4
Echtgenote, moeder, minnares
Het dilemma van de verliefde feministe:
De getrouwde man: hij heeft nogal wat begrip, maar geen schone sokken en warme maaltijden nodig, zodat we toch nog veel tijd voor onszelf overhouden. Maar hij veroorzaakt een dilemma: mogen we het wel met hem doen, met het oog op de feministische solidariteit? Het tussenbeense, bedoel ik. Strekt onze zusterschap zich uit tot de partner van onze minnaar of is het nu juist feministischer om louter voor ons eigen belang op te komen – en is onze solidariteit toch niet aan haar besteed omdat ze een geborneerde burgertrut met abnormale bezitsdrang is? 1
Hoewel menige vrouw droomt van een leuke relatie, zijn er meer alleenstaande vrouwen dan ooit. In het jaar 2000 waren er volgens de statistieken van het CBS2 in Nederland 458.000 alleengaande vrouwen tussen de 30 en 65 jaar. Een aantal van deze vrouwen heeft een relatie die geheim moet blijven, omdat de partner bijvoorbeeld priester is of getrouwd is. Deze vrouwen blijven zich ook vaak ‘alleengaanden’ noemen terwijl ze dat dus in feite niet zijn.
Volgens de statistieken van Annelies Penning3, directeur van een bekend relatiebureau, zou zeventig procent van de alleenstaande vrouwen boven de dertig wel eens een verhouding met een gebonden man hebben gehad. Hoeveel alleenstaande mannen een relatie hebben of hadden met een getrouwde vrouw is niet bekend. Die mannen zijn er zeker, maar hun aantal lijkt kleiner dan het aantal vrouwen dat in die positie zit. Hoe komt het toch dat vooral vrouwen zich lenen voor de rol van minnares? Is het zoals Renate Dorrestein in het volgende citaat stelt?4
Ik vind het dilemma van de getrouwde man daarom zo interessant, omdat alleen vrouwen volgens mij a) zwakzinnig genoeg zijn om zeven jaar lang genoegen te nemen met een minnaar die hen uitsluitend op zondagmiddag bezoekt tussen het einde van de voetbalwedstrijd en het moment dat moeders thuis de piepers opzet, en b) hersenloos genoeg zijn om zich in die kansloze positie schuldig te voelen en zichzelf te kwellen met de vraag of het ‘wel eerlijk is tegenover z’n vrouw’.
Het zijn zeker niet alleen de ‘domme blondjes’ die relaties aangaan met getrouwde mannen. Veel hoogopgeleide vrouwen zitten in hetzelfde schuitje, vaak tegen wil en dank. Dit ‘tegen wil en dank’ wordt nogal eens betwijfeld, vooral door de echtgenotes van de getrouwde mannen. Zij hebben soms het idee dat minnaressen er een hobby van hebben gemaakt, en het hun specialiteit is om mannen bij hun vrouwen weg te jagen. Het zouden ‘mannenverslinders’ zijn, die likkebaardend op getrouwde mannen loeren. Op feestjes plotseling toeslaan en na hun verovering het liefst de scalp, of liever gezegd het geslacht van hun prooi, boven het bed zouden willen hangen. Deze minnaressen bestaan vooral in de fantasie van de echtgenotes, in het ‘echt’ komen deze mannenverslinders die het bewust vooral op getrouwde mannen voorzien hebben nauwelijks voor. Nauwelijks… want echtgenotes opgepast, ze lijken wel degelijk te bestaan!
Victoria Griffin,5 de schrijfster van het boek The Mistress, geeft in een interview in De Telegraaf toe dat zij een ‘seriemaîtresse’ is uit volle overtuiging. Een citaat uit het interview:6
Juist omdat ze niet beschikbaar zijn, hoef je ook niet zoveel vermoeiende emotionele energie te steken in je relatie. Een illegale relatie geeft bovendien een kick, al dat spannende, geheime gedoe, en het is vleiend dat die getrouwde man allemaal risico’s voor je neemt. En ten slotte, ergens diep in me, geeft het me voldoening dat ik een huwelijk ondermijn.
De schrijfster kreeg door haar uitlatingen een lading kritiek over haar heen. Een egoïstische, misselijke stookster is ze genoemd, een onvolwassen, gefrustreerde griet die haar emoties niet op een rij heeft. Een arrogante tante die beweert dat minnaressen alles bieden wat manlief niet bij zijn echtgenote zou krijgen: begrip, steun en seks, seks op elk moment van de dag, op de raarste plekken.
