1
Reisgenoten

Carlo loopt voor me uit en al mijn woede concentreert zich op zijn tengere gestalte.

‘Klootzak, vrouwenhater, hufter’ – alle scheldwoorden die ik maar kan bedenken stort ik in gedachten over hem uit. Ik heb me vertild aan deze man. Voor het eerst vraag ik me af wie Carlo eigenlijk is. En op welke manier ik hem kan treffen, want ik kan het niet verkroppen dat hij me wegstuurt. Ik wil blijven, dat is alles wat ik weet.2

Op die lange reis die we ‘het leven’ noemen wensen we ons allemaal een reisgenoot. Een reisgenoot die bij je blijft, je steunt in barre tijden, in je gelooft en naast je staat. Alleen is ook maar alleen en om met Loesje te spreken: ‘Het leven is mooier met jou.’3

Het alleen zijn gaat ons in het algemeen niet zo goed af, de mens is nu eenmaal niet geschapen om alleen te leven. Bepaalde diersoorten kunnen dat, wij mensen niet. Veel alleenstaanden zijn als bronstige herten op jacht, soms vierentwintig uur per dag – in hun dromen nog het meest – om maar die ene, die ware te vinden. Diep ongelukkig zijn ze als dat niet lukt.

Het is de eenzaamheid die ons in de armen van de ander drijft, niet de behoefte om ons van nageslacht te verzekeren. Leeftijd speelt immers geen rol: het kan gebeuren dat je als tachtigjarige man in het verzorgingshuis nog niet veilig bent voor jagende vrouwen.

Welke eisen stel je aan de reisgenoot met wie je die lange voettocht wilt maken? Je weet dat de reis pittig zal worden, want je houdt niet van platgetreden paden maar zoekt het avontuur. Of stel je helemaal geen eisen en ben je al blij dat er iemand is die met je mee wil? Dan is de kans groot dat je halverwege de tocht ernstig in de problemen komt, want niet iedereen is goed gezelschap. Wanneer je een reisgenoot zoekt, kun je niet kritisch genoeg zijn. Is hij wel te vertrouwen? Kun je werkelijk van hem op aan en houdt hij woord? Weet je zeker dat hij halverwege de woestijn niet plotseling de voorkeur geeft aan een andere reisgenote? Wil hij wel zijn eigen rugzak dragen? En draagt hij ook zorg voor jullie gezamenlijke bagage of ben jij steeds degene die de zwaarste ballast zeult?

Foute reisgenoten

Foute reisgenoten zijn er in soorten en maten: je hebt hele foute en minder foute. De hele foute man doet alles wat God verboden heeft, hem moet je mijden als een besmettelijke ziekte en nooit in je leven toelaten. De iets minder foute is soms als kennis best vrolijk en inspirerend gezelschap maar begin geen intieme relatie met hem, want dan is de lol er snel af. Uiteraard is niet iedere man een geschikte huwelijkspartner en reisgenoot voor het leven, net zo min als elke vrouw dat is. Dat op ieder potje een deksel past is een illusie. Sommige potten en deksels passen totaal niet en zijn eigenlijk te beschadigd om nog gebruikt te worden. Mogen we eigenlijk wel zo denken, moeten we niet in iedereen het beste zien? Schrijf je mensen af wanneer je stelt dat ze voor een liefdesrelatie ongeschikt zijn? Ja en nee. Natuurlijk is het treurig om te constateren dat iemand beter geen intieme relaties kan aangaan, vooral wanneer hij of zij dat zelf heel graag wil. Maar het is nog treuriger om te zien dat mensen elkaar vreselijk beschadigen en kapot maken door hun onvermogen om lief te hebben.

Een foute reisgenoot is niet in staat tot een langdurige, op liefde en wederzijds respect gebaseerde relatie, of vertoont regelmatig gedrag dat de kwaliteit van de relatie ernstig ondermijnt. Hij houdt je op afstand, is onbetrouwbaar, onvoorspelbaar en egocentrisch, en probeert in de relatie steeds de touwtjes stevig in handen te houden, zodat hij de macht heeft. Hij kan moeilijk geven en gedraagt zich soms als een ware parasiet. Hij heeft gebrek aan zelfinzicht, neemt geen verantwoordelijkheid voor zijn daden, is niet gemotiveerd om zijn gedrag te wijzigen en zal daarom ook niet veranderen. Met een foute man is in feite geen echt en eerlijk gesprek over de relatie mogelijk, omdat hij niet bereid is naar zichzelf te kijken. Hij voelt niet genoeg wat hij doet met anderen, en de vrouw die een relatie met hem heeft voelt niet genoeg wat ze met zich laat doen.

