2 Emoties en hun functies
Waarom eigenlijk emoties?
Op de werkplek wordt het blijven beheersen van emoties nog steeds als een groot goed beschouwd. Wie een drukke dag heeft, wordt aangeraden (of raadt zichzelf aan) om zich ‘niet te druk te maken’. Bij een acute crisissituatie is het raadzaam om ‘het hoofd koel te houden’ en bij conflicten met collega’s is de tip ‘kalm blijven’. Zelfs bij grote overwinningen op de werkvloer, zoals het binnenhalen van grote orders, wordt niet altijd het feest gevierd dat je misschien wel zou verwachten. Je kunt immers net zo goed ‘gewoon blijven doen’ en het succes ‘niet te veel naar het hoofd laten stijgen’. De Nederlandse taal kent veel populaire spreektaal/uitdrukkingen die het individu aansporen om het met de emoties kalmpjes aan te doen.
Rustig aan, laat je niet op de kast jagen, maak je niet druk, morgen is er weer een dag, kop op, ga niet bij de pakken neerzitten, laat je niet het hoofd op hol brengen, doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg, rustig aan, dan breekt het lijntje niet.
Een sterke uiting van emoties wordt, zo lijkt het, niet altijd gewaardeerd. Onze Nederlandse traditie is hierin niet bepaald uniek in de wereld, maar er zijn culturen waarin dat anders is. Zo is in enkele Zuid-Europese landen als Portugal en Spanje het laten zien van emoties als boosheid en ongerustheid veel meer geaccepteerd. Bovendien verschillen culturen in de mate waarin bepaalde typen emoties makkelijker worden toegestaan. Er is bijvoorbeeld een verschil gevonden in de mate waarin het uiten van boosheid wordt geaccepteerd. In de Verenigde Staten is het uiten van woede meer geaccepteerd dan in enkele Noord-Europese landen als Nederland en Zweden.
Je kunt beargumenteren dat het taboe, dat van buitenaf wordt opgelegd, vooral slaat op het tonen van emoties. Het voelen van heftige emoties, zo blijkt uit veel vragen die aan psychotherapeuten worden voorgelegd, wordt vooral door het individu zelf als onwenselijk ervaren. Men vergeet daarbij, dat emoties een heel duidelijke functie kunnen hebben. Ze spelen een belangrijke rol bij het vermogen van een individu om zich aan te passen aan zijn omgeving. Emoties helpen ons om te overleven. Dat is ook het geval bij emoties als boosheid en angst die meestal als negatief worden ervaren. Angst geeft energie om te vluchten, woede helpt om onszelf te verdedigen tegen kwaad en ellende, verdriet helpt ons met het verwerken van verlies. Wie onvoorbereid voor een groot en belangrijk publiek een pittige lezing gaat geven, is gebaat bij grote bezorgdheid of zelfs een beetje angst. Het zijn emoties die je aanzetten tot actie, in dit geval tot werken aan de voorbereiding om de gevreesde afgang te voorkomen. Wie keer op keer door collega’s wordt tegengewerkt, doet er goed aan om voldoende geïrriteerd te zijn om in actie te komen en bijvoorbeeld het gesprek aan te gaan met die collega’s. Tenminste, als succesvol werk daarvan afhangt én een prettige relatie met collega’s belangrijk is voor deze persoon.
We zijn soms niet blij als we door onze emoties overvallen worden, maar het doet niets af aan het nut ervan. Ze geven ons vaak de juiste energie, in situaties waarin onmiddellijke actie geboden is. Een voorbeeld van het sociale nut van emoties kunnen we lezen in het onderstaande interview met de psycholoog Frijda over de functie van emoties als woede en wraakzucht.
