6
Hoogtepunt
Oude muziek in een nieuw jasje
Misschien vertelt de directe omgeving van het bed ons meer over de nacht die zojuist is verstreken. Ach, de onschuld van de dingen die we ’s nachts haastig achter ons laten, op weg naar vergetelheid. Bezie dat aandoenlijke spoor, van bank naar bed: twee paar schoenen, schots en scheef op het vloerkleed. Zwarte, degelijke herenmolières, en een paar hooggehakte linnen sandaaltjes. Een spijkerbroek waar haastige benen zijn uitgestapt, ineengevouwen als een harmonica. Knoedeltjes sok, een achteloos neergeworpen overhemd. Dichter bij het bed wordt het lijfgoed intiemer. Haar roze kanten behaatje hangt half in de asbak, haar glimmende chemiesier vormt een zwarte plas op het hout van de vloer. Haar slipje, verscholen tussen de plooien van het laken, rust in de vouwen van zijn boxershort.1
Wanneer vreemdgangers niet echt op zoek zijn naar een aanvullende relatie, maar er min of meer in rollen, veronderstellen ze in het begin vrijwel allemaal dat het bij een paar keer vrijen zal blijven. Hij neemt zich meestal voor het contact niet tot een vaste relatie uit te bouwen. Maar na die ene keer is hij onrustiger dan ooit: ‘Ik wil haar nog een keer zien, dan lukt het me daarna vast beter haar uit mijn hoofd te zetten,’ denkt hij tegen beter weten in. De minnares is meestal ook niet van plan een relatie te beginnen met een getrouwde man. Maar nog geen week later kan zij het toch niet laten om te bellen. ‘Ik moest even je stem horen, is alles goed met je’ (ze bedoelt: ‘heeft je vrouw ook iets gemerkt’). Weer een week later staat hij onverwacht in haar stamcafé. Elke keer weten ze niet hoe snel ze bij haar thuis moeten komen en vrijen ze heftiger en hartstochtelijker dan daarvoor. En nog steeds zeggen ze na afloop vooral tegen zichzelf en soms tegen elkaar dat er niets aan de hand is, ze alles onder controle hebben en er zo mee kunnen stoppen. Het tegendeel is meestal het geval. Wanneer de vreemdganger en de minnares echt verliefd op elkaar zijn geworden, zijn ze verslaafd aan elkaar geraakt en vertonen ze alle symptomen van verslaafde mensen. Ze zijn elkaars obsessie geworden, alles staat in het teken daarvan en ze leven van de ene ontmoeting naar de andere.
John
Het dagje wadlopen is wat uit de hand gelopen. Het was te verwachten natuurlijk, maar ik heb de hele dag opgetrokken met Mirte. Het was zo vertrouwd met haar, we hebben zo genoten, alsof we elkaar al jaren kennen. Het was prachtig weer waardoor we ook nog buiten konden eten en dat is sowieso al super romantisch. Ik had toen al de neiging om haar te zoenen, maar deed dat niet omdat er ook allemaal collegae bij waren. Wel raakte ik haar steeds even aan en in de loop van de avond hadden we alleen nog maar oog voor elkaar. We hebben heel veel samen gedanst terwijl ik helemaal niet kan dansen, maar met haar ging het perfect. Haar lijf tegen me aan maakte me helemaal gek en ik wist toen al zeker dat deze avond vreselijk uit de hand zou lopen. Toen we ’s avonds naar huis moesten, was het heel vanzelfsprekend dat ik haar thuis zou brengen. Zonder een woord te wisselen stapte ze bij mij in de auto en toen was er ook meteen geen houden meer aan. Ik heb nog nooit zo heftig gevreeën, ik heb er spierpijn van. Zo hartstochtelijk, wanhopig bijna, dierlijk driftmatig maar ook ontroerend, vooral ook ontroerend. Dat twee mensen dit met elkaar mee kunnen maken… dat is toch iets fantastisch…
Het was vreselijk moeilijk om me van haar los te scheuren en naar huis te gaan. Ik moest wel, ik kon het niet maken om de hele nacht weg te blijven. Het had niet veel gescheeld of ik was die nacht bij haar gebleven, maar Mirte hielp me om weg te komen. Ik was pas om half vijf thuis. Sara sliep als een roos toen ik heel voorzichtig naast haar tussen de dekens kroop. Toen ik haar daar zo onschuldig in bed zag liggen en ze slaapdronken vroeg hoe het was geweest, en ze dicht tegen me aankroop voelde ik me wel slecht. Maar dat duurde maar even, ik viel in slaap met de herinnering aan Mirte en aan de vrijpartij en rekende uit hoeveel uren het nog zou duren voordat ik haar weer zou zien.
In de vorige hoofdstukken hebben we kennisgemaakt met de verschillende typen vreemdgangers en verschillende typen minnaressen en echtgenotes.
We zagen dat zowel de vreemdganger als minnares nogal eens een opvoedingsachtergrond heeft waarin ze in emotioneel opzicht nog niet echt toe zijn aan een gelijkwaardige relatie. Tevens werd duidelijk dat de echtgenote soms zelf ook vanwege haar achtergrond een man kiest bij wie zij het risico loopt bedrogen te worden. Wanneer mensen worstelen met heftige innerlijke conflicten ten aanzien van relaties, creëren ze vooral in het liefdesleven vaak een context die een afspiegeling is van dat innerlijke conflict.
In hoofdstuk drie zagen we dat jongens een andere ontwikkeling doormaken dan meisjes. Een centraal thema in de ontwikkeling van een jongen is loskomen van moeder en een stevige mannelijke identiteit verwerven. Dit gebeurt nogal eens in een gezin waarin vader als identificatiefiguur te weinig aanwezig is. De heteroseksuele man heeft de opdracht later een relatie aan te gaan met een vrouw die in zoveel opzichten op zijn moeder lijkt, voor wie hij zoveel tegenstrijdige gevoelens heeft. Die tegenstrijdige gevoelens zijn bijvoorbeeld: erg veel van haar houden, het gevoel hebben niet zonder haar te kunnen, onzeker zijn en afhankelijk van haar zijn en tegelijk ook boos op haar zijn omdat ze steeds dingen verbiedt die hij als jongetje zo graag wil. Zij is naast de allerliefste ook de grote pretbederver in zijn leven. Hij is misschien gekwetst omdat vader toch de belangrijkste man in haar leven is en niet hij. Hij is wellicht razend omdat ze zo geheimzinnig doet over seksualiteit ten opzichte van hem terwijl ze van de andere kant zo verleidelijk is. Hij is jaloers omdat hij weet dat ze vader wel toelaat ’s avonds in bed en hem wijst ze steeds af wanneer hij bij haar op schoot wil zitten. Hij is wellicht boos omdat zijn moeder na hem nog een baby kreeg: ‘Heeft ze aan hem alleen niet genoeg?’
Wanneer moeder een zeer tegenstrijdige figuur voor hem was en vader hem maar in zeer beperkte mate opving, dan kan hij op latere leeftijd moeite hebben met het opbouwen van een intieme relatie met een vrouw. Intimiteit met een ander vraagt intimiteit met jezelf. Dat wil zeggen: weten wie je zelf bent, genoeg zelfvertrouwen hebben om de ander dichtbij te laten komen. Op kunnen komen voor wat goed voor je is zonder daarbij egocentrisch te worden. Net als Oedipus je losgemaakt hebben van de verslindende aspecten van de moeder om een vrouw als maatje en metgezel naast je te verdragen. Maar als je nog bang bent voor de boze moeder, zul je een vrouw op afstand houden en geen intiem contact durven aangaan. Je kunt dan bijvoorbeeld een workaholic worden met het prettige neveneffect dat je je daardoor stevig en belangrijk kunt voelen. Je kunt ook vreemdgaan. De vreemdganger overtuigt zichzelf op die manier dat hij onafhankelijk en dus veilig is. De angst voor nabijheid en gebondenheid wordt op die manier geneutraliseerd. Totdat de minnares hem onder druk zet om voor haar te kiezen, dan breekt zijn oude angst om zich te binden weer door. Zolang ze dat niet van hem vraagt, zal hij slechts voordeel van het vreemdgaan hebben.
De vreemdganger ‘verdeelt’ de verschillende tegenstrijdige gevoelens vaak over verschillende vrouwen. Wanneer hij bijvoorbeeld is opgegroeid met een moeder die haar seksualiteit afwees en alleen maar moeder wilde zijn, dan kan het moeilijk voor hem zijn om zijn echtgenote ook als seksuele partner te blijven zien, vooral wanneer er kinderen komen. Hij maakt van zijn vrouw dan vooral een moederfiguur en van zijn minnares een seksgodin. Hij heeft immers geleerd dat moederschap en seksualiteit niet samen gaan. Het vreemdgaan is een afspiegeling van deze innerlijke gespletenheid. Want wanneer hij zijn vrouw alleen nog maar als moeder kan beleven, gaat hij steeds meer op ‘één been hinken’ en mist hij de seksualiteit. Door de seksualiteit ‘uit te besteden’ aan een andere vrouw wordt hij weer heel. Alleen deze heling vindt buiten hemzelf plaats en niet in hemzelf, waardoor de oplossing uiteindelijk niet zal werken.