De foute man valt op door zijn foute gedrag, maar in feite is de foute man vooral ook een bange man, alleen weet hij dat zelf niet. Hij is namelijk bang voor de macht van vrouwen. Hij is ervan overtuigd dat vrouwen hem zullen kwetsen en vernederen, hem zullen domineren en hem zullen verlaten en hij zal er alles aan doen om haar macht te neutraliseren. Susan Forward spreekt in haar boek Als liefde pijn doet en je weet niet waarom4 over de misogyne relatie, een relatie die gekenmerkt wordt door vrouwenhaat. De man probeert de vrouw te kleineren, haar zelfvertrouwen te breken en haar afhankelijk te maken. Alleen wanneer hem dat gelukt is kan hij zich veilig bij haar voelen. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke man niet bepaald een prettige reisgenoot kan zijn. In de volgende hoofdstukken zullen verschillende typen foute reisgenoten de revue passeren. Ik kwam tot deze typering op grond van mijn werkervaring. De ene foute man is beslist fouter dan de andere en misschien zullen niet alle door mij beschreven mannen gedreven worden door zo’n intense vrouwenhaat als Forward beschrijft, maar wat ze zeker gemeen hebben is hun angst voor vrouwen en de weigering enige verantwoordelijkheid te nemen voor de schade die ze aanrichten.

De foute man is te vergelijken met een gokkast: je stopt er van alles in, maar er komt nooit iets uit. De vrouw die op hem valt blijft in hem investeren en hopen dat hij zal veranderen – wat zelden gebeurt, omdat hij zelf niet lijdt onder zijn eigen gedrag.

Rampzalige relaties

Je komt ze wel eens tegen op feestjes. Hopeloze stelletjes waarvan niemand snapt waarom ze nog bij elkaar zijn. Terwijl hij laveloos aan de bar hangt, praat zij vooral negatief over hem met haar vriendinnen: over wat hij nu weer gedaan en vooral ook nagelaten heeft, hoe hij zich wéér niet aan afspraken heeft gehouden en hoe zíj zich ferm heeft gedragen en hem voor de zoveelste keer de waarheid heeft gezegd. Dat haar therapeut gezegd heeft dat het toch vooral aan zijn traumatische jeugd ligt en dat hij blij mag zijn dat ze nog bij hem is. Ze krijgt steun en erkenning van haar vriendinnen, die verontwaardigd met haar meeleven – maar daar schiet ze helaas weinig mee op.

Er zijn gelukkig ook vrouwen die er steeds in slagen een betrouwbare reisgenoot te vinden en daarmee voor kortere of langere tijd in liefde te leven. Je komt dergelijke stellen ook wel eens tegen op feestjes. Je herkent ze onder andere doordat ze nooit in gezelschap een onvertogen woord zullen spreken over hun partner. Je voelt en ziet het respect dat ze voor elkaar hebben. Ze zijn in de eerste plaats goede vrienden.

Er zijn helaas ook vrouwen die een abonnement hebben op foute reisgenoten. Nog vóór ze een man goed en wel kennen zijn ze samen al op pad, waarna al vrij snel blijkt dat er helemaal geen sprake is van ‘samen reizen’. Hij reist vooral alleen en doet wat hij wil, slaat soms zijwegen in en dan ziet ze hem dagen niet. Net wanneer ze denkt dat hij niet meer terug zal komen is hij weer op haar weg verschenen en dan ze moet vooral geen vragen stellen. Hij wil geen verantwoording afleggen, hij is tenslotte geen kind meer! Dus vraagt en klaagt ze steeds minder en is ze allang blij dat hij er is. Zij koestert de illusie dat ze samen reizen, maar ze wordt steeds vermoeider, zieker en somberder. Ze wil naar huis, maar weet de weg niet meer terug.

