2
Tot de dood ons scheidt
Het huwelijk is niet meer wat het geweest is
Trouwen of een duurzame relatie aangaan gebeurt in de westerse wereld meestal omdat we van iemand houden en dat lijkt altijd zo geweest te zijn. Toch kunnen we ons ongeveer pas een eeuw lang deze ‘luxe’ van trouwen uit liefde permitteren.
Voor 1900 werd er niet zozeer uit liefde getrouwd, maar was een huwelijk meer een economisch verbond. ‘Dronk hij niet en sloeg hij je niet en kon hij de kost goed verdienen, dan was hij een goede man voor je.’ Men leefde in (veel) grotere (familie)verbanden waarbij opa’s en oma’s, ongetrouwde tantes, knechten en dienstmeiden in het stamgezin werden opgenomen en meewerkten.
Na 1900 werd liefde in brede lagen van de bevolking steeds vaker de reden voor een huwelijk. Opa’s en oma’s verhuisden steeds vaker naar bejaardentehuizen en ongetrouwde tantes wisten zich als ‘oude vrijsters’ beter alleen te redden. Het echtpaar werd meer en meer op zichzelf teruggeworpen en moest zich samen zien te redden. Het gezin werd vooral de veilige basis waar moeder de vrouw thuis de scepter zwaaide en zorgde dat man en kinderen niets tekortkwamen. Ze werd in die rol ondersteund door damestijdschriften als Margriet. Manlief was degene die het geld binnenbracht, zich niet te veel met de kinderen mocht bemoeien, maar ’s zondags het vlees sneed en uiteindelijk de baas in huis was en beslissingen moest nemen wanneer het om belangrijke zaken ging.
Sinds de jaren zestig staan relaties nog meer onder druk, onder andere door de invloed van de vrouwenemancipatie. Door het streven naar gelijkwaardigheid, qua taakverdeling en qua maatschappelijke positie, werden er nog meer en ook weer andere eisen aan een relatie gesteld. De traditionele rolverdeling werd overboord gegooid en iedereen; man of vrouw, moest zich zo veelzijdig mogelijk ontwikkelen en alles kunnen wat de andere sekse ook kon. Zelfontplooiing stond boven aan het individuele verlanglijstje en de relatie moest vooral groeibevorderend zijn. Mannen moesten moederen en vrouwen gingen steeds meer buitenshuis werken en werden daardoor steeds meer financieel onafhankelijk. Het huwelijk werd steeds minder een economisch verbond:1 veertig procent van de vrouwen met minderjarige kinderen is economisch zelfstandig. De luxe situatie ontstond dat je een partner kon kiezen puur en alleen gebaseerd op de persoonlijke ‘klik’. De ander, de partner werd meer ‘het beleg’ op de boterham, maar niet de boterham zelf en aan dat beleg mocht je steeds meer eisen stellen. Sommige partners hebben zelfs het gevoel gekregen slechts ‘garnering’ te zijn op die al dik belegde boterham.
Pieter (35)
Toen ik Sandra leerde kennen viel het me op dat ze haar zaakjes zo goed voor elkaar had. Een eigen huis, een dijk van een baan, leuke vrienden. Ik wilde graag bij haar horen en had veel respect voor haar. Ze was zo slagvaardig en wist zo goed wat ze wilde en stevende altijd recht op haar doel af. Ik kende dat zelf niet zo, ik ben een twijfelaar, heb veel tijd nodig om beslissingen te nemen. Sandra heeft mij versierd en dat past precies bij haar. Ze liet er geen gras over groeien, stelde me binnen een week voor aan haar ouders en na vier weken leek het alsof we al getrouwd waren. Mij ging dat allemaal veel te snel, maar ik vond het ook leuk dat ze er ‘echt voor ging’.
Toch klopte er voor mijn gevoel soms iets niet. Ik bleef zo onzeker of ze wel van mij hield, ondanks het hoge tempo waarin ze mij aan iedereen voorstelde. Ze zei regelmatig dat ze me helemaal te gek vond, maar ik zag het niet, ik voelde het niet. En het kwam ook regelmatig voor dat ze onze afspraak afbelde; ‘geen zin, geen tijd, er kwam iets tussen’. Vreemd vond ik dat en het ging me steeds meer irriteren. Het leek of ik alleen mocht komen opdraven wanneer het haar uit kwam. Ik sprak er een keer met een goede vriendin over en die zei: ‘Pieter, je weet het zelf niet en dat siert je, maar je bent een heel mooie en een heel aardige man. Is het wel eens in je opgekomen dat Sandra jou alleen nodig heeft om met je te kunnen pronken?’ Ik schrok me dood, want ik wist meteen dat ze gelijk had, het kwartje viel eindelijk op zijn plaats. Toen ik de relatie verbrak was Sandra niet verdrietig, maar razend. Dit had ze niet gepland, dit kwam haar niet uit. Binnen een maand had ze een ander en daar is ze nu mee getrouwd. Ze zal wel gedacht hebben: ‘trouwen geeft meer zekerheid dat hij niet weer vertrekt.’
Nu het economische motief voor een huwelijk steeds minder belangrijk is geworden, blijft er nog een biologisch belang over, namelijk de wens om kinderen te krijgen. Maar ook dit biologisch belang is betrekkelijker geworden. Steeds meer mensen willen geen kinderen, of komen elkaar op oudere leeftijd tegen. Slechts een op de drie huishoudens is een gezin met kinderen.2 Steeds vaker kiezen vrouwen ervoor om via een donor zwanger te worden, of een goede vriend wordt op afstand co-ouder, maar geen partner. Homoseksuele mannen en vrouwen kiezen ook steeds vaker voor het krijgen van kinderen en zelfs trouwen behoort nu voor hen tot de mogelijkheden. Het huwelijk is dus al lang niet meer wat het geweest is.