Uit overtuiging of iedere keer weer met een bloedend hart: het komt veel voor dat ongebonden vrouwen vooral relaties hebben met getrouwde mannen en nooit verliefd worden op een ongebonden man. Alvorens de psychologische redenen van dit fenomeen uit te diepen, wijst Renate Dorrestein ons nog op een andere kant van de zaak.7
De gehuwde minnaar afgeschreven hebbend, rest ons nog slechts een andere groepering: die der ongetrouwde mannen. Op grond van simpele logica dient men hen te wantrouwen: waren ze werkelijk de moeite waard, dan waren ze op hun leeftijd niet ongetrouwd. Waren ze werkelijk zo aardig en interessant als ze in de eerste vijf minuten leken, dan stonden ze beslist niet alleen in het leven. Men kan er vergif op innemen, wel twee hele eetlepels vol, dat de ongetrouwde man dan wel anderszins ongebonden man zich bij nadere inspectie zal ontpoppen als iemand met een akelige moederbinding, enge hobby’s of vervuilde voeten. Eigenlijk hoeven we verder geen woorden aan hem vuil te maken: hij wordt domweg afgeraden.
Alleenstaande vrouwen klagen inderdaad wel eens over het feit dat er zo weinig leuke ongebonden mannen zijn. Met andere woorden: ze moeten zich wel ‘vergrijpen’ aan een getrouwde, want een vrijgezel wekt achterdocht, daar is iets mee. Meestal ligt het probleem toch iets ingewikkelder en de meeste vrouwen ervaren het wel degelijk als een probleem wanneer ze steeds weer verliefd worden op een gebonden man. Het is niet zozeer hun hobby om getrouwde mannen te veroveren, maar meer hun noodlot zou je kunnen zeggen. Waar ligt de oorsprong van dit noodlot? In het vorige hoofdstuk werd aan de hand van de Oedipus-mythe duidelijk dat achter het frequent vreemdgaan diepe persoonlijke drijfveren schuil kunnen gaan. Wordt de minnares die steeds weer relaties aangaat met getrouwde mannen ook door dieper liggende motieven gedreven? Zo ja, wat zijn dan die motieven? En zijn er ook motieven te vinden voor de bedrogen echtgenote? Of heeft zij geen eigen drijfveren in deze, maar wordt zij slechts meegesleept door de drijfveren van anderen?
Oedipus, de hoofdrolspeler in het vorige hoofdstuk, was een jongen. Dat wil niet zeggen dat het verhaal niet als metafoor voor de ontwikkeling van vrouwen kan dienen. Toch geven feministische analytici de voorkeur aan het verhaal van Electra wanneer het over de ontwikkeling van vrouwen gaat.
De Griekse mythe over Electra8
Electra was in de Griekse mythologie de verstandige dochter van Agamemnon en Clytaemnestra. Zij had nog een jongere zuster en een broertje, Orestes genaamd. Haar vader was jarenlang van huis weg geweest om aan de krijgstocht tegen Troje deel te nemen en zij miste hem erg. Tot overmaat van ramp begon haar moeder tijdens de afwezigheid van haar man een affaire met Aegisthus. Zij was namelijk razend op haar man omdat haar oudste dochter Iphigenia geofferd was in de Trojaanse oorlog. Aegisthus regeerde nu naast Clytaemnestra op de troon en had een zeer slechte relatie met zijn stiefkinderen.
Toen Agamemnon na jaren naar huis terugkeerde, werd hij door zijn vrouw vriendelijk verwelkomd, maar in het geheim beraamde zij met haar minnaar een moordaanslag. Toen hij in bad ging, wierpen ze een net over hem heen en doodden hem. Niemand van het volk durfde in opstand te komen tegen de moord omdat het koningsechtpaar een schrikbewind over het land voerde.