In elke relatie is wel wat. Geen mens is perfect. Wat voor de een niet te verdragen is, is voor de ander juist aan te bevelen. Betekent dit dat slechte relaties niet bestaan en de beoordeling van de kwaliteit van een relatie altijd subjectief is? Absoluut niet! Er bestaan wel degelijk rampzalig slechte en beschadigende relaties die ook door de echtelieden als zodanig beleefd worden. Er zijn echter ook mensen die voortdurend in oorlogsgebied verkeren terwijl ze het zelf niet eens door hebben. Die weten niet beter, of zijn eraan gewend. Soms went zelfs oorlog.

Wat moeten we ons voorstellen bij beschadigende, slechte relaties? Een beschadigende en slechte relatie is een relatie waarin het lijden aan de relatie overheerst. Daarbij is lijden iets anders dan niet helemaal gelukkig zijn. Lijden betekent nachten wakker liggen en piekeren. Bang zijn voor zijn stemmingen, bang zijn voor zijn thuiskomst, bang zijn voor zijn ontrouw, voor zijn fantasieën, voor zijn wensen, voor zijn geweld, voor zijn verwijten, voor zijn vernederingen… Het betekent in jezelf eindeloze redevoeringen tegen hem houden in de hoop dat hij je eindelijk zal begrijpen en wakker geschud zal worden. Het betekent stikken in je woede en gevoelens van onmacht. Het betekent hoofdpijn, hoge bloeddruk en depressies. Lijden aan een relatie betekent dagboeken vol schrijven over hém, knokken om je eigenwaarde overeind te houden, therapeuten raadplegen, zelfhulpboeken lezen, hem controleren op misbruik van middelen, op ontrouw. Het betekent wanneer je kinderen hebt met kromme tenen toezien wat hij doet en vooral nalaat. Het betekent vergoelijken, verzachten en voorkómen. Lijden aan een relatie betekent hem verdedigen tegen beter weten in, recht praten wat krom is. Lijden aan een relatie betekent eenzaamheid… ondraaglijke eenzaamheid.

Een slechte relatie tast als zoutzuur de voegen van je bestaan aan. Het holt je persoonlijkheid uit, brengt je gezondheid in gevaar en blijft niet zonder gevolgen voor je verdere leven. Er zijn mensen die in hun huwelijk dusdanig getraumatiseerd raken dat ze in de psychiatrie belanden. Traumatisering binnen het huwelijk is vooralsnog een sterk onderbelicht probleem, maatschappelijk gezien, maar ook binnen de hulpverlening, terwijl het zo veel voorkomt. En we hebben er nog steeds geen goed en adequaat antwoord op.

Lisa (45)

Het klinkt raar, maar in feite heb ik mijn man nooit gemogen en toch ben ik met hem getrouwd. Het is geen prettig mens, nooit geweest ook. Ik raakte zwanger na een feestje waarin ik met een dronken kop bij hem in bed belandde en had daarna niet de moed voor een abortus te kiezen. En een alleenstaande moeder te zijn en alleen het kind groot te brengen zag ik al helemaal niet zitten. Dus trouwden we. Hij wilde dat ook graag en dat ontroerde me wel. Ik dacht ‘ík maak er maar het beste van’. Nou, het beste is het niet geworden, het is in feite niets geworden. Het huwelijk was een grote ramp. Ik was steeds bezig hem gunstig te stemmen zodat hij niet zo uit zijn dak zou gaan. Wanneer hij er niet was, was ik al bang voor het moment dat hij weer thuis zou komen. Alles stond in teken van zijn nukken en kuren, er was geen peil op hem te trekken. Ik maakte me zorgen over onze dochter, was bang dat zij er te veel onder zou lijden. Dat ík het slecht met hem had was nog tot daaraan toe, maar ik wilde haar een prettige jeugd bezorgen. Toen mijn hulpverlener mij duidelijk maakte dat mijn dochter ook leed onder de situatie, begreep ik dat ik bij hem weg moest gaan. Uiteindelijk ben ik met haar naar een blijf-vanmijn-lijfhuis gevlucht, want ik wist dat hij ons nooit met rust zou laten…

Zware rugzak en hindernissen

Een slechte relatie is niet hetzelfde als een moeizame relatie en een foute man is niet hetzelfde als een problematische man. De problematische man is bereid zichzelf te leren kennen, verantwoordelijkheid te nemen voor zijn problemen en te investeren in het ontwikkelen van ander gedrag. Leven met een dergelijke man mag dan niet eenvoudig zijn, het is wel mogelijk.

