Hoofdstuk 2
1993
De aanloop naar hun vriendschap was een diep wederzijds respect. Ted had geen echte vrienden gemaakt, zijn pokermaten beschouwden hem vast als een vriend, maar Ted hield bij hen de hele tijd de schijn op en deed wat ze van hem verwachtten, meer niet. Hij had geleerd hoe hij zich in bijna elke omgeving moest gedragen en dat deed hij berekenend, op een rationele manier, zonder er iets bij te voelen. Justin was de eerste in wie hij werkelijk was geïnteresseerd. Een compleet nieuwe sensatie voor hem, want op de middelbare school was hij ook nooit erg sociaal geweest.
Justin had op zijn beurt een paar serieuze relaties aangeknoopt, maar stukje bij beetje begon hij ze te verwaarlozen en zich in zijn eigen wereld terug te trekken. Hij was van nature graag alleen en de vriendschap met iemand die hem begreep gaf hem de nodige zekerheid om zichzelf te kunnen zijn. Deze plotselinge acceptatie van zijn innerlijke ik bracht veranderingen in zijn leven die zich in de loop van dat eerste universiteitsjaar manifesteerden.
Op een koude middag voor kerst probeerde Justin zich te concentreren op een essay voor zijn college creatief schrijven. Op de achtergrond klonk het schorre geschreeuw van Kurt Cobain. Ted was al klaar met studeren, dat wil zeggen: een halfuurtje op zijn bed liggen met boeken over rekenmodellen, statistiek en god mag weten wat nog meer, en als een inktvis in alle boeken tegelijkertijd bladeren. Hem zien ‘studeren’ zou iedereen ontmoedigen. Nu maakte hij aanstalten om naar de zesde verdieping te gaan, waar het pokeren steeds meer tijd in beslag nam. Volgens hem werd de rest beter en hij wist zeker dat twee of drie spelers hem probeerden te benadelen door onder één hoedje te spelen en subtiele tekens te gebruiken die hij al had ontdekt. Aangezien het om degenen ging die altijd geld overhielden bij het spelen, was het iets wat hij al kon zien aankomen. Voorlopig had hij het in de hand, dat dacht hij tenminste. Hij kon de tafel met de valsspelers altijd nog vermijden of andere gelegenheden zoeken om te kaarten, buiten de campus. Eigenlijk had hij nog wat tijd over en bijna in een opwelling stelde hij Justin een vraag die zijn vriend voor zijn gevoel van hem verwachtte. Hij praatte vaak over zijn moeder, maar nooit over zijn vader en Ted zag dat hij zich die middag nauwelijks op zijn boeken kon concentreren: hij staarde uit het raam, liep rondjes door de kamer, liet een tennisbal tegen de muur kaatsen… dus maakte Ted van de gelegenheid gebruik en stelde de vraag die hij al zo lang had uitgesteld. Hij vermoedde namelijk dat zijn vader was overleden of Justin in de steek had gelaten toen hij nog klein was, maar dat bleek niet het geval.
Justins vader was springlevend, hij woonde in Deerfield met mevrouw Lynch en nog een zoon, en Justin voelde een diepe minachting voor hem. Nog iets wat ze gemeen hadden!
‘We praten bijna nooit met elkaar. Niemand kent de reden,’ zei Justin. Hij trok het jasje van zijn uniform aan en opende het raam. Door een ijzige windvlaag werd het onmiddellijk koud in de kamer. Hij ging op de vensterbank zitten en stak een sigaret op. Hij deed alles mechanisch, gehuld in een rookwolk en met zijn blik op het verleden gericht. ‘Mijn vader heeft zelfs geen idee, kun je je dat voorstellen, Ted? Ik heb hem de reden nooit verteld. Misschien doe ik dat ooit nog eens.’
Ted ging op zijn eigen bed zitten. Die pokerpartij moest maar even wachten.
‘Ik snap waar je het over hebt. Mijn vader is ook een achterlijke idioot.’
Justin knikte, de kou trotserend, zijn gezicht naar buiten gedraaid.