Orestes, het jongere broertje wilde zijn vaders dood wreken, maar de verstandige Electra zond hem weg naar zijn oom Strophius. Hij beloofde echter terug te komen ‘zodra mijn arm de kracht van een man zal hebben’. Electra moest ondertussen toezien hoe de moordenaars van haar vader op de troon zaten en moest dagelijks verdragen hoe haar moeder haar met diepe haat en vijandschap vervolgde. Electra overwoog regelmatig zelf haar moeder te doden, maar vond daarin geen steun bij haar jongere zus en hoopte op de terugkomst van haar broer. Regelmatig ging ze naar het graf van haar vader en op een dag trof ze daar twee jongelingen aan die zeiden dat haar broer dood was. Toen ze intens verdrietig werd, kon een van de mannen zich niet meer goed houden en hij bekende dat hij haar broer was. Hij was gekomen om zijn vader te wreken. En dit gebeurde ook. Eerst vermoordden ze de moeder en daarna haar partner. Maar na de gruwelijke daad ‘ontwaakte de kinderlijke liefde onweerstaanbaar in zijn gemoed en de schrijnende tweespalt tussen plicht en liefde verscheurde hem het hart met zulk een geweld dat hij geen uitweg meer zag’. Orestes viel toen in de armen van de wraakgodinnen en werd geteisterd door vlagen van waanzin. Hij vluchtte het land uit samen met zijn trouwe vriend Pylades, maar keerde uiteindelijk terug op advies van de godin Athene opdat er een rechtvaardig oordeel over hem geveld kon worden. Uiteindelijk werd hij door haar in bescherming genomen, zij ging levensgroot tussen hem en de wraakgodinnen in staan en hij werd vrijgesproken.
Na zijn vrijspraak werd hij door Athene naar Tauris gestuurd om daar een beeld weg te roven en terug te brengen naar zijn land. Daar kwam hij zijn oudste zus Iphigenia tegen, die niet geofferd bleek te zijn, maar op het nippertje was gered van de dood door de godin Artemis. Ze was priesteres geworden en had de ondankbare taak iedere vreemdeling die aan wal kwam aan de godin te offeren. Zo kwam het dat Orestes en zijn vriend ook in haar handen vielen, maar nadat duidelijk was geworden dat ze broer en zus waren verzon Iphigenia een list. Met haar broer en haar vriend en met het beeld onder hun arm verlieten ze het land en keerden terug naar Mycene. Onderweg werden ze nog bijgestaan door Athene. Orestes werd uiteindelijk koning op de troon van zijn vermoorde vader met naast zich de mooie vrouw Hermione. Electra trouwde met zijn vriend die uiteindelijk ook koning werd. Iphigenia werd weer priesteres en ze leefden nog lang en gelukkig. De vloek die generaties lang op deze familie ruste was opgeheven.
Het gefrustreerde verlangen
In de psychoanalytische theorie is dit verhaal uitgelegd als de onbewuste wens van het meisje haar moeder opzij te zetten. Maar ook in dit verhaal gedragen de kinderen zich in eerste instantie trouw en loyaal en misdragen de ouders zich. We zien een vrouw die wanhopig naar haar afwezige vader verlangt, hem trouw blijft, en een alleen gelaten, razende, moordlustige, overspelige moeder. Electra zit opgescheept met een man die haar vader niet is en kan zich niet losmaken van haar getraumatiseerde moeder die haar vijandig achtervolgt. Ze overweegt de moeder te doden maar durft niet. (In sommige versies van het verhaal doodt Electra wel zelf haar moeder en haar minnaar.) Ze mist de stuwende mannelijke kracht in zichzelf om zich uit deze situatie te bevrijden.
Het feit dat haar moeder haar vader vermoordt doet de zaak geen goed. Ze moet daardoor haar oedipale wens om een relatie met haar vader aan te gaan onderdrukken, ‘vermoorden’, en dit versterkt de haat ten opzichte van haar moeder. Electra heeft dus net als Oedipus een vader die haar vader niet is. Ze wordt net als Oedipus afgesneden van haar ‘geestelijke’ vader en blijft in haar aardse beslommeringen ronddobberen totdat haar broer komt en de situatie doorbreekt en de moeder en de stiefvader vermoordt. De moord op vader is dan gewroken, de stiefvader is om zeep geholpen en de loyaliteit ten opzichte van de echte vader kan weer vorm krijgen, waardoor de kinderen weer kunnen groeien.
De broer wordt in al zijn acties gesteund door een goede vriend, zijn steunego zou je kunnen zeggen. Wanneer hij door waanzin overspoeld wordt, blijft deze vriend naast hem staan.