Er bestaan moeizame relaties die toch de moeite waard zijn. Een moeizame relatie kan juist de persoonlijke groei bevorderen en hoeft niet traumatiserend te werken.

Een relatie kan stroef verlopen om allerlei redenen. Soms zijn de omstandigheden moeilijk, bijvoorbeeld door geldgebrek, werkloosheid of ziekte. Ook de dood van dierbaren kan een relatie enorm belasten. Het is ook mogelijk dat een van de partners veel ballast meebrengt vanuit het verleden: een traumatische scheiding of een moeilijke jeugd. Bij tegenslagen komt de relatie onder druk te staan en blijkt des te meer wat de kracht én wat de zwakte is van beide partners en van de relatie. Moeilijke omstandigheden vergen extra veel van beide partners en soms zullen zij deze niet zonder professionele hulp het hoofd kunnen bieden. Samen ‘reizen’ met een zware rugzak en hindernissen onderweg is niet eenvoudig, maar wel mogelijk. Door het geworstel kun je jezelf ontwikkelen, verder komen met jezelf en met de ander en daardoor vaak ook met de omstandigheden. Voorwaarde is wel dat beide partners werkelijk samen op pad zijn, elkaar serieus nemen en zorgdragen voor elkaar, dat ze van de situatie, van zichzelf en van anderen willen en kunnen leren en verantwoordelijkheid willen dragen en dat er sprake is van wederzijds respect en vertrouwen. Dan blijft de relatie ondanks de moeilijke omstandigheden een rechtvaardige relatie. Bij beschadigende slechte relaties is het vertrouwen er óf nooit geweest óf het is fundamenteel aangetast.

Hans (35)

Ik ben jaren heel moeilijk in de omgang geweest, voor mijn vrouw was dat geen gemakkelijke tijd. Ik ben vroeger ernstig mishandeld en seksueel misbruikt en toen mijn kinderen geboren werden kwam die hele geschiedenis boven. Ik had het min of meer verdrongen. Ik was als de dood dat ik geen goede vader voor mijn kinderen zou zijn. Ik was ook erg bang dat Hella bij mij weg zou gaan en maakte dan ruzie om niets, alsof ik hoopte dat ze me weg zou sturen. Ik kon er gelukkig met haar wel goed over praten en uiteindelijk zijn we samen in therapie gegaan en dat heeft ons erg geholpen. Ik heb nu het ergste wel gehad en tussen mij en Hella gaat het beter dan ooit. We hebben zo veel met elkaar meegemaakt al die jaren, dat schept een enorme band.

Verslaafd aan jou

Het lijkt zo eenvoudig: als je structureel ernstig ongelukkig bent in je relatie met een foute man, dan stap je op en zoek je een ander. Helaas is dat voor veel vrouwen niet zo simpel. Vrouwen die lijden onder een slechte relatie en er eigenlijk mee willen stoppen, maar dit niet voor elkaar krijgen, zou je relatieverslaafd kunnen noemen. De term relatieverslaafd werd onder andere gebruikt door Robin Norwood in haar veelgelezen boek Als hij maar gelukkig is: vrouwen die te veel in de liefde investeren.5 Net als mensen die verslaafd zijn aan bijvoorbeeld nicotine, alcohol of drugs vallen vrouwen die ‘te veel liefhebben’ steeds weer terug in hun verslavingsgedrag, in die zin dat ze obsessief bezig zijn met hun partner en met de relatie. Hoewel ze weten dat de relatie slecht voor hen is lukt het deze vrouwen niet om er definitief een punt achter te zetten.