‘Hij denkt dat het de leeftijd is, dat ik in een opstandige fase zit, dat het wel overgaat. Mijn moeder denkt dat ook, al doe ik tegen haar heel anders, dat probeer ik tenminste. Die man is zo dom dat hij niet in staat is tot enige zelfkritiek. Toen ik klein was waren we onafscheidelijk. Mijn vader was mijn held, ik wilde in alles op hem lijken. Hij was perfect.’
Justin nam een laatste trek van zijn sigaret en deed vlug het raam dicht. Hij wreef in zijn handen en ging bij de verwarming zitten om weer op temperatuur te komen.
‘Mijn vader en ik zijn als twee druppels water,’ zei hij gelaten. ‘We lijken wel gekloond. Als ik je een foto van hem van dertig jaar geleden laat zien, zou je denken dat ik het was, afgezien van de enorme bril en de soulbroek die ze toen droegen. Hoe dan ook, ik denk dat dat wel bijdroeg aan de sterke band die tussen ons ontstond. Of misschien ook niet. Geen idee. Met mijn broer was dat niet zo bijvoorbeeld. Heb jij broers of zussen?’
Ted schudde met zijn hoofd.
‘Sorry voor mijn gezeur, jij moet vast naar –’
‘Maak je geen zorgen, joh. Gooi het er eindelijk eens uit.’
‘Mijn vader is elektricien, hij is eigen baas. Toen ik klein was keek ik altijd reikhalzend naar de vakantie uit omdat ik dan met hem mee mocht. We gingen met zijn bus materiaal kopen en klussen opknappen, hij zei dan dat ik zijn assistent was, dat ik hem later zou opvolgen. Dat was alles wat ik wilde, ik zweer het je. Wanneer me in die tijd werd gevraagd wat ik wilde worden als ik groot was, zei ik zonder aarzelen elektricien. Zo snel.’ Justin knipte met zijn vingers.
‘Mijn vader kocht regelmatig spullen in drie of vier verschillende winkels. In een paar stonden er vrouwen achter de toonbank en mijn vader flirtte de hele tijd met ze. Vervolgens maakte hij er tegen mij een grapje over en zei dat ik niets tegen mijn moeder moest zeggen, wat ik natuurlijk ook nooit deed. Als we naar een particulier adres moesten en er deed een vrouw open, was het weer hetzelfde liedje. Hij zei dingen als: “Niets tegen mama zeggen, Justin, want je weet dat ze dan verdrietig wordt.” Hij zei dat het niet betekende dat hij niet van haar hield, dat mannen het gewoon leuk vonden om achter andere vrouwen aan te zitten en meer van die onzin.’ Justin schudde zijn hoofd. ‘Ik weet dat het nu stom klinkt, maar ik was ervan overtuigd dat het zo was. Hij zei dingen als: “Zag je hoe de verkoopster naar mijn gespierde arm keek? Die hield ik expres op die manier, zodat zij het zou zien.” En zo ging dat de hele tijd. Als er een lekker ding op de televisie was en mijn moeder even niet oplette, trok hij gezichten naar mij of maakte gebaren. En ik was pas acht! Zo was het de hele tijd. Maar toen ik twaalf werd, was het niet meer zo dat hij alleen maar flirtte… Met een aantal van die vrouwen ging hij af en toe naar bed.’
Ted luisterde aandachtig, zoals hij zelden naar een ander luisterde. Er gingen allerlei gedachten door hem heen, onder andere dat dit vrijwel zeker de reden was waarom hij en Justin bij elkaar op de kamer zaten. De toewijzingscommissie had absoluut haar werk goed gedaan.
‘Weet je wat het ergste is?’
‘Nou?’
‘Toen ik zestien was begon ik me op dezelfde manier te gedragen. Want ik was ervan overtuigd dat mannen zo hoorden te doen. Ik ben een intelligente man, nou, niet zo intelligent als jij, maar ik ben niet dom.’ Justin lachte. ‘En ik kan je vertellen dat ik de opvoeding van mijn vader nóóit in twijfel trok. Het was alsof zijn woorden gelijk aan die van een god waren, dat het de wáárheid was. In die tijd merkte ik dat mijn moeder, die ook niet achterlijk was, sterke vermoedens had, of misschien zelfs zeker wist, dat mijn vader vreemdging. En van mijn moeder hou ik wel, meer dan van wie ook. Hoe was het mogelijk dat ik iets wat haar kwetste niet in twijfel trok?’