De trend voor de komende jaren lijkt te zijn, dat we na een jaar of tien van partner willen wisselen. Dit fenomeen wordt ook wel seriële monogamie genoemd: verschillende monogame langdurige relaties achter elkaar die elk passen bij de levens- of ontwikkelingsfase van beide partners.
Deze trend lijkt ook samen te vallen met het feit dat maatschappelijk gezien überhaupt alles veel sneller gaat en korter duurt. We werken niet meer veertig jaar bij dezelfde baas en wonen niet meer veertig jaar in hetzelfde dorp en doen niet meer veertig jaar met hetzelfde bankstel. Waarom zouden we het dan nog wel veertig jaar met dezelfde man of vrouw doen? Op de computer chatten we de hele wereld rond en pessimisten vinden dat we zo ook van de ene relatie naar de andere zappen.
Of je er nu blij mee bent of niet: waarschijnlijk is seriële monogamie inderdaad een onvermijdelijk gevolg van de samenleving waarin alles veel sneller gaat en korter meegaat, maar waarin mannen en vrouwen elkaar dus ook steeds minder daadwerkelijk nodig hebben. Het is zeer de vraag of velen van ons wel in staat zijn tot een langdurige liefdesrelatie wanneer er geen economisch en/of biologisch belang meer is om bij elkaar te blijven in een relatie, want wanneer de verliefdheid voorbij is, blijft er lang niet altijd liefde over. Liefde mag dan wel steeds meer de reden zijn geworden om een relatie aan te gaan en we beweren ook graag dat liefde de reden is om bij elkaar te blijven, maar in veel gevallen spelen er andere, minder nobele motieven. Angst om alleen te zijn bijvoorbeeld, of luiheid: ‘getrouwd zijn is zo gemakkelijk, en scheiden geeft zo’n rompslomp’, of behoefte aan status, of uit gewoonte enzovoort. Waarschijnlijk is het reëler ervan uit te gaan dat van de mensen die bij elkaar blijven slechts een klein percentage werkelijk sterke gevoelens van positieve verbondenheid en houden van beleeft. Deze veronderstelling is natuurlijk erg afhankelijk van wat je onder liefde of houden van verstaat.
Liefde is een zeer omstreden begrip, maar we hebben er allemaal toch bepaalde ideeën over, associaties en verwachtingen bij en het lijkt erop dat we ons meer en meer kunnen overgeven aan die verwachtingen, aan die fantasie van de paradijselijke liefde, nu we steeds minder gedreven worden door economische dan wel biologische belangen. Wanneer de relatie niet voldoet aan die verwachtingen, breken we de boel weer op en gaan we op zoek naar een nieuwe relatie in de hoop toch ooit het paradijs weer te vinden. Het lijkt er ook op dat we meer en meer onze eisen in de liefde opschroeven, naarmate we hoger opgeleid en maatschappelijk succesvoller zijn. Want wanneer we het maatschappelijk helemaal kunnen maken, waarom zouden we het in de liefde dan niet kunnen maken? Dat liefdesparadijs moet toch te vinden of te creëren zijn!
Het romantische huwelijksideaal
‘Een huwelijk sluit je voor het leven en niet voor even.’ Met dit ideale voornemen stapt nog menigeen het huwelijksbootje in, geenszins gehinderd door de recente echtscheidingscijfers. Getallen over echtscheiding heeft het jonge paar misschien wel in het achterhoofd, maar ze gaan er graag van uit dat het ‘echtscheidingsvirus’ hen niet zal treffen. Het zal hopelijk aan hen voorbijgaan net als een enge ziekte. Idealen laten zich niet snel door cijfers om zeep helpen.
Naast het ideaal ‘tot de dood ons scheidt’ hebben mensen nog tal van andere impliciete en expliciete en tegenstrijdige romantische en paradijselijke idealen en verwachtingen van een relatie of huwelijk. Wanneer elk ideaal een kilo zou wegen, zou het huwelijksbootje gegarandeerd zinken, of in ieder geval zeer zwaar beladen de (levens)stroom moeten bevaren.
Een aantal van die idealen van het moderne huwelijk zijn:
1 Een huwelijk wordt slechts op basis van liefde gesloten, de relatie vormt het fundament van je bestaan, is de veilige basis, de ‘thuishaven’. Daar wil je het liefst zijn.
2 Het feit dat je van elkaar houdt, heeft tot gevolg dat je elkaar woordloos aanvoelt, elkaar altijd begrijpt. Dat je trots bent op elkaar en elkaar stimuleert en inspireert. Onhebbelijkheden van de ander irriteren wel eens, maar vertederen eerder en je moet vooral de ander accepteren en nemen zoals hij is, want anders kan die ander zichzelf niet meer zijn.
3 Je wilt graag een beetje voor de ander zorgen en de ander wil dat automatisch ook voor jou, geven en nemen is dan vanzelfsprekend in balans.
4 Je bespreekt zoveel mogelijk met elkaar en bent altijd eerlijk tegen elkaar, maar je hebt wel recht op privacy en vrijheid en je moet elkaar niet opeisen. Dat hoeft ook niet want je wilt automatisch veel bij elkaar zijn omdat je van elkaar houdt.