De getraumatiseerde vreemdganger zal net als de god Ares zijn echtgenote snel als een machtige en alles bepalende moeder ervaren en zal veel agressie ten opzichte van haar voelen. Dit maakt hem eenzaam in de relatie en hij zal verlangen naar de ‘goede moeder’, die hij bij de minnares zal zoeken en vinden. Zijn vrouw ervaart hij dan als ‘alleen maar slecht’ en zijn minnares als ‘alleen maar goed’. Zo is ook zijn innerlijke gespletenheid terug te zien in de situatie die de getraumatiseerde vreemdganger creëert.
We zagen in hoofdstuk 4 dat ook het meisje vaak opgroeit in een context die onevenwichtig is. Het meisje heeft vaak moeite om los te komen van moeder, waardoor ze te afhankelijk blijft en te weinig leert wie ze zelf is; of ze wordt door moeder verwaarloosd en moet te snel zelfstandig worden, waardoor er niet genoeg aan haar behoefte om afhankelijk te zijn, wordt voldaan. Daarnaast wil ze ook haar vader leren kennen, maar het verlangen naar hem wordt vaak gefrustreerd doordat hij negatief aanwezig, afwezig of verboden terrein is. Wanneer ze ten aanzien van seksualiteit ook nog eens zeer negatieve of tegenstrijdige boodschappen ontvangt, leert ze niet hoe ze zich op een normale manier als vrouw tot een man kan verhouden, hoe ze intiem met hem kan zijn. Ze zal onzeker blijven over haar eigen vrouwelijkheid en seksualiteit in relaties, of juist alle contacten met mannen verseksualiseren. Ze zal zich in ieder geval in nabijheid van mannen bewust of onbewust, gemaskeerd of heel zichtbaar, kwetsbaar voelen.
Wanneer vader streng verboden is en moeder een soort Hera, dan zal het meisje misschien stiekem fantaseren dat vader haar veel liever vindt, eigenlijk met haar wil trouwen. Ze zal dan bedenken dat ze moeder ‘gewoon weg zullen doen’. Ze weet dan zeker dat ze dan altijd naast pappie zal mogen slapen in hun grote bed. Deze fantasieën kunnen zeer beangstigend voor haar zijn en kinder-analytici weten dan ook dat deze fantasieën vervormd kunnen worden tot acceptabeler gedachten, fantasieën en angsten. Een klein meisje kan bijvoorbeeld een tijdje erg angstig zijn dat moeder een ongeluk zal krijgen. Ze claimt moeder, die mag de deur niet uit. Onder deze angst kan de onbewust fantasie zitten: ‘Laat moeder alsjeblieft een ongeluk krijgen zodat ik vader voor mij alleen heb.’ Het meisje voelt zich onbewust altijd schuldig ten opzichte van moeder omdat ze moeder ook liefheeft. Hoe schuldiger ze zich voelt, des te angstiger zal ze zijn voor wraak van moeder, want moeder is groot en machtig en zij is nog maar klein.
Wanneer vader niet afwezig of verboden, maar juist grensoverschrijdend in lichamelijke zin en of in emotionele zin was, kun je spreken van incest of van emotionele incest. In het laatste geval gaat vader een te volwassen emotionele relatie met haar aan. Hij bespreekt zijn problemen met haar of vertelt haar bijvoorbeeld over zijn slechte seksuele relatie met zijn vrouw. Het meisje wordt dan te veel in haar oedipale wens om vader voor zich alleen te hebben gestimuleerd, waardoor ze klem komt te zitten, vooral ook ten aanzien van haar moeder. Haar onbewuste schuldgevoel ten opzichte van moeder en angst voor haar wraak zal daardoor versterkt worden en kan ondraaglijke proporties aannemen.
Wanneer een meisje in haar kindertijd erg geworsteld heeft met deze problematiek en deze thema’s onvoldoende zijn opgelost, dan loopt zij het risico dat zij in haar latere liefdesleven vastloopt. Een gelijkwaardige en beschikbare partner is dan te bedreigend voor haar. De man zou te dichtbij komen en daarmee zou haar angst om zich te binden, haar kwetsbaarheid en onzekerheid, geactualiseerd worden. Een getrouwde man is in eerste instantie veiliger voor haar en kan bescherming bieden tegen de angst zichzelf te verliezen in een één-op-éénrelatie, want ze kan zich niet aan hem binden omdat hij getrouwd is. In tweede instantie zal ze echter ook klem komen te zitten in de relatie met deze getrouwde man omdat de schuldgevoelens ten opzichte van haar moeder en de angst voor haar wraak geactualiseerd worden, doordat haar oedipale wens in vervulling gaat. Deze angst zal echter pas de kop opsteken in een later stadium van de relatie, als de vreemdganger overweegt bij zijn vrouw weg te gaan. De relatie met een getrouwde man is een afspiegeling van haar innerlijke conflict en past dus voorlopig goed bij haar.
In de driehoeksverhouding zal zij het bestaan van de echtgenote in eerste instantie min of meer kunnen ontkennen door het nauwelijks over haar te hebben. Ze zal later misschien inderdaad wel eens hopen dat zijn vrouw zal verongelukken en misschien ligt ze daadwerkelijk in hun echtelijke bed. Ze zal zich schuldig voelen en bang zijn dat de echtgenote erachter komt en soms vrezen ze de wraak van de echtgenote ook terecht, want er bestaan echtgenotes zoals Hera. De minnares zal, vanuit haar oedipale wens, vechten voor de relatie en alles op alles zetten om te winnen van de echtgenote. Maar ze twijfelt soms ook: ‘Wil ik hem eigenlijk nog wel.’ Onbewust zal ze blijven denken en soms zelfs hopen dat hij toch voor zijn vrouw zal kiezen, want pappies en mammies horen eigenlijk toch wel bij elkaar. Wanneer ze een relatie aangaat met een getrouwde man heeft ze dezelfde context gecreëerd als vroeger: in haar fantasie wil ze hem, maar eigenlijk ook weer niet. In werkelijkheid zegt ze hem te hebben (‘hij houdt alleen maar van mij’) maar in feite heeft ze hem nauwelijks.
De echtgenote is ook ooit een klein meisje geweest en het zal ook van haar opvoeding afhangen of ze geschikt is voor de rol van bedrogen echtgenote. Soms is het schokkend te merken hoeveel echtgenote en minnares op elkaar lijken qua gezinsachtergrond. Is de minnares zonder vader opgegroeid, dan is de kans groot dat dit voor de echtgenote ook geldt. Is de minnares misbruikt of verwaarloosd in haar jeugd, dan is dit bij de echtgenote vaak ook het geval. Heeft de echtgenote last van depressies, dan is de minnares meestal ook niet helemaal onbekend met dit ziektebeeld.
Het hoeft ons eigenlijk ook niet te verbazen, want de vreemdganger heeft beide vrouwen uitgekozen en valt kennelijk op een bepaald type vrouwen. Ook al lijken de vrouwen in eerste oogopslag misschien niet op elkaar, in veel opzichten en vooral qua gezinsachtergrond kunnen ze elkaar de hand geven. Wanneer de echtgenote is opgegroeid met een ‘afwezige’ vader of moeder, kan ze later een man kiezen en trouwen die ook een grote afwezige in haar huwelijk is. Wanneer haar vader haar misbruikte, dan kan ze later een man kiezen die haar in haar huwelijk ook in emotionele en seksuele zin misbruikt. Hij geeft haar niets, maar neemt alles. Hij zuigt haar leeg en zoekt daarna een nieuw slachtoffer. Wanneer ze een vader had die alle vrouwen in het gezin schoffeerde en vernederde en ze een moeder had die zich liet schofferen, dan kan ze een man trouwen die haar in het huwelijk als een Assepoester behandelt. Ze doet zijn was, staat dag en nacht voor hem klaar, maar hij heeft geen respect voor haar. Hij bejegent haar als een sloof en zijn minnares als een prinses. Wanneer een vrouw opgroeide met een vader die aardig maar onbetrouwbaar en impulsief was, dan is de kans groot dat ze later een man trouwt die zich als een soort kostganger gedraagt. Hij vliegt in en uit en is er nooit wanneer ze hem nodig heeft. De minnares en echtgenote hebben dus één ding in ieder geval gemeen. Echte intimiteit met een man die echt voor hen heeft gekozen kennen ze niet en verdragen ze niet. In hun fantasie hebben ze een man, maar in feite hebben ze hem beiden maar half.
Het drietal zit gevangen in de herhaling van vroegere onopgeloste conflicten. De drive om de innerlijke splitsing te helen, om deze innerlijke conflicten op te lossen kan groot zijn en maakt de dynamiek in buitenechtelijke relaties vaak zo heftig.
Juist omdat de buitenechtelijke relatie een herhaling is van oude vroegkinderlijke thema’s, spelen in het driehoeksdrama die oude conflicten een stevig deuntje mee. Sterker nog, ze bepalen vrijwel de gehele muziek. Was de situatie vroeger zeer knellend en is de minnares een temperamentvolle vrouw, dan zal ook de verhouding met de getrouwde man heel wat bij haar oproepen en zal ze sterk de verhouding bepalen. Werd het kleine meisje door haar ouders verwaarloosd, dan zal ze zich aan de getrouwde man vastklampen als een baby aan de borst, maar hij zal haar niet genoeg kunnen voeden. Werd moeder vroeger als een rivale beschouwd en was er veel strijd tussen die twee, dan zal de strijd zich nu verplaatsen naar de echtgenote. De minnares zal haar minnaar uitdagen risico te nemen ten gunste van haar en zal hem stimuleren in het bedrog ten aanzien van zijn vrouw. Zo reageert zij haar woede op haar moeder nu af op de echtgenote.
