Dinsdag 23 juni 1998
Toen Patrick tenslotte in de gaten kreeg dat de politie hem echt in staat van beschuldiging zou stellen wegens de dubbele moord, was hij met een stortvloed van uitvluchten gekomen. Siobhan kreeg zowel de versie van Bridey als die van de inspecteur te horen, en het verbaasde haar niet dat de politie er niet veel mee kon. Zijn verhaal berustte bijna geheel op woorden en daden van de vermoorde verpleegster.
Patrick beweerde dat Dorothy Jenkins naar hem toe was gekomen en had gevraagd of hij voor driehonderd pond een paar klussen wilde komen doen in het grote huis. 'Het is me uiteindelijk gelukt die misselijke vrek van een kleinzoon van haar ervan te overtuigen dat hij iets aan mijn arbeidsomstandigheden moet doen, en nou is hij eindelijk over de brug gekomen,' zou ze triomfantelijk hebben gezegd. 'Heb je belangstelling, Patrick? Het is zwart, hoor... geen BTW... geen loonbelasting... gewoon een paar weken werk, en dan geld in het handje. Ik zou je alleen willen verzoeken het niet aan de grote klok te hangen,' had ze hem gewaarschuwd. 'Want je kunt er donder op zeggen dat Cynthia Haversley dan de Sociale Dienst gaat bellen om te zeggen dat je werkt, en dan verlies je je uitkering. Je weet hoe bemoeizuchtig ze is.'
'Ik wilde zekerheid hebben dat ze me niet ging belazeren,' had Patrick tegen de politie gezegd. 'Ik ben in het verleden wel eens gewaarschuwd voor die klootzak van een kleinzoon van mevrouw Fanshaw. Het hele zaakje leek me nogal onwaarschijnlijk. Maar goed, ze neemt me mee naar hem toe. Hij doet heel vriendelijk, schudt me de hand en zegt dat het allemaal dik voor elkaar komt. Over het verleden praten we niet meer, zegt hij. Ik heb me twee weken lang uit de naad gewerkt, en natuurlijk ben ik ook in de slaapkamer van mevrouw Fanshaw geweest. Ik ben er elke ochtend even naar binnen gegaan. Zij en ik konden het prima met elkaar vinden. Ik zei altijd "hoi" als ik binnenkwam, en dan begon ze te giechelen en zei ze ook "hoi". En natuurlijk heb ik zowat alles in het huis aangeraakt - ik was voortdurend meubels aan het versjouwen voor mevrouw Jenkins. "Het vervelende van oud worden is dat je dat zelf niet meer kunt," zei ze. "Laat eens kijken hoe die tafel daar staat." Dan klapte ze in haar handen en zei ze: "Spannend, hè?" Ik vond haar bijna net zo getikt als die oude dame, maar ik had geen zin om ruzie met haar te gaan maken. Ik bedoel, driehonderd pond is driehonderd pond. Wat ik ervoor moest doen, kon me niet zo veel schelen.'
Toen hij op de tweede zaterdag - 'de dag dat ik m'n geld zou krijgen... shit! Ik had kunnen weten dat ze me belazerden...' - bij het huis van mevrouw Fanshaw aankwam, had haar kleinzoon hem in de hal op staan wachten.
'Ik dacht dat die klootzak me mijn geld zou geven, maar in plaats daarvan beschuldigde hij me ervan dat ik een halssnoer had gejat. Ik heb gezegd dat hij loog dat hij barstte, en toen haalde hij uit en kreeg ik een kaakslag. Voor ik in de gaten had wat er gebeurd was, lag ik buiten met mijn neus in het grind. Ja, natuurlijk ben ik zo aan die wonden op mijn gezicht gekomen. Ik heb van mijn leven nog nooit een vrouw geslagen, en ik ben zeker niet aan het matten geslagen met die twee oude besjes.'
Er was sprake van een periode van twee uur die hij niet kon verantwoorden en waarvan hij zei dat hij verdwaasd had rondgereden en zich aldoor had afgevraagd hoe hij 'die klootzak' ertoe zou kunnen krijgen hem te geven waar hij recht op had. Hij had zelfs even met het idee gespeeld om naar de politie te stappen - 'Ik wist bijna wel zeker dat mevrouw Jenkins me zou steunen, want zij was ook woest op hem. Maar ik dacht niet dat jullie er veel aan zouden kunnen doen, tenminste niet zonder dat de Sociale Dienst het ook te weten zou komen, en dan zou ik van de regen in de drup raken...' - maar uiteindelijk had hij een wat directere oplossing gekozen en was hij weer teruggegaan naar het herenhuis en over het hek in de achtertuin geklommen.
'Ik wist dat mevrouw Jenkins het goed met me zou maken als ze kon. En dat deed ze ook. "Neem dit maar mee, Patrick," zei ze, en gaf me een paar van mevrouw Fanshaws juwelen, "en als iemand er ooit wat van zegt, dan zeg ik wel dat het mijn idee was." Ik kan jullie wel vertellen,' had hij er agressief aan toegevoegd, 'dat ik het vreselijk vind dat zij en mevrouw Fanshaw dood zijn. Zij hebben me tenminste goed behandeld, en dat kan ik van de rest hier in Sowerbridge niet zeggen.'
Ze hadden hem gevraagd waarom hij dit alles niet eerder had gezegd. 'Omdat ik niet gek ben,' had hij geantwoord. 'Er wordt gezegd dat mevrouw Fanshaw vermoord is om haar juwelen. U denkt toch niet dat ik ga toegeven dat ik daar wat van in huis heb als ze een paar uur daarvoor is doodgeknuppeld ?'
Donderdag 18 februari 1999
Siobhan dacht een tijdje zwijgend na. 'Zwak of niet, Bridey, met die verklaring komt hij voor de rechter, en zoals het er nu voor staat, zal niemand hem geloven. Het zou anders liggen als hij het aannemelijk zou kunnen maken.'
'Maar hoe dan?'
'Weet ik niet.' Ze schudde haar hoofd. 'Heeft hij die juwelen aan iemand laten zien vóórdat Lavinia werd vermoord?'
Er verscheen een sluwe uitdrukking op het gezicht van de vrouw, alsof ze ineens op een idee was gekomen. 'Alleen aan mij en Rosheen,' zei ze. 'Maar zoals je weet, Siobhan, gelooft niemand een woord van wat we zeggen.'
'Heeft een van jullie er met iemand anders over gesproken?'
'Waarom zouden we dat hebben gedaan? Uiteindelijk komt het er toch op neer dat hij ze zonder toestemming heeft meegenomen, ook al had hij ze dan van mevrouw Jenkins gekregen.'
'Tja, het is jammer dat Rosheen er tegen mij niks over heeft gezegd. Het zou veel verschil maken als ik kon zeggen dat ik op zaterdagmiddag al wist dat Patrick Lavinia's halssnoer in zijn bezit had.'
