Hoofdstuk 18
De avonturen van Angela: VACP, Vertoon van Affectie in Central Park
Als nieuwkomer in New York heb ik geen idee welk niveau van onfatsoenlijkheid nog als eh…fatsoenlijk wordt ervaren in het fraaiste park van jullie fraaie stad. Ik kom net terug van alweer een geweldige date met Wall Street: een superromantische picknick met wijn, Godiva-truffels en Cheeto’s (oké, niemand is perfect). En nu vraag ik me dus af of ik binnenkort de politie (mmm, lekker agentje) aan mijn deur kan verwachten. Vanzelfsprekend is er tijdens onze openluchtsessie niets uitgetrokken, maar wat zou erger zijn: dat hete, heftige gerommel of die ondraaglijke mate van zelfgenoegzaamheid waaraan wij degenen rondom ons hebben blootgesteld? Braakwaardig in wezen. Vóór mijn eigen ervaring met de New Yorkse dating-wereld had ik Wall Streets kurkentrekker zo door zijn slaap geboord, bij het zien van een stelletje dat zo akelig blij was met zichzelf als wij (afgezien van die Cheeto’s dan). Maar ik wil nog niet van hem af. En ik wil ook nog niet stoppen met bepoteld worden in het park.
Hmm, dit wordt nog lastig.
Na wel twintig minuten discussiëren met mezelf over deze blog, was ik er nog niet uit. In een radicale poging mezelf op andere gedachten te brengen, deed ik vervolgens iets drastisch.
‘Hallo?’
‘Mam? Met Angela.’
‘Lieverd! Hoe gaat het ermee?’ vroeg ze. Ze klonk opgelucht—alsof ze eigenlijk de Avon-dame van nummer 54 had verwacht. ‘Kom je naar huis?’
‘Nee, nog niet,’ zei ik, terwijl ik door het appartement ijsbeerde. ‘Maar alles gaat prima, hoor. Ik logeer nog steeds bij die vriendin en…ik heb werk: voor een tijdschrift. Het gaat echt heel goed.’
‘Maar kom je wel gauw naar huis?’ vroeg ze nog maar een keer.
Ik zag gewoon voor me hoe ze stond te fronsen in de spiegel boven de telefoon, waarschijnlijk frunnikend aan haar haar, waarna ze naar buiten keek, naar haar keurig onderhouden tuin, waar de kat van de buren in haar bloembed zat te schijten.
‘Dat weet ik nog niet, mam,’ zei ik, ook eindelijk stilstaand voor het raam. ‘Ik vermaak me hier nog prima. Die schrijfopdracht is echt heel spannend: ik schrijf een online dagboek voor de website van dat tijdschrift.’
‘Nou, da’s fijn. Ik ben heel trots op je.’ Grrr, dezelfde geringschattende toon als bij mijn eindexamen, mijn toelatingsexamen en mijn studie. ‘Maar weet je, lieverd, ik zou het heel fijn vinden als je me zou vertellen wanneer je precies terugkomt. Je hebt toch zeker wel een datum voor je terugvlucht? En dat hotel moet je ook een fortuin kosten!’
‘Mam, ik zei net toch: ik logeer bij een vriendin! En ik wéét nog niet wanneer ik…Ach weet je, het doet er ook niet toe…Waarom was Mark eigenlijk bij jou, toen ik vorige week belde?’
‘Ik snap niet waarom je me niet gewoon kunt vertellen wanneer je terugvliegt,’ mopperde ze door.
Ik begon danig spijt te krijgen van dit telefoontje.
‘Ik heb nog helemaal geen terugvlucht geboekt, dus weet ik ook niet wanneer die is,’ herhaalde ik, terwijl ik bedacht hoe verschillend ons respectievelijke uitzicht was. Ik zag allemaal gele taxi’s rijden, het Chrysler Building en duizenden New Yorkers die zich door de stad haastten; als mijn moeder geluk had, zag ze door haar raam haar Clio op de oprit staan, het postkantoor en misschien de buurman, meneer Tucker, die de buurt in beroering bracht door in zijn blote bast in de tuin te werken (hij was tweeënvijftig). ‘Maar waarom nam Mark nou bij jou de telefoon op?’