Was de echtgenote vroeger een schuw en angstig meisje en is ze dat in haar huwelijk gebleven, dan zal het overspel van haar man des te langer duren omdat zij te bang is voor de waarheid.
Was de vreemdganger vroeger een zeer gekwetste en boze jongen die zich vreselijk onderdrukt voelde door zijn moeder en is hij dat gebleven, des te heftiger zal hij zich dan nu gedragen in de relatie met de minnares en des te ongevoeliger zal hij zijn voor de schade die hij zijn vrouw berokkent. Bedrog plegen geeft altijd een gevoel van macht over degene die je bedriegt. Voelde hij zich zeer onmachtig in de relatie met zijn moeder, dan zal hij nu misschien des te meer behoefte aan macht hebben in zijn huwelijk. Maar net als vroeger is hij bang voor een openlijke machtsstrijd, vroeger verloor hij immers ook altijd. Hij zoekt de macht ‘ondergronds’, dat is veiliger voor hem.
Wanneer de dynamiek zo heftig is, is het ook bijzonder moeilijk om met een driehoeksverhouding te stoppen. Er worden wel vaak vele halfslachtige pogingen ondernomen, maar voor alle partijen is het meestal een slepende kwestie. De buitenechtelijke relatie lijkt in eerste instantie de oplossing voor alle oude conflicten en biedt inderdaad het paradijselijke gevoel van ‘vergeten’, van ‘vrede’ en van ‘heel’ zijn. Daarom kunnen driehoeksverhoudingen waarbij werkelijk verliefdheid speelt ook zo verslavend zijn. De drugsverslaafde heeft na zijn shot ook even het gevoel van vrede, is even weg van de wereld waarin hij verscheurd wordt door conflicten. Hij heeft heel even het paradijselijke gevoel dat ‘alles goed is’. Maar een junkie heeft ook steeds sneller een shot nodig. Hij heeft geen verslaving, maar de verslaving heeft hem. Zo kan de vreemdganger ook het gevoel hebben de controle over de situatie te verliezen en de minnares voelt zich ook steeds afhankelijker worden. Zij hebben niet de buitenechtelijke verhouding, de buitenechtelijke verhouding heeft hen. Uiteindelijk komt er een moment dat de verslaving zich tegen de drugsverslaafde keert en hij er meer en meer schade van gaat ondervinden. Zo vergaat het ook de minnaars in het buitenechtelijke spel. Er komt een moment dat de verhouding zich tegen hen keert, maar in dit hoofdstuk is het nog niet zover, voorlopig beleven de vreemdganger en zijn minnares alleen nog maar het paradijs en niets anders dan het paradijs.
Hoe het paradijs op aarde neerdaalt
De vreemdganger en zijn minnares scheppen hun geheime eiland, ver weg van de bewoonde wereld, ver weg van aardse beslommeringen. Samen stappen ze het liefdesparadijs binnen en maken ze hun eigen liefdesnestje. Het paradijs refereert aan ‘niet weten’ en aan onschuld. Maar het is een schijnrealiteit, want de eigen pijnlijke geschiedenis, de beperkingen en beslommeringen in het dagelijks leven en de derde in de rol van echtgenote zijn altijd op de achtergrond aanwezig, in de beleving van beiden. In het paradijs kan de dagelijkse realiteit hooguit buitengesloten en toegedekt worden. Het verlangen naar het paradijs is dan ook meer een póging om even niets te weten, het verlangen naar je vredig over te geven aan een droom, aan de illusie van de maakbaarheid van de wereld, het leven en de liefde.
Hoe pijnlijker datgene is wat we willen vergeten, des te groter zal de behoefte zijn om in een paradijs onder te duiken en des te gepassioneerder zullen we ons in een buitenechtelijke relatie storten. Het klinkt weinig romantisch, maar dit is grotendeels de drive achter de hartstocht die een buitenechtelijke relatie kenmerkt. De praktische context van een buitenechtelijke relatie is ook wezenlijk anders dan een huwelijk of vaste relatie en deze context maakt ook dat de relatie zo past bij dat wat de vreemdganger en minnares gezien hun achtergrond nodig hebben.
Ik heb je onvoorwaardelijk lief
Na de eerste fase waarin beide partijen veronderstellen dat ze nog kunnen stoppen, breekt al snel de fase aan waarin ze zich realiseren dat stoppen een bijna onmogelijke opgave is. Al snel berusten ze in het feit dat ze een relatie hebben en ontstaat er een vast patroon van afspraken maken. Beiden worden zeer vindingrijk in het organiseren van zoveel mogelijk ontmoetingen. Elk moment is meegenomen en er worden heel wat toeren uitgehaald om maar een halfuur bij elkaar te kunnen zijn. Over de echtgenote wordt zomin mogelijk gesproken en de verwachting dat de vreemdganger bij zijn vrouw weg zal gaan speelt in die fase meestal geen rol. Het feit dat het vanzelfsprekend is dat hij niet bij zijn gezin weg zal gaan heeft tot gevolg dat de passie tussen de twee geliefden tot grote hoogte op kan laaien. Beiden gaan ervan uit dat ze geen toekomst met elkaar hebben. Juist dit vrijblijvende karakter van de relatie maakt dat ze minder kritisch ten opzichte van elkaar zijn dan wanneer ze als vrije mensen een relatie zouden krijgen. In die zin lijkt een buitenechtelijke verhouding op een vakantieromance: je kijkt minder nauw met wie je tussen de lakens verdwijnt, het hoeft niet per se een nobel mens te zijn, het plezier staat voorop. Deze minder kritische en minder ambivalente houding kan ervaren worden als onvoorwaardelijke liefde voor elkaar. De geliefden hebben minder de neiging de ander te veranderen en voelen zich dus ook meer gerespecteerd, waardoor ze ook minder de neiging zullen hebben zich uit het contact terug te trekken. Hoewel verliefdheid meestal blind maakt, zijn buitenechtelijke minnaars meestal stekeblind. Ze zijn zich hier overigens zelden van bewust. Ze kunnen tot hun verbazing constateren en het gevoel hebben dat ze voor het eerst ‘totaal’ van iemand houden, zoals ze dat nog nooit eerder hebben gekund. Ze worden minder verscheurd door ambivalentie ten opzichte van de geliefde en kunnen dus zelf ook een gevoel van ‘heel zijn’ ervaren en vasthouden. Er is natuurlijk wel ambivalentie over de geheime overspelige situatie, en die gevoelens steken ook wel de kop op wanneer de buitenechtelijke geliefden weer thuis zijn. Maar in elkaars armen voelen ze zich totaal bemind en ‘heel’ en leven ze in een paradijselijk gevoel van versmelting. Ze zijn elkaars idool en leven in een narcistische bewondering voor elkaar.
Benoite Groult beschrijft in haar roman Zout op mijn huid 2 een buitenechtelijke relatie tussen een Bretonse visser en een intellectuele Parisienne. Hoewel ze op grond van hun verschillende leefstijlen vreemden hadden moeten zijn, leidt hun ontmoeting tot een levenslange en zeer hartstochtelijke verhouding. De verschillen deden er niet toe omdat hun relatie geen consequenties had voor hun toekomst. Daardoor lukte het hun om van elk moment dat ze samen waren onbekommerd te genieten.
Het gevoel dat iemand je onvoorwaardelijk liefheeft, geeft een enorm gevoel van geborgenheid en veiligheid. Een veiligheid die we eigenlijk alleen kunnen ervaren in een ouder-kindrelatie die, als het goed is, inderdaad gekenmerkt wordt door onvoorwaardelijke liefde. Juist dit aspect van die onvoorwaardelijkheid maakt dat een buitenechtelijke relatie zo verslavend kan zijn. We kunnen er ons aan laven en vooral wanneer we vroeger veel tekort zijn gekomen, is deze ervaring troostend en helend. Veel vreemdgangers en minnaressen hebben in hun kindertijd die onvoorwaardelijke liefde van de ouders niet ervaren. In een buitenechtelijke relatie kunnen ze dan het gevoel hebben voor het eerst echt totaal bemind te worden terwijl ze helemaal zichzelf durven en kunnen zijn.
Niet zelden durven de geliefden juist ook vanwege het gevoel van veiligheid gevoelige kwesties met elkaar te bespreken. De relatie kan echter ook de oude pijn van bijvoorbeeld de vroegere verwaarlozing of het seksueel misbruik ‘wakker maken’, juist vanwege het feit dat er nu onvoorwaardelijke liefde is. De pijn en het verdriet wordt nu pas toegelaten omdat er nu ook troost is. Beiden kunnen een duik in hun verleden nemen en vaak vertellen ze elkaar in korte tijd meer dan ze in hun huwelijk ooit verteld hebben.
Wanneer de vreemdganger predikant, leraar, hulpverlener, huisarts enzovoort is van de minnares, is de relatie misschien ooit begonnen vanwege het feit dat de minnares haar pijnlijke geschiedenis met hem deelde. De vreemdganger zal dan meestal de rol van ‘therapeut’ blijven spelen. De relatie zal daardoor nog ongelijkwaardiger worden. Wanneer een professionele hulpverleningsrelatie omgezet wordt in een liefdesrelatie, is dit voor de minnares zeer schadelijk, ook al denkt zij daar zelf vaak anders over.