Bridey keek opzij naar de madonna en sloeg een kruis. Siobhan begreep dat ze op het punt stond te gaan liegen. 'Ze heeft een hoge dunk van je, Siobhan. Ze zou het nooit in haar hoofd halen jou in verlegenheid te brengen door jou op te zadelen met de problemen van haar neef. Je zou er trouwens ook geen belangstelling voor hebben gehad. Je had het die dag toch veel te druk met koken? Dat was toch de zaterdag dat meneer en mevrouw Haversley bij jou zouden komen eten in ruil voor al die keren dat jij bij hen hebt gegeten zonder dat je dat ooit wilde?'
Je kon in dit dorp niks geheim houden, bedacht Siobhan, en als Bridey al wist wat een hekel Ian had aan de verpletterende saaiheid van het sociale leven van Sowerbridge, dat draaide om de maar al te vaak voorkomende 'dineetjes', dan zou de rest van het dorp het ook wel weten. 'Is het zo duidelijk aan ons te zien, Bridey?'
'Voor een Ierse misschien wel, maar voor de Engelsen niet,' zei de oude vrouw met een scheef lachje. 'Engelsen zien wat ze willen zien. Als je me niet gelooft, Siobhan, kijk dan eens hoe mijn arme Patrick al voordat de zaak voorkomt veroordeeld is als een dief en een moordenaar.'
Siobhan had Rosheen naderhand gevraagd of zij wist van de juwelen, maar het meisje had net als Bridey handenwringend en wanhopig voor haar gestaan. Rosheens radeloosheid had echter alles te maken met de verwachting van haar tante dat ze bereid zou zijn meineed te plegen, en niets met de feiten. 'O, Siobhan,' had ze gejammerd, 'wil ze nou dat ik voor de rechtbank leugens ga vertellen? Het zal Patricktoch geen goed doen als ze daar achter komen? Ik kan toch beter helemaal niets zeggen dan steeds maar verhalen verzinnen die toch niemand gelooft?'
Maandag 8 maart 1999 - 23.55 uur
De warmte van het vuur drong niet door tot op het voetpad doordat de oude pastorie tussen het pad en het brandende huis in stond, maar de geluiden van de brand waren oorverdovend. De grenenhouten dakspanten en de steunbalken onder de vloeren knapten met knallen als van mitrailleurvuur en de vlammen grepen met bulderend geraas om zich heen. Toen Siobhan bij de kruising kwam, stonden daar al heel wat van haar buren en het leek wel alsof ze de vuurzee in een uitgelaten stemming gadesloegen - bijna alsof het een spectaculair vuurwerk was dat daar voor hun genoegen werd afgestoken, bedacht ze verbijsterd. De mensen hieven hun armen op en wezen als weer een dakspant aan de vlammen en prooi viel, en de bijna juichende oh's en ah's waren niet van de lucht. Cynisch bedacht Siobhan dat het wel leek alsof ze elk moment een pop tevoorschijn konden halen met het uiterlijk van Guy Fawkes, de beruchte katholiek uit de zeventiende eeuw die ieder jaar ritueel werd verbrand omdat hij had geprobeerd de Londense parlementsgebouwen op te blazen.
Ze begon zich een weg door de menigte te banen, maar werd op een gegeven moment tegengehouden door Nora Bentley, de vrouw van de bejaarde huisarts van het dorp, die haar bij de arm pakte en naar zich toe trok. De Bentleys waren veruit haar aardigste buren, en ook de enigen die het konden opbrengen zich te verzetten tegen de niet-aflatende stroom lasterpraatjes over de O'Riordans, waar praktisch alle anderen de mond van vol hadden. Ian vond wel dat zij het zich konden veroorloven om tolerant te zijn. 'Wees nou eens eerlijk Siobhan, Lavinia was geen familie van hen. Ze zouden er wel anders over hebben gedacht als zij haar oma was geweest.'
'We hebben ons zorgen over je gemaakt, kind,' zei Nora. 'Met al dat gedoe hier. We wisten niet of jij nou wel of niet vastzat op de boerderij.'
Siobhan drukte haar even tegen zich aan. 'Ik was er niet. Ik heb tot laat zitten werken aan een paar contracten, en nu heb ik de auto bij de kerk achter moeten laten.'
'Nou, de weg naar je huis staat vol met brandweerauto's. Als troost kan ik je melden dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten, al hebben Jeremy Jardine en de Haversleys de extra zorg dat de vonken in de richting van hun huis waaien.' Ze begon ineens te grinniken. 'We moeten er wel om lachen, hoor. Cynthia heeft tegen de brandweerlieden staan schelden dat ze preventief moesten werken en Malvern House natspuiten, en nou krijgt die arme Peter ervan langs omdat hij hun slaapkamerraam open heeft laten staan. De hele kamer staat blank.'
Siobhan grijnsde. 'Goed zo,' zei ze. 'Het werd tijd dat Cynthia een koekje van eigen deeg kreeg.'
Nora hief een vinger naar haar op. 'Val haar niet te hard, lieverd. Cynthia heeft veel fouten, maar ze kan ook heel lief zijn als ze wil. Het is jammer dat jij die kant van haar nooit hebt gezien.'
'Ik weet niet eens of ik dat wel zou willen,' zei Siobhan cynisch. 'Die kant laat ze alleen zien als ze eens liefdadig wil doen. Waar zijn ze trouwens?'
'Ik heb geen idee. Ik denk dat Peter de bedden in de logeerkamer aan het opmaken is, en Cynthia zal wel ergens voor het huis de boel aan het commanderen zijn. Je weet hoe bazig ze is.'
'Ja,' beaamde Siobhan, die vaker dan haar lief was geconfronteerd was geweest met Cynthia's intimiderende manier van optreden. Alle negatieve kanten van het wonen in Sowerbridge hadden wat haar betrof dan ook te maken met de overheersende persoonlijkheid van de deftige mevrouw Haversley.
Als gevolg van een van die juridische grillen waar de Engelsen zo dol op zijn, berust het eigendomsrecht op de eerste honderd voet van de oprijlaan naar Fording Farm bij de bezitters van Malvern House, en hebben de eigenaars van Fording Farm daar voor eeuwig het recht van overpad. Deze situatie had geleid tot een permanente staat van oorlog tussen de bewoners van de twee panden, maar die oorlog was al lang aan de gang geweest toen de Lavenhams nog geen anderhalf jaar geleden het terrein in hun bezit hadden kregen. Ian meende dat Cynthia altijd zo de nadruk legde op haar rechten omdat de Haversleys te boek stonden als verarmde familie van de Fanshaws, die het landgoed in bezit hadden. ('Je wordt langzamerhand steeds armer als je via de vrouwelijke lijn erft,' zei hij, 'en het is Peters familie nooit gelukt aanspraak te maken op het landgoed. Daar is Cynthia verbitterd door geraakt.') Als Ian en Siobhan de waarschuwingen van de makelaar serieus hadden genomen, zouden ze zich misschien hebben afgevraagd waarom zo'n prachtig huis als Fording Farm in nog geen tien jaar tijd vijf verschillende eigenaars had gehad, maar ze hadden de vorige eigenaar op zijn woord geloofd toen die tegen hen zei dat de tuin perfect was - u zult merken dat Cynthia Haversley heel aardig is; ze is heel vriendelijk - en zich niet verwonderd over de snelheid waarmee de overdracht had plaatsgevonden.