‘Hij kwam gewoon wat spullen van jou langsbrengen,Angela.’ Ik hoorde dat ze zich net zo begon te ergeren aan mij, als ik aan haar. ‘Ik weet dat het vreselijk is wat hij jou heeft aangedaan, maar ik ken die jongen al jaren. Ik kan toch niet ineens doen alsof hij niet bestaat?’
‘Jawel, dat kun je wel.’ Dit kon ze toch niet menen? ‘Je kunt heel gemakkelijk doen alsof hij niet bestaat. Want hij bestaat ook niet meer, wat onze familie betreft.’
‘Dat jij ervoor hebt gekozen voor je problemen weg te lopen, in plaats van ze het hoofd te bieden, wil nog niet zeggen dat ik dat ook zomaar kan,’ klonk ze misprijzend. ‘Ik kom Marks moeder elke week tegen bij de Tesco.’
‘Ik ben niet weggelopen!’ zei ik. Dit was niet bepaald het opbeurende moeder-dochtergesprek dat ik me had voorgesteld. ‘Ik ben mijn leven aan het veranderen.’
‘Misschien—als je was gebleven en met Mark had gepraat—had je gemerkt hoe afschuwelijk hij zich over deze hele toestand voelt,’ vervolgde ze, compleet negerend wat ik had gezegd. ‘Misschien hadden jullie het zelfs wel kunnen bijleggen. Niet dat ik zeg dat dat zou moeten, hoor: hij hééft je tenslotte bedrogen.’
‘Wil Mark het dan bijleggen?’ vroeg ik. Dat was nog niet bij me opgekomen.
‘Nou…misschien had hij dat best gewild, als jij niet was wegge-rend—dat weet ik niet,’ zei ze. Ze klonk een beetje onzeker. ‘Maar nu die Katie bij hem is ingetrokken, denk ik niet dat het nog goed-komt tussen jullie tweeën. Al denk ik dat als je hem zou bellen…’
‘Bij hem ingetrokken? Is zij bij hem ingetrokken?’ onderbrak ik haar. ‘In ons huis?’
‘Nu ja…jij ging ervandoor, lieverd.’ Ze leek in ieder geval weer naar me te luisteren. ‘Dus wat moest hij anders? Niet dat ik hem wil verdedigen, hoor—wat hij heeft gedaan, had nooit mogen gebeuren—maar hij heeft het uitgelegd en…’
‘Mam, ik moet nu echt ophangen. Ik ga zo uit.’ Ik wilde van dit telefoontje af! ‘Ik bel je zodra ik meer weet over wanneer ik naar huis kom.’
‘Dat is goed, lieverd. Dan spreek ik je gauw.’ Ze had al opgehangen, voor ik dat had kunnen doen.
De wetenschap dat Mark nu met die meid in mijn huis woonde, was mijn brein nog even te veel. Maar het zette mijn blogpro-bleem wel in het juiste perspectief. Ik zette me achter mijn lap-top, probeerde niet voor me te zien hoe die vuile trut met mijn Cath Kidston-schort voor met mijn favoriete limoengroene Le Creuset-ovenschaal stond te kokkerellen…en stuurde mijn stukje naar Mary.
Mark? Wie was dat ook weer?
Toen Jenny terugkwam van haar afspraak bij Rapture en had gecontroleerd of alles er naar haar eigen (en Jeff’s) strenge maatstaven was afgepeld, gewaxt en gehydrateerd, gingen we op weg naar Brooklyn.
