstte van opwinding. Judas! Vijf planeten - zes, Neuheim meegerekend - in de thermale zone waar water vloeibaar was ... rondom één ster!
"Het maakt in de praktijk niet veel verschil," zei hij, "waar jullie duidelijk een methode gevonden hebben om jullie hele stelsel onzichtbaar te maken. Ik zou graag wat meer over jou willen weten, dat is alles, en dat kan ik niet tenzij je me iets over je thuis vertelt.'' Hij reikte over de tafel en klopte haar op de hand. "Daar kreeg je je dromen, je hoop - je charme als ik het mag zeggen. Neuheim moet een paradijs zijn."
"Nee, het is een harde wereld voor de mens," antwoordde ze ernstig. "Tijdens mijn leven hebben we al hele dorpen naar de polen moeten verplaatsen, daar de planeet dichter om de zon ging draaien. Zelfs de Kraoka hebben hun moeilijkheden om soortgelijke redenen.'' Ze trok haar hand onder zijn aanraking weg. "Maar ik praat over iets, waarover ik het niet zou moeten hebben."
"Goed dan, laten we over ongevaarlijke zaken spreken," zei hij. , Je zei dat de nachten thuis anders waren. In welk opzicht?"
"Oh ... andere constellaties natuurlijk. Niet zoveel, maar voldoende om op te vallen. En dan kunnen we, vanwege de auro-ra's, de sterren nooit zo duidelijk zijn als hier, waar we ons ook bevinden. Ik moet echt niet meer zeggen. Je bent een veel te goed luisteraar, Davy. Vertel me in plaats daarvan maar eens iets over jouw Hermes." Ze glimlachte onweerstaanbaar. "Ik zou graag willen weten waar jouw dromen vandaan komen." Niet met tegenzin begon Falkayn over bergen, maagdelijke oerwouden, vlaktes die werden verduisterd door gehoornde kudden, surfen bij het Donderstrand -
"Wat betekent dat, Davy?"
"Dat betekent baden in de branding. Weet je wel, de golven die worden veroorzaakt door het wisselen van de getijden." Hij probeerde snel haar achterdocht te ontwapenen met een grapje. "Nu, mijn arm onnozel gansje, heb je jezelf weer verraden. Je geeft toe dat Neuheim geen getijden kent."
"Daar steekt geen kwaad in," zei ze. "Het is waar, we hebben geen maan. De oceanen zijn net reusachtige, stille meren."
"Kan de zon niet - " Hij hield zich in.
"Die is te ver weg, een klein vurig puntje, ik kan maar niet wennen aan die schijf hier." Abrupt zette Jutta haar glas neer. "Hoor eens," zei ze, "òf je bent erg jong en lief òf je bent zo geslepen als de duivel."
"Waarom niet allebei?"
"Dat risico kan ik niet nemen.'' Ze stond op. "Ik kan nu maar beter weggaan. Ik heb een fout begaan door hier te komen."
"Wat?" Hij sprong eveneens overeind. "Maar de avond is nog maar net begonnen. Ik dacht dat we weer naar de zitkamer zouden gaan en nog rustig naar wat muziek zouden luisteren." De Liebestod, bijvoorbeeld.
"Nee." Ongerustheid en vastberadenheid verdrongen zich op haar gezichtje. "Ik vermaak me hier te goed. Ik vergeet op mijn woorden te passen. Breng de Bond deze boodschap van ons over. Voor zij iets tegen ons kunnen ondernemen, zullen wij de Kraokaanse sterren bezitten, en nog meer. Maar als de Bond verstandig is, ja, misschien kunnen we dan eens praten over handelsovereenkomsten." Ze sloeg de ogen neer. Ze bloosde. "Ik wou dat je terug kon komen."
Verdomme, die politiek, gromde Falkayn. Hij slaagde er niet in haar van gedachten te doen veranderen en tenslotte moest hij haar naar de deur begeleiden. Daar kuste hij haar de hand ...en voordat hij die aanzet verder kon uitbouwen, had ze goedenavond gefluisterd en was naar buiten verdwenen.
Hij schonk zich een straffe whisky in, stak zijn pijp op en wierp zich in een stoel. Het waren geen beste surrogaten.
Alle ratten! dacht hij somber, mutaties van reuze-ratten! Ze zal me onmiddellijk van de planeet laten wegwerken, morgenochtend vroeg, voordat ik iets van de informatie die ik heb losgekregen, kan gebruiken.
Nu, er zullen tenminste meisjes zijn in het Hoofdkwartier van de Sector. En misschien kan ik, later, hier nog eens terugkomen.
Als assistent-koopman, en dan zal Jutta aan de sociale top staan van een interstellair keizerrijk. Ze zal me daarom niet onheus behandelen, maar wat zouden we voor kans hebben om ooit nog eens bij elkaar te komen?
Hij trok hard aan zijn pijp en keek maar eens naar een reproductie van een portret van Hokusai, een oude man, dat tegenover hem hing. De oude man lachte terug, net zo lang tot Falkayn zin kreeg hem een stomp op zijn neus te geven.