5 Je partner is je beste vriend en je bent nummer één voor de ander. In principe heb je verder niemand nodig en heb je aan elkaar genoeg, maar vriendschappen blijven wel belangrijk.
6 In principe wil je vaak hetzelfde, dat gaat zo als je van elkaar houdt, maar kleine verschillen mogen er zijn en zijn altijd overbrugbaar.
7 Je vindt elkaar aantrekkelijker dan wie dan ook en je hebt een uitstekende seksuele relatie. Ook al komt de gedachte aan seks met een ander wel eens in je op, je wilt dat nooit serieus, want je vrijt het liefst met je eigen vertrouwde partner. Wanneer je echt van elkaar houdt zul je helemaal geen behoefte hebben aan vreemdgaan.
8 Tijdens het vrijen weet je automatisch wat de ander lekker en prettig vindt. Seks hoef je niet te leren, wanneer je van elkaar houdt gaat ‘het’ allemaal vanzelf.
9 Problemen zijn er om op te lossen en je bespreekt ze met elkaar en je komt er ook altijd samen uit. Anderen moeten zich niet te veel met je relatie bemoeien. Door de jaren heen groei je meer en meer naar elkaar toe.
10 Je steunt elkaar door dik en dun, vooral in gezelschap van anderen.
11 Je bent gelijkwaardig aan elkaar, je hebt het liefst beiden een (deeltijd)baan buitenshuis en ieder neemt een gelijkwaardig deel van het huishouden voor zijn of haar rekening.
12 Beide partners hebben een leuk gezamenlijk sociaal leven met veel vrienden en hebben ook een sociaal leven los van de ander.
13 Eventuele kinderen worden altijd geboren uit liefde, ze zijn dan een verrijking van de relatie.
Als je jonge stellen over hun verwachtingen van het huwelijk gaat interviewen, dan zullen ze zonder meer een aantal van bovenstaande idealen noemen, maar ze zullen er ook bij zeggen dat je een goed huwelijk niet cadeau krijgt, ‘je moet er wel wat voor doen om het goed te houden’. Maar wat je er dan precies voor moet doen, weet eigenlijk niemand en de opvattingen over welke investeringen er gepleegd moeten worden lopen nogal uiteen. Het ene paar zal vinden dat je vooral alles openlijk met elkaar moet bespreken en altijd eerlijk moet zijn, het andere paar zal de individuele vrijheid benadrukken. Weer anderen zullen vinden dat je goed bij elkaar moet passen, maar wat dat precies is en concreet in de praktijk betekent, is ook niet zomaar duidelijk. Oma’s van de jonge stellen zullen vinden dat je een huwelijk goed houdt door vooral ‘veel te geven’. Wanneer je de damesbladen erop naleest word je alleen maar moedelozer van weer tien gouden tips voor een ‘fantastisch seksleven’. Boeken met adviezen over ‘hoe verbeter ik mijn relatie’ gaan vooral in op het verbeteren van de communicatie. In feite wordt het romantisch ideaal in de meeste tijdschriften en populaire literatuur bekrachtigd, je leest vrijwel nooit dat deze ideaalbeelden vooral gerelativeerd dienen te worden. Dit laatste blijkt namelijk uiterst belangrijk en is de oplossing om een huwelijk goed te houden, zoals een onderzoek van Iteke Weeda uitwijst. Zij heeft in de jaren tachtig onderzoek gedaan naar huwelijksproblemen, het proces dat tot een echtscheiding leidt en de ervaringen na de echtscheiding.3 Uit haar onderzoek blijkt dat de meeste mensen inderdaad met zeer veel romantische verwachtingen het huwelijksbootje instappen. Partners maken deze verwachtingen nog het meest waar tijdens de verliefdheidsperiode. Daarna komt de klad erin. Wanneer mensen hun verwachtingen gedurende het huwelijk niet bijstelden, maar wilden vasthouden aan de oorspronkelijke verwachtingen of idealen, leidde dit meestal tot een echtscheiding en een nieuwe poging om alsnog dat ideale huwelijk te creëren. Wanneer mensen hun eisen wisten bij te stellen of konden relativeren, kwam dat meestal hun huwelijk ten goede. Met andere woorden: ‘de kunst van het samenleven is de kunst van het relativeren.’ Oftewel: ‘behoud je illusies en verlies je partner, of behoud je partner en verlies je illusies.’
De harde realiteit
Dat menig huwelijk vroegtijdig strandt en lang niet meer voor het leven is, blijkt wel uit de cijfers.4 Een op de vier echtparen gaat uit elkaar en wanneer je samenwonende stellen meerekent, dan stijgt dat percentage en kom je uit op een op de drie. Blijkbaar wil het niet zo lukken met die belofte van ‘tot de dood ons scheidt’ en ook andere idealen blijken moeilijk haalbaar. Uit het eerdergenoemde onderzoek van Iteke Weeda blijkt dat mannen iets realistischer een huwelijk instappen dan vrouwen en dat mannen ook iets meer tevreden over het huwelijk zijn dan hun vrouwen.