In het centrum van de vuurhaard ontplofte iets dat op een granaat leek, waardoor Nora Bentley opsprong. Haar hand trilde toen ze hem op haar hart drukte. 'Mijn god, het lijkt wel oorlog,' zei ze hijgend. 'Wat spannend, hè?' Ze zwakte haar opmerkelijke uitspraak wat af door eraan toe te voegen dat ze het jammer vond voor de O'Riordans, maar het was duidelijk dat haar sensatiebelustheid het won van haar sympathie voor de getroffenen.
'Zijn Liam en Bridey hier ergens?' vroeg Siobhan terwijl ze om zich heen keek.
'Ik geloof het niet, meid. Ik denk dat ze zelfs niet weten wat er gaande is. Ze deden heel geheimzinnig over hun adres in Winchester, dus tenzij de politie weet waar ze uithangen. ..' - ze haalde haar schouders op -'... zou ik niet weten hoe ze erachter hadden kunnen komen.'
'Rosheen weet het toch.'
Nora glimlachte afwezig. 'Ja, maar zij zit thuis met jouw kinderen.'
'Nora, we hebben toch telefóón!'
'Weet ik, meid. Maar het is allemaal zo plotseling gebeurd. Het ene moment is er niks aan de hand, en het volgende is alles in rep en roer. Ik had trouwens wel voorgesteld om Rosheen te bellen, maar Cynthia zei dat het geen zin had. Laat Liam en Bridey maar lekker slapen, zei ze. Als de brandweer niks kan uitrichten, kunnen zij er ook niks meer aan doen. Dan heeft het ook geen zin als wij ze ongerust gaan maken.'
'Daar zal ik aan denken als Cynthia's huis in vlammen opgaat,' zei Siobhan droog. Ondertussen keek ze naar haar horloge en bedacht ze dat ze naar huis wilde. Maar haar nieuwsgierigheid was sterker. 'Hoe laat is het begonnen?'
'Dat weet niemand,' zei Nora. 'Sam en ik roken ongeveer een halfuur geleden ineens een brandlucht, en toen zijn we gaan kijken. Maar toen sloegen de vlammen al uit de benedenramen.' Ze wees in de richting van de oude pastorie. 'We hebben bij Jeremy aangeklopt en de brandweer gebeld, maar toen die kwam was er al geen redden meer aan.'
Siobhan keek in de aangegeven richting. 'Waarom heeft Jeremy ze niet eerder gebeld? Hij moet de brand toch eerder hebben geroken dan jij? Hij woont er notabene recht tegenover.' Haar blik ging in de richting van Rose Cottage, het huis van de Bentleys achter de oude pastorie, op ruim honderd meter van Kilkenny Cottage.
Nora keek bezorgd, alsof ook zij de apathie van Jeremy verdacht vond. 'Hij zegt van niet. Hij zegt dat hij in de kelder was. Hij vond het verschrikkelijk toen hij zag wat er aan de hand was.'
Siobhan nam dat laatste met een korreltje zout. Jeremy was een wijnhandelaar, die enkele jaren eerder van zijn familieband met de Fanshaws gebruik had gemaakt om de kerkenraad te benaderen en de oude pastorie, vanwege de uitgebreide kelderruimte onder het huis, te kopen. Het prachtige huis keek echter uit op het onooglijke terrein met de autowrakken van de O'Riordans, en hij was een van hun meest fanatieke tegenstanders geweest. Niemand wist wat hij voor het huis had betaald, maar er werd gefluisterd dat hij het voor een vijfde van de werkelijke waarde in handen had gekregen. Er was destijds wel gevraagd waarom de verkoop van de waardevolle Victoriaanse pastorie geheel buiten de gebruikelijke kanalen om had plaatsgevonden, maar zoals in Sowerbridge wel vaker voorkwam bij kwesties die de Fanshaws betroffen, was het antwoord uitgebleven.
Voordat de moorden hadden plaatsgevonden, was Sio- bhan een keer zo geïrriteerd geweest door Jeremy's voortdurende kritiek op de O'Riordans dat ze hem had gevraagd waarom hij de oude pastorie eigenlijk had gekocht, omdat hij van tevoren toch had geweten welk uitzicht hem daar te wachten stond. 'Je wist het toch, van die auto's van Liam?' had ze hem gezegd. 'Nora Bentley zegt dat je, voordat je het pand kocht, twee jaar lang bij Lavinia in huis hebt gewoond.' Hij had iets gemompeld over waardevermindering van zijn investeringen als gevolg van het uitblijven van toegezegde maatregelen, en toen had ze daaruit afgeleid dat hij waarschijnlijk bedoelde dat hij, nadat hij het pand voor een schijntje van de kerkenraad had overgenomen, had gedacht dat een van de vriendjes van de voorzitter de O'Riordans zou dwingen hun terrein op te ruimen.
Ian had moeten lachen toen ze hem over het gesprek vertelde. 'Ik begrijp niet dat hij niet aanbiedt om het opruimen zelf te betalen. Liam zal nooit van zijn leven geld neer willen tellen om die wrakken te laten verwijderen, maar hij springt vast een gat in de lucht als iemand anders het doet.'
'Misschien kan hij het niet betalen. Nora zegt dat de Fanshaws bij lange na niet zo rijk zijn als iedereen denkt, en die zaak van Jeremy stelt ook niet veel voor. Hij schept wel graag op dat hij kwaliteitswijnen levert aan alle adellijke families, maar het kistje dat zij laatst van hem hebben gekocht, was bocht.'
'Het zou toch niet veel hoeven kosten, zeker niet als een oud-ijzerhandelaar het zou doen.'
Siobhan had hem hoofdschuddend aangekeken. 'Weet je wat jouw probleem is, man van me? Jij bent veel te verstandig voor die lui hier. En bovendien ga je er helemaal aan voorbij dat hier een belangrijk principe in het geding is. Als Jeremy namelijk het opruimen betaalt, winnen de O'Rior- dans. Sterker nog, ze winnen dubbelop, want als die wrakken verdwijnen, zal ook hun huis in waarde stijgen.'
Hij had zijn hoofd geschud en gezegd: 'Je moet me wel beloven dat je geen partij gaat trekken, Shiv. Jij hebt net zomin als de anderen veel op met de O'Riordans, en nergens staat geschreven dat alle Ieren solidair met elkaar moeten zijn. Het leven is te kort om met dit soort idiote vetes opgezadeld te worden.'
'Ik beloof het,' had ze gezegd, en op dat moment had ze het gemeend.
Maar dat was voordat Patrick gearresteerd was op beschuldiging van moord...