Frijda:
Wraakzucht is een van de meest dominante hartstochten. Niet voor niets is wraak een van de hoofdthema’s uit de wereldliteratuur. Het kan zo’n onblusbare passie zijn dat mensen levenslang met hun gevoelens van wraak bezig blijven. Die buitensporigheid is het opmerkelijke. Ik definieer wraak als het aanrichten van schade of pijn aan anderen, vanwege schade of pijn die men zelf geleden heeft. Maar de mate waarin je iemand uit wraakzucht te grazen zou willen nemen, is nooit evenredig met wat die ander je heeft aangedaan. De oudtestamentische Wet van de Vergelding ‘oog om oog, tand om tand’ is vaak geïnterpreteerd als een barbaarse regel die de wraakzucht legitimeerde. Niets is minder waar. Die wet was er juist voor bedoeld het wreken binnen de perken te houden.’
Heeft wraakzucht nut?
‘In zekere zin wel. Als jij weet dat ik wraak ga nemen, laat jij het wel uit je hoofd om mij iets aan te doen. En het nemen van wraak biedt een zekere compensatie. Als je iemand een klap verkoopt, omdat hij jou schade heeft gedaan, herstel je daarmee iets van het verstoorde machtsevenwicht. Doe je dat niet, dan heb je het gevoel dat je je neerlegt bij die machtsongelijkheid. Vergeet niet dat wraakzucht vooral wordt opgeroepen als je je tot in je diepste wezen voelt aangetast in je menselijke waardigheid. Verkrachting is daarvan het duidelijkste voorbeeld. De materiële en fysieke schade die een vrouw overhoudt aan verkrachting is meestal niet groot. Maar het verlies aan gevoelens van autonomie en persoonlijke waardigheid blijft een slachtoffer van verkrachting nog heel lang achtervolgen. Het gevoel een machteloze speelbal geweest te zijn van andermans genoegen veroorzaakt langdurige schade aan de persoonlijkheid. Dat is een van de dilemma’s van onze rechtspraak. Die is erop gericht de gevoelens van wraak zo veel mogelijk terug te dringen, ten gunste van een objectieve maatstaf. Daarom blijven veel slachtoffers van verkrachting of de nabestaanden van iemand die vermoord is, zo vaak zitten met een onbevredigd rechtsgevoel.’
(Fragmenten uit een interview van Marja Vuijsje met Nico Frijda, emeritushoogleraar Psychologie en internationaal erkend expert op het gebied van emoties.)
(bron RUG Groningen)
Ook in niet-bedreigende situaties helpt het hebben en tonen van emoties ons om contact te maken met onze sociale omgeving. Je zendt als het ware signalen uit over wat je vindt van allerlei zaken. Wie zelden of nooit emoties toont, heeft ook weinig contact met anderen, waardoor hij zich van zijn omgeving kan vervreemden. Een andere positieve kant aan emoties is puur intrinsiek. Los van efficiencyoverwegingen vinden we het prettig om onze emoties te kunnen uiten. Het helpt ons om onszelf compleet te voelen en het helpt bij het verwerken van gebeurtenissen. Wie iets heel naars heeft meegemaakt, wil daarover praten zonder zich af te vragen of het wel functioneel is om dat te doen. Daarmee helpt het ons om de gebeurtenis een plaats te geven in de toekomst.
Het beleven van kunst is een voorbeeld van hoe soms emoties als hevige ontroering of verdriet zich van ons meester kunnen maken. We ervaren dit soort emoties zeker niet als onprettig. Emoties motiveren ons om ons in te zetten voor zaken waar we in geloven. Soms zetten ze ons zelfs aan tot grootse daden. Het wegwerken van emoties is niet altijd even effectief zoals blijkt uit het voorbeeld van Geert.
