11

 

Frank Angelis zat aan zijn bureau en staarde naar de cijfers op de papieren die voor hem lagen. Hoe goed hij ook keek, ze klopten domweg niet. Hij had geld nodig en wel onmiddellijk. Die Rus wilde niet langer wachten. Yana kwam de studeerkamer binnen met de whisky waar hij om had gevraagd. Ze zette de kristallen tumbler voor hem neer en begon met soepele vingers over zijn schouders te wrijven. Hij schudde haar van zich af.

‘Rot op, Yana,’ gromde hij. ‘Ik ben niet in de stemming. Flikker nu maar op en laat me met rust.’

Yana zette een pruillip op als een klein meisje dat van haar geliefde opa een standje had gekregen, sloop de kamer uit en trok de deur achter zich dicht.

Toen was Frankie weer alleen met zijn probleem. Een verdomd groot probleem… Als Charlie de klus niet voor hem wou opknappen, was het met hem gedaan. Hij zou hem moeten bewerken. Hij wist zeker dat hij hem kon ompraten. De Palmers waren altijd een stelletje slappelingen geweest. Veel te aardig voor dat wereldje, dat was de makke met die lui.

En als Charlie het verdomde? Ach, er waren altijd manieren om snel geld te verdienen. Frankie had zich nog nooit klein laten krijgen. En deze keer zou hij niet opgeven zonder weerstand te bieden.

 

‘Er staat een meneer Palmer bij het hek,’ zei Maria aarzelend. ‘Hij zegt dat hij familie is.’

‘Nee! Wat enig! Het is Charlie!’ gilde Jasmine terwijl ze in volle vaart naar de oprijlaan vloog. Als Jasmine íémand graag zag, was het haar peetvader wel.

Hij kreeg amper de gelegenheid om uit de jeep te stappen voordat ze haar armen om zijn hals had geslagen en een natte zoen op zijn gladde wang had geplant. Zijn lichaam voelde nog even stevig, warm en troostend aan als toen ze een klein meisje was.

‘Wat een fantastische verrassing. Ik kan haast niet geloven dat je er echt bent. Jezus, wat fijn om je te zien, Char.’

Opgetogen keek Jasmine om zich heen of ze Jimmy zag. Hij zat aan de rand van het zwembad.

‘Jimmy! Jimmy! Kijk eens wie er is? Charlie! Wat een verrassing!’

‘Ja nou,’ antwoordde Jimmy, maar erg verrast keek hij niet. Jasmine fronste haar wenkbrauwen. Wat was Jimmy vandaag in een rare bui. Eerst had hij vervelend tegen haar gedaan tijdens het interview en nu deed hij stroef tegen Charlie. Wat mankeerde hem? Zonder haast liep hij naar Jasmine en Charlie toe. Jasmine omhelsde Charlie opnieuw. Ze voelde zich altijd zo veilig met hem in de buurt.

‘Rustig maar, Jazz,’ waarschuwde Jimmy. ‘De man krijgt haast geen lucht.’

‘Alles kits, Jim?’ vroeg Charlie opgewekt, terwijl hij zijn grote knuist uitstak. Als hij Jimmy’s stroefheid had gemerkt, liet hij daar niets van blijken.

‘Kan niet beter,’ antwoordde Jimmy. ‘Wat doe jij hier zo ver uit de buurt van Londen?’

‘Eigenlijk zit ik erover te denken om me hier terug te trekken.’

‘Echt waar?’ Jimmy keek verbaasd.

‘Echt waar?’ vroeg Jasmine. ‘Wow. Fantastisch! Dan kunnen we je altijd zien wanneer we hier zijn en we zijn er deze hele zomer… Afgezien van de bruiloft en de huwelijksreis uiteraard en… Jemig, wat fantastisch. Kom je bij ons logeren?’ vroeg ze, vurig hopend dat hij ja zou zeggen.

‘Nee, schat. Voorlopig heb ik een kamer in het Marbella Club Hotel geboekt,’ legde Charlie uit. ‘Ik dacht dat jullie tortelduifjes wel wat privacy kunnen gebruiken totdat de grote dag is aangebroken. Morgen ga ik waarschijnlijk op zoek naar een huurappartement. Ik wilde alleen even langswippen om te zien hoe het met mijn favoriete meisje gaat.’

