1e maand
Dag 1
Nou, daar ben ik dan. Na de negen maanden die ik achter de rug heb, hoop ik wel dat het de moeite waard zal zijn!
Tijdens al dat vreselijke gepers besloot ik flink te zijn. Maar toen ik er eindelijk uitkwam, werd al die flinkheid beloond met geschrokken gezichten en paniekerig geschreeuw van “De baby huilt niet!” en daarna de vernedering van ondersteboven gehouden en op mijn achterwerk gemept te worden. Dus gaf ik ze hun zin maar en brulde de hele boel bij elkaar. Dat beviel ze veel beter.
Ze waren nog niet klaar met op mijn achterwerk slaan of de volgende vernedering kwam er al aan: een obsessieve belangstelling voor mijn edele delen. Ik weet wel dat ze bijna negen maanden hadden moeten wachten om te zien van welk geslacht ik was, maar een beetje minder had toch zeker ook wel gekund! Dan word ik in een deken gewikkeld en Haar in de armen geduwd. “Ach, wat een oezepoezelige engeltje ben jij,” begint ze te kroelen. “Ben jij mammies kleine hoeperdepoepertje?”
Het was ondanks al dat slijmerige gedoe een interessant ogenblik – mijn eerste kans het gezicht te zien van de vrouw die de laatste negen maanden mijn mobiele verblijfplaats is geweest. Ik kan niet zeggen dat Ze er op Haar best uitzag. En was al dat gehuil nou echt nodig? Niet dat Zij de enige was. Over Haar schouder zag ik de andere helft van de samenzwering – Hem. Hij was er nog erger aan toe – bleek, beverig, en ja hoor, ook tranen met tuiten.
Ze zijn hier kennelijk dol op huilen. Dus deed ik maar luidkeels mee.
Weer niet goed. Een minuut geleden waren ze nog in alle staten omdat ik niet huilde, en nou ineens krijg ik al dat: “Niet huilen, honneponnetje, toe nou, niet huilen, schatteboutje…” Wat willen ze nou eigenlijk?
De rest van mijn eerste dag onderging ik de ene vernedering na de andere: ze sneden mijn levenslijn met Haar door. Ze wasten me, wogen me en trokken me een vormeloos eendelig kledingstuk aan. Maar na afloop was ik iets heel belangrijks aan de weet gekomen, namelijk mijn ouders zijn totaal afhankelijk van me en reageren ogenblikkelijk op de kleinste verandering in mijn humeur.
In feite is één veelbetekenende grondregel vast komen te staan: IK BEN HIER DE BAAS.
Dag 2
Vanmorgen kwamen Haar ouders bij me op bezoek. Ik schijn sprekend op Haar te lijken toen Ze een baby was.
Ze brachten een cadeautje voor me mee – een rammelaar in de vorm van een teddyberekop op een stokje. “Ik weet zeker dat baby daar al gauw mee zal spelen,” zeiden ze. Walgelijk – je denkt toch niet dat ik ooit met onthoofde teddyberen ga spelen…Haar ouders vroegen naar de namen die ze voor me bedacht hadden. Ik kan alleen maar hopen dat de namen waar mijn ouders mee op de proppen kwamen, een uiting waren van een levendig gevoel voor humor. Haar ouders vroegen wanneer ik gedoopt zou worden. Mijn ouders zeiden ‘eh’ en ‘uh’ en ‘tja’.
∗
Ik heb me echt met hart en ziel in dat voedingsgedoe gestort. Zij is er een beetje zenuwachtig over. In theorie heeft Ze altijd wel geweten waar Haar borsten voor dienden, maar het is niet iets wat je droog kan uitproberen.
Ze zit er nu al over in dat Ze misschien niet genoeg melk voor me kan produceren. Dat zal ik onthouden:
HET ONTHOUDEN VAN MEDEWERKING BIJ HET ETEN IS EEN EFFECTIEVE VORM VAN EMOTIONELE CHANTAGE.
Toen Hij op bezoek kwam, bracht Hij het fototoestel mee. Zij had Haar haren gewassen, Haar gezicht een beetje opgemaakt en een schone nachtjapon aangedaan om er zo goed uit te zien als in de omstandigheden mogelijk is (niet al te best dus) voor de staatsiefoto’s.
Ik dacht dat ik de boel aardig verziekt had door Haar schone nachtjapon onder te spugen net op het moment dat Hij afdrukte, maar Hij scheen nota bene blij te zijn dat Hij daar een opname van had. Ik heb het vreemde gevoel dat alles wat ik doe, iedere beweging die ik maak, de komende weken op de plaat gaat worden vastgelegd.
