'Weer een kind dat ik niet heb kunnen redden!' schreeuwde hij gefrustreerd tegen niemand in het bijzonder. 'Faisal' riep Alia.
'Ah, ben je er al? Hebben ze antibiotica gestuurd?' 'Ja, één doos.' 'Is dat alles?'
'Ja... je weet hoe het gaat bij de douane.'
De arts richtte zijn droevige donkere ogen op Gian Maria, wachtend tot Alia hem zou voorstellen.
'Dit is Gian Maria uit Rome, hij komt ons een handje helpen.'
'Ben je ook arts?'
'Nee.'
'Wat doe je hier dan?'
'Ik kom helpen, ik zal me toch wel ergens nuttig kunnen maken?'
'Hij zoekt een kamer,' schoot Alia hem te hulp. 'Jij hebt er toch eentje vrij? Ik dacht datje die misschien wilde verhuren.'
Faisal keek Gian Maria nog eens goed aan en met een glimlach die veel weg had van een grimas schudde hij hem de hand.
'Als je even wacht tot ik hier klaar ben, kun je meteen mee naar huis en laat ik je de kamer zien. Hij is niet groot, maar wie weet is het iets voor je. Ik woon met mijn vrouw en drie kinderen. Twee meisjes en een jongen. Mijn moeder woonde bij ons in, maar ze is een paar maanden geleden overleden, vandaar dat ik een kamer over heb.'
'Hij zal me vast wel bevallen,' stamelde Gian Maria.
'Mijn vrouw is onderwijzeres en een fantastische kokkin, als je tenminste van ons voedsel houdt.'
'Ja, heerlijk,' zei Gian Maria dankbaar.
'Als je toch bij Help the Children komt werken, kan Alia je beter een rondleiding geven door het ziekenhuis.'
Het jonge meisje leidde hem door gangen en spreekkamers en stopte af en toe voor een praatje met artsen en verpleegkundigen. Iedereen leek wanhopig wegens het gebrek aan materiaal en medicijnen in hun strijd het lijden van hun patiënten te verlichten.
Een uur later nam hij bij de ingang van het ziekenhuis afscheid van Alia en ging hij met Faisal mee om de kamer te bekijken.
'Ik woon in Al-Ganir; er is een kerk vlakbij, als je wilt bidden. Er komen veel Italianen.'
'Een katholieke kerk?'
'Chaldeeuws-katholiek, dat is toch min of meer hetzelfde?'
'Jazeker.'
'Mijn vrouw is katholiek.' 'Dat meen je niet.'
'Ja hoor. Irak kent een grote christelijke gemeenschap en we hebben altijd vreedzaam samengeleefd. Alleen vraag ik me af of dat nu...' 'Ben jij ook christen?' 'Ja, maar ik praktiseer niet.' 'Hoe bedoel je, je praktiseert niet?'
'Ik ga niet naar de kerk, ik bid niet. Ik heb mijn geloof in God lang geleden verloren; ik denk dat het weer zo'n dag was waarop ik een onschuldig kind onder mijn handen kwijtraakte en hem onder helse pijnen zag sterven, zonder te begrijpen waarom. Praat me niet van de wil van God, en ook niet over Zijn ondoorgrondelijke wegen of de beproevingen die Hij op ons pad legt. Dat jochie van vandaag had leukemie en heeft twee jaar voor zijn leven gevochten met een wilskracht die je niet voor mogelijk houdt. Hij was zeven jaar en heeft nooit een vlieg kwaad gedaan. God heeft het recht niet mensen op de proef te stellen. Als Hij bestaat is Zijn wreedheid oneindig.'
Gian Maria kon het niet laten een kruis te slaan en keek Faisal medelijdend aan, maar zijn mededogen zonk in het niets bij de woede en het verdriet van deze arts.
'Je geeft God de schuld van alles wat de mensheid overkomt.'
'Ik geef God de schuld van alles wat de kinderen overkomt, onschuldige, weerloze kinderen. Wij volwassenen zijn verantwoordelijk voor wie we zijn, voor alles wat we gedaan hebben en nog zullen doen, maar een pasgeborene? Een kind van drie, of tien of twaalf? Wat hebben die kleintjes misdaan dat ze zo jong en onder helse pijnen moeten sterven? En kom me niet aan met die flauwekul over de erfzonde; wat voor God is dat, die miljoenen onschuldigen opzadelt met zo'n zware schuld!'
'Geloof je helemaal niet meer?' vroeg Gian Maria, bang voor het antwoord.
'Als God bestaat, is Hij in elk geval niet hier,' besloot Faisal.
In gedachten verzonken reden ze door naar Faisals woonhuis, op de bovenste etage van een gebouw met drie verdiepingen. Bij de deur werden ze welkom geheten door de kreten van een kinderruzie.
'Wat is hier aan de hand?' vroeg Faisal aan twee meisjes die op elkaar leken als twee druppels water en elkaar midden in een grote kamer in de haren vlogen.
'Ze heeft mijn pop afgepakt,' schreeuwde de een, terwijl ze beschuldigend naar de ander wees.
'Nietes! Het is mijn pop, jij kent je eigen pop niet eens.'