Geert is een administratief medewerker, die het moeilijk vindt om assertief te zijn en voor zichzelf op te komen. Zijn leidinggevende, Karel, laat hem keer op keer extra werk doen dat er eigenlijk niet meer bijkan. Hoewel de werkdruk te veel oploopt en Geert regelmatig werk mee naar huis neemt, doet hij niet veel om zijn situatie te veranderen. Hij houdt zichzelf voor dat je niet moet zeuren en gewoon je werk moet doen. Verder vindt hij dat je maar beter je leidinggevende kunt gehoorzamen, want die zal het wel het beste weten. Er komt echter druk van buitenaf: zijn vriendin begint te klagen over het vele werk dat hem ’s avonds en vaak ook in het weekend bezighoudt. Hij slaapt minder goed, de kwaliteit van zijn werk begint minder te worden en Karel lijkt ook nog eens steeds minder waardering op te brengen voor zijn prestaties en extra inspanningen. Op een avond is Geert opeens boos, als hij als laatste van de afdeling naar huis gaat met een tas vol werk dat hij morgen af moet hebben. Hij schrikt wel een beetje van die boosheid. Maar dan leest Geert in de trein naar huis een tijdschrift waarin staat dat boosheid vaak niet verstandig is, en dat het maar beter is om de zaken een beetje te relativeren. Deze raad past goed in zijn straatje, en hij sust zijn gemoed met zinnen als: mijn baas bedoelt het goed, zeventig uur per week werken is nu ook weer niet zó erg, mijn vriendin went er in de toekomst wel aan, misschien wordt het later wel beter.
Welke emotie zou Geert in deze situatie beter kunnen helpen?
RET en emoties
Het is een veelgehoorde misvatting dat RET is gericht op het onderdrukken van emoties. Een deel van het misverstand komt mogelijk door het gebruik van het woord ‘rationeel’. Dit woord werd in de jaren vijftig door grondlegger Albert Ellis aan de naam van zijn methodiek toegevoegd, maar wordt tegenwoordig nog weleens met koel en afstandelijk geassocieerd. Het woord ‘rationeel’ wordt ook wel tegenover ‘gevoelsmatig’ geplaatst, maar het is fout om te denken dat de RET uitgaat van deze tegenstelling. Denken en voelen zijn geen tegenpolen van elkaar, maar hebben juist alles met elkaar te maken. Rationeel denken roept misschien kille associaties op, maar in het kader van de RET betekent het niets anders dan dat iemand door zijn denken gevoelens heeft die reëel zijn en passen bij die situatie. Irrationeel denken daarentegen bestaat uit fantasieën en redeneringen die de zaken erger maken dan ze zijn en daarmee tot overmatige emoties leiden die niet alleen ongezond zijn, maar ook inadequaat gedrag veroorzaken. Op deze manier kun je het woord rationeel ook vervangen door productief, effectief of behulpzaam.
Volgens dezelfde gedachtegang is RET ook geen pleidooi voor het zonder meer relativeren van zaken. Het voorbeeld van Geert illustreert dat relativeren vaak minder verstandig is dan realistisch denken. Hij gebruikt relativeren als excuus om niet assertief op te hoeven treden tegen zijn baas. Geert kan nu misschien wel leven met het gedrag van zijn baas, maar is dit wenselijk? Kan hij dit gedrag in de toekomst volhouden? Is het niet verstandiger dat hij grenzen gaat stellen aan de verwachtingen van zijn baas? Misschien gaat hij in werkelijkheid een andere onaangename emotie uit de weg, namelijk zijn angst voor een conflict. Door meegaand te zijn hoeft hij deze angst niet te voelen.
Of een emotie je helpt of niet kun je uiteindelijk alleen maar zelf bepalen. De vraag is steeds of je zelf vindt of je emotie voldoende bij de gebeurtenis past. Staat de intensiteit van de emotie en de stress voldoende in verhouding tot de ernst van de gebeurtenis?
Een volgende vraag is dan, of de emotie je energie heeft gegeven om adequaat te kunnen werken aan je problemen en aan het bereiken van je doelen. Het is belangrijk om bij die inschatting een onderscheid te maken tussen situaties die je liever niet meer zou willen meemaken en situaties waarbij je emoties had, die je geen dienst bewezen. Moeilijke situaties zijn niet altijd te vermijden, en soms is het ook onverstandig om ze uit de weg te gaan. Maar je kunt door de RET-methode wel leren om anders te denken over situaties en daarmee je emoties beter te hanteren.