Na de moord op zijn moeder, die nu geen bedreiging meer vormt, ervaart Orestes ineens ook weer de liefde die hij ooit voor zijn moeder had. Hij heeft net als Oedipus afstand gedaan van de verslindende aspecten van de moeder, waardoor de liefde weer in zijn bewustzijn komt bovendrijven. In de mythe van Oedipus hing de moeder zichzelf op, maar Orestes heeft zijn moeder met geweld omgebracht. Hij maakt zich dan wel los van de verslindende aspecten van zijn moeder, maar hij heeft ook diegene gedood die hij ooit lief had. Hij wordt dan ook door waanzin overvallen. Hij wordt gek omdat de tegenstrijdige gevoelens van haat, zijn daad en de liefde hem overspoelen. De wijze godin Athene adviseert hem niet langer te vluchten voor zijn innerlijke tweestrijd en dringt op een rechtszaak aan. Zij activeert als het ware zijn verstand en dringt aan op een uitspraak: schuldig of niet schuldig. Tijdens de rechtszaak gaat zij pal tussen hem en de wraakgodinnen die hem tot waanzin dreven in staan, waardoor hun woede afneemt. Uiteindelijk wordt hij dankzij Athene vrijgesproken. Hij kan dan meer vrede met zichzelf hebben, hij heeft verantwoording afgelegd en kan de haat en de liefde meer in zichzelf verenigen. Na zijn vrijspraak redt hij nog zijn zus, die zichzelf ook niet kon bevrijden van de gruwelijke taak die ze moest vervullen. Uiteindelijk vindt iedereen zijn bestemming. Orestes trouwt en kan een mooie vrouw naast zich op de troon verdragen en Electra trouwt met zijn vriend. De innerlijke gespletenheid is opgeheven, er heeft een integratie (huwelijk) plaatsgevonden van het mannelijke en het vrouwelijke.
Het Electracomplex volgens de psychoanalyse
Electra had het geluk dat ze een moedige broer met een goede vriend had, maar niet alle vrouwen hebben dat geluk. Sommige vrouwen worden groot zonder ook maar een positief mannelijke figuur in hun naaste omgeving te kennen. De tijd dat sommige feministen dachten dat je mannen kunt missen als kiespijn is gelukkig voorbij. Tegenwoordig wordt ook in feministische kringen het belang van vaderfiguren voor de ontwikkeling van vrouwen over het algemeen wel onderkend.
Hoe worden kleine meisjes meestal groot? In de fallische fase, na de orale en anale fase, wanneer het meisje ongeveer drie jaar oud is, gaat zij zich meer op haar vader richten. De moeder blijft wel belangrijk, maar haar belangstelling en nieuwsgierigheid gaat vooral naar vader en ook naar zijn lichaam uit. Waarom het meisje zich zo gaat richten op de vader is niet helemaal duidelijk. Volgens de klassieke psychoanalytische opvatting richt het meisje zich op de vader uit frustratie omdat moeder haar geen penis kon verschaffen. Het meisje zou zich namelijk bewust zijn geworden van het feit dat zij en haar moeder geen penis hebben en ze zou dit als een castratie en een gemis ervaren. Ze zou zich er tevens van bewust zijn dat vader wel een penis heeft en ze wil dan door het contact met vader alsnog een penis verwerven. Over deze zogenaamde ‘penisnijd’ is veel geschreven en vooral vrouwelijke psychoanalytici hebben benadrukt dat dit uitsluitend vanuit het mannelijke, door superioriteitsgevoel beïnvloede perspectief bekeken is. Hoe dan ook: alle theoretici zijn het er wel over eens dat bij het meisje van ongeveer drie jaar een genitale gerichtheid ontstaat en dat er een onschuldige kinderlijke ‘seksueel getinte’ belangstelling voor vader is. Vader is de eerste man in haar leven die dichtbij haar staat, door hem kan ze ervaren hoe mannen kunnen zijn, hoe ze op vrouwen en op kleine meisjes reageren. Ze kan ontdekken dat zij net als haar moeder een meisje is en ze kan ervaren wat vrouwen waard zijn in de ogen van mannen en ze kan merken hoe vader op haar vrouwelijke lichaam reageert. Ondanks het feit dat het meisje zich meer op haar vader richt en met hem ‘flirt’, blijft ze ook sterk verbonden met haar moeder. Ze bewondert moeder maar beschouwt haar ook als haar rivale en ze fantaseert soms dat wanneer moeder er niet zou zijn, zij haar plaats zou kunnen innemen. Kinderen kunnen deze fantasieën uiten door bijvoorbeeld te zeggen dat ‘mama wel weg mag gaan’. Of ze delen mee: ‘Als ik groot ben wil ik met papa trouwen.’ De fantasie van ‘mama moet maar weg’ is ook beangstigend voor het meisje en ze voelt zich daar dan ook schuldig over. Ze is angstig omdat moeder als ‘groot en machtig’ wordt ervaren en ze is bang voor moeders wraak: ‘Is mama boos op mij?’ Voor liefdesverlies: ‘Ben ik nog wel mama’s lieve meisje?’ En de gedachte van ‘mama moet maar weg zodat ik haar plaats in kan nemen’ roept ook verlatingsangst op, want ze kan moeder nog niet missen. Moeder is haar veilige haven waar ze naar terugvlucht wanneer het haar allemaal te veel wordt. Deze ambivalente gevoelens maken deze fase tot een complexe fase. De onbewuste schuldgevoelens en angsten kunnen zeer heftig zijn en regelmatig zie je dan ook dat het kind even terugvlucht in een vorige ontwikkelingsfase. Dan gaat ze zich een tijdje weer als een baby gedragen, of ze plast een paar keer in bed of gaat heftig op haar duim zuigen.