Ik was best nerveus. En niet geheel onterecht: ik had Alex helemaal niet gesproken over deze ‘dubbeldate’ én ik had uiteindelijk niet meer dan een kwartiertje aan mijn uiterlijk gespendeerd: mijn haar in een min of meer acceptabele coupe duwen en wat van die miraculeuze MAC-mascara en lipgloss aanbrengen. Mijn (nog steeds fantastische) Mare Jacobs-tas haalde het geheel echter helemaal op. Volgens mij kon ik daarmee zelfs in mijn pyjama de deur uit, zonder dat het iemand opviel.
Jenny legde bijna de hele weg naar de L-trein huppelend af en er kwam bijna geen zin over haar lippen die niét over Jeff ging.
‘Dus vanavond gaat het wél lukken met Alex?’ vroeg ze, mijn hand pakkend toen we moesten oversteken naar de metro.
‘Dat weet ik zo net nog niet, hoor,’ moest ik bekennen. ‘Vanochtend was ik nog bij Tyler…Is het niet een beetje smakeloos om vanavond alweer met Alex tussen de lakens te duiken?’ Maar terwijl ik het zei, voelde ik mijn lichaam al beginnen te trillen van opwinding.
‘Ik wist het!’ riep Jenny hoofdschuddend uit, terwijl ze haar Me-trocard door het apparaat haalde. ‘Je vond het al niks om met twee kerels tegelijk te daten; met twee kerels naar bed kun je al helemaal niet—niet tegelijkertijd althans.’
‘Jezus, het is geen driehoeksverhouding, Jenny!’ Ik volgde haar de trap af. ‘Echt, ik voel me er prima bij om met beiden af te spreken. Ik mag ze namelijk allebei—hoe verschillend ze ook zijn. Tyler is vreselijk leuk en Alex…nou ja, ze zijn gewoon heel verschillend.’
‘Maar vind je hem leuker dan Tyler?’ wilde ze weten.
‘Met Alex is het gewoon anders, dat kan ik heel moeilijk uitleggen. Eh…hij geeft me een goed gevoel over mezelf; bij Tyler is het eerder wat hij me letterlijk laat voelen,’ probeerde ik zonder blozen te zeggen. ‘Hebben jullie op school wel eens die proef gedaan met die drie witte bloemen? Eentje zet je in een lege vaas, eentje in een vaas met water en eentje in een vaas met kleurstof.’
‘Ja,’ knikte Jenny. ‘Ik snap alleen niet wat dat te maken heeft met jouw gerollebol met een lekkere bankier.’
‘Hou je mond, jij!’ zei ik met een scheve grijns en sprong in de trein zodra de deuren openschoven. ‘Oké, effe serieus…De bloem zonder water verwelkt en gaat dood, ja? De bloem mét water bloeit open: eigenlijk doodgewoon, maar ook mooi. Maar als je er kleurstof aan toevoegt…’
‘Dan krijgt de bloem ook nog kleur!’ maakte ze mijn zin af. ‘Mijn god, wat ben je toch metaforisch! Pop, dat was je eerste analogie: ik ben zo trots op je!’
‘Dank je, nu hoor ik er tenminste ook bij!’ riep ik uit en gaf een klopje op haar bovenbeen. ‘Nee, het klinkt misschien flauw, maar iets beters kon ik niet bedenken. In mijn vorige leven stikte ik gewoon haast. Met Tyler is het klassiek en romantisch: er zit een structuur in zijn leven die ik herken. Maar met Alex is het leuk, opwindend, anders. Ik weet gewoon niet waar het allemaal naartoe gaat; alles is nog zo nieuw voor me.’
‘Nieuw en opwindend, da’s prima,’ zei Jenny, nadenkend knikkend. ‘Maar wanneer je in een kwetsbare emotionele toestand verkeert—zoals jij nu, pop—of wanneer je gewoon lekker vaak moet uitgaan en heel veel goede seks moet hebben, omdat je in je leven nog maar met één vent het bed hebt gedeeld—opnieuw zoals jij, pop—dan is klassiek en romantisch misschien nog beter.’