De betekenis op lange termijn van het Neuheimer plan was veel kwaadaardiger dan het verlies van verscheidene bega-credits voor de koopmansprinsen, dat zag Falkayn wel in. Veronderstel dat het zou slagen. Veronderstel dat de machtige Polesotechnische Bond uitgedaagd en verslagen zou worden en het Kraokaanse rijk gevestigd. De Kraoka zelf zouden zich er mee tevreden kunnen stellen om op dat punt te stoppen en vredelievende relaties met iedereen aan te knopen, of-niet. In ieder geval bestond er geen directe bedreiging voor het menselijk ras; ze stelden geen prijs op dezelfde soort onroerende goederen.
Maar de mensen van Neuheim - die spraken nu al over zichzelf als Kruisvaarders. Bezie de vroege Geschiedenis van de zichzelf ontwikkelende Homa Sapiens en stel je dan voor wat een dergelijk spectaculair succes zou betekenen voor een groep met idealen bezielde militairen! Oh, het zou een langzaam proces zijn; ze zouden in aantal moeten groeien en hun industriële basis vergroten, en de controle moeten verkrijgen over iedere planeet in de buurt, die zijn nut kon hebben voor de mens. Maar uiteindelijk, om de macht, de eer en het omverwerpen van de gehate kooplieden, en de bevordering van Hun Manier van Leven - oorlog.
Nu was het de tijd om ze de mond te snoeren. Een flink, gezond pak slaag zou de Landeigenaren te schande maken; vrede, koopmanschap en samenwerking met anderen (of tenminste een gezonde, keiharde economische concurrentie) zou op Neuheim in zwang komen; en - toevallig - zou een gezel die een rol van betekenis speelde in die afloop een vroege bevordering tot Meester verwachten.
Terwijl de eenvoudige brenger van een slechte tijding -
"Vooruit," mompelde Falkayn. "Stap Een in het onderdrukkingsproces: vind hun verdomde planetaire stelsel!"
Ze konden niet hopen de plaats voor eeuwig geheim te houden. Net lang genoeg om greep te krijgen op dit gebied; en met de vernietigende kracht van een ruimtevloot achter zich zou dat niet lang duren. Zolang de plaats echter verborgen bleef, werd de bron van hun kracht zeer doelmatig beschermd. Vandaar dat ze zich konden beperken tot aanvallende operaties, die hun een militair overwicht gaven dat in geen verhouding stond tot hun eigenlijke sterkte.
Niettemin, wanneer de Bond zou besluiten te vechten, zou de Bond winnen. Daar bestond geen twijfel aan. In de loop van de oorlog zou het geheim ontdekt worden, op een of andere manier. En dan - een nucleair bombardement vanuit de ruimte - Nee!
De Landeigenaren gokten er op dat de Bond er de voorkeur aan zou geven zijn verliezen zoveel mogelijk te beperken en tot overeenstemming komen, liever dan een dure strijd te beginnen tegen een prijs die te hoog zou blijken in de loop van het gevecht. Zolang Antoran verborgen bleef, leek die gok tamelijk gerechtvaardigd. Maar hoe gunstig de kaarten ook lagen, slechts fanatici speelden met gehele levende werelden als inzet. Arme Jutta! Wat was ze in slecht gezelschap verzeild geraakt. Wat zou hij haar graag aan een stel fatsoenlijke mensen willen voorstellen.
Goed dan, waar stond die gekke ster?
Ergens niet te ver weg. Jutta had niets verraden door toe te geven dat de constellaties thuis bijna dezelfde waren als de constellaties hier. De oude Kraoka hadden geen enorme afstanden kunnen overbruggen tijdens hun interstellaire reizen. Ook moest de thuishaven zich in dit territorium bevinden zodat de vloot het voordeel van interne communicatie kon gebruiken. En Antoran moest groot en helder zijn, niet verder in de bekende rangschikking dan, zeg maar Go. Toch ... elke mogelijke zon werd al geëlimineerd door de inlichtingen die de Bond reeds lang bezat.
Tenzij - wacht eens even - zou hij verborgen kunnen zijn door een dikke nevel? Nee. Dan moesten er toch radiosignalen zijn. En Jutta had gesproken over sterren, die ze thuis kon zien.
Aurora. Hm. Ze had de noodzaak aangestipt voor bepaalde bewoners om naar de polen te emigreren, daar haar planeet te dicht bij haar zon kwam. Wat betekende dat ze zich oorspronkelijk veel dichter bij de evenaar hadden gevestigd. Zelfs daar waren aurora's; overal waar je naar toeging, had ze gezegd. Ook dit duidde weer op een zeer energieke zon.
Vreemd, over die eccentrische baan. Er was meer dan een planeet, dat ook nog, in het stelsel met hetzelfde probleem. Ongehoord. Je zou bijna geloven dat -
Falkayn vloog recht overeind. Zijn pijp viel uit zijn mond op zijn schoot.
"Heilige ... hyper ...Judas," hijgde hij.
Daarna dacht hij heel hevig. Hij kwam pas tot zichzelf toen de vonkjes uit zijn pijp zijn broek begonnen te schroeien.