De meeste inwoners van Sowerbridge twijfelden er geen moment aan dat Patrick O'Riordan Lavinia Fanshaw als een gemakkelijk doelwit had beschouwd. Twee jaar geleden, in november, had hij de oude vrouw een Chippendale- stoel ter waarde van vijfhonderd pond afhandig weten te maken door te beweren dat volgens een Europese richtlijn alle heggen op uniforme hoogte gesnoeid moesten worden. In ruil voor het antieke meubel had hij haar laurierhagen op een meter hoogte afgesnoeid, waarna hij de takken had verpatst aan een maat, die er kerstkransen van had gemaakt.
En berouw had hij niet getoond. 'Het was gewoon zakelijk,' zei hij naderhand in het café nadat hij in opperbeste stemming een slok van zijn bier had genomen, 'en ze was erdolblij mee. Ze zei tegen me dat ze altijd al de pest had gehad aan die stoel.' Hij was een kleine, magere man met een donkere haardos en doordringende blauwe ogen, waarmee hij zijn gesprekspartner zonder te knipperen aankeek, als een hond die een indringer wil intimideren. 'In elk geval heb ik het dorp een plezier gedaan. Het grote huis ziet er een stuk beter uit sinds ik daar voor de deur de boel heb opgeknapt.'
Dat de meeste mensen het met hem eens waren, deed er niet toe. De staat van onderhoud van het grote huis liet door de hoge ouderdom en de seniliteit van Lavinia weliswaar steeds meer te wensen over, maar dat gaf niemand het recht, en zeker een O'Riordan niet, om misbruik van haar te maken. Laat hij de boel bij zijn ouders voor de deur gaan opruimen, zei men. Liams auto's zijn veel erger dan Lavinia's te hoge heg. Er was zelfs verdenking gerezen dat de inwonende verpleegster in het complot zat omdat van haar bekend was dat ze veel kritiek had op het achterstallige onderhoud van het huis, wat haar arbeidsomstandigheden verzwaarde.
'Men kan van mij niet verwachten dat ik mevrouw Fan- shaw vierentwintig uur per dag in de gaten houd,' had Dorothy Jenkins met besliste stem gezegd, 'en als zij achter mijn rug om dingen afspreekt, kan ik daar niks aan doen. U moet bij haar kleinzoon zijn. Hij is degene bij wie ze onder curatele staat. Hij zal het huis alleen nooit verkopen voordat ze dood is, omdat hij te gierig is om haar in een verpleeghuis te laten opnemen. Zoals het nu gaat, kan ze nog jaren doorleven, en een verpleeghuis kost veel meer dan ik. Hij betaalt mij een schijntje omdat ik zogenaamd kost en inwoning heb, maar er is geen verwarming, het dak lekt en zowat alle vloeren zijn verrot, zodat je voortdurend in levensgevaar verkeert. Hij wacht alleen totdat het arme oude mens doodgaat, want dan kan hij het landgoed aan een projectontwikkelaar verkopen en is hij de rest van zijn leven het heertje.'
Maandag 8 maart 1999
De menigte scheen met de minuut aan te groeien en steeds luidruchtiger te worden. Siobhan zag echter maar weinig bekende gezichten, dus concludeerde ze dat het nieuws van de brand ook tot de omliggende dorpen moest zijn doorgedrongen. Waarom treedt de politie niet op tegen dit ram- pentoerisme, vroeg ze zich af, maar toen hoorde ze een man zeggen dat hij zijn auto op de weg naar Southampton had neergezet en door de weilanden was komen lopen om de po- litieafzetting te omzeilen. De mensen duwden en trokken aan elkaar om de beste plek te bemachtigen. Een man die haar opzijduwde had een bierlucht om zich heen die haar de adem benam. Hij stootte ruw tegen haar aan, en zij gaf hem met haar elleboog een por tussen zijn ribben, waarna ze Nora bij de arm nam en haar naar de overkant van de weg loodste.
'Dat wordt straks vechten,' zei ze. 'Ze komen rechtstreeks uit de kroeg, dat zie je zo.' Ze drong zich door een groepje mensen naast de muur van Malvern House en zag toen een eindje verderop Nora's man, dokter Sam Bentley, staan praten met Peter en Cynthia Haversley. Daar heb je Sam. Ga maar naar hem toe, dan loop ik door, want ik maak me zorgen om Rosheen en de jongens.' Ze knikte even naar de Haversleys, stak een hand op naar Sam en wilde toen doorlopen.
'Je kunt er niet door,' zei Cynthia nadrukkelijk terwijl ze haar plompe, met behulp van een korset ingesnoerde lichaam tussen Siobhan en het kruispunt posteerde. 'Ze hebben het hele kruispunt afgesloten; niemand mag erlangs.' Haar gezicht was vuurrood van de hitte, en Siobhan vroeg zich af of ze een idee had hoe afstotelijk ze eruitzag. Met het gebleekte hoogblonde haar boven het glimmende, rode gezicht deed ze denken aan een toetje van verse aardbeien met slagroom. Siobhan vond het jammer dat ze geen fototoestel bij zich had om het vast te leggen. Siobhan wist dat ze ach- ter in de zestig was omdat Nora haar in een onbewaakt ogenblik eens had gezegd dat zij en Cynthia even oud waren, maar Cynthia zelf hield haar leeftijd het liefst in het vage. Voor zichzelf moest Siobhan toegeven (zij het met tegenzin) dat ze daar geen ongelijk in had, want doordat ze zo mollig was, oogde haar huid glad en stevig, waardoor ze er een stuk jonger uitzag dan ze werkelijk was. Al maakte dat haar niet sympathieker.
Siobhan had Ian weieens gevraagd of hij vond dat haar antipathie jegens Cynthia iets typisch Iers zou kunnen zijn. Hij had erom moeten lachen. 'Waarom dan? Omdat mevrouw Haversley met haar adellijke afkomst de koloniale overheersing symboliseert?'
'Zoiets, ja.'
'Doe niet zo raar, Shiv. Ze is een dikke vette opgeblazen snob met een machtscomplex. Niemand is op haar gesteld. Ik in ieder geval niet. Ze zou waarschijnlijk een stuk aardiger geweest zijn als die sul van een echtgenoot van haar ooit eens wat tegenwicht had geboden, maar die slome Peter is net zo laf als alle anderen. Je moet haar gewoon negeren. Op kosmische schaal beschouwd is ze ongeveer net zo belangrijk als vogelpoep op je voorruit.'
'Ik heb ontzéttend de pest aan vogelpoep op mijn voorruit.'
'Weet ik,' had hij glimlachend gezegd. 'Maar je denkt toch hopelijk niet dat de duiven het speciaal op jouw auto voorzien hebben omdat jij een Ierse bent, hè?'
Ze deed moeite om een vriendelijke glimlach op haar gezicht te toveren toen ze op Cynthia's woorden reageerde. 'O, maar voor mij zullen ze zeker een uitzondering maken. Ian zit deze week in Italië, en dat betekent dat Rosheen en de kinderen alleen thuis zijn. Ik denk dat ik er in deze omstandigheden wel door zal mogen.'
