5e maand
Dag 5
Ik moet toegeven, Ze is best lief. Ze doet echt Haar uiterste best mijn leven interessant te maken. Het vervelende is dat Ze daar maar zelden in slaagt, omdat ze geen flauw idee heeft van hoe het eruitziet vanuit mijn gezichtspunt.
Kijk bijvoorbeeld eens naar het eten dat Ze me geeft. Niet wat ik van Haar borsten krijg, ik heb het over het vaste voedsel.
Het meeste, vooral de pap, haalt Ze uit pakjes. De rest komt uit kleine glazen potjes, met op het etiket wat erin zit. Ei met aardappel…lever en kool…bruine bonen met appelmoes…van dat soort dingen.
Het is gewoon roerend te horen hoe Ze erover praat, net alsof ik er een uitgesproken mening over heb. “Wat vind je van een lekker hapje ham met boontjes?” vraagt Ze terwijl Ze een lepel beige smurrie in mijn mond propt.
“Kijk nou toch eens wat een heerlijke sinaasappel met bessen!” roept Ze wanneer ik mijn hoofd afwend van een nieuwe hap troep.
“O mmm-mmm, je lievelingshapje, zalig lamsvlees met andijvie,” kirt Ze terwijl Ze een nieuw potje openmaakt.
Wat Ze maar niet kan begrijpen, is dat al die potjes PRECIES HET ZELFDE SMAKEN. Het maakt niet uit wat erop staat – het kan konijn met spruitjes, eend met ananas of rolmops met brie zijn – ze smaken allemaal naar nat karton.
De pap is al net zo: ik vraag me af waarom ze de moeite nemen er allemaal verschillende pakjes om te doen.
Dag 9
“Ik maak me een beetje bezorgd over de Sociaal Interactieve Vaardigheden van de baby,” hoorde ik Haar vanavond zeggen.
O-o. Wanneer Ze zo praat kan het maar één ding betekenen: Ze heeft weer aan dat boek gezeten. “O ja?” antwoordde Hij. “Ik zie niet wat daar aan mankeert.”
De onderliggende betekenis is duidelijk. Wat Hij eigenlijk zegt is: “Hè, moet dat nou! Kan je nou niet één minuut ophouden over de baby? Ik heb de hele dag hard gewerkt. Het enige wat ik nu wil is een borreltje en misschien wat ongecompliceerde seks later op de avond. Ik heb in elk geval geen enkele behoefte aan een discussie over de ‘Sociaal Interactieve Vaardigheden’ van ons kind.”
Waar Zij het eigenlijk over heeft onder al dat jargon, zijn mijn relaties met andere mensen, mensen in de wereld buiten, mensen die ik niet ken, en zelfs – de hemel verhoede – andere baby’s. Dat boek is een bron van ellende geweest vanaf de eerste blik die Ze erin wierp. Wat Haar dit keer dwars zit, is een of andere domme theorie dat baby’s die al vroeg tijd doorbrengen met andere baby’s, in hun latere leven sociaal beter aangepaste mensen worden, en sterke vriendschapsbanden en permanente huwelijken aangaan, en het ongetwijfeld brengen tot topmanagers, rechters en Nobelprijswinnaars. O hemel.
Ze zijn er vanvond niet verder op doorgegaan. Hij wist het te verhinderen door de televisie aan te zetten Maar ik ken Haar. Ze laat het er heus niet bij zitten. Wanneer Ze eenmaal een idee in haar hoofd heeft, krijg je het er niet meer uit.
Dag 11
Geen nieuws van het SlV-front.
Dag 13
Nog steeds niets. Maar ik laat me heus geen vals gevoel van veiligheid aanpraten. Juist wanneer ik het minst op mijn hoede ben, slaat Ze waarschijnlijk toe.
Dag 14
Ik had gelijk. Nadat Ze me vanmorgen met opmerkingen als “Krijg jij even een heerlijk dag vandaag!” het huis uitsleurde, reed Ze met me in een richting die we nooit eerder genomen hadden. En ja hoor, Ze bracht me naar een huis met een stuk of zes andere baby’s.