'Dat komt er nou van als jullie altijd dezelfde poppen willen hebben,' zuchtte Faisal en bukte zich om de meisjes een kus te geven.
Ze omhelsden hun vader zonder acht te slaan op Gian Maria.
'Dit is de tweeling,' zei Faisal trots. 'Mag ik je voorstellen aan Rania en Leila, vijf jaar oud en met een duivels karakter.'
Een donkere vrouw met een paardenstaart en gekleed in een mantelpakje kwam de kamer binnen met een kind op de arm.
'Nur, dit is Gian Maria. Gian Maria, mijn vrouw en dat is Hadi, de benjamin van het gezin. Hij is anderhalf.'
Nur zette het kind op de vloer en stak Gian Maria glimlachend haar hand toe.
'Welkom in ons huis. Faisal heeft me gebeld om te zeggen dat je misschien bij ons in komt wonen, als de kamer je bevalt.'
'Dat zal vast wel,' zei Gian Maria spontaan.
'Komt hij hier wonen?' vroeg een van de tweeling.
'Misschien wel, Rania, als hij dat leuk vindt.' Nur moest lachen om het verblufte gezicht van Gian Maria, die zich afvroeg hoe hij die twee uit elkaar zou kunnen houden.
Faisal en Nur gingen Gian Maria voor naar de kamer. Hij was klein, met een raam aan de straatzijde en comfortabel ingericht: een bed met een blankhouten hoofdeinde, een nachtkastje, een ronde tafel met twee stoelen in de hoek en een ruime kast.
'Dit lijkt me prima,' knikte Gian Maria verheugd, 'maar jullie hebben me nog niet gezegd wat hij kost...'
'Wat vind je van driehonderd dollar per maand?'
'Dat lijkt me redelijk.'
'Inclusief de maaltijden...' Nur leek zich te verontschuldigen. 'Dat is heel schappelijk, dank je wel.'
'Hou je van kinderen? Heb je zelf kinderen?' wilde Nur weten. 'Nee, maar ik ben dol op ze, ik heb drie nichtjes en een neefje.' 'Ach, je bent nog jong, je krijgt ze vast nog wel,' troostte Nur. 'Wel, als je je wilt installeren...'
Gian Maria knikte. Twee minuten later hingen zijn schaarse spullen in de kast, waar ook een stapeltje handdoeken en beddengoed voor hem klaar lag.
'We hebben maar één badkamer, plus een doucheruimte met een toilet. Als je wilt kun je gebruikmaken van de douche, dan heb je meer privacy, met drie kinderen is het soms lastig om de badkamer in te komen,' glimlachte Nur verontschuldigend.
'Dat lijkt me prima. Dankjewel. Zal ik vooruitbetalen?' 'Nu al? Maar je bent er net. Stel je voor dat je het hier niet naar je zin hebt,' protesteerde Nur.
'Ik wil liever vooruitbetalen, als je het niet erg vindt.' 'Als je erop staat...' 'Ja, absoluut.'
Faisal zat intussen te werken in een klein kantoortje naast de woonkamer. Eigenlijk hoorde het bij de woonkamer, maar hij had een boekenkast overdwars gezet en zo een ruimte voor zichzelf gecreëerd.
Het was een ruim appartement. Behalve de zitkamer telde het een keuken en twee slaapkamers, plus het kamertje dat nu verhuurd werd.
'Ik zal je de huissleutels geven, dan kun je komen en gaan wanneer je wilt. Ik zou je alleen willen vragen of je er rekening mee wik houden dat er kinderen in huis zijn...'
'Lieve hemel, dat hoef je me echt niet te vertellen. Ik zal proberen jullie zo min mogelijk tot last te zijn. Ik weet wat het gezinsleven inhoudt.'
'Kun je de weg vinden van kantoor naar hier?' informeerde Faisal.
'Ik kom er wel achter, ik moet het toch leren.'
'Dat is waar. Spreek je Arabisch?'
'Een beetje, ik red me wel.'
'Mooi zo, gelukkig maar. Als je hulp nodig hebt, moet je het maar vragen.'
'Dank je.'
Faisal richtte zich weer op zijn papierwerk en Gian Maria begreep dat hij de routine van het gezin niet moest verstoren, dus besloot hij de straat op te gaan. Hij wilde de wijk verkennen en nadenken en dat kon hij beter lopend doen dan opgesloten op zijn kamer.
'Ik ga een blokje om, heb je nog iets nodig?' vroeg hij aan Nur.
'Nee, dank je. Eet je straks met ons mee?'
'Als het niet te lastig is...'
'Nee hoor, het is zo klaar, we eten om acht uur.'
'Ik zal zorgen dat ik er ben.'
Hij zwierf door de buurt. Hij werd nieuwsgierig aangekeken, maar niemand gedroeg zich vijandig. De vrouwen gingen westers gekleed en veel meisjes droegen een spijkerbroek en T-shirts met Engelse teksten.
Hij stond stil bij een stalletje waar een oude man groente en sinaasappels verkocht. Hij besloot wat boodschappen mee te nemen voor Nur en Faisal. Hij kocht paprika's, tomaten, uien, drie courgettes en sinaasappels, volgens de verkoper allemaal uit eigen tuin.