Het meisje moet zich identificeren met haar moeder omdat ze ook een vrouw zal worden, maar ze hoeft daarvoor de band met moeder niet zo radicaal te verbreken als jongens dat doen. In het vorige hoofdstuk zagen we dat een jongen meer afstand van moeder moeten nemen om zich te kunnen identificeren met vader en daardoor soms in een isolement terechtkomt. Omdat een meisje meer verbonden blijft met moeder zal zij minder in een isolement opgroeien dan de doorsneejongen. Ze gaat moeder nadoen en zo oefent ze haar sekserol en leert ze trots te zijn op het feit dat ze net als moeder een meisje is dat later een baby kan krijgen. Omdat moeder als rolmodel meer beschikbaar is voor het meisje dan de vader voor de jongen, zal het meisje doorgaans meer weten wie ze is en wat ze wil. Ze kan beter een stevige identiteit opbouwen dan haar broertje. Ze zal ook meer contact blijven houden met eigen emoties en verlangens en ze zal zich minder vervreemd van zichzelf voelen dan menige jongen. Het kan echter ook zijn dat het meisje te veel aan moeder gebonden blijft, want moeders hebben over het algemeen meer de neiging meisjes te veel aan zich te binden dan jongens. Ze identificeert zich dan te veel met moeder en kan dan misschien moeilijk bepalen wie ze zelf is en wat ze zelf wil. Vaak mist ze dan ook de stuwende ‘mannelijke’ kracht in haar persoonlijkheid. De kracht om zelfstandig en autonoom te zijn. Ze leert zich aan te passen aan anderen en dat kan juist weer wel leiden tot vervreemding van haar eigen persoonlijkheid.
Na de oedipale fase zal het meisje zich voorlopig neerleggen bij het feit dat vader bij moeder hoort en sluit ze deze fase af. Ze richt zich meer op het verwerven van vaardigheden, leren en naar school gaan.
Artemis, de godin van de jacht en de maan9
In de fallische fase is het ten zeerste van belang hoe de vader en de moeder reageren op het meisje. De ideale situatie voor haar is om op te groeien in een gezin, waarbij beide ouders meestal positief, verzorgend, stimulerend en begrenzend bij haar betrokken zijn en ook een hechte, respectvolle en gelijkwaardige relatie als partners met elkaar hebben. Wanneer beide ouders als identificatiefiguren aanwezig zijn, kan ze de ‘mannelijke’ en de ‘vrouwelijke’ aspecten van haar persoonlijkheid beter ontwikkelen en integreren.