Als hoofdmotieven om te scheiden worden genoemd:
1 Relationele tekorten (22%). Bedoeld wordt een tekort aan aandacht, aan liefde, aan begrip.
2 Buitenechtelijke relatie (20%).
3 Veranderingsproces (19%). Bedoeld wordt een geleidelijk uit elkaar groeien.
4 Conflictueuze communicatie (13%).
5 Fundamentele persoonlijkheidsverschillen (8%).
6 Agressieve leefsituatie (7%).
7 Geestesziekte van een van de partners (6%).
8 Overige redenen (5%).
Bovenstaande gegevens wijzen er toch op dat menig ideaal waarmee we in het westerse huwelijksbootje stappen moeilijk haalbaar is en dat bijstelling van dat romantische huwelijksideaal wenselijk is. Het bijstellen van dat romantische ideaal betekent accepteren dat samenleven moeilijk is. Accepteren dat de ander je vaak niet zal begrijpen, ondanks alle moeite. Dat je elkaar onvermijdelijk wel eens in de steek laat. Dat trouw blijven ook moeite zal en mag kosten en dat het ook op het gebied van de seks soms tobben blijft. Langdurig samenleven is soms verre van paradijselijk en vaak heel confronterend. Je komt jezelf (inclusief je kleinzieligheid, bekrompenheid, preutsheid, truttigheid, driftbuien) en de ander (inclusief zijn zweetsokken, zijn vieze gewoonten, zijn arrogantie, zijn luiheid, gemakzucht en zijn dwingende karakter) soms flink tegen. In dat bijstellen van de paradijselijke verwachting ‘dat het allemaal een beetje vanzelf zal gaan’ blijken we niet zo goed te zijn. Sterker nog: we zijn in de loop der jaren niet realistischer geworden, maar eerder veeleisender ten aanzien van veel zaken, ook ten aanzien van de liefde. Sociologen denken dat dit komt omdat de twintigers en dertigers van nu – de zogenaamde ‘pampergeneratie’ – te weinig frustratietolerantie heeft. Opgegroeid in welvaart en met het geloof in ontwikkeling en vernieuwing en in de ‘maakbaarheid van het leven’, veronderstellen ze dat het in de liefde ook een beetje vanzelf zal gaan. Uit de echtscheidingscijfers blijkt het tegendeel. Hoe kan het toch dat idealen en verwachtingen zich zo moeilijk laten bijstellen?
Heimwee naar het paradijs
Wat drijft ons toch elke keer weer in de armen van een ander? Waarom blijven we op zoek naar de ware? Waarom streven we idealen na die niet haalbaar zijn? Waarom zijn we toch iedere keer weer bereid om op te krabbelen na een ‘relatiecrash’ en starten we de liefdesmotor vrolijk, of soms met angst en beven, opnieuw? Menigeen neemt zich na een relatiebreuk voor ‘er nooit meer aan te beginnen’, maar weinigen houden zich aan dit voornemen. Het is waar, er zijn meer alleenstaanden dan ooit, maar slechts een enkeling wil beslist geen relatie meer en handelt daar ook naar. Zijn het dan toch de hormonen die ons opjagen, is het dan toch de drift der natuur en de noodzaak tot voortplanting?
Psychologen hebben andere verklaringen en zien de oorzaak van onze jacht naar die ene geliefde meer in de oorspronkelijke relatie tussen moeder en kind. Nancy Chodorow5 beschrijft in het boek Waarom vrouwen moederen hoe wij in de liefde op zoek zijn en blijven naar die ene specifieke band die we ooit met onze moeder hadden. Volgens deze theorie blijven we heimwee houden naar de periode dat we innig en symbiotisch verbonden zijn met haar. Moeder die je zwijgend begrijpt en er is wanneer je haar nodig hebt, het object van warmte en koestering en onvoorwaardelijke liefde, het ‘paradijs’ op aarde en een ‘oceaan van liefde’. In ons latere leven, wanneer we ons op de huwelijksmarkt gaan begeven, zijn we onbewust op zoek naar dit paradijselijke gevoel en vallen we op die man of vrouw van wie wij het vermoeden hebben dat die ons naar dit paradijs zal leiden.
Tijdens het vrijen wordt ook duidelijk dat we met ons hele lijf en leden verlangen naar dat ‘symbiotische gelukzalige eenwordende’ gevoel met de ander. De verstrengeling tijdens het vrijen; de activiteiten van de mond zoals het tongzoenen, sabbelen, bijten, zuigen; het ruiken en snuffelen; huid op huid contact, dat zo sensationeel kan zijn, en het strelen en aaien… In de ander willen zijn en de ander letterlijk in je willen voelen, het klaarkomen, de overgave, bijna niet meer weten waar jij ophoudt en waar de ander begint. Wanneer je ‘het’ goed doet zijn het gelukzalige, soms vredige en vooral ook symbiotische activiteiten en momenten en in zekere zin te vergelijken met het eerste contact dat we met onze moeders hadden. Samen met de biologische motieven om te vrijen zullen dus de psychologische motieven, namelijk het op zoek zijn naar die versmelting, waarschijnlijk net zo belangrijk zijn en ons aanzetten tot seksuele en andere liefdesactiviteiten. Het romantische huwelijksideaal, dat ook betrekking heeft op de seksualiteit, is dan de weerslag en de vertaling van dat diepe, diepe verlangen dat we koesteren en in ons latere leven najagen.
Wanneer we kritisch naar het romantische huwelijksideaal kijken, dan kunnen we stellen dat het inderdaad om kinderlijke, naïeve wensen en verlangens gaat. We willen ‘woordeloos’ begrepen worden, we willen dat de ander ‘aanvoelt’ wat je bedoelt en we willen ‘onvoorwaardelijk geaccepteerd’ worden in lichamelijke en psychische/emotionele zin. De nadruk ligt op harmonie en eenheid en op psychische en lichamelijke versmelting en eenwording, alsof het inderdaad een moeder-kindrelatie betreft en het niet gaat om twee volstrekte vreemden voor elkaar met een wereld van verschil tussen beiden.