Wanneer de relatie wel gelijkwaardiger is, kan het heel helend zijn pijnlijke zaken en trauma’s onder ogen te zien in aanwezigheid van een troostende geliefde. Juist omdat de relatie geen toekomstperspectief heeft mogen ook de pijnlijkste zaken en feiten er zijn. Heeft de minnares een ernstig eetprobleem? Geen punt voor haar minnaar, wanneer ze bij hem is, eet ze trouwens alles wat los en vast zit. Liefde maakt hongerig. Is de vreemdganger in zijn verleden ooit met justitie in aanraking geweest? Hij durft haar dat best wel te vertellen en zij reageert er begripvol op. Wanneer beiden wel een toekomst zouden hebben, zou menig verhaal ietsje anders vallen. De vreemdganger zou zich misschien afvragen wat het eetprobleem van zijn minnares voor hen in de toekomst zou kunnen betekenen. Is zij toch niet een seksgodin maar gewoon een problematische vrouw? De minnares zou het justitie-verhaal ook ietwat anders aanhoren. Ze zou zich misschien afvragen of hij wel werkelijk te vertrouwen is! Maar nu vragen ze zich niets af en hebben ze geen oordeel. Ze luisteren naar elkaars verhalen en stimuleren elkaar in de verwerking van hun verleden. Soms worden er stappen in die verwerking gezet die voordien ondenkbaar waren. Liefde, ook buitenechtelijke liefde, geeft kracht en heelt inderdaad soms wonden.
Mirte
Het personeelsuitstapje is vreselijk uit de hand gelopen. Na afloop ben ik met John naar bed geweest en sindsdien hebben we een relatie. Het is raar maar waar, ik ben gewoon niet bestand tegen die man, ik ken mezelf niet terug, maar ik doe allerlei zaken die ik voorheen niet voor mogelijk had gehouden. Soms denk ik wel eens: ‘Waar zit mijn verstand.’ Waar zijn je principes gebleven, vroeg laatst een vriendin. Een goede vraag ja… ik heb ze nog wel, maar ik kan er niet meer naar handelen, lijkt het wel. Ik ben alleen nog maar met hem en met seks bezig. Het is net of mijn hele lijf in brand staat. Ik loop de hele dag opgewonden rond en ben als de dood dat anderen het kunnen zien. John vindt het fantastisch en is er net zo aan toe. We zien elkaar regelmatig en proberen heel gewoon te doen wanneer er anderen bij zijn, maar dat lukt natuurlijk nauwelijks. Het gekke is dat het me ineens ook niet veel meer uitmaakt wat anderen denken, ik voel me zo sterk en mooi en heb het gevoel dat ik de hele wereld aankan. Ik heb me nog nooit zo vertrouwd bij iemand gevoeld, ik durf hem ook alles te vertellen. Ik heb al heel wat relaties gehad, maar nooit klikte het zo goed als met John. Hij vindt mij geweldig, ik vraag hem dan wel eens of hij helemaal geen minpuntjes ziet en ik ga dan al mijn onhebbelijkheden opnoemen. Hij moet dan vreselijk lachen en kust het allemaal weg en zegt dan steeds dat hij juist van mij houdt vanwege die dingen die ik minpuntjes vind. Ik kan dat eigenlijk niet geloven, maar als ik eerlijk ben dan kan ik over hem ook niets negatief verzinnen. We passen gewoon heel goed bij elkaar. Ik heb het gevoel dat ik eindelijk helemaal mijzelf kan zijn en dat gevoel heeft hij ook. Het is alsof je thuiskomt bij elkaar. Ik kan er soms helemaal ontroerd van zijn en laatst moest ik ontzettend huilen nadat we heftig hadden gevreeën. John hield me gewoon vast, schrok er niet van en sprak allemaal lieve woordjes. Ik kan me soms zo klein en geborgen voelen in zijn armen.
Gestolen uren
Een buitenechtelijke relatie is altijd beperkt qua tijd en staat daardoor onder druk maar het samenzijn wordt daardoor ook intenser. Ook dit feit maakt dat de hartstocht tot ongekende hoogte kan oplaaien. Vrijen onder tijdsdruk kan de relatie een intensiteit geven die in een gewone relatie niet gehaald wordt. Elke minuut is er een en moet goed worden besteed. De tijd speelt een grote rol en wordt ook anders beleefd dan in een gewone relatie. Vijf minuten kan een uur duren en een uur lijkt soms vijf minuten. Een hele middag samen is in een buitenechtelijke relatie vaak een ongekende luxe en elke minuut wordt dan ook goed besteed. Een hele middag samen in een gewone relatie is nu eenmaal niets bijzonders. Omdat in een buitenechtelijke verhouding de tijd samen schaars is wordt er ook minder moeilijk gedaan over onbenulligheden omdat dit als tijdverspilling wordt ervaren. Er wordt weinig ruzie gemaakt, het is altijd leuk en juist dit heeft ook tot gevolg dat de geliefden een vertekend beeld van elkaar krijgen. Door ruzie te maken leer je iemand werkelijk kennen.
De situatie is te vergelijken met iemand die leeft in de wetenschap dat hij niet oud zal worden. Deze persoon is zich meer bewust van de tijdelijkheid van het bestaan en leeft daardoor vaak intenser en kan soms ook beter moeilijkheden relativeren. Het is de context van de naderende dood die dit intense ervaren grotendeels mogelijk maakt. Zo ook maakt de context van de buitenechtelijke liefdesverhouding het mogelijk om meer van elkaar te genieten en alles intenser te beleven. Het is niet uitsluitend een kwaliteit van de minnaars of van hun relatie zelf, maar het wordt door de context bepaald.
Sommige mensen zijn verslaafd aan tijdsdruk en aan deze intense gevoelens. Zij ervaren rust en tijd voor elkaar hebben als saai en hebben dan niet het gevoel dat ze intens leven. Ze zijn steeds op zoek naar een ‘kick’ en korte maar heftige ontmoetingen tussen vreemdganger en minnares kunnen zo’n kick geven. Vaak zijn de kicks nodig om gevoelens van eenzaamheid en leegte en depressie, gevoelens die vaak al ontstaan zijn in hun jeugd, toe te dekken. Komt er een eind aan de buitenechtelijke verhouding, dan vallen de minnares en de vreemdganger in een gat waarbij ze geconfronteerd worden met alle onderliggende gevoelens. Omdat ze deze gevoelens niet kunnen verdragen, kunnen ze moeilijk met de verhouding stoppen.
John
Ik probeer elke dag even tijd vrij te maken voor Mirte, soms hebben we maar een uurtje en een enkele keer iets langer en dat voelt dan als een enorme luxe. We benutten onze tijd goed, dat wil zeggen we brengen als het kan alle tijd in bed door. Wanneer ik onverwacht een uurtje over heb, bel ik haar altijd op dat ik eraan kom. Zij gaat dan alvast naakt in bed liggen wachten op mij, vreselijk spannend vind ik dat. Wanneer ik naar haar toe rij, weet ik dat ze naakt op me wacht en moet ik opletten dat ik geen brokken maak. Ik ben dan een vreselijk monster in het verkeer. Ik heb de sleutel van haar huis en zodra ik binnen ben begin ik me ook uit te kleden, op de trap heb ik meestal mijn bovenkleding al uit en zodra ik dan haar slaapkamer binnenkom ben ik er al helemaal klaar voor. Het is allemaal vreselijk spannend, ik heb eindelijk weer het gevoel dat ik leef. Ik zeg tegen haar altijd dat zij mijn ‘liefdesshot’ is. Het is net of ik de hele dag stoned rondloop. Ik ben in ieder geval behoorlijk van de wereld. Het is wel vervelend dat we niet meer tijd voor elkaar hebben, maar het heeft ook wel wat. Die spanning elke dag, die gestolen uurtjes. Ruzie hebben we nog nooit gehad, dat zou ik ook zonde van onze tijd vinden. Bovendien is er geen reden voor. Zij weet dat ik niet bij mijn vrouw weg zal gaan en zij wil dat ook helemaal niet, dus dat is geen thema. Voor de rest voelen we elkaar perfect aan en genieten we van elk moment.
Intimiteit
In iedere relatie wordt het spel van afstand en nabijheid tot elkaar gespeeld. Voortdurend vierentwintig uur per dag intiem met elkaar verbonden zijn en op elkaar gericht zijn en alles met elkaar delen, is onmogelijk en ongezond. Te weinig nabijheid en contact maakt eenzaam en is ook niet goed. ‘Iets ertussenin’ is wenselijk maar niet gemakkelijk te verkrijgen. Vreemdgangers, minnaressen maar ook echtgenotes hebben een enorme behoefte aan intimiteit maar kunnen deze intimiteit vaak nauwelijks verdragen. Want intimiteit kan ook angst oproepen. Angst om in de steek gelaten te worden, angst om in de ander op te gaan, met de ander te vervloeien, zodat je niet meer zo goed weet wie je zelf bent. Wanneer de angst voor de intimiteit te groot dreigt te worden, kan er een behoefte ontstaan om weer even afstand te nemen en onze dagelijkse verplichtingen komen dan soms ook goed uit en helpen ons daarbij. Wanneer de partner het kan verdragen dat de ander even afstand neemt, is er niets aan de hand en zullen beiden daarna weer wat meer contact zoeken. Zo zijn beiden in een afstand-en-nabijheidsdans verstrengeld en bewegen ze zich soms meer richting de ene pool en dan weer richting de andere. Op zich is dit een natuurlijk proces, maar deze ‘dans’ wordt soms bemoeilijkt doordat beide partners sterk verschillen in hun intimiteitbehoefte en persoonlijke mogelijkheden tot het verdragen van die intimiteit. De een heeft misschien juist behoefte aan afstand op het moment dat de ander nabijheid nodig heeft. Dit levert dan een conflict op. Conflicten kunnen een functie hebben om die intimiteit te reguleren en soms worden daarom (onbewust) ook conflicten gecreëerd.