‘Misschien, ik weet het gewoon niet. En ik weet ook niet hoe lang ik nog met allebei kan daten. Het blijft gewoon vreemd aanvoelen—terecht of niet. Maar als ik Tyler net heb gezien, lijkt het wel alsof dat een beetje de druk eraf haalt voor wat er vervolgens bij Alex gebeurt—niet dat daar al iets gebeurd is…’
‘Wat dacht je er dan van om Alex vanavond in de slaapkamer eens zijn slag te laten slaan…en morgen de knoop door te hakken?’
De trein begon af te remmen. We waren bijna bij onze halte.
‘Want god weet, dat ik jullie zo snel mogelijk weer uit Jeff’s appartement weg wil hebben…’ zei ze met een grijns.
‘Het loopt wel lekker tussen jullie, geloof ik, hè?’ zei ik. ‘Fijn voor je! Ik kan alleen maar zeggen dat ik blij ben dat het zo uitpakt.’
‘Zoals ik al zei,’ zei ze, terwijl ze uit de trein sprong, ‘het is gewoon het lot! Soms moet je nu eenmaal al dat psychologengeklets aan de kant zetten en gewoon je hart volgen.’
‘Mmm…’ Ik stak mijn arm door de hare, terwijl we samen de trap op liepen. ‘Nu ben je in één klap al mijn respect kwijt.’
‘Ik weet het,’ glimlachte ze opgewekt. ‘Niet te geloven, hè?’
Het eerste wat ik had willen weten voor ik instemde met een etentje bij Jeff, was dat hij totaal niet kon koken. Verder had ik het wel fijn gevonden als ik had geweten, dat in Jenny en Jeff’s wereld ‘een etentje’ een eufemisme was voor ‘het oefenen van orale seksuele vaardigheden op elkaars vorken en vingers’.
Ik deed hard mijn best niet naar hen te kijken, terwijl ik beleefd aan de berg spaghetti-met-prut knabbelde, die ons meteen na binnenkomst was voorgezet. We waren nog geen kwartier in Jeff’s appartement, maar nu al was overduidelijk dat Alex en ik het vijfde (en zesde) wiel aan de wagen waren.
Alex, die wel openlijk zat te staren, gaf me af en toe een duw met zijn knie.
Ik durfde hem niet eens aan te kijken. Na een wat ongemakkelijk ‘Hallo’ met een vlugge zoen, waarna we haastig naar onze plaatsen waren geleid, hadden we eigenlijk niet veel meer tegen elkaar gezegd. Door Jenny en Jeffs bordeelvoorstelling was de sfeer zo beladen, dat ik me echt geen houding wist te geven: ik voelde me net een ongetrouwde tante op een orgie.
‘Maar eh…hoe was jullie weekend verder?’ vroeg Alex aan mij en Jenny, in een poging de spanning een beetje te breken, terwijl hij wat slappe spaghetti om zijn plastic vork probeerde te winden.
Het viel me ineens op dat alle borden verschillend waren. En voor Tyler-begrippen was het hier superslordig. Misschien dat Jeff zich de laatste tijd niet zo druk had gemaakt over zijn huishouden. Hij had natuurlijk wel wat anders aan zijn hoofd (en nóg wat onderdelen van zijn lichaam).
Omdat Jenny op Alex’ vraag slechts een laag gekreun liet horen, terwijl Jeffs hand onder de tafel verdween, nam ik maar de taak op me te antwoorden cq. Alex af te leiden van dat onvoorstelbaar in-discrete gedrag aan de overkant van de tafel.
‘O, niet onaardig: ik heb geschreven.’ Dat was nog waar ook. ‘En jij? Wat heb jij uitgevreten?’
‘Ik heb ook geschreven,’ zei hij, nog steeds recht voor zich uit kijkend. ‘Best goed ook nog. Ik denk dat ik er wel wat mee kan.’
Ik glimlachte en knikte beleefd, terwijl ik probeerde te bedenken hoe ik kon voorkomen dat ik zo meteen boos riep: Leg in vredesnaam jullie handen weer op tafel: dit is gewoon onsmakelijk!