‘Nou, je had het op tijd door. Dat is wat telt.’
‘Ja, ik denk het.’
Nirvana’s Nevermind was op een gegeven moment afgelopen. Nu was het zo stil als het op vrijdagavond in een studentenflat kan zijn. Er waren strenge regels wat geluidsoverlast betreft, maar in het weekend waren ze wat minder strikt.
‘Grappig,’ zei Justin. ‘Ik heb dit nog nooit aan iemand verteld. De psychologe vroeg me bij de aanmelding naar mijn vader en ik vertelde dat onze relatie een ramp was, en dat is het meeste wat ik er ooit over heb gezegd. Ik heb nooit iemand verteld waarom ik zo’n hekel aan hem heb.’
Ted wist niet wat hij moest zeggen. Hij was aangedaan, althans dat dacht hij.
‘In het begin begreep hij niet waarom ik hem afwees,’ ging Justin verder. ‘Niet dat hij dat nu wel begrijpt, maar hij heeft zich er gewoon bij neergelegd. Al doet hij nog steeds zielige pogingen om nader tot elkaar te komen en dan probeert hij het altijd over vrouwen te hebben. Hij denkt dat dat de manier is om contact met mij maken. Sneu gewoon. Vorig jaar nam ik mijn vriendin mee naar huis. Het eerste meisje dat ik thuis voorstelde. Ze heet Lila, volgens mij heb ik je wel eens over haar verteld.’ Hij wees naar haar foto op de muur. ‘Je ziet het, Lila is nou niet bepaald wat je een opvallende schoonheid noemt. Het gaat erom dat…’
Justin stond op en greep met beide handen zijn hoofd vast.
‘Mijn god, wat heb ik toch? Ik zit maar te ouwehoeren. Je zult wel denken, wat een –’
Ted stond op en kneep in zijn schouder.
‘Maak je niet druk. Een andere keer zul je mij moeten aanhoren over mijn vader,’ zei Ted, al was hij niet van plan zijn eigen verhaal uit de doeken te doen. ‘Dat wordt een nek-aan-nekrace qua achterlijkheid, dat kan ik je wel vertellen. En wat gebeurde er met Lila?’
Justin was in gedachten verzonken.
Na een tijdje ging hij verder: ‘Toen Lila weg was, kwam hij naar me toe en zei dat ik wel iets beters kon krijgen. Hij gaf me een vette knipoog en glimlachte. Zie je het voor je? Ik had Lila toevallig via een gemeenschappelijke vriend ontmoet en weet je, een van de eerste dingen die ik me afvroeg toen ze ons aan elkaar voorstelden was wat mijn vader van haar zou vinden. En dat was het eerste wat hij achteraf tegen me zei. Zo goed ken ik die zak.’
‘Daarom koos je haar.’
‘Zou kunnen. Eigenlijk hebben we niet zoveel met elkaar gemeen.’
Justin lachte.
‘De laatste tijd zijn onze gesprekken een beetje kil. En dan die afstand, ik weet niet.’ Hij hield opeens zijn mond. ‘Moet jij niet op de zesde verdieping zijn om die sukkels kaal te plukken?’
Ted haalde zijn schouders op.
‘Vandaag kan ik ze wel even met rust laten,’ antwoordde hij. ‘Gisteren was het een bijzonder lucratieve dag. Zullen we een biertje gaan drinken? Ik trakteer.’
‘Goed idee!’
Ted trok zijn leren jack aan en zette een pet met oorkleppen op. Justin liep kamer 503 van het Blok uit, gevolgd door Ted. Het was nog pril, maar het leek erop dat hij met Justin echt bevriend begon te raken.
Een echte vriendschap, voor het eerst van zijn leven.