De bovengenoemde eerste levensfase van een baby wordt in de psychologie de orale fase genoemd omdat de mond de belangrijkste bron van bevrediging is. Wanneer de baby zich voldoende veilig en gekoesterd voelt, ontwikkelt hij een stevig zelfvertrouwen en kan hij zich hechten. Na deze allereerste symbiotische periode wil de baby echter al snel moeder meer loslaten, afhankelijk van zijn temperament zal het ene kind sterker die ‘drive’ voelen dan het andere. De symbiotische eenheid met moeder wordt ook doorbroken omdat moeder niet altijd die perfecte ‘alles aanvoelende’ moeder kan zijn en blijven, zeker niet wanneer het kind ouder wordt en zijn behoeften complexer worden. Dus naast het feit dat het kind zelf wil groeien en meer ruimte ‘los van moeder’ vraagt, zal moeder het kind ook letterlijk meer en meer op eigen benen zetten op weg naar zelfstandigheid. Het kind zal zo leren dat moeder niet altijd beschikbaar is. Het kind zal gevoelens van triomf ervaren over de nieuwverworven zelfstandigheid en moeder zal trots zijn op haar kind dat zich zo goed ontwikkelt, maar het loslaten is zowel voor de moeder als voor het kind ook een moeilijk proces. Moeders hebben nogal eens de neiging hun kinderen te veel aan zich te binden, waardoor de kinderen te afhankelijk blijven, of ze zetten hun kinderen te snel op eigen benen waardoor er aan de afhankelijkheidsbehoefte te weinig wordt voldaan en het kind in het latere leven daar te veel naar blijft hunkeren. Voor het kind is dit ‘separeren’, dit ‘scheiden’ van moeder echter ook een ingewikkelde klus en het gaat ook altijd gepaard met heftige gevoelens van angst en woede, met gevoelens van eenzaamheid en verlatenheid.
Wanneer het separatieproces geleidelijk gaat, de band tussen moeder en kind voldoende hecht is geweest in de eerste paar maanden van het leven en moeder daarna een goed evenwicht vindt tussen veiligheid bieden en loslaten, dan zal het kind deze gevoelens meer en meer leren verdragen. Het kind zal dan steeds meer eigen initiatief en zelfstandigheid verwerven, zijn wereld zal steeds groter worden, hij zal zich meer en meer tot vader en daarmee tot de wereld richtten. Wanneer de band tussen moeder en kind hecht genoeg was, heeft het kind geleerd moeder ‘in zich mee te dragen’ als een ‘innerlijk liefdesobject’ en dit zal het separeren minder angstig maken, het kind kan de wereld dan met meer zelfvertrouwen tegemoet treden. De vader is voor het kind in eerste instantie wat meer op de achtergrond aanwezig dan moeder maar hij is toch erg van belang. Vader moet moeder steunen in haar nieuwe rol en moet haar ook helpen het kind los te laten, zodat het kind zich ook daadwerkelijk meer op hem en op de wereld kan richten. Wanneer vader en moeder een goede relatie met elkaar hebben, is de kans groter dat moeder het juiste evenwicht zal vinden tussen veiligheid bieden en loslaten.
Het separatieproces is in feite nooit helemaal voor honderd procent voltooid. We blijven ons hele leven bezig met dat proces: volwassen worden duurt een leven lang. We zullen in ons latere leven regelmatig de behoefte voelen aan het samen doen en samen zijn, in de liefde, maar ook in andere zaken, bijvoorbeeld op ons werk. Het zet ons aan tot samenwerken en saamhorigheid en dat is natuurlijk positief waar dat gewenst is. De nadruk kan echter ook te veel liggen op dat ‘samen’, op ‘vervloeiing’, wat ten koste gaat van de eigen zelfstandigheid, van de zogenaamde autonomie. Vaak wordt die behoefte aan samen zijn en samen doen wel vervuld maar soms ook niet en dan is het elke keer weer even slikken. Wanneer blijkt dat de versmelting in emotionele zin een illusie is en we toch weer op eigen benen worden gezet, kan dat enorm veel woede oproepen, ook al zijn we al lang zelfstandig en doppen we al lang onze eigen boontjes.
Het separatieproces verloopt voor de een gemakkelijker dan voor de ander. Daarom kan de een beter omgaan met desillusies dan de ander en stelt de een ook meer reële eisen in een liefdesrelatie dan een ander. Wanneer je vroeger als kind in een onveilig klimaat bent groot geworden, er niet genoeg in je afhankelijkheidsbehoefte werd voorzien en je minder op eigen benen (en kunnen) leerde vertrouwen, zul je in latere relaties meer de nadruk leggen op samenzijn en samendoen. Scheiden van een geliefd persoon zal dan heel veel moeite kosten en met veel pijn gepaard gaan. Je zult ook meer de neiging hebben vast te houden aan het romantische huwelijksideaal, in de hoop dat toch ook voor jou nog eens het paradijs op aarde neer zal dalen. Het kan ook zijn dat je elke verwachting en elk ideaal ontkent en verdringt in de veronderstelling dat elke hoop toch op een teleurstelling uit zal draaien. De ‘verboden’ of verdrongen verwachtingen gaan dan onderhuids een eigen leven leiden wat vaak verwrongen en dubbel gedrag in de relatie tot gevolg heeft. Verboden of onbewuste verwachtingen zijn in een relatie veel lastiger te hanteren dan verwachtingen, hoe irreëel ook, die duidelijk uitgesproken worden, omdat de partner zich daar tegen kan verweren en deze verwachtingen besproken kunnen worden.