In een buitenechtelijke relatie is de afstand en nabijheid bij voorbaat al meer geregeld dan in een niet-buitenechtelijke relatie. De ontmoetingen zijn relatief van korte duur. Voordat het te intiem kan worden en er angst voor identiteitsverlies kan ontstaan, moet de vreemdganger alweer gaan. Dit heeft tot gevolg dat beiden dichter tot elkaar kunnen komen en zich ook meer kunnen openstellen voor elkaar in die korte momenten van contact wanneer ze wel bij elkaar zijn. Voor beiden kan dit een bijzondere en ongekende ervaring zijn en vaak veronderstellen ze dan dat het door de kwaliteit van hun contact komt dat ze zich zo kunnen openen en zo intens met elkaar verbonden zijn. Dit is echter maar gedeeltelijk waar. Ook hierbij is het weer zo dat de context van de driehoeksrelatie maakt dat de beide partners zich open kunnen stellen en intimiteit kunnen ervaren.
Omdat de intimiteit zo begrensd wordt in een buitenechtelijke verhouding en juist daardoor op die korte momenten zo intens ervaren wordt, is een buitenechtelijke verhouding voor veel mensen met intimiteitproblemen dus zeer aantrekkelijk. Een binding aangaan is voor hen moeilijk, want binden betekent de ander dichter bij laten, je openstellen. Afhankelijk worden, je hechten met het risico dat je opnieuw verlaten wordt. Of met het risico dat de ander te veel ‘bezit van je neemt’, waardoor je jezelf verliest.
De ander dichtbij laten vraagt ook vertrouwen in die ander en juist in die zin kan een relatie met een getrouwde man ook veilig zijn, want hij gaat meestal niet snel vreemd of het moet een echte Hermes zijn die tal van vrouwen tegelijkertijd kan hebben. Maar meestal is de getrouwde man gewoon thuis wanneer hij niet bij zijn minnares is en de kans dat hij haar bedriegt met een ander is dan ook zeer gering. Dat hij een relatie heeft met zijn eigen vrouw wordt door de minnares niet als bedrog ervaren. Zij was al ingecalculeerd en wordt in het begin nooit als rivaal ervaren.
In een gewone relatie waarin zich intimiteitsproblemen voordoen, zie je vaak dat een of beide partners zich zodanig afsluiten dat er geen contact meer wordt ervaren. Dit terugtrekgedrag kan vragen oproepen als: ‘Hou ik nog wel van haar en ben ik eigenlijk wel in staat om van iemand te houden?’
In een buitenechtelijke relatie wordt het spel van afstand en nabijheid, je openstellen en weer afsluiten, dus meer gereguleerd door het feit dat de vreemdganger weer naar huis moet. Deze context kan zeer behulpzaam zijn voor mensen die de intimiteit zelf moeilijk kunnen reguleren. Omdat de vreemdganger weer naar huis gaat en de behoefte om bij elkaar te zijn altijd wat wordt gefrustreerd, kunnen beiden die behoefte aan intimiteit met de ander ook intenser voelen. In een buitenechtelijke relatie wordt de liefdesbeker nooit helemaal leeggedronken, waardoor het verlangen blijft. Dit wordt als een bevestiging van de wederzijdse liefde ervaren en van de persoonlijke mogelijkheid tot houden van. De twijfel of je wel van iemand kunt houden kan heel naar zijn en vaak wordt dit als een afwijking ervaren. De bevestiging dat je wel van iemand kunt houden, kan dus heel geruststellend zijn.
Mirte
Het gekke is dat ik nooit genoeg van John krijg. Toen ik net bij Peter weg was, heb ik veel vriendjes gehad, maar ze verveelden me al snel. Na een weekeinde dacht ik al: ‘Ga jij nu maar weer naar huis’ en meestal stuurde ik daar ook op aan. Ik zie John bijna elke dag behalve in de weekeinden en ik zou er heel wat voor overhebben om een dag bij hem te kunnen zijn. Ik ben veel opener tegenover John dan ik ooit geweest ben. Peter vond mij altijd heel gesloten en klaagde erover dat ik nooit eens iets uit mezelf vertelde. Bij John heb ik juist de behoefte om alles te vertellen wat er in me opkomt. Ik kan niets bedenken wat ik niet met hem zou kunnen bespreken.
Het geheim
Samen een geheim hebben schept een band en samen iets doen dat eigenlijk niet door de beugel kan, versterkt die band nog meer. De vreemdganger en zijn minnares creëren een geheim eiland van liefde en seks dat afgegrendeld is van de beslommeringen van alledag. Elke ontmoeting is een feestje en verboden vruchten smaken per definitie lekker.
Het kan zijn dat de vreemdganger worstelt met autonomieproblemen. Vroeger werd hem van alles verboden, vooral seks, of hij werd verwend en werden er juist helemaal geen grenzen gesteld. Op zijn werk heeft zijn baas het voor het zeggen, in zijn huwelijk is zijn vrouw de baas. Hij voelt zich afhankelijk, beknot in zijn vrijheid en bovendien bepaalt zij ook nog eens wanneer er gevreeën wordt en wanneer niet. Wat is nog zijn terrein, welke ruimte heeft hij nog voor zichzelf? Mogelijk durft hij het conflict met zijn vrouw hierover niet aan te gaan. Misschien stelt zij geen onredelijke eisen, maar accepteert hij geen enkele begrenzing, zoals Poseidon. Een buitenechtelijk eiland van seks kan hem dan het gevoel geven dat hij tenminste toch nog iets zelf kan bepalen, of toch lekker doet waar hijzelf zin in heeft. Even is hij alleen van zichzelf en van niemand anders. Eindelijk heeft hij een gevoel van macht over haar, want wie een geheim heeft, heeft macht. Het kan zijn dat de minnares ook worstelt met autonomieproblemen. Misschien had ze ouders die alles bepaalden en is de relatie met de getrouwde man een daad van verzet tegen hen.
Het buitenechtelijke eiland van seks en liefde kan een plaats zijn waar tijd en ruimte is voor onbegrensd fantaseren en dat sluit aan bij de fantasie die ieder van ons wel eens heeft over de ‘volmaakte liefde’. De minnares fantaseert dat ze samen creatief zullen tuinieren. Hun liefde zal hen stimuleren tot kunstzinnige activiteiten. Het boerderijtje in Frankrijk zullen ze zo nu en dan verlaten om spannende reizen te gaan maken. De vreemdganger fantaseert over gepassioneerde seks tot in lengte van dagen, hij zal zich laten steriliseren zodat hij eindelijk van dat gedoe met die condooms af is. Hij droomt van jeugdige vitaliteit en een beetje klussen in datzelfde huisje in Frankrijk, allemaal heel ontspannend. Zij brengt hem kopjes koffie in spannende outfit en van koffiedrinken komt soms niets omdat het verlangen hen dan bespringt en ze een paar keer per dag hartstochtelijk willen vrijen. Onder het genot van een lekkere zonnetje en glaasjes wijn…
Niets houdt hun fantasie tegen. Ze fantaseren alleen het beste over elkaar. Fantasieën zijn onbegrensd qua mogelijkheden en omdat ze elkaar alleen op leuke momenten treffen, worden die fantasieën ook niet snel door de realiteit gesmoord. Eindelijk heeft de minnares haar zin en kan ze uiting geven aan de vroeger verboden fantasie dat pappie alleen van haar is. Hun favoriete bezigheid is deze fantasieën uitwisselen. Na een vrijpartij kunnen ze elkaar in bed goed vermaken met hun dromen. Het verhoogt de feeststemming, het is leuk, lief en lekker want het fantaseren doet de passie weer hoog oplaaien waardoor er na een halfuur weer gevreeën wordt en nog eens… Het potentieprobleem waar hij bij zijn vrouw last van heeft, is nu in geen velden of wegen te bekennen. Integendeel, hij voelt zich potenter dan ooit, en ervaart dit als een bevestiging van hemzelf en van hun relatie. De fantasieën bevestigen ook dat ze beiden hetzelfde willen, ‘kijk eens hoe goed we elkaar aanvullen’. Ze creëren hun eigen heimelijke harmonieuze paradijs en vooral voor mensen die aanleg hebben voor fantaseren kan dit heel aantrekkelijk zijn. Het kan de realiteit van alledag dragelijk maken en het kan troostend zijn wanneer je je door de hedendaagse context belemmerd, gefrustreerd of ondergewaardeerd voelt, om welke reden dan ook.