Soorten emoties
In de psychologie worden emoties in veel categorieën ondergebracht. Een tot de verbeelding sprekende categorisering, die overigens gemakkelijk te onthouden is, noemt de vier B’s als primaire emoties: boos, bang, blij en bedroefd. Deze emoties worden vanaf blz. 55 van dit boek verder uitgewerkt. In deze alinea noemen we alleen de woorden die mensen gebruiken om hun emoties te tonen. We maken daarbij een onderscheid tussen de helpende, adequate variant en de niet-helpende, inadequate variant.
Emotie | Helpende variant | Niet-helpende variant |
Boos | Geïrriteerd | Ziedend |
Bang | Bezorgd | In paniek |
Blij | Tevreden | Euforisch |
Bedroefd | Teleurgesteld | Gedeprimeerd |
De betekenis van deze woorden is voor iedereen anders, maar over het algemeen kunnen we stellen dat wie geïrriteerd is een emotie ervaart die hem op een productieve manier stimuleert om actie te ondernemen om de bron van irritatie aan te pakken. Ziedend zijn is in de regel een minder goede raadgever: wie heel erg kwaad is, heeft van die woede vaak veel last, en kan bovendien in zijn poging om de situatie te keren door zijn agressie nog meer schade aanrichten. Hetzelfde geldt voor de andere emoties: meer is zeker niet altijd goed, integendeel zelfs.
De indeling in deze vier basisemoties (boos, bang, blij, bedroefd) is een zeer globale. Het gaat om primaire emoties die ook bij dieren waarneembaar en duidelijk te onderscheiden zijn. We willen met deze indeling niet suggereren dat er niet tal van andere nuances van emoties bestaan zoals schaamte, trots of walging. Onze ervaring is dat het terugbrengen van de emotie tot boos, bang, blij, bedroefd, het gemakkelijker maakt om de vaste irrationele denkpatronen te identificeren die bij de respectievelijke emoties horen. Bijvoorbeeld: je stelt vast dat het om de emotie angst gaat, dus kunnen gedachten over gevaren die dreigen een rol gaan spelen. Welke gevaren dat zijn en hoe reëel of irreëel ze zijn, is dan weer een volgende vraag.
Een aparte vermelding verdient hier schuldgevoel. Schuldgevoel valt goed te classificeren onder boosheid; iemand met schuldgevoel is meestal boos op zichzelf. Toch heeft schuldgevoel een aparte kleur omdat boosheid in het algemeen op anderen of de situatie is gericht, terwijl schuldgevoel als emotie op de persoon zelf is gericht. Schuldgevoel komt bovendien bij mensen veel voor. De realistische en productieve variant is te kenschetsen als spijt en helpt ons om gemaakte fouten in de toekomst te voorkómen en, waar mogelijk, misschien wel te herstellen. Bij de sterke varianten van schuldgevoel spelen morele zelfverwijten en zelfveroordelingen een sterke rol. Iemand met overmatige schuldgevoelens denkt niet te kunnen leven met de begane fout en eist als het ware dat deze ongedaan gemaakt wordt.
Overigens kan de manier waarop emoties door iemand verwoord worden verhullend werken, en niet altijd de juiste emotie weergeven. De leidinggevende die zegt ‘teleurgesteld te zijn’ in de prestaties van een medewerker, gebruikt dit nog weleens als synoniem voor boosheid, en hoopt, ondanks deze misleiding, vaak ook nog dat die medewerker de boodschap wel snapt.
En wie bijvoorbeeld zegt dat hij ‘niet blij’ is met het gedrag van een ander, of ‘er last van heeft’ laat die ander vaak raden naar zijn ware emotie.
In het volgende hoofdstuk komen we nog eens uitgebreid terug op de irrationaliteit van denkpatronen die volgens de RET ten grondslag liggen aan niet-functionele emoties en stress.