Henk (28)
Een jaar geleden leerde ik Ella kennen, ze had een rotleven achter de rug. Haar moeder hield het met een andere kerel en haar vader zoop zich te pletter. Er is naar dat meisje nooit omgekeken, toen ik haar leerde kennen was het net een verzopen katje. Ze is met mij mee naar huis gegaan en ze is daar gebleven tot op de dag van vandaag. We doen nu alles samen. Voor mij hoeft dat niet hoor, maar het is beter voor haar want ze kan niet alleen zijn, ze wil dan steeds weer terug naar huis.
‘Thuis heb je niets meer te zoeken meisje’, zeg ik dan, ‘dit is nu jouw thuis.’ Maar ze wilde naar die vader van haar toe en dat begreep ik dan niet. ‘Die kerel kun je toch niet missen,’ zei ik dan, ‘ik ben nu toch alles voor je.’
Ella (26)
Ik heb altijd gehoopt dat ik een man als Henk tegen zou komen. Hij is zo goed voor me, doet alles voor me en zal me nooit in de steek laten, dat heeft hij zelf gezegd. We doen alles samen en we willen ook graag een kindje, dan wordt het nog mooier. Ik heb de kinderkamer al af, maar met het zwanger worden wil het nog niet zo lukken. De huisarts vroeg of het wel verstandig was om nu al aan een kind te beginnen, we kennen elkaar tenslotte nog niet zolang. Maar ik weet gewoon dat het goed zal blijven gaan tussen Henk en mij, dat voel ik gewoon. Hij begrijpt me helemaal en weet hoe moeilijk ik het thuis heb gehad. Soms verlang ik nog wel eens naar huis, hoe gek het ook klinkt. Ik zeg dat altijd eerlijk tegen Henk, maar ik doe hem dan wel verdriet, dan denkt hij dat ik het niet goed bij hem heb, maar dat is niet zo. Ik begrijp het zelf niet, maar het voelt soms zo gek dat ik mijn ouders nooit meer zie.
Het feit dat velen van ons meer of minder hardnekkig, openlijk of verdekt en bewust of onbewust vasthouden aan het romantisch huwelijksideaal, alle feiten over de realiteit en cijfers ten spijt, heeft dus alles te maken met de mate van geborgenheid die we vroeger hebben ervaren. We zijn voor onze eigen bestwil door onze moeders uit het paradijs gezet, net als Adam en Eva door hun Vader en we kunnen de harde realiteit van het existentieel alleenstaan maar moeilijk aanvaarden. We blijven op zoek naar de ander, naar een ‘aanvullende’ relatie.
De ‘aanvullende’ relatie
Contactadvertenties zijn vaak een aardige afspiegeling van de eisen en wensen die mannen en vrouwen op relatiegebied hebben en ze geven een bepaalde tijdgeest goed weer. Het romantische huwelijksideaal kunnen we daar dan ook in alle soorten en maten uit afleiden.
Naast de gewone oproepen van ‘man zoekt vrouw en vrouw zoekt man’, zie je ook steeds meer in dezelfde advertentierubrieken een vraag naar ‘een aanvullende relatie’. Daarmee wordt bedoeld een relatie als aanvulling op een bestaande (wel of niet echtelijke) relatie, met of zonder medeweten van de partner. De vraag naar een ‘aanvullende’ relatie neemt toe. Sommige hotels zijn gespecialiseerd in het ontvangen van vreemdgangers en minnaressen en er is in Nederland zelfs een relatiebemiddelingsbureau6 dat mensen met elkaar in contact brengt op zeer discrete wijze en dat bemiddelt in het vinden van een buitenechtelijke relatie. De term ‘aanvullend’ is zeer bewust gekozen, want veel ingeschreven klanten zouden op zoek zijn naar iets extra’s, aldus de directeur van het bureau. Volgens hem is tachtig procent van zijn klanten zonder medeweten van hun vaste partner ingeschreven bij dit bureau. Als reden voor inschrijving wordt veelal een slecht huwelijk genoemd. In één geval waren beide partners ingeschreven zonder dat ze het van elkaar wisten.
Een manier om het paradijselijke verlangen naar liefde te vervullen is vreemdgaan. In het eerste hoofdstuk werd al vermeld dat een buitenechtelijke relatie zich uitstekend leent voor het vervullen van paradijselijke verlangens en in de resterende hoofdstukken zal dit nog uitgebreider aan de orde komen en worden uitgelegd. Wanneer het paradijs thuis in geen velden of wegen te bekennen is maar scheiden om wat voor reden geen oplossing is, dan biedt een aanvullende relatie soms uitkomst. Overigens is het niet altijd zo dat er alleen in slechte huwelijken vreemdgegaan wordt. Ook in huwelijken die door beide partners als bevredigend wordt ervaren wordt er vreemdgegaan, want er zijn veel verschillende motieven voor overspel. Maar wat de reden voor overspel ook moge zijn, het is voor de meeste mensen een weinig geaccepteerde ‘methode’ en dit zal waarschijnlijk ook altijd zo blijven.