‘Met mij gaat het prima,’ grinnikte ze. ‘Kom, Charlie, dan geef ik je een rondleiding. Jimmy, schenk jij even iets te drinken in voor Charlie?’

‘Martini graag, Jim,’ zei Charlie.

Jasmine hoorde Jimmy mompelen: ‘Wie denkt hij verdomme dat hij is? James Bond?’ Ze hoopte dat Charlie het niet had gehoord. Later zou ze Jimmy eens apart nemen. Er zat hem kennelijk iets dwars.

‘Leuk optrekje,’ zei Charlie enthousiast. ‘Je hebt het ver geschopt, kind. Ik ben trots op je.’

Jasmine kreeg een warm gevoel vanbinnen. Het betekende veel voor haar dat Charlie trots op haar was. Door de jaren heen was hij als een tweede vader voor haar geweest. Haar eigen vader, Kenny, was de liefste en aardigste man van de wereld geweest en toen hij er niet meer was, had Charlie zijn rol overgenomen door altijd voor haar te zorgen als ze het moeilijk had. Charlie was haar rots in de branding. Hij kon alles aan.

‘Kom, Charlie, dan stel ik je voor aan Blaine. Hij is onze nieuwe manager.’ Jasmine voerde hem aan zijn hand mee naar het mahoniehouten plankier dat zich over de hele breedte achter de villa uitstrekte. Blaine lag languit op een terrasstoel met een cocktailglas boven op zijn harige dikke buik.

De twee mannen schudden elkaar vriendschappelijk de hand en waren het erover eens dat het uitzicht werkelijk schitterend was. Jasmine keek over het terras naar de glinsterende blauwe zee erachter en grinnikte in zichzelf. Soms kon ze zelf niet geloven dat ze zo geboft had.

‘Bedankt, schattebout,’ zei Jasmine, toen Jimmy met de drankjes terug kwam. ‘Is er iets?’

‘Met mij?’ reageerde Jimmy een beetje bits. ‘Met mij is alles in orde.’

Maar Jasmine kon duidelijk merken dat er wel iets was. Wat was er gebeurd waardoor zijn bui zo was omgeslagen? Had hij weer een van die telefoontjes gehad? De laatste tijd voerde hij vaak stiekeme gesprekjes op zijn mobieltje. Het was telkens hetzelfde: hij zonderde zich af en ze kon alleen flarden van gefluisterde gesprekken opvangen. Na afloop was hij altijd gespannen en terughoudend, maar als ze vroeg met wie hij had gesproken, wilde hij alleen kwijt dat het om zaken ging. Daarna was hij weggelopen. Maar met welke zaken kon hij zich bezighouden? Zijn contract zou pas over twee seizoenen aflopen.

‘Zeg Jasmine,’ vroeg Charlie, ‘wie was dat die ik daarnet zag vertrekken?’

Met moeite keerde ze terug naar de werkelijkheid. ‘O, dat was Grace Melrose, een journaliste.’

‘Wat een kakmadam,’ vond Jimmy.

‘Ach, ze was best aardig,’ zei Jasmine. ‘Jij kunt journalisten gewoon niet uitstaan.’

Jimmy trok een nors gezicht.

‘Ik kan journalisten ook niet uitstaan,’ verklaarde Charlie. ‘Ze willen veel te graag alles tot op de bodem uitspitten. De kunst van geheimen bewaren is aan hen niet besteed.’

‘Zeg Char,’ zei Jasmine, die snel een ander onderwerp aansneed, ‘voel je iets voor een feest?’

Charlie haalde zijn schouders op. ‘Wat heb je te bieden?’

‘We krijgen een paar vrienden op bezoek en daarna gaan we naar de opening van een nieuwe club. Op een schip in de jachthaven. Maxine de la Fallaise organiseert het!’

‘O ja?’ Hij keek opeens geïnteresseerd. ‘Ik heb haar in de krant gezien. Ken je haar?’

Jasmine knikte trots. ‘Ik heb haar een paar keer ontmoet op feesten en zo. Je kunt enorm met haar lachen. Het wordt vast heel gaaf.’

‘Ach, waarom niet? Ik kan wel een verzetje gebruiken en als ik niet ga, krijg ik waarschijnlijk spijt als haren op mijn kop.’

Grinnikend keek ze naar Charlies pas kaalgeschoren hoofd.

‘Je hebt helemaal geen haren op je kop!’