De vrouw interpreteert het feit dat ze niet los kan komen van haar destructieve relatie vaak als een bewijs dat ze ‘dus toch nog van hem houdt’. Met houden van of liefhebben heeft dit echter niets te maken. Alle verslavingen, dus ook relatieverslavingen, worden gekenmerkt door een ongezonde mate van afhankelijkheid. Een te grote afhankelijkheid wordt vaak verward met liefde. Wanneer deze vrouwen eerlijk zijn tegenover zichzelf realiseren ze zich wel dat er meer sprake is van afhankelijkheid dan van echte liefde. Een alcoholist vindt de drank op het laatst ook niet meer lekker, hij drinkt omdat hij niet zonder kan. Hij haat de drank en vooral zichzelf vanwege zijn onmacht om hem te kunnen laten staan. Zo is het met de relatieverslaafde vrouw ook gesteld: ze kan niet mét haar man leven, maar ook niet zonder hem. Ze haat haar man vaak om zijn gedrag maar ze haat zichzelf nog het meest. Telkens neemt ze zich voor om niet meer naar hem terug te gaan, niet meer te bellen, maar ze houdt dat niet vol. En net als bij een verslaafde roker die tevergeefs probeert te stoppen, wordt ook bij deze vrouw het gevoel van machteloosheid omdat het maar niet lukt steeds groter. Behalve machteloosheid voelt ze ook schaamte, omdat ze nog steeds bij hem is. Ze durft haar voornemen om nu werkelijk bij hem weg te gaan niet meer uit te spreken: ze heeft het immers al zo vaak gezegd, maar het nooit waar kunnen maken. Haar isolement wordt steeds groter en ze lijdt daardoor steeds meer in stilte.

De relatieverslaafde vrouw is alles wat haar foute partner niet is. Wat hij te weinig heeft, heeft zij te veel: te veel verantwoordelijkheidsgevoel, te veel schuldgevoel en te veel begrip en inlevingsvermogen. Is hij meestal lomp, dan is zij tactvol. Verzorgt hij zichzelf slecht, dan ziet zij er uit om door een ringetje te halen. Heeft hij veel macht, dan is zij de ondergeschikte. Vaak wéét ze ook niet goed meer wat ze zelf eigenlijk wil. Ze is meestal niet assertief, al lijkt ze dat wel. Buiten de deur kan ze wel degelijk haar mannetje staan; zij is beslist niet per definitie de vrouw die nooit op straat komt, of schuw en snel een paar boodschapjes doet. Ze kan hoogopgeleid zijn en een topfunctie hebben. Ze kan een vrouw van de wereld lijken, succesvol en ambitieus, maar in de liefde eet ze droog brood.

Gevaarlijke verliefdheden

Het lijkt wel een misselijke grap van de natuur. Waarom voelen we ons aangetrokken tot iemand die niet goed voor ons is en waarom vinden we roken of vette patat lekker terwijl onze bloedvaten dicht slibben? Waarom hebben we niet vooral ‘van nature’ zin in een krop sla? Waarom worden we soms verliefd op een man die niet goed voor ons is en lopen we aardige mannen voorbij? Zijn we steeds meer vervreemd van de natuur en wisten mensen vroeger beter wat goed voor hen was? Waarschijnlijk niet. Zolang er mensen zijn, zijn er slechte relaties en gebeuren er ongezonde dingen in relaties. Maar het is een feit dat de ene vrouw meer de kunst verstaat ‘gevaarlijke’ mannen uit haar leven te weren dan de andere. Gevaar afwenden begint bij gevaar herkennen en dat is nu net wat een relatieverslaafde vrouw niet goed kan. Wanneer ze het gevaar niet ziet, is ze weerloos aan de goden overgeleverd, of liever gezegd: aan de boze geesten. Of ze ziet het gevaar wel, maar wordt er onweerstaanbaar door aangetrokken: haar gevoel wint het van haar verstand.

Een ezel stoot zich in ’t algemeen niet tweemaal aan dezelfde steen… maar sommige vrouwen leren niets van hun vorige slechte relaties en begeven zich argeloos opnieuw op gevaarlijk terrein met een foute reisgenoot, in de veronderstelling dat het nu gaat lukken. En hoe vaker het mislukt, des te hardnekkiger gelooft ze de volgende keer dat hij nú de ware is en des te langer duurt het voordat ze opstapt. Een goed huwelijk begint met een juiste partnerkeuze. Een relatieverslaafde vrouw kiest echter keer op keer de verkeerde en de relatie is dan ook vanaf het begin gedoemd te mislukken.