John
Nu ik me zo vrij voel bij Mirte, realiseer ik me pas goed hoe ik me beknot voel door Sara. Bij haar kan nooit wat. Mezelf zo laten gaan tijdens het vrijen als bij Mirte is ondenkbaar. Toen ik net een relatie had met Sara kon dat ook niet. Sara is netjes en keurig, aardig en precies, dat is ze altijd geweest en dat zal ze ook altijd blijven. Ze houdt niet van gekke acties, ze zal nooit het gas uitzetten als ze aan het koken is, omdat we eerst willen vrijen. ’s Avond laat is ze te moe en moet ze weer vroeg op en ’s morgens kan het niet vanwege de kinderen. En dan moet ook het contact tussen ons nog goed zijn en wanneer we dan eens vrijen moet het ook nog eens precies zo en niet anders. Ik heb wel eens verzucht dat ik eerst aan honderdachtentachtig voorwaarden moet voldoen, voordat zij zin heeft. Bij Mirte kan alles en niets is te dol. We kunnen ontzettend fantaseren samen en dat windt me enorm op. Ik weet wat zij lekker vindt, wat haar dromen zijn en ik kan daar op inspelen en doe dat ook, daar maak ik haar helemaal gek mee. Ik kan me niet voorstellen dat ik me ooit zou gaan vervelen bij haar. Een vriend weet van mijn relatie met Mirte en vroeg of ik er geen moeite mee had dat ik een groot geheim voor Sara verborgen moet houden. Gek genoeg heb ik daar steeds minder last van. Soms denk ik wel eens: ‘Je moest eens weten, maar dan weer denk ik ook, je vraagt erom met je gezeur. Dat heb je ervan als nooit iets kan.’
Onschuld versus schuldgevoel
Zowel de vreemdganger als minnares zijn vanuit hun opvoedingsachtergrond meestal belast met een negatief zelfbeeld. Beiden hebben vaak de diepe, soms onbewuste overtuiging, eigenlijk niet veel waard en slecht te zijn.
Overspel kan een uiting zijn van die overtuiging en hen daarin versterken. Het onbewuste motto is dan: ‘Samen zijn we slecht en doen we slechte en stoute dingen en beter samen slecht te zijn dan alleen slecht te zijn.’ Vaak wordt er met dit thema ‘slecht’ gespeeld. De vreemdganger kan genieten van de leugens die hij zijn minnares hoort opdissen op haar werk wanneer ze met hem een uitstapje wil organiseren, zodat ze een tijdje samen kunnen doorbrengen. Hij kan dan lachend tegen haar zeggen: ‘Jij bent nog slechter dan ik.’ Of zij denkt actief mee over hoe ze het bedrog moeten verdoezelen en omdat zij vrouw is en de vrouwelijke achterdocht zelf kent, kan ze hem goede tips geven. ‘Wat ben jij geraffineerd zeg, daar zou ik nooit opgekomen zijn,’ zegt hij dan lachend, ‘jij bent best wel een stout meisje.’ Hij is allang blij dat zij een stout meisje is, want gezamenlijk slecht, is maar half zo slecht en levert ook maar half zoveel schuldgevoel op.
Sommigen plegen bedrog en nemen deel aan bedrog zonder er warm of koud van te worden. Een Dionysus kent eigenlijk geen schuldgevoel, maar deze koelbloedige bedriegers zijn gelukkig in de minderheid. Bij paradijselijke gevoelens passen geen schuldgevoelens. In elkaars armen speelt dit schuldgevoel dan ook nauwelijks en voelen ze zich juist kinderlijk onschuldig. Ze verzuchten dan ook wel eens: ‘Dit voelt zo goed, dit kan niet slecht zijn.’ Maar… zowel de vreemdganger als de minnares voelt zich meestal diep vanbinnen wel degelijk schuldig over het bedrog ten aanzien van de echtgenote, het ‘slechte’ knaagt toch aan hun geweten. Dit schuldgevoel wordt de meeste tijd echter weggestopt of weggerationaliseerd. ‘Ik doe mijn vrouw niet echt tekort, ik ben nu zo gelukkig, daar profiteert zij ook van,’ denkt hij. De minnares denkt: ‘Ik hoef me niet schuldig te voelen, want ik ben niet met haar getrouwd, het is voor zijn verantwoording dat hij haar bedriegt.’ Toch breekt het schuldgevoel bij beiden soms door, vooral wanneer ze niet bij elkaar zijn en er zich een situatie voordoet met de echtgenote die confronterend is. De echtgenote kan ziek worden waardoor ze haar man meer nodig heeft en hij meer klem komt te zitten tussen haar en zijn minnares. Hij wil haar steunen maar merkt dat hij met zijn gedachten er niet bij is. Hij realiseert zich dan des te meer dat hij zijn vrouw tekortdoet en voelt zich een slechterik. De minnares voelt zich soms schuldig wanneer ze geconfronteerd wordt met zijn vrouw en ze haar nog aardig vindt ook. Of ze hoort in de verhalen over haar hoe hij haar tekortdoet en dat wekt haar medelijden op. Ze heeft dan met ‘die vrouw’ te doen en vindt het sneu voor haar.
Wanneer het schuldgevoel ‘doorbreekt’ kunnen beiden de neiging krijgen de relatie te beëindigen of wat afstand te nemen, maar heel vaak is deze doorbraak van schuldgevoel maar tijdelijk en vlamt de overspelige relatie weer op zodra dat schuldgevoel wat minder is. Er kan daardoor een knipperlichtrelatie ontstaan. Schuldgevoel en andere gevoelens van wanhoop, verlaten worden, eenzaamheid kunnen de hartstocht aanwakkeren wanneer je verliefd bent en kunnen een ontlading vinden in gepassioneerd en heftig vrijen. Juist omdat een buitenechtelijke relatie stiekem is (waardoor beide geliefden in een isolement verkeren) verboden en schuldbeladen is, onder tijdsdruk staat en het verlangen nooit helemaal gestild wordt, zijn alle gevoelens veel heftiger, maar worden gevoelens ook meer weggestopt en onderdrukt. Ze vinden dan de ontlading in de seksualiteit. Meestal is dit de oorzaak van de gepassioneerde en veelvuldige seks die kenmerkend is voor een buitenechtelijke relatie.
Het komt vaak voor dat de vreemdganger zich zo schuldig voelt dat hij eigenlijk die schuld niet alleen kan dragen. Het kan ook zijn dat hij niet de verantwoordelijkheid voor zijn eigen daden volledig wil nemen. Hij maakt zijn minnares dan medeverantwoordelijk voor zijn overspelige gedrag. Hij brengt haar bijvoorbeeld meer dan nodig op de hoogte van het bedrog ten aanzien van zijn vrouw. Als zijn minnares daar gevoelig voor is, zal zij zich zeer zeker verantwoordelijk gaan voelen en medeschuldig. Zelden zal de minnares weigeren naar die verhalen te luisteren, want ze wil eigenlijk ook wel weten hoe het er in zijn relatie met haar aan toegaat. Het vertellen van de pijnlijke details van het bedrog kan voor hem de functie hebben van een soort biecht. Door het op te biechten aan de minnares, is hij het kwijt, voelt hij zich minder schuldig omdat zij dan ook wat schuld draagt en soms zelfs overneemt. Het kan tot gevolg hebben dat hij steeds meer grenzen kan overschrijden in dat bedrog omdat hij steeds minder hoeft te voelen wat hij werkelijk doet. Zijn schuldgevoel besteedt hij uit aan de minnares die het voor hem draagt. Zij gaat zich dan steeds beroerder voelen en komt steeds meer klem te zitten. Wanneer dit aan de hand is in een relatie, kan de minnares met verbazing constateren dat het bedrog hem niets lijkt te doen en ze wordt soms koud van de nuchtere manier waarop hij erover vertelt. Haar maag draait zich dan om en ze maakt zich zorgen over dit gedrag van hem. ‘Wat voor man is hij eigenlijk, dat hij zo zijn vrouw kan bedriegen.’ Wanneer ze hem ernaar vraagt is het enige antwoord: ‘Ik kan dit alleen opbrengen omdat ik zoveel van jou houd’ en zij hoort dit maar wat graag. Met de mantel der liefde wordt bij beiden het schuldgevoel toegedekt.
Het liefst heeft de minnares toch dat hij zich ook schuldig voelt en lijdt onder de situatie. Want vaak identificeert ze zich met de echtgenote en dan wordt ze bang dat ze zelf bedrogen zou kunnen worden door hem. Maar deze zorgen worden snel weggewuifd. ‘Hij houdt te veel van mij om mij ooit te kunnen bedriegen,’ denkt zij en hij bevestigt dat gretig. ‘Ik ben geen notoire bedrieger… de liefde voor mijn minnares drijft mij ertoe,’ denkt hij geruststellend.
Wanneer je diep vanbinnen de overtuiging hebt dat je slecht bent, creëer je vaak situaties die een afspiegeling zijn van die overtuiging. De vreemdganger en de minnares hebben echter ook het troostende antwoord bij de hand: ‘Wij zijn helemaal niet slecht, het is slechts liefde wat ons drijft.’