Ik liet meteen mijn mening over de situatie blijken door een keel op te zetten en een luier te bevuilen. Het probleem is dat Ze begint te wennen aan die tactiek, en me automatisch verschoonde. Op de grond tussen de andere baby’s ging ik door met brullen. Tjonge, wat een stelletje mafketels – ze leken niets anders te kunnen doen dan krijsen en luiers vuil maken.
Maar al gauw viel me iets veelbetekenends op: er waren daar een stuk minder moeders dan baby’s. Heel verdacht. Ik had genoeg aan het woord ‘supermarkt’ om te beseffen wat hun duivelse plannetje inhield. Deze moeders waren nota bene aan het proberen tijd voor zichzelf te organiseren. Ze gaven geen barst om Sociaal Interactieve Vaardigheden. Ze lieten hun spruiten doodgewoon in hun sop gaarkoken terwijl zij de bloemetjes gingen buiten zetten in het bruisende leven van het winkelcentrum. Nou, misschien zijn een paar van de andere baby’s erin getrapt, maar ik niet. Zodra Ze één stap in de richting van de deur deed, begon ik met dubbele kracht te brullen.
Ze liep gewoon door, dus nam ik mijn toevlucht tot een truc die ik al een tijdje stiekem aan het oefenen ben. Als ik krijs en krijs zonder tussendoor adem te halen, dan wordt mijn gezicht paars.
Het werkte geweldig. Ze griste me van de vloer en probeerde me te kalmeren, maar ik piekerde niet over ophouden voor Ze zich gewonnen gaf en me mee naar huis nam.
Een paar moeders kwamen eromheen staan en gaven wat zwakke suggesties over wat er met me aan de hand kon zijn. De algemene consensus was dat mij een boertje dwars zat.
Daar had ik niets op tegen. Het is misschien niet erg origineel, maar boeren en derde-maandskoliek lijken de laatste vier maanden goed te werken als excuus voor van alles en nog wat, dus waarom zou je dat willen veranderen?
Toch kwam een van de moeders met een intrigerend alternatief. Omdat ik steeds naar mijn mond greep (theatrale gebaren om mijn ellende zoveel mogelijk kracht bij te zetten), zei ze dat ik misschien wel tanden kreeg. Dat zou onderhand best kunnnen, berekende ze.
Daar had ik nog niet aan gedacht, maar het idee beviel me wel. Het biedt zelfs nog meer perspectieven dan boertjes.
Om te beginnen zijn er minder beperkingen bij tanden krijgen. Een baby bij wie zogenaamd een boertje dwarszit, wordt opgetild, gesust en geklopt tot, gezien de werking van het systeem, een boertje bovenkomt. Dat betekent dan het einde van de crisis en de terugkeer naar de wieg.
Maar een baby die zogenaamd tanden krijgt, heeft veel meer mogelijkheden. De enige echte oplossing van die crisis is het verschijnen van een tand en dat duurt een hele tijd.
Ja hoor, geen twijfel aan, ik geef boertjes op en ga over op tandenkrijgen.
Dat werkte vanmorgen in elk geval prima. Tien minuten paars aanlopen en het tandenkrijg-nummer, en ze moest haar nederlaag erkennen en bracht me naar huis.
Dag 15
Ik dacht dat Ze het nu wel goed begrepen zou hebben en dat Ze het hele SlV-idee had opgegeven na de afgang van gisteren, maar niks daarvan. Ze had nota bene de brutaliteit het vanmorgen nog eens te proberen.
Ik hoef niet te zeggen, dat ik nog niet op de grond lag tussen de andere baby’s of ik gaf Haar de volle laag, met paarse wangen en al, maar Ze wist het nog twintig minuten uit te houden voor Ze me mee naar huis nam.
Haar weerstandsdrempel wordt steeds hoger. Dit is een ontwikkeling die me zorgen baart.
Dag 16
Ze is toch zo koppig. Ze heeft me vanmorgen weer naar dat huis meegenomen. En zodra we er waren, liet Ze een hele nieuwe, schokkende kant van haar karakter zien.