'En als dat niet lukt,' zei dokter Bentley, 'kunnen Peter en ik je wel even over de muur helpen en kun je via de tuin van Malvern House doorsteken.'
'Bedankt.' Ze keek hem even onderzoekend aan. 'Is het bekend hoe de brand is ontstaan, Sam?'
'We denken dat Liam misschien een brandende sigaret heeft laten liggen.'
Siobhans gezicht betrok. 'Dat moet dan de langst brandende sigaret ter wereld zijn geweest,' zei ze. 'Ze waren vanmorgen om negen uur al weg.'
Sam keek net zo bezorgd als zijn vrouw even eerder had gedaan. 'Het is maar een veronderstelling.'
'Ach, schei toch uit! Als het een brandende sigaret was geweest, zou je tussen de middag al een uitslaande brand hebben moeten zien.' Ze keek Cynthia weer aan. 'Gek eigenlijk dat Sam en Nora de brand eerder hebben geroken dan jij,' zei ze met opzettelijke nonchalance. 'Peter en jij zitten er toch veel dichter bij dan zij.'
'We zouden het waarschijnlijk ook eerder hebben geroken als we thuis waren geweest,' zei Cynthia, 'maar we waren uit eten bij vrienden van ons in Salisbury. Toen we thuiskwamen had Jeremy de brandweer al gebeld.' Ze keek Siobhan uitdagend aan, alsof ze het niet moest wagen haar woorden in twijfel te trekken.'
'We waren trouwens maar net op tijd,' zei Peter. 'Meteen nadat we thuiskwamen heeft de politie de boel afgezet. Anders hadden we onze auto bij de kerk achter moeten laten.'
Siobhan vroeg zich af of die vrienden de Haversleys hadden uitgenodigd, of dat die zichzelf hadden uitgenodigd. Het laatste, dacht ze. Geen van de buren van de O'Riordans zou het erg hebben gevonden dat Kilkenny Cottage afbrandde, en de Haversleys hadden, in tegenstelling tot Jeremy, geen kelder waar ze in konden schuilen, bedacht ze cynisch bij zichzelf. 'Ik moet nu echt gaan,' zei ze. 'Die arme Rosheen is natuurlijk helemaal gek van bezorgdheid.' Maar als ze enige sympathie had verwacht voor de nicht van Liam en Bridey, kwam ze bedrogen uit.
'Als ze écht zo bezorgd was geweest, dan was ze wel hierheen gekomen,' verklaarde Cynthia. 'Met of zonder jouw kinderen. Ik snap niet dat je haar nog niet de laan uit hebt gestuurd. Ze is een van de meest luie en achterbakse wezens die ik ooit heb ontmoet. Ik zou haar voor geen geld ter wereld in huis willen hebben.'
Siobhan glimlachte even. Het was alsof ze naar een grijs- gedraaide grammofoonplaat luisterde, bedacht ze. De dag dat de deftige mevrouw Haversley een gelegenheid voorbij zou laten gaan om een lid van de familie O'Riordan een kat te geven, zou wel een zeer bijzondere zijn. 'Ik denk dat het gevoel wederzijds is, Cynthia. Jij zou haar ook voor geen geld ter wereld aan het werk kunnen krijgen; misschien alleen door haar met de dood te bedreigen.'
Cynthia's reactie, die, getuige de boze uitdrukking op haar gezicht, kennelijk een gepeperde was, ging verloren in het geraas van de instorting van Kilkenny Cottage nadat het laatste dakspant het tenslotte ook had begeven. Vanuit de menigte achter hen ging een instemmend gejuich op, en terwijl de aandacht van alle andere aanwezigen op de brand was gericht, zag Siobhan hoe Peter Haversley zijn vrouw heimelijk een schouderklopje gaf.
Zaterdag 30 januari 1999
Siobhan hiekd koppig vol dat Patricks schuld nog helemaal niet vaststond, al was ze eerlijk genoeg om tegenover Ian toe te geven dat het meer ter wille van Rosheen en Bridey was dan dat ze serieus geloofde dat er ruimte was om hem het voordeel van de twijfel te gunnen. 'Ik kan me niet voorstellen dat de jury hem vrijspreekt,' zei ze treurig, 'maar ik vind wel dat het verkeerd is om hem te veroordelen voordat alle feiten op tafel liggen.'
'Het zou hem niet eens helpen als hij werd vrijgesproken,' zei Ian. 'Want niemand zal geloven dat hij het niet heeft gedaan. De rechtbank kan misschien vinden dat hij het voordeel van de twijfel verdient, maar Sowerbridge niet. Hij zal zich hier nooit meer kunnen vertonen.'
'Dat weet ik.'
'Zorg dan dat je er niet al te openlijk bij betrokken raakt,' zei hij. 'Wij zijn hier voorlopig nog niet weg, en ik wil echt niet dat de jongens opgroeien in een sfeer van vijandigheid. Je moet natuurlijk alles doen wat je kunt om Bridey en Rosheen te steunen...' - hij keek haar aan met een zuinig lachje - '... maar wil je me één plezier doen, Shiv? Hou die Ierse driftigheid van je een beetje in toom. Ik heb er mijn twijfels over of Patrick het wel waard is om je in de strijd te werpen, zeker als het om onze naaste buren gaat.'
Het was een goede raad, maar moeilijk om op te volgen. Er bestond zo veel vooroordeel jegens de Ieren in het algemeen dat het Siobhan op den duur zwaar viel om haar mond te houden. De strijd zou uiteindelijk in volle hevigheid ontbranden tijdens een van die vreselijke etentjes van Peter en Cynthia Haversley op Malvern House, waaraan je je niet kon onttrekken zonder zo veel leugens te moeten vertellen dat het uiteindelijk eenvoudiger was om er maar gewoon heen te gaan. 'Ze houdt vanuit haar huis onze oprijlaan in de gaten,' verzuchtte Siobhan toen Ian haar vroeg waarom ze niet gewoon konden zeggen dat ze die avond een andere afspraak hadden. 'Ze gaat al onze gangen na. Ze weet precies wanneer we thuis zijn en wanneer we weg zijn. Het lijkt wel alsof we hier gevangen zitten.'
'Ik weet ook niet waarom ze ons steeds maar uitnodigt,' zei hij.
Siobhan vond het amusant dat hij echt niet begreep wat Cynthia's werkelijke motieven waren. 'Het is haar lievelingsbezigheid,' zei ze droog. 'Het organiseren van een berenbijt... met mij als beer.'
Ian keek bezorgd. 'Laten we dan de waarheid zeggen: dat we liever thuisblijven om televisie te kijken.'
'Goed idee. Daar staat de telefoon. Ga jij het maar zeggen.'
Hij glimlachte zuur. 'Dan gaat ze alleen nog meer zeuren.'
'Ja, natuurlijk.'
'Misschien moeten we de tanden maar op elkaar zetten en erheen gaan.'