Wanneer mensen verliefd worden, hebben ze de neiging zich vooral te laten leiden door hun gevoel en door hun hormonen. Ze vertrouwen er te veel op, ze denken dat hij wel de juiste partner móét zijn: ze zijn toch niet voor niets verliefd op hem geworden! Deze redenering is natuurlijk net zo naïef als het idee dat mooie rode bessen nooit giftig kunnen zijn. We weten allang dat verliefdheid alléén geen goede basis voor een relatie is. Het klinkt weinig romantisch, maar wanneer je serieus een liefdevolle relatie wilt opbouwen zul je ook je verstand moeten gebruiken. Is hij een geschikte partner? Is hij betrouwbaar? Passen jullie werkelijk bij elkaar of zijn er onoverbrugbare verschillen en complexe problemen? Elke verliefdheid gaat voorbij en wat blijft er dan over van de relatie en de motivatie om het elkaar naar de zin te maken? Soms maar bitter weinig.

Wanneer een vrouw keer op keer verliefd wordt op een man die niet deugt, dan heeft ze een probleem: een partnerkeuzeprobleem. In de psychologie spreken we dan van een neurotische partnerkeuze. Met neurotisch wordt bedoeld dat de gedachten, gevoelens, gedrag en keuzes van iemand zeer sterk bepaald worden door onbewuste en onverwerkte zaken uit het verleden. Dat wat onbewust en onverwerkt is, dient zich steeds weer opnieuw aan. Vrouwen met dergelijke problemen zouden juist extra op hun hoede moeten zijn wanneer ze verliefd worden: ze staan dan meestal op het punt om weer in het drama van de herhaling te stappen. In veel gevallen doen ze er goed aan niet toe te geven aan de verliefdheid en afstand te bewaren. De beste partner voor haar is de man op wie ze niet heftig verliefd is, ‘maar…’ klaagt ze, ‘daar val ik gewoon niet op, die vind ik niet aantrekkelijk, daar wil ik niet mee naar bed, daar voel ik gewoon niets voor’.

Dus gaat ze – tegen beter weten in – met de foute man naar bed, terwijl ze eigenlijk geen relatie met hem wil, want in veel gevallen ziet ze drommels goed dat hij niet deugt. Van die ene keer komt een volgende keer en voor ze het weet zit ze weer in een monsterverbond gevangen, ‘een tegennatuurlijk verbond tussen twee staten of politieke partijen’, volgens Van Dale6 en in dit verband dus tussen twee mensen. Een tegennatuurlijk verbond is het zeker: een relatie met een foute man gaat innerlijke groei en ontwikkeling tegen. Dat kan nooit de bedoeling van liefde zijn.

Een neurotische partnerkeuze kun je opvatten als een stoornis waarvan je moet genezen. Meestal lukt dat niet zonder professionele hulp. Aan elke verslaving liggen problemen ten grondslag die opgelost moeten worden – voorzover dat mogelijk is – en ook deze stoornis ontstaat niet zomaar. Vrienden en familie willen nog wel eens beweren dat ze ‘zo’n pech’ heeft met mannen. Pech bestaat, maar is vaak niet de oorzaak van dit drama. In de volgende hoofdstukken zal duidelijk worden welke problemen er ten grondslag kunnen liggen aan dit partnerkeuzeprobleem. Lukt het de vrouw in kwestie deze problemen onder ogen te zien, dan kan ze hulp zoeken en kan ze leren de foute mannen uit haar leven te weren. Deze zullen dan mettertijd steeds minder aantrekkelijk voor haar worden.

Fantoompijn

Wanneer we ons realiseren dat onze verliefdheden vooral iets zeggen over onze onbewuste neurotische conflicten en onverwerkte zaken kunnen we er veel van leren.

Wat is verliefdheid eigenlijk? Verliefdheid is een oerverlangen naar compleet zijn, naar ‘heel’ worden. Psychologen beweren dat we in de verliefdheid op zoek zijn naar dat eerste gelukzalige gevoel van versmelting dat we met onze moeder hadden.

Er is een oud verhaal waarin verteld wordt dat mensen vroeger anders in elkaar zaten dan nu. Ze hadden vier armen en benen, twee gezichten en twee geslachtsorganen. Omdat de mensen de goden belaagden, besloot een god de mens in tweeën te klieven. Sindsdien zouden wij voortdurend op zoek zijn naar onze wederhelft. We ervaren de pijn van het afgesneden zijn als eenzaamheid en we verlangen naar eenwording. Dit zou onze ‘jacht’ naar die ander verklaren.