Onze gastheer en gastvrouw waren me echter te snel af. Zij lieten hun bestek vallen en gaven elke schijn dat ze gewoon zaten te eten op, door zich plompverloren op het hoofdgerecht te storten: elkaar. Ik kon Jenny wel wat doen!
‘Maar eh…Jeff,’ begon Alex. Dapper hoor, om te proberen hem af te leiden. ‘Dit eten van jou smaakt echt compleet klote. Wat moest het ook alweer voorstellen?’
‘Pasta,’ zei Jeff afwezig, terwijl Jenny zijn schouders begon te masseren. Ik wist echt niet aan welke inspannende bezigheid hij deze massage had verdiend: het bereiden van deze maaltijd in ieder geval niet. ‘Gewoon pasta.’
‘Nou, ik vind het zalig!’Jenny probeerde een soort van erotische beweging met een vork vol kleffe pasta, maar dat ging haar niet zo goed af. De pasta ging er wel goed af: die viel recht in haar schoot.
‘Ja ja. ‘Alex glimlachte van opzij naar me. ‘Nou, hier maak je weer helemaal goed mee dat je vriendinnetje mijn hele huis heeft on-dergekotst, hoor.’
‘Maar nu wil ik wel eens weten wat we voor toetje krijgen,’ zei Jenny. En ze stond op en plofte bij Jeff op schoot. Jezus, zij kende echt geen schaamte!
‘Eh…ik heb ijs,’ zei Jeff, zwaar ademend. ‘Ik heb jouw lieve-lingssmaak gehaald.’
‘Mmm, ik ben niet zo in de stemming voor ijs,’ zei Alex. En hij schoof zijn stoel naar achteren en stond op. ‘Maar ik heb wel nog wat heerlijke pizza van gisteren in de koelkast staan, die gewoon schreeuwt om te worden opgegeten. Angela, kan ik jou interesseren in een pepperonipuntje?’
‘Dat kun je zeker,’ zei ik en volgde hem, weg van de tafel. ‘Jeff, Jenny…bedankt, hè!’
‘Hè? Gaan jullie al?’Jenny murmelde nog wat over koffie, maar toen Jeff iets in haar oor fluisterde, begon ze verrukte kreetjes te slaken, gevolgd door een kort: ‘Nou, doei-doei!
‘Jezus, wat was dat allemaal?’ lachte Alex, toen hij de deur van zijn appartement achter zich dichttrok. ‘Kickt die vriendin van jou soms op voyeurs of zo?’
‘Ik zou het graag willen ontkennen, maar het enige dat ik kan zeggen is: ‘Ik hoop van niet’.’ Ik keek naar de bank. Die leek kots-vlekvrij te zijn, dus ging ik voorzichtig zitten.
‘Biertje erbij?’ Hij trok zijn gigantische koelkast open en kwam de kamer in met een pizzadoos en een sixpack.
‘Dank je.’ Ik nam het flesje van hem aan en bleef toen zitten zwijgen, dubbend over mijn volgende stap.
Alex’ appartement was zo’n beetje het tegenovergestelde van dat van Tyler: aan elke vierkante centimeter was te zien wie hier woonde. Werkelijk overal lagen cd’s, de salontafel lag bezaaid met notitieblokjes en overal lag wel een opgekauwde pen of potlood binnen handbereik.
‘Ach, ik weet het niet…het is ergens ook wel weer cool dat ze zo in elkaar opgaan.’ Hij ging zitten en maakte de pizzadoos open. ‘Ik had alleen gedacht dat toen Jeff me uitnodigde voor een etentje…dat dat ook echt was om samen te eten.’
‘Ik ook,’ knikte ik, tegen beter weten in een stuk koude pizza pakkend. Het smaakte niet eens zo slecht. ‘Maar ik ben nu in ieder geval wel gerustgesteld over mijn eigen kwaliteiten als gastvrouw, voor het geval ik nog eens wat moet terugdoen: vergeleken met Jeff ben ik een topkok!’