Siobhan glimlachte even. 'Tja, waarom niet? Dat doen we anders ook altijd.'
Het was een zeer grimmige avond geweest. Cynthia en Jeremy hadden zoals gebruikelijk de boventoon gevoerd, Peter was langzaam dronken geworden en de Bentleys hadden maar af en toe wat gezegd. Op een gegeven moment was er aan tafel een stilte gevallen, waarin Siobhan, die zich sinds ze binnen waren gekomen had moeten beheersen, onder dekking van een servet stiekem even op haar horloge had gekeken en zich had afgevraagd of kwart voor tien te vroeg was om al weg te gaan.
'Wat me waarschijnlijk nog het meeste dwarszit,' zei Jeremy ineens, 'is dat die arme oude Lavinia nog in leven zou zijn geweest als ik jaren geleden mijn pogingen had doorgezet om de O'Riordans hier weg te krijgen.' Hij was ongeveer even oud als de Lavenhams en niet onknap om te zien, ondanks zijn hoogrode gelaatskleur - te veel geproefd van zijn eigen handelswaar, dacht Siobhan altijd -, en presenteerde hij zichzelf altijd graag als de meest begerenswaardige vrijgezel van Hampshire. Siobhan had hem vaak willen vragen waarom hij, als hij zo begerenswaardig was, nog steeds alleen was, maar ze had de moeite nooit genomen omdat ze het antwoord al wist. Hij kon natuurlijk geen vrouw vinden die zo dom was dat ze het met zijn oordeel over zichzelf eens zou zijn.
'Maar je kunt mensen niet zomaar uit hun huis zetten,' zei Sam Bentley vriendelijk. 'Als dat zo was, zouden we allemaal uit ons huis gezet kunnen worden als onze buren geen zin meer in ons hadden.'
'Ach, je begrijpt best wat ik bedoel,' zei Jeremy. 'Ik had iets moeten ondernemen. Misschien had ik een klacht wegens milieuverontreiniging tegen ze in moeten dienen.'
'We hadden het nooit goed moeten vinden dat ze hier kwamen wonen,' verklaarde Cynthia. 'Het is een schande dat wij helemaal niets hebben in te brengen als het gaat om het soort mensen dat pal voor onze deur komt te wonen. Als de parochieraad de achtergronden van toekomstige inwoners na had mogen trekken, zouden al deze problemen niet zijn ontstaan.'
Siobhan hief haar hoofd op en glimlachte ongelovig om de arrogante manier waarop de vrouw impliceerde dat ze de parochieraad in haar zak had. 'Wat een goed idee!' zei ze breed glimlachend en de waarschuwende blik van Ian aan de andere kant van de tafel negerend. 'Maar dan zouden toekomstige inwoners ook de kans moeten krijgen de achtergronden van de al aanwezige bewoners na te trekken. Dan kelderen natuurlijk de huizenprijzen, maar dan zou tenminste niemand naderhand kunnen beweren dat hij of zij had zitten slapen.'
Jammer genoeg was Cynthia te dom om de ironie te kunnen vatten. 'Je ziet het helemaal verkeerd, lieverd,' zei ze met een neerbuigend glimlachje. 'De huizenprijzen zouden juist omhóóg gaan. Dat gebeurt altijd wanneer het wonen ergens een exclusief karakter krijgt.'
'Maar alleen als er voldoende kopers zijn die jouw soort exclusiviteit waarderen, Cynthia. Zo werkt de markteconomie.' Siobhan zette haar ellebogen op tafel en boog zich voorover, erop gespitst het zelfingenomen, opgeblazen imago van de vrouw voor eens en voor altijd door te prikken. 'En daarbij komt nog dat het, hoe rijk je ook bent, geen zin meer zal hebben om moeite te doen om in Sowerbridge te wonen als blijkt dat je het eens moet zijn met de Fanshaw- maffia, die vindt dat Hitier gelijk had.'
Nora Bentley hapte naar lucht en maakte met haar handen sussende gebaren.
Jeremy reageerde minder beheerst. 'Wel, heb je ooit!' ontplofte hij. 'Dat is krasse taal voor een Ierse! Waar was Ierland in de oorlog? Ierland hield zich afzijdig. Het hoopte op een Duitse overwinning. Zó was het! En nou heb jij verdomme de brutaliteit om over ons te gaan oordelen! Wat zijn jullie Ieren toch een walgelijk volk. Jullie komen hier in hordes naartoe, als een stelletje rioolratten uit op een aalmoes, en jullie bekritiseren ons als wij zeggen dat we genoeg hebben van alle problemen die jullie veroorzaken.'
De situatie was explosief, als een pan melk die op het punt stond over te koken. Uiteindelijk bleek alle terughoudendheid de wrok slechts te hebben gevoed. Aan beide zijden.
'Ik zou je willen vragen die opmerkingen terug te nemen, Jeremy,' zei Ian afgemeten nu zijn vrouw zo werd aangevallen. 'Je zou dat soort dingen misschien tegen Siobhan mogen zeggen als jouw bedrijf evenveel belasting betaalde en evenveel mensen in dienst had als dat van haar, maar aangezien dat nooit het geval zal zijn, vind ik dat je je verontschuldigingen moet aanbieden.'
'Geen sprake van. Tenzij zij eerst aan Cynthia haar verontschuldigingen aanbiedt.'
Nu Ian zich kwaad maakte, was hij nog driftiger dan zijn vrouw. 'Zij hoeft zich nergens voor te verontschuldigen,' zei hij fel. 'Alles wat ze zei was waar. Cynthia noch jij noch iemand anders heeft recht om te dicteren wat er hier in het dorp gebeurt, maar dat is wel wat je doet. En bovendien zonder enige rechtvaardiging. Wij en de Bentleys hebben tenminste onze huizen gewoon tegen de geldende prijzen gekocht, en dat kan van jou en Peter niet worden gezegd. Hij heeft zijn huis geërfd, en jij hebt het jouwe via vriendjespolitiek voor een prikje kunnen krijgen. Ik hoop dat je bereid bent om de consequenties te aanvaarden als er iets misgaat. Want je kunt geen haatcampagne op touw zetten en er dan geen verantwoordelijkheid voor willen dragen.'
'Nou, nou, nou!' zei Sam met overdreven bezorgdheid. 'Dit soort dingen kun je altijd maar beter voor je houden.'
'Sam heeft gelijk,' zei Nora. 'Eens gezegd, blijft gezegd.'
Ian haalde zijn schouders op. 'Zeg dan tegen de mensen hier dat ze hun mond moeten houden over de Ieren in het algemeen en de O'Riordans in het bijzonder. Of geldt het voor hen niet? Zijn het misschien alleen welgestelde Engelsen als de Haversleys en Jeremy die niet bekritiseerd mogen worden?'
Peter Haversley begon plotseling te giechelen. 'Welgesteld?' mompelde hij aangeschoten. 'Wie is hier welgesteld? We zitten allemaal tot onze nek in de schulden te wachten totdat het huis van Lavinia wordt verkocht.'