‘s-Middags kwamen Zijn ouders me inspecteren. Ik schijn sprekend op Hem te lijken toen Hij een baby was.
Ze brachten een cadeautje voor me mee – een rammelaar in de vorm van een teddyberekop op een stokje. “Weet je zeker dat baby die nog niet heeft?” vroegen ze. “Nee hoor,” antwoordde Zij.
Waarom loog Ze? Ik ontdek hier een mogelijk familieconflict – spanning tussen de concurrerende grootouders.
Zijn ouders vroegen naar mijn namen. Mijn ouders kunnen de namen die ze noemden toch onmogelijk serieus menen!
Zijn ouders vroegen ook al naar de doop. Later kreeg Zij woorden met de zuster. Ze is ervan overtuigd dat baby’s gevoed moeten worden wanneer ze erom vragen, maar de zuster vindt dat het me heus geen kwaad zal doen vier uur te wachten tussen de voedingen.
De zuster heeft natuurlijk gelijk, maar ik ben blij te kunnen melden dat Zij toestemming heeft gekregen Haar eigen systeem te volgen. Dat is goed nieuws voor mij, want voeden wanneer erom wordt gevraagd biedt veel meer mogelijkheden voor totale ontwrichting en chaos.
De zuster is het er niet mee eens en mompelt duister dat ‘Zij Haar eigen graf graaft’. Nou reken maar van yes.
Dag 3
Een grote dag. Vandaag mag ik naar huis.
Ze pakten me zo goed in dat ik bijna niets zag door de spleetjes van mijn ogen. Maar zelfs zo kon ik niet anders dan teleurgesteld zijn over het huis. In die negen maanden ronddobberen in de baarmoeder heb je niet veel om over na te denken, en ik ben bang dat ik af en toe droomde over geboren worden in gefortuneerde kringen.
Mijn gedachten gingen zelfs een enkele keer in de richting van de koninklijke familie…Maar ach, wat kan je eraan doen? Zodra we thuiskwamen, werd ik meteen naar boven naar de kinderkamer gebracht onder een stroom van “Is dat geen prachtige kamer voor mijn hiepelepieperige hartepitje?” en “Vindt mijn koekeledoekeltje dat geen mooi wiezewiegje?” (Je wordt wee van al dat gekir.)
Ik was het graag eens geweest met mijn ouders, maar tot mijn spijt moet ik zeggen…Mijn ouders kunnen in veel opzichten bewonderenswaardige mensen zijn, maar smaak – nee!
Boven de wieg hing bijvoorbeeld – direct in het gezichtsveld van degene die daar wordt ingestopt – een mobiel van donzige krokodilletjes. Nee, echt! Een kind dat opgroeit met het idee dat je krokodillen kunt knuffelen, staat in zijn latere leven een onaangename verrassing te wachten! Het Wereld Natuur Fonds heeft heel wat op zijn geweten. Ik verlang nu al vurig naar de dag dat ik rechtop kan staan in mijn wiegje en de dichtstbijzijnde krokodil beet kan pakken en DAT STOMME ROTDING ERAF KAN RUKKEN!
Dag 4 – 5
Deze twee dagen zijn gevuld met bezoekjes van mensen die mij eer kwamen bewijzen, te beginnen met Zijn peettante. Ik schijn sprekend op Zijn oom Wilfred te lijken, toen die nog in staat was mensen te herkennen.
Ze bracht een cadeautje voor me mee – een slabbetje met Ninja Mutant Turtles erop. Nou vraag ik je! Je kon zien dat ze dat voor een schijntje heeft gekocht – niets daalt zo snel in prijs als de artikelen die gisteren nog populair waren.
En ja hoor, de peettante vroeg ook al wanneer ik gedoopt zou worden.
Dag 6
Een bezoekje van Haar vriendin van het werk. Ik schijn sprekend op prinses Margriet te lijken. Nee, hè.
De vriendin bracht een cadeautje voor me mee – een slabbetje met Mickey en Minnie Mouse erop. Dat was tenminste geen koopje, maar ik heb er wel bezwaar tegen zo vroeg in mijn leven al deel te nemen aan het Disney-consumentisme.
Dag 7
Een bezoekje van Zijn collega van kantoor. Ik schijn sprekend op de melkboer te lijken ha ha ha. Hij bracht een cadeautje voor me mee – een pakje condooms. “Die hebben beide geslachten tegenwoordig bij zich,” zei hij. “Nooit te jong om op alles voorbereid te zijn ha ha ha.” Dit had kennelijk een reuze geslaagde grap geleken na een paar borreltjes met vrienden. Zij scheen hem duidelijk minder leuk te vinden dan Hij.