‘Echt?’ Hij leunde achterover en keek me lachend aan. ‘Dat geloof ik meteen!’
‘Wat wil je daarmee zeggen?’ vroeg ik argwanend. Was dit weer zo’n listige New Yorkse manier om me te vertellen dat ik een vet varken was?
‘Niks, joh,’ zei hij, zwaaiend met een pizzapunt. ‘Ik geloof gewoon dat je heel veel over iemand kunt zeggen, door de manier waarop hij of zij kookt. Niet dat Jeff zich niet al behoorlijk in de kaart liet kijken…maar aan dat waardeloze eten van hem kon je ook zien dat hij weinig opheeft met dingen voorbereiden. Hij is meer zo’n type dat gewoon maar begint en wel ziet waar het schip strandt.’
‘Ja, dat geloof ik ook,’ glimlachte ik. ‘Jenny kan ook voor geen meter koken. Die leeft van afhaalmaaltijden en Starbucks. Wat dat betreft zijn ze echt voor elkaar geschapen.’
‘En wat kook jij het liefst?’ vroeg hij, met zijn kin steunend op zijn hand en zijn elleboog op de armleuning van de bank.
‘Hmm…’ peinsde ik. Ik had niet zo’n breed repertoire, maar had het gevoel dat het belangrijk was dat ik hier een goed antwoord op gaf. ‘Ik ken een heel lekker Balinees kipgerecht. Je maakt een soort papje van citroengras en gedroogde chilipepers, waar je een hele kip mee inwrijft, die je vervolgens in bananenblad gewikkeld heel langzaam laat gaar sudderen. Verrukkelijk!’
‘Zie je wat ik bedoel?’ zei hij. En hij sloot zijn ogen en glimlachte genietend. ‘Pittig, avontuurlijk, lang en traag. Het zegt echt heel veel over iemand!’
‘En jij?’ vroeg ik, me er danig van bewust dat ik van top tot teen zat te blozen. Dat was inderdaad mijn indrukwekkendste recept. Ik hoopte alleen dat ik het nooit zonder kookboek zou hoeven klaarmaken, want het was een stuk ingewikkelder dan het klonk.
‘Om eerlijk te zijn, ben ik best een slechte kok,’ gaf hij toe, terwijl hij het bierflesje uit mijn handen pakte. ‘Maar ik ben weer goed in andere dingen.’
‘Verpest je daarmee nu nietje hele metafoor?’ fluisterde ik.
Hij kroop over de bank naar me toe en legde zijn armen aan weerszijden van mijn hoofd. ‘Ik wilde jou gewoon zien blozen.’
Zijn lippen waren zacht en stevig, zijn zoenen hard en onverbiddelijk. Binnen enkele tellen lagen wij een show weg te geven, die Jenny en Jeff nog rode kaken zou bezorgen.
De ruwe stof van zijn spijkerbroek schuurde langs mijn dijen, toen ik mijn benen om zijn middel sloeg en hem naar me toe trok. De nerveuze kriebel in mijn buik, die alsmaar sterker werd, verplaatste zich in zuidelijke richting, terwijl ik mijn handen in zijn haar verloor, mijn lippen over zijn hals dwaalden en mijn verstand…regelrecht het raam uit vloog.
Alex trok me overeind en sleurde me zo’n beetje naar zijn slaapkamer. Geen tijd voor kaarsen of zachte muziek nu: slechts het fonkelende stadsgezicht achter ons, dat Alex’ silhouet verlichtte terwijl hij zijn T–shirt uittrok en opzij smeet.
Voor het raam staand zoenden we elkaar haast wanhopig, worstelend niet riemen, ritsen en knopen…net zolang tot er niets meer tussen ons zat dan ondergoed. Ik dankte Jenny in stilte voor haar ‘denk-erom-nooit-iets-anders-dan-een-setje’—betoog toen Alex goedkeurend zuchtte bij het zien van mijn zwarte balconet-beha met bijpassend vlinderbroekje.