Mirte
Schuldig voel ik me nu niet meer, maar in het begin wel. Toen draaide mijn maag zich wel eens om bij de gedachte aan zijn vrouw en wat wij haar aandeden. Ik zeg nadrukkelijk wij, omdat ik me wel degelijk medeverantwoordelijk voel voor deze situatie. Mijn vriendin verklaarde mij voor gek, maar ik voel het wel zo. Ik voel me vooral schuldig wanneer hij zo terloops iets over zijn vrouw zegt waaruit blijkt dat zij ook van hem houdt. Hij is bijvoorbeeld dol op zelfgemaakte pasta. Dus niet pasta uit een pakje maar zelfgemaakt met de machine. Zij heeft zo’n perfect huishouden met allemaal apparaten en kookt heel gezond. We lagen laatst in bed en toen liet hij zich ontvallen dat hij snel naar huis moest omdat Sara pasta zou maken om hem een plezier te doen. Dan draait mijn maag zich om. Staat zij zich een beetje uit te sloven in de keuken, ligt hij met een ander in bed te rotzooien. Heel even heb ik dan een hekel aan hem en aan mezelf en zou ik haar het liefst alles willen opbiechten. Ik heb hem gevraagd om dat soort dingen niet meer te vertellen, ik kan er niets mee en word er alleen maar beroerd van. Ik probeer er niet te veel aan te denken, het verpest mijn goede humeur. Het moet voor hem ook vreselijk zijn om zo je vrouw te moeten bedriegen omdat je van een ander houdt.
Lang leve de echtgenote
In het voorafgaande werd duidelijk dat een driehoeksverhouding een context schept waarin het in eerste instantie gemakkelijker liefhebben is. De echtgenote maakt door haar aanwezigheid de driehoek sluitend. Dankzij haar heeft haar man een gepassioneerd liefdesleven, alleen helaas wel buiten de deur en niet met haar.
Heeft ze in de gaten dat ze haar man en zijn minnares zo’n grote dienst bewijst? Vermoedt ze dat de lieve vader van haar kinderen van tijd tot tijd in een buitenechtelijk paradijs verkeert? In de beginfase meestal niet en dit wordt door de buitenwereld maar slecht begrepen. ‘Zoiets voel je toch’, krijgt ze dan achteraf als kritiek. Er zijn zeker echtgenotes die niets willen zien, niets willen voelen, te bang zijn voor de waarheid en dan maar liever hun ogen sluiten. Dit zijn vaak de echtgenotes die een problematische gezinsachtergrond hebben. Maar je hoeft niet totaal blind te zijn om het vreemdgaan van je man niet te merken. In het huwelijk van de echtgenote en vreemdganger is de intimiteit vaak ver te zoeken. Ieder gaat zijn en haar eigen gang en is druk in de weer met van alles en nog wat of het contact gaat veel over de kinderen. Wanneer de contacten oppervlakkig zijn, merk je niet snel dat je partner met zijn gedachten en met zijn lijf totaal ergens anders is. Wanneer je werkelijk een zeer intiem contact hebt met je partner, dan ‘ruik’ je letterlijk en figuurlijk eerder dat er een derde in het spel is en is het voor de vreemdganger ook moeilijker om zijn echtgenote uit te vlakken. Wanneer de echtgenote niets vermoedt, kan het wel zo zijn dat zijn opgewekte stemming haar opvalt. Hij investeert juist iets meer in het gezin vanwege zijn schuldgevoel dat de kop opsteekt als hij weer thuis is.
Het kan dus ook zijn dat er nauwelijks sprake is van schuldgevoel. Misschien kan de vreemdganger heel goed de gevoelsknop uitzetten wanneer de gevoelens hem niet uitkomen en leeft hij in twee werelden. Thuis verandert er dan niet veel. Hoe beter de vreemdganger in twee werelden kan leven, des te kleiner de kans dat zijn vrouw wat zal merken.
Het kan ook zijn dat het in zijn huwelijk beter gaat omdat de relatie met de minnares hem goed doet. Hij is minder knorrig, hij leeft weer! Hij voelt zich beter dan ooit, ook in de relatie met zijn echtgenote, omdat hij minder last heeft van tegenstrijdige gevoelens ten opzichte van haar. Is ze vaak druk met de kinderen en heeft ze weinig zin in vrijen? Voor het eerst heeft hij daar minder last van en komt het hem zelfs wel goed uit. Hij zal zich minder door haar gedomineerd voelen omdat hij een geheim project buiten de deur heeft waar hij geheel eigen baas is. Het kan zelfs zo zijn dat hij volgens eigen beleving intiemer met haar kan zijn dan ooit omdat hij minder angstig is voor de macht die zij over hem heeft. Zijn afhankelijkheid is minder groot dankzij de ‘uitwijkmogelijkheid’ want hij weet zeker dat hij bij de minnares welkom zal zijn. De dreiging van liefdesverlies en eenzaamheid die hij onbewust sinds zijn jeugd vreest, is verder weg dan ooit. Hij heeft het eindelijk goed voor elkaar en dat voelt zijn echtgenote.
De minnares zal in de meeste gevallen in de beginfase meehelpen te voorkomen dat zijn echtgenote iets zal merken. Er gelden vaak onuitgesproken, strikte regels voor de minnares. Als ze slim is zal ze hem nooit thuis bellen of alleen onder het mom van een ‘zakelijke’ boodschap. Ze zal geen parfum gebruiken, want de echtgenoot mag niet naar haar ruiken wanneer hij thuiskomt. Ze zal listig een alibi voor hem verzinnen. Niet zelden is de minnares actiever in de weer het overspel te verdoezelen dan de vreemdganger zelf en neemt ze te veel verantwoordelijkheid op haar schouders.
Wanneer minnares en vreemdganger alles op alles zetten om niet ontdekt te worden, moet de echtgenote wel van goede huize komen wil ze het vreemdgaan van haar man bemerken. Soms investeert haar man minder in zijn gezin en is hij meer dan anders met zijn gedachten er niet bij. Maar vaak zal het zo zijn dat dit niets nieuws is, omdat hij wel vaker van die periodes heeft. Ze maken er misschien ruzie om maar ze denkt tegelijk: ‘Hij trekt wel weer bij, zeker druk op zijn werk.’
Sara
Ik ken John niet meer terug sinds hij een nieuwe baan heeft. Het doet hem zo goed. Hij vertelt er zo enthousiast over. Hij heeft veel meer vrijheid en moet ook vaak op pad, echt iets voor hem. Hij kan niet de hele dag binnen zitten. Het gaat tussen ons ook veel beter, hij investeert meer in zijn gezin, dat komt ook wel omdat hij natuurlijk meer weg is. Wanneer hij er wel is wil hij er ook echt meer voor ons zijn. Mijn vriendin viel het ook al op dat hij er zo goed uitziet. Hij lijkt wel vijf jaar jonger, zei ze nog. Kun je toch zien dat werk heel belangrijk is voor mannen. Als ze het op hun werk naar de zin hebben, zijn ze thuis ook veel beter te pas. Laatst hadden ze een personeelsuitstapje. Hij ging anders nooit mee met dit soort activiteiten, maar nu kwam hij laaiend enthousiast terug. Leuk toch voor hem! Hij gaat nu ook wel eens met collegae wat drinken na zijn werk. Deed hij vroeger ook nooit. Misschien houdt hij er nog wel wat leuke contacten aan over. Dat zou ik hem toch zo gunnen.
De minnares als het paard van Troje
Toen de oorlog tussen de Grieken en de Trojanen al meer dan tien jaar had geduurd en de Grieken de strijd maar niet konden winnen, verzon de slimme Odysseus een list. In plaats van nog meer geweld te gebruiken, zouden ze een houten paard maken dat ze als geschenk achter zouden laten. Ze zouden daarin strijdkrachten verstoppen. De Trojanen dachten dat de vijand geweken was, maar door het paard binnen de muren te halen, haalden ze zonder dat ze het wisten de vijand in huis. Uiteindelijk was dit de doodsteek voor Troje. De verstopte strijdkrachten kwamen eenmaal binnen de muren al snel naar buiten en veroverden Troje vanbinnen uit, na een bloedige slachting.