Het is zeker opvallend dat veel mensen in de liefde op zoek zijn naar hun evenbeeld, naar het vertrouwde, maar ze zoeken ook naar het aanvullende. We zoeken iets bekends, iets vertrouwds en waarschijnlijk iemand waarin we onszelf bevestigd zien en tegelijkertijd willen we dat onze partner al onze eigen tekortkomingen en gebreken opheft en goedmaakt – ‘Ondergebit zoekt bovengebit om samen gezellig nootjes te knabbelen’. We projecteren ons verlangen compleet te worden op de potentiële liefdeskandidaat en zien in hem wat we willen zien. Wanneer onze onbewuste fantasieën min of meer aansluiten bij zijn onbewuste fantasieën dan vinden we dat het klikt, dan voelen we de belofte van de eenwording, van het paradijselijke samen-één-zijn. Wanneer onze fantasieën niet aansluiten, dan voelen we dat het niet klikt en nemen we afstand.

Wanneer een vrouw op haar levensreis veel onverwerkte en pijnlijke zaken in haar rugzak moet meetorsen, heeft ze meestal weinig nodig om verliefd te worden en zal haar partnerkeuze veelal neurotisch bepaald zijn. De huid van een man, zijn stem, zijn oogopslag, zijn geur kunnen al voldoende zijn om haar fantasie te prikkelen. Direct gaan de sluizen van haar verlangen open en projecteert ze ook alle andere verlangens en wensen op hem. Hij zal haar eindelijk gelukkig maken, weet ze… eindelijk zal dat nare gevoel van alleen-zijn opgeheven worden. Ze beseft nog niet dat ze zich in de relatie met deze foute man eenzamer zal gaan voelen dan ooit tevoren.

Wanneer een vrouw zich tot haar tegenpool aangetrokken voelt en ook geneigd is om zich met haar spiegelbeeld in te laten, wat zegt dat dan over haar als persoon? Wanneer zij voor een vrouwenhater kiest die haar mishandelt, haat zij dan zichzelf, of heeft zij misschien zelf last van mannenhaat? Zo ja, dan zal haar foute keuze deze haatgevoelens slechts bevestigen en zo nee, dan zal ze na een aantal relaties met foute mannen vanzelf een vorm van mannenhaat ontwikkelen. Wanneer een vrouw steeds valt op haar evenbeeld zou zij daaruit toch een les over zichzelf moeten kunnen leren. Welke les dat is zal in de volgende hoofdstukken duidelijk worden.

Shela (30)

Ik was vreselijk verliefd op Jean zond er dat ik begreep waarom. Zo leuk vond ik hem eigenlijk niet, hij had veel trekjes die me niet aanstonden. Hij is bijvoorbeeld een ontzettende vrouwenversierder en in feite vind ik dat puberaal gedrag. Toen ik hem een keer tijdens een vergadering meemaakte realiseerde ik me ineens dat we veel op elkaar lijken. Hij heeft eenzelfde manier van doen. Hij is ook behoorlijk dominant en op een bepaalde manier lomp in contacten. Ik moest steeds glimlachen toen ik hem zo bezig zag, ik herkende zoveel van hem in mezelf en dat deed me ook goed . Het was net of ik door naar hem te kijken mezelf ook iets meer begreep. Ik dacht: wanneer ik een man was geweest zou ik me waarschijnlijk net zo gedragen als hij, inclusief dat gedoe met vrouwen. Want wanneer ik echt eerlijk durf te zijn over mezelf, ben ik ook wel een versierster, maar ik veroordeel dat erg en verhul het ook veel meer, ook omdat het van vrouwen veel minder gepikt wordt.

Maatschappelijke context en stille getuigen

Foute mannen en de vrouwen die op hen vallen voeren hun privé-drama bij voorkeur op achter de coulissen van het maatschappelijke decor, maar desondanks zijn vele omstanders vaak ongevraagd getuige. Vrouwenhaat, vrouwenonderdrukking, (seksueel) geweld jegens vrouwen en kinderen heeft een maatschappelijke context nodig waarin dergelijk gedrag onbewust of bewust, impliciet en expliciet, gevoed, getolereerd en genegeerd wordt. Geweld jegens vrouwen en kinderen neemt eerder toe dan af. Is dat de schuld van vrouwen zelf, worden ze te bijdehand, of zijn de meeste mannen chronisch in de war?