'Hou je mond, Peter,' zei zijn vrouw.
Maar hij liet zich de mond niet snoeren. 'Dat is altijd het probleem bij een moord. Het wordt allemaal zo verdomd rommelig. Je mag je wettige eigendommen niet zomaar verkopen omdat er onzekerheid bestaat over het testament.' Met een lodderige blik staarde hij over tafel naar Jeremy. 'Het is allemaal jouw schuld, kleine hypocriete onderkruiper dat je bent. Een volmacht, rot nou gauw op! Ik ken niemand die zo hebberig is als jij... Dat ben je altijd geweest, en dat zul je altijd blijven. Ik heb je ik weet niet hoe vaak gezegd dat je die oude bloedzuiger in een tehuis moest laten opnemen, maar je wilde nooit naar me luisteren. Maak je geen zorgen, zei je steeds maar, ze maakt het niet lang meer...'
Dinsdag 9 maart 1999 - 00.23 uur
Toen Siobhan eindelijk bij haar huis kwam, brandde er wel licht, maar Rosheen was nergens te zien. Het verbaasde haar totdat ze keek hoe laat het was en zag dat het al ruim na middernacht was. Ze ging naar de keuken om Patch, de aanhankelijke straathond van de O'Riordans, even te aaien. Hij tilde zijn kop op van het kleedje voor het fornuis, kwispelde even met het stompje van zijn staart, geeuwde met zijn bek wijdopen en ging toen weer verder slapen. Siobhan had tegen de O'Riordans gezegd dat zij wel voor hem wilde zorgen terwijl ze weg waren, en het dier leek zich volkomen thuis te voelen in zijn nieuwe omgeving. Ze keek uit het keukenraam in de richting van de brand, maar behalve de donkere silhouetten van de bomen om het terrein was er niets te zien, en toen schoot ineens door haar heen dat Rosheen misschien niet eens wist dat het huis van haar oom in vlammen was opgegaan.
Op haar tenen ging ze de trap op naar haar twee zoontjes, die net als Patch even wakker werden, hun armen om haar hals sloegen en een kusje teruggaven, waarna ze hun ogen weer dichtdeden. Voor de deur van Rosheens kamer bleef ze even staan in de hoop het geluid van het televisietoestel van het meisje te horen, maar ze hoorde niets en liep toen weer naar beneden, opgelucht dat ze die avond geen tekst en uitleg zou hoeven geven. Rosheen was al zo erg geschrokken van de anti-Ierse slogans op de muren van Kilkenny Cottage, dus wie wist hoe ze zou reageren op het bericht dat het huis afgebrand was.
Dat ze bij hen in dienst was, was meer toeval dan opzet geweest. Ze was gekomen nadat Siobhans vroegere kindermeisje - een jongedame met talent voor melodrama - na twee weken op het platteland had aangekondigd dat ze liever 'doodging' dan nog één nacht de lichtjes van de grote stad om zich heen te moeten missen. In haar wanhoop had Siobhan Brideys voorstel dat ze Rosheen voor een proeftijd van een maand uit Ierland zou laten Overvliegen aangenomen - 'Ze is een dochter van een zuster van Liam, en ze is fantastisch met kinderen. Ze past al sinds ze twee turven hoog was op haar broertjes en zusjes, en die zijn allemaal dol op haar.' - en Siobhan had verbaasd gestaan over de snelheid en vanzelfsprekendheid waarmee het meisje een vaste plaats in haar gezin was gaan innemen.
Ian had zijn bedenkingen gehad - 'Ze is te jong... ze is te verstrooid... ik weet niet of ik het wel leuk vind om zo aan de O'Riordans gebonden te zijn...' - maar sinds Patrick was gearresteerd, was hij haar gaan waarderen omdat ze, ondanks alle vijandschap in het dorp, geweigerd had zowel Siobhan als Bridey in de steek te laten. 'Maar pas op, ik zou er geen geld op willen inzetten dat het door haar familiezin komt dat ze hier blijft.'
'Wat zou het nog anders kunnen zijn?'
'Seks met Kevin Wyllie. Iedere keer dat ze hem ziet, krijgt ze vlinders in haar buik, ook al is hij waarschijnlijk een maatje van het uitschot dat Liam en Bridey terroriseert.'
'Dat kun je hem toch niet kwalijk nemen. Hij heeft hier zijn hele leven gewoond. Ik zou me kunnen voorstellen dat de meesten hier wel weten wie dat gedaan hebben. Hij heeft tenminste het lef gehad zich niet van Rosheen af te keren.'
'Hij is een ongeletterde domkop met een IQ van ongeveer tien,' bromde Ian. 'Rosheen is niet dom, dus waar moeten ze het in godsnaam over hebben?'
Siobhan giechelde. 'Ik denk niet dat het haar om de interessante conversatie te doen is.'
Omdat ze besefte dat ze zo gespannen was dat ze toch niet zou kunnen slapen, schonk ze voor zichzelf een glas wijn in terwijl ze het antwoordapparaat afluisterde. Er ston-den een paar zakelijke boodschappen op, gevolgd door een berichtje van Ian. 'Hoi, met mij. De zaken gaan de goede kant op met Ravenelli. Als alles volgens plan verloopt, hebben we rond augustus mooie handbedrukte Italiaanse zijde in de aanbieding. Goed nieuws, hè? Ik kan zo al twee projecten noemen waar we volgens mij met de ontwerpen die ze me hebben laten zien aan de gang kunnen. Jij zult ze vast ook heel mooi vinden, Shiv. Wervelende, zeegroene vormen met elke terrakleur die je je kunt voorstellen.' Een korte geeuwpauze. 'Ik mis jou en de jongens vreselijk. Bel me eventjes als je voor elven thuis bent. Anders spreek ik je morgen. Als alles goed gaat, ben ik vrijdag thuis.' Hij eindigde met het geluid van een natte klapzoen, waardoor ze in de lach schoot.
De laatste boodschap was van Liam O'Riordan, en deze was kennelijk afgebroken door Rosheen, die de hoorn had opgenomen. 'Hallo, ben je er, Rosheen? Je spreekt met...' hoorde ze Liam zeggen voordat de opname werd afgebroken. Uit nieuwsgierigheid toetste Siobhan de code in waarmee nummer en tijdstip van het laatste telefoongesprek konden worden beluisterd, en tot haar verbazing hoorde ze de gesynthetiseerde stem zeggen dat het gesprek was binnengekomen om twintig uur zesendertig en dat er gebeld was vanaf telefoonnummer acht-twee-zeven-vijf-drie-acht. Ze herkende het nummer onmiddellijk, maar keek snel even in het telefoonboek om het zeker te weten. Liam & Bridey O'Riordan, Kilkenny Cottage, Sowerbridge, Tel: 8x7538.