Er zijn echtparen die buitenechtelijke liefdesrelaties wel verdragen. Zoals al eerder gesteld, was het in de jaren zestig mode en ‘moest het kunnen’. Velen zijn daar van teruggekomen en verdroegen het uiteindelijk toch niet, maar niet iedereen heeft het ‘vrije huwelijk’ afgezworen. Er zijn echtparen die al jaren in goede harmonie met elkaar leven, een goed seksleven hebben en daarnaast langdurige buitenechtelijke liefdesrelaties hebben, met medeweten van hun partner. Wat kunnen zij wel wat anderen niet kunnen? Waarom is het voor een kleine groep mensen wel te verdragen en voor de grote meerderheid niet? En is het werkelijk altijd te verdragen of houden deze mensen zichzelf ook voor de gek? Er zijn zeker echtparen die zichzelf en de buitenwereld voor de gek houden, ze pretenderen dat ze het allemaal wel kunnen verdragen maar in feite kunnen ze dat niet. Er zijn echter ook echtparen die er daadwerkelijk niet erg onder lijken te lijden of soms misschien een beetje, maar dat hebben ze er graag voor over, want een ‘aanvullende relatie’ levert ze ook heel wat op.
Francis (55) en Charles (53)
We zijn binnenkort 25 jaar getrouwd en we geven een groot feest. We vinden dit jubileum wel een feestje waard want we hebben samen al heel wat meegemaakt en zijn er trots op dat we samen zover zijn gekomen en ook echt gelukkig met elkaar zijn. We hebben beiden altijd buitenechtelijke relaties gehad en daar nooit over gelogen en dat is denk ik wel heel belangrijk. Ik heb nu al jaren een vriendin en Francis heeft al een jaar of tien dezelfde vriend. Ze komen beiden op ons feest natuurlijk, ze horen er helemaal bij. Iedereen weet ook welke rol ze in ons leven spelen, wij hebben daar nooit moeilijk over gedaan. Familie en vrienden zijn er inmiddels ook aan gewend. Vroeger was dat wel anders, er werden voordurend vragen gesteld: ‘Hoe doen jullie dat toch? Is het niet moeilijk? Ben je nooit jaloers?’ Natuurlijk was ik wel eens jaloers en natuurlijk was het wel eens moeilijk, maar het was nooit zo moeilijk dat we het niet meer wilden. Of ze waarschuwden ons: ‘Dat gaat nooit goed, kijk maar uit, straks ben je beide vrouwen kwijt.’
Ik weet niet wat er voor nodig is om het te kunnen… Eerlijkheid is belangrijk, de ander serieus nemen, duidelijk zijn over je belangen en wensen en je moet het wederzijds vertrouwen niet beschamen. En zelfvertrouwen is denk ik ook erg belangrijk… Ik weet heel goed welke plek ik in Francis haar leven inneem en zij weet ook dat ze voor mij erg belangrijk is. Dat weten we van elkaar, dat zeggen we regelmatig tegen elkaar en het blijkt ook uit ons gedrag. Mijn vriendin heeft ook een duidelijke plaats in mijn leven en ik heb het gevoel dat beide relaties mijn leven werkelijk verrijken en dat ik hun leven verrijk, ook al klinkt dat als een cliché. Francis past heel goed bij mijn reflectieve kant, mijn rustige en bedachtzame kant. Met haar kan ik eindeloos filosoferen over het leven, over religie enzovoort. Mijn vriendin is veel meer een ‘doener’, een ‘aanpakker’. Zij stimuleert vooral mijn speelse kant, mijn vrolijke en ondeugende kant. Zij verzint iedere keer weer iets geks en haalt streken uit waar ik altijd vreselijk om moet lachen.
We hebben wel geleerd in de loop der jaren dat je niet het onmogelijke van jezelf en van de ander moet vragen. Wanneer mijn vriendin bijvoorbeeld wel eens hier blijft slapen, na een gezamenlijk feestje bijvoorbeeld, dan slaapt ze bij Francis in bed en ga ik naar de logeerkamer. Ik wil dan niet moeten kiezen bij wie ik die nacht door wil brengen, dan maak je het voor iedereen onnodig moeilijk. Die meiden liggen dan nog uren in bed te kletsen en ze roddelen ook over mij, dat weet ik zeker. Zij steunen elkaar altijd en wanneer ik eens klaag over de een tegen de ander, dan pikken ze dat geen van beiden. Dat zijn zo van die regels die er ingeslopen zijn in de loop der tijd en in feite werken die heel goed. Belangrijk is mijns inziens ook dat we elkaar allemaal graag mogen. Ik mag de vriend van Francis erg graag en die kan ook weer goed opschieten met mijn vriendin. En natuurlijk wil je dan weten of die twee ‘het’ ook met elkaar doen… want dat denkt iedereen natuurlijk…, nou toevallig is dat niet zo, maar wanneer dat wel zo zou zijn, zou ik er zeker aan moeten wennen, zou ik het ook wel even moeilijk vinden, want nu vrijt ze alleen met mij, en zou ik opnieuw mijn plaats moeten bepalen, maar het zou voor mij niet onoverkomelijk zijn. Het zou voor mij wel moeilijk zijn wanneer Francis iets had met een man die ik niet zag zitten, want hij moet ook een beetje bereid zijn om rekening te houden met mijn belangen en wanneer ik hem niet zou mogen, zou ik hem daarin niet vertrouwen.
Het feit dat ik met beide vrouwen vrij en Francis met beide mannen, lijkt voor anderen heel speciaal, maar voor ons is dat heel gewoon geworden. Het is al jaren zo en ik verwacht dat het ook altijd wel zo zal blijven. In feite ben ik helemaal niet zo bezig met ‘wie het nu met wie doet’, dat klinkt misschien raar uit de mond van iemand die met twee vrouwen vrijt, maar toch voel ik het zo. Seksualiteit is voor mij niet zo belangrijk, het is leuk en prettig en het kan bij een relatie horen, of niet en dan is het ook goed.