Mannen leerden generaties lang dat ze prestaties moesten leveren op de arbeidsmarkt en in bed en dat ze in huis de baas moesten zijn. Ze mochten vooral niet kwetsbaar en afhankelijk zijn en ze leerden gevoelens – behalve de agressieve – te onderdrukken. Dit voorgeschreven rolgedrag maakte mannen ‘geschikter’ voor het plegen van geweld en het onderdrukken van vrouwen. Vrouwen leerden dat ze zich moesten aanpassen, dat ze lief en aardig, nooit boos en vooral zorgzaam moesten zijn; ze mochten vooral niet te veel met seks bezig zijn en werk en opleiding waren bijzaak. Dit maakte hen ‘geschikt’ voor de rol van voetveeg, huissloof en slachtoffer. De laatste dertig, veertig jaar is er heel wat gebeurd op het gebied van de vrouwen- en mannenemancipatie. Vrouwen en later ook mannen ontdekten de nadelen van deze seksespecifieke socialisering en waren blij met een ruimere rol – en taakopvatting. Maar we zijn er nog niet: emancipatieprocessen verlopen langzaam. Met name foute mannen en de vrouwen die op hen vallen, kunnen die ommezwaai naar een meer gelijkwaardig samenleven niet maken. Zij zijn vooral degenen die op een rigide manier vasthouden aan het inmiddels achterhaalde beeld van hoe ‘echte mannen’ en ‘echte vrouwen’ zich dienen te gedragen. Deze mannen en vrouwen zijn beiden misschien wel in de war nu ze deze traditionele beelden moeten loslaten. De mannen willen ze vaak niet loslaten omdat ze denken dat ze veel te verliezen en weinig te winnen hebben. De vrouwen streven meer gelijkwaardigheid na, maar hebben zich het ‘nieuwe’ rolgedrag nog niet voldoende eigen gemaakt.

De oplossing voor deze problematiek is complex, maar ligt gedeeltelijk zeker mede in de verdere emancipatie van zowel mannen als vrouwen. Ondanks de weerstand die er bij sommigen leeft, zullen zorgtaken en de verantwoordelijkheid voor het inkomen nog beter verdeeld moeten worden. Daarnaast zullen we deze echtparen moeten blijven aanspreken op hun beider verantwoordelijkheid, ook in het belang van hun kinderen. Dat laatste gebeurt structureel te weinig. We bemoeien ons nog veel te weinig met het privé-leven van een ander; zelfs wanneer we weten dat die ander doodongelukkig is, beschadigd wordt of zelf iemand beschadigt, geslagen wordt of slaat, misbruikt en verkracht (wordt) sluiten we onze ogen. We denken maar al te graag dat waar twee vechten, twee schuld hebben en we dus niet hoeven ingrijpen omdat twee volwassen mensen heus wel voor zichzelf kunnen zorgen. We onderschatten daarmee de machtsongelijkheid die veel relaties kenmerkt en overschatten de keuzevrijheid van mensen en de mogelijkheid voor zichzelf te zorgen.

Wanneer we goed luisteren en kijken naar onze medemens en ons werkelijk bekommeren om anderen, weten we meestal heel goed wat er zich ongeveer afspeelt tussen de muren van onze buren, familieleden en vrienden. Veel vaker gaat het er echter om of we het werkelijk wíllen weten en of we de moed hebben ernaar te vragen. Het is prettig om niets te weten, want dan hoef je ook niets. Weten schept verplichtingen: wanneer je weet dat je buurvrouw vrijwel dagelijks door haar man verkracht wordt, moet je iets doen.. maar wat??

We willen graag geloven dat huwelijk en gezin de veilige haven vormen, de spreekwoordelijke hoeksteen van de samenleving. Weten van wantoestanden in gezinnen en in relaties tast ook ons eigen wereldbeeld en daarmee ons gevoel van veiligheid aan. Want als je in je eigen huis niet meer veilig bent, waar dan nog wel?