Op dat moment ging Charlies mobieltje. Fronsend keek hij naar het nummer en zei: ‘Neem me niet kwalijk. Dit kan ik beter aannemen.’ Hij liep weg.

Jasmine zag hem bij het zwembad staan en kon aan hem zien dat het slecht nieuws was. Ze had het afschuwelijke voorgevoel dat Charlie die avond toch niet met hen mee zou gaan.

‘Is er iets tussen gekomen?’ vroeg ze toen hij terugkwam.

Hij knikte. ‘Sorry, lieverd, maar ik moet een paar telefoontjes plegen. Een paar onafgemaakte zaken thuis in Londen. Ik denk dat ik beter terug kan gaan naar het hotel om het af te handelen. Morgenochtend bel ik je. Misschien kunnen we samen gaan lunchen.’

‘Dat zou leuk zijn,’ zei Jasmine, die haar teleurstelling omdat hij zo snel alweer wegging probeerde te verbergen. Zo ging het nou altijd. Hij kwam opdagen, vrolijkte haar op en dan ontstond er een of andere crisis waarop hij weer verdween. Eén keer was hij twee jaar lang weggebleven. Hij had haar verteld dat hij in Amerika was voor zaken, maar achteraf dacht ze dat hij waarschijnlijk gewoon had gezeten. Ze was er nooit echt achter gekomen wat Charlie precies voor de kost deed, maar ze vermoedde dat het niet helemaal door de beugel kon. Dat kon Jasmine niet schelen, want ze wist dat hij geen vlieg kwaad zou doen, ongeacht wat de wet zei.

 

Shit! Shit! Shit! Charlie was in alle staten. Zijn eerste paar uren in Spanje verliepen niet bepaald volgens plan. Eerst had Frankie Angelis hem een voorstel gedaan en nu kreeg hij Gary aan de lijn met het bericht dat Nadia weg was. Weg? Hoe kon ze verdomme sinds de lunch verdwenen zijn? Dat is wat hij van Gary wilde weten.

‘Ik, ik, ik heb geen idee, baas,’ had Gary gestameld, duidelijk van zijn stuk gebracht door de gebeurtenissen van die middag. ‘Toen ik terugging naar de flat kwam ze juist naar buiten. Ik kreeg niet eens de kans om haar te vertellen dat u verdomme niet meer in het land was! Ze riep alleen maar “Ciao!” en sprong in een taxi.’

Toen kreeg Charlie het pas goed benauwd. Nadia nam nooit een taxi. Ze had haar eigen limo met chauffeur. Daar had haar vader op gestaan.

‘Had ze iemand bij zich?’ had hij wanhopig aan Gary gevraagd.

‘Er zat al een vent in de taxi. Ik kon zijn gezicht niet zien, alleen zijn achterhoofd. Hij had donker haar. Dat is het enige wat me opviel.’

‘Was ze overstuur?’ had Charlie aangedrongen, in de hoop een verklaring voor Nadia’s verdwijning te vinden.

‘Nee, baas. Ze was heel vrolijk en had zich helemaal opgetut net als anders. Ik had er verder niet bij nagedacht, maar een paar uur later wilde ik de wagen in stappen, toen ik door twee bomen van Russen werd besprongen,’ had Gary vervolgd. ‘Ze hebben me helemaal verrot geslagen, Char. Ik scheet bagger. Ze bleven maar vragen waar Nadia was en waar u was en wat we met haar hadden gedaan. Ze zeiden dat ze haar mobieltje niet opnam. Ze zeiden dat meneer Dimitrov laaiend is. Ik ben bang, Char. Ik ben echt verdomde bang. Die Russen zijn zware jongens. Ze denken dat we iets met Nadia hebben gedaan. We moeten ze niet besodemieteren.’

‘Dat doen we ook niet, Gary,’ had Charlie de jongen proberen gerust te stellen. ‘Het is gewoon een misverstand. Ik maak het wel in orde.’

Hij had Gary naar zijn moeder teruggestuurd. Tenslotte was hij nog maar een jongen en dit was niet zijn probleem. Eigenlijk was het ook niet zijn probleem, dacht Charlie. Nadia had niet eens geweten dat hij het land zou verlaten. Maar dat zou haar vader ondertussen al weten en welke indruk zou dat maken? Zijn dochter verdwijnt en Charlie smeert hem naar Spanje. Hoe kon zoiets verdomme gebeuren?