Er zijn minnaressen die vanbinnen uit opereren. Ze is bijvoorbeeld goed bevriend met de echtgenote of ze is de oppas van de kinderen. Of ze wordt als een goede vriendin, en slechts een vriendin, van de vreemdganger geïntroduceerd. Moet kunnen, toch…! Het kan ook zijn dat ze als problematisch meisje opvang in het gezin krijgt en binnengehaald wordt. Ach hoe nobel van dit gezin en ach wat vervelend, vooral voor dit meisje, dat vooral vader het seksueel uitdagende en grenzeloze gedrag – ze is niet voor niets een problematisch meisje – van haar niet kan weerstaan. Soms blijft het bij een vriendschappelijk contact en dit kan al moeilijk genoeg voor de minnares zijn. Maar vaak raakt ze betrokken bij alle gezinsleden, heeft ze een prettige, steunende rol, is ieder blij met haar komst en wordt ze steun en toeverlaat van ieder. Ze wordt als een heldin binnengehaald, maar in feite schuilt er in haar een vijand. Want ze zit op een stoel waar ze niet op hoort te zitten, ze ondermijnt daarmee de positie van de echtgenote en is daarmee een gevaar voor het hele gezin. Wanneer er zo’n situatie ontstaat zijn er meestal ernstige problemen in het gezin waar ze in terechtkomt. Zij wordt een onbetaalde hulpverleenster, huwelijksbemiddelaar, gezinsverzorgster, moeder en echtgenote tegelijk. Dat ze met de man des huizes vrijt weet officieel niemand, maar het komt voor dat ieder dat weet en het oogluikend toestaat, inclusief de echtgenote. Het komt ook voor dat de echtgenote werkelijk niets vermoedt, juist omdat er zoveel contact is tussen haar en de minnares. Dit contact geeft haar het veilige gevoel dat de minnares niets met haar man zal beginnen, want ‘je bedriegt toch niet je beste vriendin’. Normaal gesproken niet nee, maar wanneer de minnares een achtergrond heeft van bijvoorbeeld seksueel misbruik, dan is deze situatie heel gewoon voor haar. Ze vrijt met de man des huizes, vroeger haar vader, nu de echtgenoot. Ze doet daarnaast zijn bankzaken, coacht hem in de relatie met zijn vrouw, adviseert hem in conflicten enzovoort. Ze steunt de echtgenote zoveel ze kan, zoals ze vroeger haar moeder steunde. Ze vangt hun kinderen op, zoals ze vroeger op haar broertjes en zusjes paste en ze vindt het allemaal heel gewoon. Ze heeft daarnaast zelf nog een gezin dat ze draaiende moet houden, maar ook dat vindt ze geen probleem. Deze minnares is niet voor een gat te vangen, is creatief en vooral energiek. Heeft veel te geven en doet dat dan ook. Maar ze heeft een probleem. Ze kan veel te goed de gevoelsknop op ‘uit’ zetten. Ze bedenkt wel dat dit eigenlijk niet kan, maar ze voelt het niet krachtig genoeg, waardoor ze maar door blijft gaan met investeren. Ze bedenkt wel dat het een zeer onzuivere situatie is, maar ze voelt het niet voldoende om zich ook werkelijk terug te trekken. Wanneer de minnares zo betrokken is bij het gezin, heeft ze werkelijk een groot probleem. Ze realiseert zich dit soms wel, maar meestal kan ze niet de kracht opbrengen eruit te stappen. In feite zit ze klem op alle fronten en barst ze van de tegenstrijdige gevoelens die ze met verve wegdrukt. Ze is loyaal jegens het hele gezin maar voelt zich ook slecht door de onzuivere situatie. Ze voelt zich schijnheilig en een verraadster en tegelijk weet zij ook dat het gezin door haar geholpen wordt. Onbewust zit zij in dezelfde positie als vroeger thuis toen ze daadwerkelijk of emotioneel misbruikt werd. Ze is meestal een getraumatiseerde vrouw die haar trauma herhaalt. Het kan zijn dat ze vroeger geen waardering kreeg voor haar investeringen en nu wel. Ze kan de verboden wens koesteren om inderdaad belangrijker te worden dan de echtgenote, net zoals ze vroeger hoopte dat vader haar belangrijker zou vinden dan zijn vrouw. Want ze vree toch met pappie en dat deed hij toch niet meer met mammie…! Dan ben je toch belangrijker dan mammie! Maar ook al misbruikte vader misschien zijn dochter, wanneer het erop aankwam koos hij toch niet voor haar maar voor zijn vrouw. Wat een verraad! Wat vroeger niet lukte omdat ze klein was, lukt nu vast wel, want ze is groot en mooi en sexy. Nieuwe ronde, nieuwe kansen! Meestal zijn deze gedachten zeer schuldbeladen en spant ze zich dan ook in om juist ook voor de echtgenote goed te zorgen.
De minnares zit in een uiterst benarde positie. Ze voelt dit soms wel, maar meer nog kan ze het bedenken. Bespreken met de echtgenoot lukt vrijwel nooit, daarom voelt ze zich eenzaam, ze wordt niet echt gesteund door haar minnaar die het altijd nog moeilijker lijkt te hebben dan zijzelf.
Wanneer de echtgenote de seksuele relatie vermoedt of ontdekt, zal zij soms haar ogen sluiten en het gedogen. Net zoals moeder vroeger thuis het misbruik van haar kind niet wilde zien en het kon gedogen omdat ze er op de een of andere manier belang bij had. Het kan ook zijn dat ze zich enorm verraden voelt. Ze zal het dan als hoogverraad ervaren… Ze dacht dat ze een vriendin in huis had, maar het bleek een vijand te zijn! Een schaap in wolfskleren. Ze voelt zich bestolen en bedrogen. Ze is in één klap haar man en haar vriendin kwijt. Toch is de bedrogen echtgenote niet alleen maar slachtoffer. Haar vertrouwen in haar man en in haar vriendin was vaak naïef en kinderlijk. Ze stelde meestal niet de vragen die ze moest stellen. Ze wilde de waarheid lange tijd niet onder ogen zien. Wanneer er sprake was van een problematische gezinssituatie, dan had ze de minnares zelf broodnodig en werkte ze daarom mee aan de exploitatie van haar. Want misbruik is het opnieuw, ook al stapt de minnares vrijwillig in deze situatie. Als de minnares zo betrokken raakt bij het gezin van haar minnaar, is de herhaling van de vroegere situatie compleet. Ze zal aan haar verschillende rollen een groot gevoel van eigenwaarde ontlenen, ze is belangrijk in het gezin, dat is duidelijk, maar uiteindelijk pleegt ze roofbouw op zichzelf en wordt ze opnieuw getraumatiseerd. Het vroegkinderlijke thema worden allerminst opgelost, maar eerder versterkt. Voor alle deelnemers van dit driehoeksdrama, dat oprecht een drama genoemd mag worden, geldt overigens dat niemand er werkelijk wat mee opschiet. Het is een incestueuze context met een misbruikte dochter als minnares, een ontkennende en vermijdende moeder als echtgenote en een vreemdganger in de rol van vader en dader. Met elkaar balanceren ze in een ongezond evenwicht. Deze context ontstaat meestal wanneer alle deelnemers vroeger in een emotioneel of lichamelijk incestueuze situatie zijn opgegroeid. Naast de minnares zijn dus ook de echtgenote en vreemdganger gevangenen van hun herhalingsdrang. De kans dat ze wijzer worden van deze situatie is zonder professionele hulp zeer gering. De veranderingsmogelijkheden liggen echter bij de minnares. Zij zal het meest gemotiveerd zijn de situatie te doorbreken. Bij haar ligt de grootste druk, zij zit het meeste klem. Als ze dan ook geluk heeft en ze erbij geholpen wordt, kan deze situatie haar helpen voorgoed af te rekenen met haar incestverleden.
Elk paradijs is eindig
In de paradijselijke periode van de driehoeksverhouding brengt de minnares de dagen door met wachten, dromen, fantaseren, brieven aan hem schrijven en dagboeken volpennen en dichten als ze talent heeft. Ze omringt zich met ‘heilige’, door hem meegebrachte, relikwieën en gaat het huis nauwelijks uit, want stel toch dat hij belt. De mobiele telefoon is een zegen voor de minnares, want dat geeft haar vrijheid. Ze kan gaan en staan waar ze wil, maar is toch vierentwintig uur bereikbaar. Maar liever blijft ze thuis, want soms komt hij zomaar onaangekondigd binnenvallen en wil hij haar verrassen. Stel toch dat zij er dan niet is, dan lopen ze een feestje mis. Als ze al weggaat, wil ze al helemaal niet te ver weg, want ze moet wel binnen een paar minuten thuis kunnen zijn. De vreemdganger houdt er overigens ook niet zo van dat zij uitgaat, want hij is als de dood dat ze een ander zal tegenkomen. Ook al stelt ze hem gerust, hij kan haar soms niet geloven dat ze genoegen wil nemen met een getrouwde man. Ze gaat bij voorkeur niet meer op vakantie en iets afspreken met vriendinnen doet ze altijd onder voorbehoud. Ze is flexibel tot op het bot, schuift gemakkelijk met afspraken en vindt altijd wel een gaatje.
Julia Onken beschrijft het in haar boek Vreemdgangers3 als volgt:
Vrouwen zijn bijzonder geschikt als geliefden. Ze doen in verregaande mate afstand van een eigen leven om zich volledig op die paar momenten te concentreren waarop hun minnaar zich aan zijn dagelijkse beslommeringen kan onttrekken. Als er nog mogelijkheden zijn voor bijkomende onverwachte tussentijdjes, die ontstaan door gunstige afspraken, bijvoorbeeld twintig minuten voor een vergadering of vijfendertig minuten tussen twee verplichtingen in, dan zullen ze alle activiteiten laten schieten om maar voor hem klaar te staan. Ze concentreren hun leven op de gerantsoeneerde tijd met hem, om daar zoveel mogelijk van te kunnen profiteren.
Goed beschouwd is het buitenechtelijke paradijs vooral voor de minnares dus eigenlijk wel een lustoord met beperkingen, maar geen enkele situatie is nu eenmaal volmaakt. Het paradijs duurt zolang de minnares de situatie kan verdragen. Maar soms begint er wat te knagen. Vooral wanneer hij wel met zijn gezin op vakantie gaat. ‘Ik zou liever bij jou blijven schatje, dat snap je toch wel.’ Vooral wanneer ze met kerst alleen zit en wanneer hij met haar verjaardag niet kan blijven slapen. ‘Ik zou niets liever willen meisje, dat weet je toch zeker wel.’ Dan wordt ze de volgende morgen alleen wakker en realiseert ze zich dat elk paradijs misschien wel eindig is. Dan wil ze hem helemaal voor haar alleen en wil ze hem niet meer delen.
Adam en Eva werden op een kwade dag ook verstoten uit het paradijs en werden geconfronteerd met de harde werkelijkheid. Waarom zou het paradijs voor ons dan oneindig zijn? Het kan even duren, soms wel jaren, maar meestal komt er een moment dat de minnares geen genoegen meer neemt met haar tweederangs positie. Dat betekent dan het einde van het paradijs en dat doet pijn.