Lang en gelukkig

Zeven exen heb ik inmiddels, zeven mannen met wie ik gelukkig ben geweest, al duurde de liefde niet lang. Meestal haalden we de drie jaar niet eens. Voor een deel ligt dat aan mij. In de omgang met mannen ken ik alleen het eerste bedrijf.

Zodra ik verliefd word, doe ik mijn uiterste best de leukste vrouw te zijn die de goeie man ooit is tegengekomen. Voor de een leerde ik de namen van de wielrenners van de Tour de France uit mijn hoofd, voor de ander las ik Proust in het Frans. Om niet ongezellig te zijn, dronk ik met een verloofde die van cafés hield bier tot het mijn oren uit kwam en luisterde ik toen ik met een sterrenwichelaar verkeerde, net zo lang naar de uiteenzettingen over astrologie tot ik precies wist wat het wilde zeggen als een Tweeling met Leeuw-ascendant, Mercurius op zijn midhemel en Jupiter in het zevende huis, een retrograde Saturnus tegenkwam op zijn levenspad.

Maar na verloop van tijd begon mijn eigen goede gedrag me te vervelen. Ik haalde expres de namen van voetballers en wielrenners door elkaar en ging met mijn rug naar leerzame televisieprogramma’s toegekeerd zitten. Na een paar glazen bier nam ik een kopje thee en luisteren deed ik ook niet meer zo goed. Ik mompelde maar wat, wanneer een man me iets uitlegde.

Dat is niet goed voor de harmonische voortzetting van een relatie. Nog voor er drie jaren waren verstreken verzandde de gastvrije haven van zijn hart en voer ik verder.

Ik heb het altijd jammer gevonden dat mijn liefde-leven zo aan slijtage onderhevig is. Ik word weleens zenuwachtig van al die exen. Van sommige verhoudingen weet ik niet eens zeker of we wel uit elkaar hadden moeten gaan. Was het misschien nog leuk geworden? vraag ik me af. Hadden we moeten trouwen?

Duurzame liefdesrelaties hebben altijd een grote indruk op mij gemaakt, ze stralen rust uit en geborgenheid. Het lijkt of het leven van mensen die lang met elkaar omgaan meer samenhang vertoont dan dat van mij, als een naslagwerk waarin je nog eens wat kunt opzoeken.

Soms schiet me een gebeurtenis uit het verleden te binnen, waar ik samen met iemand om zou willen glimlachen, maar dan weet ik niet meer met welke verloofde ik die heb meegemaakt. En was het nu in 1991 of twee jaar later dat ik voor een cursus in Berlijn was? Er is niemand aan wie ik het kan vragen.

Zilveren bruidsparen hebben elkaar om samen de jaartallen te repeteren. Dat doen ze veelvuldig. Ze toetsen ook geregeld of hun herinneringen met elkaar in overeenstemming zijn.

“Vind jij niet dat die hond precies op die spaniël van jouw tante Marjan lijkt?”

“Welnee, deze is veel groter. En zijn oren zijn anders.”

Ik had ook wel lang en gelukkig met een man willen samenleven, maar ik ben er te ongeduldig voor, te kort-aangebonden. Tegen de tijd dat het alledaagse gemopper begint, wil ik weg.

Een van mijn verloofdes wilde dolgraag samenwonen. “Als je niet dagelijks samenleeft, leer je elkaar nooit door en door kennen,” zei hij.

Ik denk dat hij achteraf spijt heeft gekregen dat hij me zo goed heeft leren kennen. Ik heb een paar lelijke eigenschappen. Ik sta veel te snel klaar met een oordeel, ik beweer met grote stelligheid baarlijke onzin en ik kan liegen of het gedrukt staat. Mijn ouders hebben hun uiterste best gedaan daar in mijn jeugd verbetering in te brengen, maar dat is niet erg gelukt. Toen de man een poosje in mijn nabijheid had geleefd, ontdekte hij mijn schaduwzijde en trok ten strijde. Dat had hij niet moeten doen. Ik vat aanmerkingen niet op als opbouwende goede raad en zelfs al doe ik mijn best om een beter mens te worden, komt er niets goeds van. Leuker dan dit word ik niet.