Charlie stond op zijn balkon te luisteren naar het geluid van de golven beneden. De wind was opgestoken en de zee was ruwer dan eerst. Het was nu bijna donker en het strand was nagenoeg verlaten. Hij dacht aan Nadia’s ondeugende glimlach en haar trouwhartige ogen en hoopte vurig dat er niets vreselijks met haar was gebeurd. Meneer Dimitrov was echter een zeer welvarend man en zijn dochter had een hoge prijs op haar hoofd. Charlie zou haar nooit kwaad hebben gedaan, maar er waren zat mensen die dat wel zouden doen.

Koortsachtig dacht hij na. Hoe kon hij dit oplossen? Hoe kon hij zorgen dat Gary niets overkwam? Hoe kon hij Dimitrov laten weten dat hij hier niets mee te maken had? Hoe kon hij Nadia helpen opsporen?

Shit! Met zijn vuist sloeg hij hard op de balustrade. Waarom was het leven ook zo verrekte ingewikkeld? Hij staarde naar de schemering. De golven sloegen op het strand en slokten de zandkastelen van de afgelopen dag op. Een hele poos stond hij toe te kijken, vol ontzag voor de kracht van de zee. Hij zou deze warboel oplossen. Hoe dan ook. Hij wist nog niet precies hoe, maar op de een of andere manier zou hij alles in orde maken. Dat was tenslotte zijn werk.

Hij ademde diep in en belde McGregor. Dat deed hij niet graag, want hij hield er niet van om hulp te vragen, maar McGregor wist altijd precies wat er in Londen gebeurde. Misschien had hij iets over Nadia gehoord.

‘McGregor,’ zei Charlie toen de inspecteur opnam. ‘Met Char.’

‘O, o ja,’ zei McGregor. Hij klonk op zijn hoede.

‘Luister eens, McGregor, ik heb je hulp ergens bij nodig. Er wordt iemand vermist en…’

Nog voordat hij kon uitspreken, viel McGregor hem in de rede.

‘Het komt nu erg slecht uit,’ reageerde hij bruusk. ‘Ik kan op dit moment niet met je praten.’

Toen werd er opgehangen. Zomaar opeens. Ongelovig staarde Charlie naar zijn mobieltje. Dit was een man voor wie hij zojuist een moord had gepleegd. ‘Klootzak,’ mompelde hij in zichzelf. Het was niet de eerste keer dat hij erachter kwam dat hij op zichzelf was aangewezen als de pleuris uitbrak.

In haar glinsterende paleis boven de Middellandse Zee zit de beeldschone prinses Jasmine te wachten totdat ze tot koningin van de voetbalvrouwen wordt gekroond. Dit is echt een sprookje, compleet met een echte boze stiefvader. Wij kunnen als eerste exclusief melden dat Cynthia Watts, de moeder van Jasmine Watts, de levenspartner is van Terry Hillman, de beruchte gangster uit Essex…

In de afnemende middagzon zat Grace op het terras van haar villa in de bergen van een royaal glas rosé te genieten terwijl ze aan haar kopij schaafde voordat ze die naar Miles mailde. Ze las haar artikel nog een laatste keer door.

Ze staarde naar de woorden en herinnerde zich wat ze Jasmine had beloofd. Meestal had ze er geen enkele moeite mee om iets te publiceren wat een celebrity had gezegd, dus waarom voelde ze zich opeens zo schuldig? Haar vinger zweefde boven het knopje ‘verzenden’, maar ze kon het niet over haar hart verkrijgen erop te klikken.

‘Ach, laat maar zitten,’ zei ze bij zichzelf. Ze selecteerde de alinea over Terry Hillman en wiste hem. Wat maakte het ook uit als ze dat stukje wegliet? Niemand zou kunnen vermoeden dat ze zojuist een van de grootste primeurs van haar loopbaan had laten schieten. Ze hield zich gewoon aan haar belofte aan een jonge vrouw met een droom. Een jonge vrouw die zo aardig was geweest om haar voor haar bruiloft uit te nodigen. En die bruiloft wilde ze niet missen. Er was geen schijn van kans dat er een uitnodiging met gouden letters bij haar in de bus zou vallen als ze dat over Hillman zou publiceren. Bovendien zou de bruiloft een goede gelegenheid zijn om te netwerken. Ze dacht alleen maar aan haar baan. Het was niet alsof ze begon af te takelen. Grace Melrose had zich heus niet laten paaien.