De collega zei niets over de doop, maar hij zei wel dat hij vanavond met Hem uitging om op mijn gezondheid te drinken.
Ik merkte wel dat de melk een tikje zuur was bij mijn volgende voeding.
Dag 9
Vandaag heb ik een potentiële vijand ontmoet. De kat. Die hebben ze kennelijk genomen als surrogaatobject van genegenheid voor ze er echt tegenaan gingen en mij kregen.
Het was haat op het eerste gezicht. De kat spuugde naar me, dus begon ik te brullen. Natuurlijk zal ik het winnen op de lange duur. Op het ogenblik staat de kat sterker dan ik. Hij is uitermate mobiel en ik ben uitermate immobiel. Maar daar werken we aan.
Dag 10
Ik heb nog een mogelijk gevaar ontdekt. Zij heeft een boek over kinderverzorging.
Ik weet dat ik dat boek de komende maanden vaak te zien zal krijgen. Mijn kleinste vorderingen zullen op de voet worden gevolgd en vergeleken met wat in het boek staat.
Vergeet niet, dat dat betekent dat ik alleen maar met iets op de proppen hoef te komen dat niet in de inhoudsopgave staat om haar totaal van slag te brengen.
Dag 11
Omdat Zij totaal uitgeput was door mijn voortdurende vragen om gevoed te worden, verklaarde Hij grootmoedig dat Hij me die avond onder Zijn hoede zou nemen, zodat Zij van een ‘welverdiende’ rust zou kunnen genieten.
Maar het was gewoon zielig. Hij is nog zenuwachtiger dan Zij. Hij keek de hele tijd in dat boek alsof Hij een bom moest demonteren met behulp van een schriftelijke cursus.
Het duurde niet langer dan drie kwartier. Toen holde Hij in een staat van volslagen paniek de trap op om Haar wakker te maken, overtuigd dat ik leed aan iedere ziekte uit de inhoudsopgave.
Het enige dat Hem in die drie kwartier was gelukt, was mij een schone luier omdoen. Nou, gelukt…Maar tjonge, wat was hij trots op zichzelf. “Het kan de luier niet zijn,” verklaarde Hij, toen ze samen naar beneden holden om mijn (niet-bestaande) symptomen na te trekken aan de hand van de lijst van afschuwelijke kinderziekten. “Ik heb baby een schone luier omgedaan.”
Dat zullen we de komende tijd nog vaak te horen krijgen. Ik zie Hem al bij de borrel met een quasi-bescheiden grijns tegen zijn vrienden zeggen: “Ik doe ook mijn deel. Natuurlijk brengt mijn vrouw het grootste deel van de tijd met de baby door, omdat ik de hele dag op mijn werk zit, maar wanneer ik thuis ben help ik een handje mee. Ik bedoel, om maar eens wat te noemen…ik doe baby schone luiers om.” Echt De Nieuwe Man, die vader van mij.
Dag 12
Grote opwinding vandaag. Voor het eerst naar buiten in mijn kinderwagen. Met veel gehots de treden af – ik hoop dat Ze voor ons volgende uitje eerst nog wat oefent met een lege kinderwagen. Een klein ritje maar: de weg af, langs een paar winkels naar de drogist.
Daarna gingen we weer naar huis, een volslagen mislukking. Want de enige reden om me mee naar buiten te nemen was om met me op te scheppen tegen vrienden en kennissen en we kwamen niemand tegen. Achter de toonbank bij de drogist stond zelfs een meisje dat Ze nooit eerder had gezien.
Dag 13
Weer een ritje in de kinderwagen. Ze heeft de treden bij de voordeur nog steeds niet onder de knie. De ochtend was sociaal iets beter, al moest Ze wel drie keer de weg op en neer voor Ze iemand tegenkwam die Ze kende.
De mensen die Ze wel tegenkwam, leken erg onder de indruk van mij – en terecht. Drie vonden dat ik sprekend op Haar leek, twee vonden dat ik sprekend op Hem leek en één vond dat ik sprekend op Hans Wiegel leek. Huh. Eén vroeg naar namen. Ze zei dat ze eindelijk een naam hadden uitgekozen. Ze vertelde welke naam. Dat moet een grapje zijn.
Dag 14
Weer met de kinderwagen naar buiten. Iets beter de treden af, maar Ze kan nog steeds wel wat oefening gebruiken.