Wanneer het meisje belangstelling krijgt voor haar vader, zou haar moeder dit moeten begrijpen. Ze zou haar vooral niet moeten afwijzen. Ze zou haar moeten bevestigen in haar gevoel dat ze inderdaad prachtig, mooi en sterk, vaardig en slim is. Ze zou zich echter ook duidelijk naast de vader op moeten blijven stellen als zijn vrouw. De vader zou het meisje moeten bewonderen en bevestigen in haar vrouwelijke gedrag, maar zou het gedrag niet extra seksueel moeten kleuren of interpreteren. Hij zou haar liefdevol moeten stimuleren tot activiteit, en belangstelling voor haar moeten tonen, maar hij zou zich ook duidelijk als partner van moeder moeten profileren. Het meisje zou dan kunnen opgroeien met een goede basis van zelfvertrouwen, en een positief gevoel van eigenwaarde. Ze zou haar talenten moeten kunnen en durven ontwikkelen en ze zou in staat moeten zijn om teleurstellingen te incasseren omdat ze opgroeit in een liefdevol en troostend en niet veroordelend klimaat.
De Griekse godin Artemis zou model kunnen staan voor het meisje dat zich tot een zachtaardige, mooie, zelfbewuste en krachtige vrouw ontwikkeld heeft. Artemis was de tweelingzuster van Apollo, de god van de zon en het kind van Zeus en Leto. Haar ouders waren lief en ondersteunend en stimuleerden haar beiden. Toen Artemis drie jaar was (dus in de oedipale fase zat) leerde ze haar vader kennen. Zeus was helemaal verrukt van haar en vroeg haar wat ze wenste. Ze vroeg aan hem een pijl en boog, en jachthonden en nimfen om haar te begeleiden, en Zeus liet haar zelf een pijl en boog kiezen. Ze groeide op als het meisje van de natuur, was doelgericht en kon goed jagen, maar ze was ook zacht en de beschermvrouwe van veel dieren. Haar blik en oordeel waren mild, als door maanlicht gedempt. Ze trok veel met vrouwen op en benaderde ze als zusters. Voor de liefde koos ze een gelijkwaardige partner en ze had een kameraadschappelijke verstandhouding met hem. Artemis wordt een ‘maagdelijke godin’ genoemd. Het maagdelijke staat voor ‘heel’ zijn. Artemis ervaart geen sterke ambivalenties en splitsingen in zichzelf, maar is het voorbeeld van een vrouw die zowel de mannelijke als de vrouwelijke krachten in zichzelf heeft weten te verenigen.
Een vrouw als Artemis is niet erg geschikt als geheime minnares, want ze zal het moeilijk kunnen opbrengen om een dubbelleven te leiden en door haar solidariteit ten opzichte van andere vrouwen zal ze niet graag meewerken aan het bedrog van de echtgenote. Als echtgenote zal ze snel doorhebben wanneer haar man een ander heeft, want ze zijn sterk verbonden en intiem met elkaar en het is alsof ze de geur van een derde op afstand kan ‘ruiken’ door haar sensitiviteit. Ze zal overigens een man hebben uitgezocht die niet zo’n behoefte heeft om vreemd te gaan, net zomin als zijzelf.
De vader/dochter-wond
Dat ouders niet altijd een positief opvoedingsklimaat kunnen bieden is in het vorige hoofdstuk al benadrukt. Dat is ook niet nodig, het gaat meer om de mate waarin dit opgebracht kan worden door de ouders. Wanneer ouders genoeg zelfvertrouwen hebben, voldoende zicht hebben op hun eigen schaduwkanten, ze een goede relatie hebben en elkaar kunnen steunen in het ouderschap, en wanneer het gezin ingebed is in een mensvriendelijke maatschappij, zal dit beter lukken dan wanneer dit niet het geval is. Zoals al eerder gesteld, leven we echter nog steeds in een maatschappij waarbij het merendeel van de vaders een minimale rol in de opvoeding vervult en vooral maatschappelijk actief is en invloed heeft. Moeders zwaaien vooral thuis de scepter of hebben ook daar niets te vertellen. De maatschappelijke mens-, maar vooral ook vrouw- en kindvriendelijkheid is ver te zoeken. Vaders zijn veelal nog de afwezige en onbekende persoon in het gezin, ook in een meisjesleven. Het meisje loopt daardoor groter risico dat de separatiefase niet goed doorlopen wordt en dit heeft ook weer gevolgen voor de fallische fase. De patriarchale vrouwonvriendelijke maatschappij is voor de ontwikkeling van zowel jongens als meisjes zeer schadelijk en schept bepaald geen gunstige voorwaarden voor bovenstaande groeibevorderende situatie.