Uit het bovenstaande voorbeeld blijkt dat de openheid en eerlijkheid over de buitenechtelijke relatie een belangrijke factor van het succes is. Andere ervaringsverhalen van echtparen bevestigen dat. De echtgenote wordt niet voorgelogen en bedrogen, heeft meer controle over de situatie en kan duidelijk een woordje meespreken over wat nog wel en wat niet meer te verdragen is. De minnares wordt niet ontkend en krijgt meestal een duidelijke en afgebakende plaats in de driehoeksverhouding. De overspelige hoeft niet te liegen, voelt zich minder schuldig en slecht over zichzelf, zit minder klem en dit komt zijn algehele functioneren zeer ten goede. Dit maakt het voor alle partijen een stuk gemakkelijker. In het geval van Charles en Francis gaat het dus al jaren goed, maar in negen van de tien gevallen breekt er een enorme crisis uit wanneer duidelijk wordt dat er sprake is van een buitenechtelijke relatie. Die crisis kan in de ergste gevallen aanleiding zijn tot moord, of opname in een inrichting, in de meeste gevallen zijn mensen een tijd lang extreem ontregeld, wanhopig en/of razend en weten ze niet waar ze het moeten zoeken van angst en radeloosheid. Deze crisis wordt goed beschreven in het autobiografische boek van Renate Rubinstein: Niets te verliezen en toch bang.7 Zij beschrijft in dat boek de paniek na haar echtscheiding. Ze werd door haar man verlaten, hij bleek een ander te hebben.
Ik lag in bed en zocht naar een herbergzame plaats voor mijn gedachten. Een veilige gedachte, een gedachte om bij in te slapen, er moest in de wijde wereld toch nog een gedachte voor mij te vinden zijn waar ik op in kon slapen? Niemand kon die gedachte voor mij vinden, ‘je moet de veiligheid bij jezelf zoeken’, maar ik vond niets. […]
Ik at niet en sliep niet en beende nachtenlang door de stad, in het wilde weg, of op zoek naar mijn voortvluchtige man tegen wie ik in gedachten onafgebroken hardop sprak, maar die ik toch alleen maar wou lokaliseren, want onder ogen komen in mijn haveloze staat durfde ik niet.
Het vreemdgaan van de een kan tijdelijk of voor lange tijd het fundament onder het bestaan van de ander wegvagen. De crisis waar de verlaten partner in terechtkomt is te vergelijken met de crisis van het kleine kind dat door moeder ineens en voorgoed verlaten wordt, met dit verschil dat het kind er helemaal niets van zal begrijpen en een volwassene inmiddels psychisch meer in huis heeft om te overleven. Wanneer je partner een intieme relatie aangaat met een ander, dan wordt de illusie van ‘eenheid’, en ‘versmelting’ ruw doorbroken. Ook al leefde men in de praktijk al lang niet meer als een eenheid, in gedachten kon men toch de illusie van een eenheid koesteren. In gedachten was jij toch zijn nummer één en met een nieuwe liefde erbij is die plaats ineens in het geding. Wanneer we op de hoogte zijn van de nieuwe relatie, dan is het nog zeer bitter en heeft het ook meestal een crisis tot gevolg, maar het is vaak wel beter te verteren dan wanneer we er zelf achter moeten komen en lange tijd bedrogen worden. Bedrogen worden is nog meer verraad en het betekent nog meer verlaten worden, wie eerst je geliefde was blijkt nu je bedrieger te zijn.
En hoe zit het dan bij die mensen die het wel kunnen accepteren? Het werkelijk kunnen gedogen van een derde in een relatie hangt van veel factoren af. Zoals de mate van openheid en eerlijkheid, de kwaliteit van de relatie, het vertrouwen in elkaar. Het maakt ook uit wie die betreffende derde is, hoe intens de buitenechtelijke relatie is, de duidelijkheid over een aantal zaken enzovoort. Waarschijnlijk is het echter ook zo dat naarmate we beter gesepareerd zijn en we heel veel veiligheid in onszelf ervaren en heel veel zelfvertrouwen hebben, wij beter kunnen tolereren dat de ander van wie jij houdt een relatie buiten het huwelijk aangaat. Maar voor ieder zal het een krachtsinspanning zijn om de gevoelens te verdragen en te hanteren wanneer we met een dergelijke situatie geconfronteerd worden.
Vreemdgaan is van alle tijden en des mensen en het is ook des mensen om het vreemdgaan van je partner niet of nauwelijks te accepteren. Het is per definitie niet eenvoudig onze partner met een ander te delen. We willen iemand helemaal voor onszelf, we willen dat in ieder geval kunnen denken, die illusie kunnen koesteren. Propaganda maken voor het vrije huwelijk zal dan ook het vreemdgaan van onze partner niet acceptabeler maken, de meeste mensen zitten psychologisch niet zo in elkaar dat ze het vrije huwelijk kunnen verdragen. Hooguit zou je kunnen zeggen dat wanneer je per se vreemd wilt gaan, openlijk vreemdgaan de voorkeur verdient, omdat het heimelijk vreemdgaan wanneer het uitkomt vaak als veel erger wordt ervaren. Misschien is het beste advies echter wel: doe niet iets wat jijzelf of je partner niet kan verdragen. En wanneer je toch per se heimelijk vreemd wilt gaan, doe het dan zo dat je partner er nooit, maar dan ook werkelijk nooit achter komt.