Ze liet me domweg achter! Zomaar! Ze kwakte me neer op de vloer tussen al die andere ordinaire baby’s en verklaarde kalm, zonder zich iets van mijn tanden-krijg-hysterie aan te trekken: “Ik ga boodschappen doen. Dat geschreeuw houdt wel op zodra ik weg ben.” Ik zorgde ervoor dat Ze dat in elk geval goed mis had. Ik krijste de hele boel bij elkaar tot het ogenblik dat Ze terugkwam, mij haastig oppakte en maakte dat Ze wegkwam. Ik slaagde er bovendien in alle andere moeders onder te spugen en de trui onder te piesen van iemand die zo brutaal was mij schone luier om te doen. Maar ik ben nog steeds diep geschokt door Haar harteloze manier van doen. Daar kan ik het toch niet bij laten zitten!
Dag 19
Ze heeft het alweer gedaan – mij neergekwakt bij al die andere baby’s en zich uit de voeten gemaakt!
Om het nog erger te maken ging Ze niet eens naar de supermarkt. (Ik ben heus niet onredelijk, ik begrijp best dat ze daar van tijd tot tijd heen moet voor potjes nat karton, luiers en andere noodzakelijke dingen.)
Maar vanmorgen had Ze de schaamteloze brutaliteit om naar de kapper te gaan!
Haar haar laten knippen, daar heb ik toch niks aan.
Integendeel, het levert me zelfs niets dan nadeel op, omdat er minder haar over is om aan te trekken en vol te smeren met gestold eten. Ik moet van tactiek veranderen.
Dag 20
Ze wordt zo ongevoelig. Vanmorgen bracht Ze me naar de crèche en wandelde weg zonder zelfs maar om te kijken. Toen Ze terugkwam en hoorde hoe van streek ik was geweest, wuifde Ze het weg en zei: “Ach, de kleine dondersteen. Dat gaat wel over.”
Nou, wat het eerste betreft had Ze misschien gelijk, maar ik zal ervoor zorgen dat Ze het mis heeft wat het tweede betreft.
Dag 23
Een nieuwe benadering uitgeprobeerd vanmorgen. Ingeklemd tussen de andere baby’s als gewoonlijk, kwam er geen enkele klacht over mijn lippen. Ik gaf geen kik. Zij dacht dat het betekende dat het inderdaad overging. Arme misleide ziel.
Ik wachtte tot een van de andere baby’s, die een beetje beweeglijker was dan de meesten van ons, naar me toe kwam kruipen om me beter te kunnen zien. Hij duwde zijn duffe kop tegen de mijne, zeker bezig met het ontwikkelen van Sociaal Interactieve Vaardigheden waarmee hij het in zijn latere leven hoog zal stijgen op ambtelijke ladder van de gemeentesecretarie.
Ik wachtte tot het allerbeste ogenblik en maakte toen een zwaai met mijn rechterhand. Mijn piepkleine nageltjes lieten een bevredigende kras op zijn wang achter en hij begon te brullen. Hij werd meteen opgepakt door zijn ontstelde moeder, die bepaald een ijzige houding aannam tegenover Haar toen Ze terugkwam van de parfumerie (nog meer zinloze zelfverwennerij). Ik kom er wel.
Dagen 24 – 25
Het weekend. Besteed aan het kwellen van de kat en het bestuderen van zijn methode om wraak te nemen. Hij is gelukkig nog te bang voor Haar om me echt aan te raken, maar hij demonstreerde wel enig behendig poot- en klauwwerk.
Dag 27
Alweer tussen de andere baby’s achtergelaten. Ik heb goed gebruik gemaakt van wat ik van de kat had afgekeken.
RESULTAAT: 4 baby’s en 2 moeders met krassen op hun gezicht.
EINDSTAND: Grote overwinning. Bij Haar terugkeer van nog zo’n egoïstisch tochtje (dit keer nota bene naar C & A!), werd Haar beleefd verzocht mij niet meer naar de crèche te brengen. Men vond dat ik een storende invloed had. Fantastisch! Ik heb meer dan genoeg SIV. Het valt me wel op dat het onderwerp niet ter sprake kwam toen Hij vanavond van kantoor kwam.