Het is het lot van heteroseksuele vrouwen dat zij in hun latere liefdesleven een relatie aan moeten gaan met een man die zoveel lijkt op hun vader, maar die ze in veel gevallen nooit echt hebben leren kennen. Wanneer vaders afwezig zijn of slechts op een negatieve manier hun invloed laten gelden, kan dit een diepe wond in de psyche van de vrouw achterlaten. Een verscheurdheid en innerlijke disbalans zijn het gevolg. Een relatie met een getrouwde man kan deze verscheurdheid ogenschijnlijk opheffen. Ogenschijnlijk, omdat het net als bij de vreemdganger die zijn innerlijk conflict oplost door vreemd te gaan, het een ‘noodoplossing’ is die niet echt leidt tot heel worden. De innerlijke verscheurdheid blijft bestaan en wordt ‘extern’ opgelost. En hoe zit het dan met de bedrogen echtgenote? Heelt zij ook haar wonden terwijl haar man vreemdgaat? Menig bedrogen echtgenote zal verontwaardigd roepen dat ze juist verwond wordt door het gedrag van haar partner! Hoewel de echtgenote beslist meegesleept wordt door de drijfveren van anderen, heeft ook zij vaak diepe onbewuste beweegredenen die mede veroorzaken dat haar man vreemdgaat en zij iedere keer weer bedrogen wordt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de echtgenote een notoire vreemdganger als huwelijkspartner kiest. Dit kan als een wanhopige poging gezien worden om in contact te komen met die oorspronkelijke vader/dochter-wond. In het ‘gevecht’ met de echtgenoot over de buitenechtelijke relatie leeft dan de hoop dat deze wond uiteindelijk zal genezen. De echtgenote zal hopen en ervoor vechten dat haar man, c.q. haar vader, zich toch definitief aan haar zal binden.
De onbewuste drijfveren van alle deelnemers in het driehoeksdrama zijn complex en niet eenvoudig te begrijpen. In de volgende hoofdstukken zal ik hier nader op ingaan.
In het boek Nu alleen de liefde nog van Labrijn en Roodvoets10 wordtderol van de vader in de ontwikkeling van meisjes in de fallische fase en het succesvol zijn in de liefde op latere leeftijd sterk benadrukt. Het boek beschrijft hoe in sommige gezinnen een bepaald overheersend interactiepatroon tussen de ouders kan bestaan, waarbij of de vader of de moeder geïdealiseerd of vernederd en genegeerd wordt. Aangetoond wordt dat meisjes op verschillende manieren de interesse van vaders proberen te winnen wanneer hij te veel afwezig is, of door moeder genegeerd of gekleineerd wordt. In ieder meisje is de natuurlijke behoefte aanwezig om haar vader te leren kennen en de wens om het oedipale spel met hem te spelen. Zo kan zij bijvoorbeeld een ‘behaagdochter’ worden; ze gedraagt zich dan vooral lief, afhankelijk en kinderlijk en wanneer vader dit wenselijk vindt ook sexy, mooi en verleidelijk. Thuis is ze het kleine prinsesje en wordt ze verwend. Ze wordt als een klein vrouwtje gekleed, moeder en dochter dragen vaak dezelfde kleding. Ze hebben een te sterke band, zijn veel samen waardoor haar vrouwelijke eigenschappen te sterk ontwikkeld worden, ook omdat ze van vader niet leert zich zelfstandig en krachtig en doelgericht op te stellen. Ze stelt zich vaak passief afwachtend en niet handelend op en ondergaat de acties van anderen lijdzaam. In haar latere leven blijft ze een naïeve en/of een verwende puber. Ze neemt niet de verantwoordelijkheid voor haar eigen leven en ze gedraagt zich ook nogal eens als slachtoffer. Sociale contacten komen soms ook moeilijk op gang.
Soms is ze bangig, bedeesd en teruggetrokken en op de achtergrond aanwezig, maar vaak ook neemt ze de gedaante van een ware ‘flirt’ aan en vlindert ze door het leven en speelt ze met mannen, of liever gezegd, laat ze met zich spelen. Ze heeft dan veel wisselende contacten en kan zich moeilijk binden. Echte intimiteit met een man gaat ze uit de weg en mannen die niet in seks maar wel in haar als persoon zijn geïnteresseerd ziet ze niet staan.