Ook als ik niet samenwoon met een geliefde, val ik op den duur tegen.

Drie verloofdes geleden had ik verkering met een man die vrolijk van aard was. In het begin van onze romance lachte hij om al mijn grapjes. Later werd dat minder en ten slotte stond op zijn gezicht alleen nog een schampere trek te lezen als ik hem aan het lachen probeerde te maken. Humor heeft in de liefde erg te lijden.

Hartstocht trouwens ook, al duurt het wat langer voor die begint te tanen. Een vrouw vertelde dat haar man in het begin van hun romance rozen voor haar meebracht en haar vingertoppen kuste. Ze is inmiddels vijftien jaar met hem getrouwd en hij bestijgt haar voor de seks alsof hij op zijn fiets stapt. Toen ze daarover klaagde, vond hij dat ze niet moest zeuren: “Het wordt nu eenmaal altijd minder.”

Ik was allang opgestaan uit zo’n verkommerd huwelijksbed, maar zij bleef lijdzaam liggen. Zo worden gouden bruiloften gesmeed.

De moeilijkheid met de langdurige liefde is dat de mooiste jaren aan het begin en aan het eind liggen. Het tussenstuk geeft de problemen, dus sla ik dat maar het liefst over. Als je niet meer samen kunt lachen, als de seks steeds meer gaat lijken op een blokje om, als je uitgepraat bent met elkaar, zie ik niet zoveel reden meer om bij een man te blijven. Op die manier heb ik vermoedelijk de ware liefde misgelopen.

Ik heb een ex die, toen ik nog verkering met hem had, erg gevoelig was. Dagenlang zat hij te somberen over de narigheid in de wereld. Ik probeerde hem te troosten maar dat hielp niet veel. Toen wij uit elkaar gingen, ontmoette hij een kordate vrouw. Die nam geen genoegen met zijn malle fratsen. Het heeft haar een jaar of twintig gekost, maar nu heeft ze een opgewekte echtgenoot aan hem. Het is een hartelijke man geworden, de beste van mijn exen.

Ik heb een man maar zelden iets kunnen leren. Zwijgzame mannen zeiden geen stom woord, al stelde ik nog zoveel vragen, slonzige mannen bleven in het huishouden net zo weigerachtig als ze van hun moeder hadden meegekregen, en zelfs in bed heb ik nooit met succes een bestelling kunnen plaatsen. Ik heb soms een aanwijzing gegeven, gevraagd of het iets zachter kon of op een wat hoger gelegen plek, maar het leek wel of ze me niet hoorden, of ik Tsjechisch tegen ze sprak.

Een vriendin zegt dat het aan mij ligt, dat ik niet duidelijk genoeg ben en de mannen daardoor verknoei.

Volgens haar moet je met korte commando’s laten weten hoe je het hebben wilt. Beleefd vragen is niet besteed aan een man.

Zij heeft een echtgenoot die volmaakt is afgericht. Als er een propje op de grond valt, raapt hij het op. Hij ruimt de afwasmachine ongevraagd in, hij neemt het tafelzeiltje af, hij belegt de toastjes voor de borrel. In zijn ijver zag ik hem zelfs eens de sushirolletjes die zijn vrouw voor de visite had gekocht op toastjes leggen. Dat kwam hem op een stevige reprimande te staan: “Sushi’s horen op een schaaltje!” blafte ze. Kort en duidelijk.

Ik moet er niet aan denken dat ik op die manier de liefde gestalte zou moeten geven. Ik schaam me al een beetje als ik mijn hond zo toespreek, of mijn computer.

Daarom is het maar beter dat ik mijn verloofdes na een jaar of drie afsta aan een ander. Die heeft er misschien wat werk aan, maar onder het juiste juk halen ze hun zilveren bruiloft.