Voor de tweede keer die avond was haar eerste reactie er een van ontkenning. Het was een vergissing, hield ze zichzelf voor... Liam kon onmogelijk om halfnegen gebeld hebben vanuit Kilkenny Cottage... de O'Riordans zaten voor de duur van de rechtszaak tegen Patrick onder politiebescherming in Winchester... er was niemand in Kilkenny Cottage aanwezig geweest op het moment dat de brand uitbrak.
Maar, o mijn god! Stel dat het niet zo was?
'Rosheen!' riep ze terwijl ze de trap weer op rende en op de deur van het kindermeisje begon te bonzen. 'Rosheen! Ik ben het, Siobhan. Word wakker! Was Liam vanavond thuis?' Ze wierp de deur open en knipte het licht aan, en constateerde tot haar ontzetting dat er niemand in de kamer was.
Woensdag 10 februari 1999
Siobhan stipte in het gesprek met de inspecteur ook de nalatenschap van Lavinia Fanshaw aan. 'U kunt niet voorbijgaan aan het feit dat zowel Peter Haversley als Jeremy Jardine een veel sterker motief hadden dan Patrick,' verklaarde ze. 'Zij stonden allebei in haar testament, en geen van beiden heeft ooit onder stoelen of banken gestoken dat hij haar dood wilde hebben. Lavinia's echtgenoot had één, inmiddels overleden, zuster, die maar één kind had, en dat is Peter, die zelf geen kinderen heeft. En Lavinia's enige kind, een eveneens al overleden dochter, was de moeder van Jeremy, die nooit getrouwd is.'
Hij moest glimlachen omdat ze alles zo uitgebreid had onderzocht. 'Daar zijn we ook niet aan voorbijgegaan, mevrouw Lavenham. Daar hebben we ons zelfs als eerste mee beziggehouden, maar u weet zelf beter dan wie ook dat zij het niet gedaan kunnen hebben. U en uw man hebben hun zelf een sluitend alibi verschaft. Het was tenslotte üw dineetje... bij ü thuis... en u hebt zélf onder ede verklaard dat ze bij u waren op het moment dat de moorden werden gepleegd.'
'Ja, maar die zaterdag alleen van acht uur 's avonds tot twee uur 's nachts,' zei Siobhan. 'En bepaald niet omdat we dat nou zo leuk vonden. Hebt u er enig idee van hoe het is om in een dorp als Sowerbridge te wonen, inspecteur? Men vindt dat je echt een beter mens bent als je vrijdag- en zaterdagavond met andere mensen dineert in plaats van lekker thuis te blijven en tv te kijken, en dan schijn je het niet erg te moeten vinden dat je iedere keer weer dezelfde vervelende mensen treft en dezelfde vervelende gesprekken moet voeren. Het heeft met status te maken.' Minachtend haalde ze haar schouders op. 'Ik kijk persoonlijk liever naar een goede film van Arnold Schwarzenegger of Sylvester Stallone dan te moeten doen alsof ik geïnteresseerd ben in iemands hypotheek of oudedagsvoorziening, maar ja... ik ben dan ook maar een Ierse, en iedereen weet dat Ieren geen stijl hebben.'
'Aan status zal het u niet ontbreken als Patrick voor de rechter staat,' zei de inspecteur geamuseerd. 'Want u bent degene die de alibi's verschaft.'
'Dat zou niet het geval zijn als we Jeremy en de Havers- leys eerder weg hadden kunnen krijgen. U kunt van me aannemen dat Ian en ik ze niet hebben vastgehouden - we hebben zelfs alle mogelijke moeite gedaan om ze de deur uit te krijgen, maar ze reageerden op geen enkele hint. Sam en Nora Bentley zijn op een redelijk tijdstip weggegaan, maar de anderen bleven gewoon op hun krent zitten. Weet u echt zeker dat Lavinia tussen elf uur en middernacht is vermoord? Vindt u het niet verdacht dat ik het juist moet zijn die het alibi levert dat Peter en Jeremy vrijpleit? Iedereen weet dat ik in Sowerbridge de enige ben die, als het enigszins kon, liever Patrick O'Riordan van een alibi zou voorzien.'
'Wat maakt dat voor verschil?'
'Dat betekent dat ik met tegenzin getuig, zodat mijn verklaring ten gunste van Peter en Jeremy meer gewicht krijgt.'
De inspecteur schudde zijn hoofd. 'Ik denk dat u uw positie in dezen overschat, mevrouw Lavenham. Als meneer Haversley en meneer Jardine zich een alibi hadden willen verschaffen voor de moord op mevrouw Fanshaw, zouden ze dan niet veel eerder een weekend weg zijn gegaan - naar Ierland, om maar een bestemming te noemen? Dat zou hun een veel duidelijker alibi hebben opgeleverd dan een zes uur durend verblijf ten huize van een getuige die hun niet goedgezind was. En trouwens,' vervolgde hij op verontschuldi- gende toon, 'we zijn wel degelijk zeker van het tijdstip van de moorden. Tegenwoordig kunnen ze het tijdstip met veel meer nauwkeurigheid vaststellen, vooral wanneer de lichamen zo snel gevonden worden als hier het geval is geweest.'
Maar zo gemakkelijk wilde Siobhan het niet opgeven. 'Maar u ziet toch wel hoe belachelijk toevallig het is dat het precies op de avond gebeurde dat Ian en ik een dineetje gaven. We hebben een vreselijke hekel aan dineetjes. Als wij gasten ontvangen, is dat meestal 's zomers, en dan geven we voor een stel vrienden van ons een barbecue. Altijd heel ongedwongen en het idee komt altijd spontaan op. Het wil er bij mij niet in dat het toeval was dat Lavinia werd vermoord op die ene avond per jaar waarvoor wij uitnodigingen hadden verstuurd...' - ze vertrok haar mond -'... notabene zes weken van tevoren!'
Hij keek haar bedachtzaam aan. 'Als u me zou vertellen hoe ze het hebben gedaan, zou ik het misschien met u eens zijn.'
'Voordat ze naar ons toe kwamen, of nadat ze vertrokken waren,' opperde ze. 'De tijdstippen die de patholoog heeft genoemd kunnen fout zijn.'
Hij trok een stuk papier uit een stapel op zijn bureau en draaide dat om zodat zij kon zien wat erop stond. 'Dit is een overzicht van British Telecom van alle telefoongesprekken die in de week voorafgaand aan de moord zijn gevoerd vanuit het huis van mevrouw Fanshaw.' Hij wees op het laatste nummer. 'Dit laatste heeft betrekking op een gesprek dat Dorothy Jenkins op de avond dat ze werd vermoord om halfelf nog heeft gevoerd met een vriendin van haar in Londen. Het gesprek heeft iets meer dan drie minuten geduurd. We hebben die vriendin gesproken, en zij beweert dat mevrouw Jenkins "aan het einde van haar Latijn" was. Kennelijk was mevrouw Fanshaw een lastige patiënte - wat vaak het geval is bij Alzheimerpatiënten - en mevrouw Jenkins had de vrouw - die ook verpleegster is - gebeld om te zeggen dat ze zin had om "die ouwe taart ter plekke te wurgen".