‘Hoe kan het dat dit voelt alsof het al heel lang geleden had moeten gebeuren?’ vroeg hij, terwijl hij een van de bandjes van mijn schouder liet glijden en er een lange rij kusjes voor in de plaats neerlegde.
‘Ik weet precies wat je bedoelt,’ fluisterde ik. Ik legde een arm om zijn nek en keek gefascineerd toe hoe mijn vingers in dat dikke zwarte haar verdwenen. Mijn andere hand gleed doelbewust naar beneden: over zijn borst en buik naar de heupband van zijn strakke jersey boxershort. Mijn benen begonnen te trillen en ik kon alleen nog maar denken aan hoe we op dat bed moesten komen. Dit was dus wat ze bedoelden met bibberknieën…
‘Hé…’ zei hij zacht, terwijl hij het beha-bandje terugschoof en mijn gezicht met zijn handen omvatte. ‘Ik wil het langzaamaan doen, oké?’
‘Eh…dus je wilt niet…’ Ik snapte er niets meer van. ‘Maar ik dacht…’ Had hij nu gewacht tot ik in mijn ondergoed voor hem stond, met één hand in zijn onderbroek, om me te vertellen dat hij nóg niet wilde?
‘Nee,’ zei hij hoofdschuddend, met een brede glimlach. ‘Ik bedoel dit, hier, nu: ik wil me er elke seconde van kunnen herinneren.’
‘O…oké,’ glimlachte ik terug. Ik beet op mijn onderlip. Had ik dan zo’n haast dat ik zelfs de romantiek vergat? ‘Sorry, ik dacht dat je bedoelde…’
‘Je hoeft je niet te verontschuldigen.’ Hij streek mijn haar uit mijn gezicht en zoende me teder. Zijn huid glansde in het licht van het raam toen zijn blik de mijne ontmoette. ‘En hou eens op met al dat gepieker!’
Toen pakte hij mijn hand en leidde me naar het bed, legde me erop en bedekte mijn gezicht, nek en schouders met kusjes. Ik verlangde zo hevig naar hem, dat ik elke seconde dat hij niet binnen in me was, dacht te zullen ontploffen. Zijn kusjes trokken een spoor van mijn sleutelbeen, via mijn beha naar mijn buik.
‘Ik dacht dat jij langzaamaan wilde doen?’prevelde ik. De woorden bleven bijna in mijn keel steken, toen zijn lippen de bovenkant van mijn dijen bereikten.
‘O, dat had ik wat duidelijker moeten zeggen,’ zei hij, terwijl hij het zijden slipje opzij trok. ‘Ik bedoelde langzaamaan voor mij. Maar ik geloof dat dat voor jou helemaal niet zo vervelend uitpakt.’
‘Aha…blij dat dat opgehelderd is,’ fluisterde ik. Toen sloot ik mijn ogen en liet me gaan.
Als Tyler een les was, dan was Alex een openbaring!
Vanaf het moment dat we ons op het bed lieten vallen—in al die lange, zweterige uren tot aan het ochtendgloren—liet hij mijn lichaam alle mogelijke paden bewandelen, nam me mee tot aan het uiterste randje…en trok me dan weer met een ruk terug.
Toen ik wakker werd, in een wirwar van verkreukelde lakens en verstrikte ledematen, lag ik ondersteboven op het voeteneind van het bed en voelde me zo uitgeput, dat ik nauwelijks nog wist of ik van voren of van achteren leefde. Wat ik wel wist, was dat ik in de afgelopen uren op zijn minst driemaal een orgasme had gehad, zoals ik nog nooit had meegemaakt.
Ik strekte een van mijn benen, voelde met mijn tenen aan de vloer en probeerde te bedenken hoe ik me, zonder hem wakker te maken, uit Alex’ bankschroefachtige greep kon bevrijden.
Niet dus.
Zodra hij me voelde bewegen, opende hij één oog half en trok me toen—zonder woorden of enige andere vorm van verbale communicatie—weer boven op zich, waarna we exact verder gingen waar we waren opgehouden.