Naar het consultatiebureau Zuigelingenzorg. Gewogen, enzovoort. Bewonderende blikken van andere moeders – was ook te verwachten. Zij ontmoette daar een buurvrouw met een baby (een misbaksel, als je het mij vraagt). Toen de buurvrouw met haar gezicht vlak boven me hing om me goed te kunnen bekijken, zette ik mijn sprekend-Haar gezicht.
“Ach,” zei de buurvrouw. “Wat lijkt de baby op pappa!” Waar doe ik het eigenlijk voor?
Dag 15
Heel bevredigende ontmoeting met de kat vandaag. Hij kwam in de loop van de middag mijn kamer in waar ik verondersteld werd te slapen. Ik begon niet meteen te huilen. Nee, ik liet het arme beest eerst de divan kneden zoals hij altijd doet voor hij zich daar op installeert. Ik wachtte zelfs tot hij begon te snorren. Toen probeerde ik mijn nieuwe trucje, dat ik al een poosje aan het oefenen ben. Het is een wilde armzwaai waarmee je bijna gegarandeerd een kras op je wang maakt.
Toen het me gelukt was een aardige haal te maken, zette ik het op een brullen. In een mum van tijd stond Ze in mijn kamer. Eén blik op mijn gezicht en ze trok precies de conclusie die ik op het oog had. De kat werd omhoog gezwiept en kreeg ongenadig op zijn donder.
Zodra Ze hem losliet, schoot hij de trap af en door het katteluikje naar buiten. Sindsdien niet meer teruggezien.
Dag 20
Vandaag heb ik een nieuwe hobby ontdekt. Ik deponeerde altijd al kwakjes spuug op haar schouder wanneer ze me oppakte, maar nu ben ik druk aan het trainen om de timing en de precisie van mijn spugen te verbeteren.
Dag 21
De hele dag mijn spugen geoefend. De kunst is niet meteen te spugen wanneer je wordt opgetild en Ze je recht in je gezicht kijkt, maar het in te houden tot je netjes tegen de schouder wordt geplaatst.
Dan moet je het subtiel aanpakken. Een hele sloot uitkotsen hebben ze, zelfs vanuit die hoek, direct in de gaten. De echte spuugartiest laat een klein kwakje spuug ongemerkt uit de mond glippen, zodat de witte plek achterop Haar donkerblauwe trui Haar pas opvalt wanneer Ze langs een spiegel loopt of zich in de supermarkt afvraagt waarom Ze de hele dag achtervolgd wordt door de geur van schimmelkaas.
Dag 22
Ook deze dag besteed aan spuugtraining. Ik werk me langzaam door haar garderobe heen. Weer een ritje in de kinderwagen. Naar de stomerij.
Dag 23
Maak nog steeds goede vorderingen op spuuggebied. Nog geen kans gehad Haar mooiste kleren te bevuilen, maar dat komt nog wel. Vandaag kwam de wijkzuster naar me kijken. Ik schijn nog steeds het juiste aantal ledematen te hebben.
Dag 26
Ze legt tegenwoordig een luier over haar schouder wanneer Ze me optilt. Heel frustrerend. Dat zal ik wel aan de wijkzuster te danken hebben.
Dag 28
Ze kreeg vandaag een uitnodiging ergens koffie te gaan drinken. Voor morgenochtend. Te oordelen naar wat Zij Hem vertelde over de gastvrouw, is het iemand op wie Ze indruk wil maken met hoe-weinig-Ze-door-mijn-komst-Haar-leven-heeft- laten-veranderen. Als Ze dat gelooft…
Dag 29
De koffievisite was mijn grootste triomf tot dusver. De gastvrouw was een carrièrevrouw en een fervent feministe, vastbesloten zelf nooit aan huis gebonden te worden door een baby.
Zodra we aankwamen deed Ze Haar best: Ze zwaaide me nonchalant in het rond alsof ik al jaren een van Haar vaste accessoires ben, en riep dingen als “O, ik heb van het begin af aan bepaald dat de baby zich aan MIJ zal moeten aanpassen.” Ik wachtte het ogenblik af dat mijn inspanningen het meeste effect zouden sorteren.
Dat kwam na een minuut of veertig. Nonchalant, achteloos zelfs, zwaaide Ze mij omhoog tegen Haar schouder.
Met grote precisie produceerde ik een volmaakte spuugkwak. Niet alleen bevuilde ik de rug van Haar zwarte linnen jasje, de spuug droop ook royaal over de dure bekleding van de bank van de gastvrouw. Binnen vijf minuten waren we op weg naar huis. En Haar jasje moest naar de stomerij. Kan ik er wat van of niet?