Het kan ook zijn dat vader duidelijk verboden terrein is voor het kleine meisje. Moeder trekt het kind naar zich toe en verhindert het meisje uit jaloezie het oedipale spel met haar vader te spelen. Het meisje wordt vaak uitgelachen door moeder en belachelijk gemaakt wanneer ze haar vrouwelijkheid toont. Moeder wil de mooiste zijn en het meisje staat in haar schaduw. Het meisje kan zich zeer schuldig gaan voelen over het verlangen naar haar vader en gaat uiteindelijk haar verlangens verdringen. Ze kan ook zeer bang worden voor de wraak van haar moeder en krijgt last van enorme minderwaardigheidscomplexen.
Het komt ook voor dat het kindvrouwtje de gedaante van een weerstandsdochter aanneemt. Ze verzet zich tegen alles en iedereen en lapt ieder gebod aan haar laars in de wetenschap dat negatieve aandacht ook aandacht is. Met het negatieve gedrag kan ze de interesse van vader proberen te wekken en tegelijk is het een poging om zich van de verstikkende moeder los te maken.
Persephone, de behaagdochter
In de mythologie zou de godin Persephone voor dit bovenstaande type vrouw model kunnen staan. Persephone wordt als klein meisje door Hades ontvoerd naar de onderwereld om haar tegen haar zin tot zijn vrouw te maken. Haar moeder Demeter weet Zeus, haar vader, zover te krijgen dat deze Hermes opdraagt haar te bevrijden. Hades laat haar voor vertrek een paar granaatappelpitten eten. Dat heeft tot gevolg dat Persephone een derde van het jaar terug moet keren naar de onderwereld. Later wordt ze de koningin van die onderwereld en leidt ze daar velen rond.
Het verhaal zou geïnterpreteerd kunnen worden als het kleine meisje dat seksueel misbruikt wordt en te jong tot vrouw gemaakt wordt. Vervolgens moet ze voor de rest van haar leven deels in de ‘onderwereld’ vertoeven. Niet zelden worden meisjes die in deze sfeer thuis opgroeien inderdaad seksueel misbruikt door vaders en soms ook door moeders of andere familieleden. Het meisje zal weinig verzet plegen en zal een gewillig slachtoffertje zijn wanneer ze het prinsesje is. Geweld is niet nodig want de woorden ‘dit doet papa omdat hij jou zo lief vindt’ en ‘niet zeggen tegen mama anders wordt mama boos op jou’, zullen voldoende zijn om het te laten gebeuren. Ook al zal ze het seksueel misbruik later kunnen verwerken, het zal altijd een rol in haar leven blijven spelen, en van tijd tot tijd zal ze in die onderwereld zijn met haar herinneringen.
Het lieve prinsesje kan haar hele leven een prinsesje blijven, maar de kans bestaat ook dat ze in de puberteit een weerstandsdochter of een vlinder wordt.
In de mythologie wordt deze godin ook gezien als degene die anderen in contact kan brengen met het onbewuste. Persephone reist tussen de gewone reële wereld en de onderwereld (het onbewuste) op en neer. Het is inderdaad zo dat vrouwen die zelf ernstige dingen meegemaakt hebben en sterk genoeg geworden zijn om weer te functioneren in de ‘gewone dagelijkse wereld’, uitstekende gidsen kunnen zijn in die onderwereld en ook weten hoe ze weer ‘boven water’ kunnen komen.
Persephone als minnares
Het kindvrouwtje leent zich uitstekend voor de rol van minnares. Als volleerd behaagdochter vlindert ze soms van man tot man, getrouwd of niet getrouwd. De vrouw die uit is op behagen in seksuele zin van het woord is in trek bij sommige mannen en maatschappelijk gezien wordt dit gedrag erg gestimuleerd. Het kan ook zijn dat ze niet vlindert, maar net als het kleine meisje Persephone ‘ontvoerd’ wordt door een getrouwde man naar een onderwereld die ze niet kent en die eng maar ook heel spannend voor haar is. Ze kan zich ineens volwassen voelen door een relatie met een veel oudere man. Ze kan op deze manier autonomie verwerven door iets te doen wat moeder niet erg zou waarderen en het mooiste van alles; ze krijgt ook nog een beetje haar vader terug. Het innerlijke conflict waar deze minnares mee worstelt speelt zich af rondom het thema afhankelijkheid versus onafhankelijkheid. Slachtoffer zijn versus verantwoordelijkheid nemen. De relatie met de getrouwde man is een poging het intrapsychische conflict, de innerlijke splitsing op te heffen. Ze zal zich door deze relatie heel, compleet en sterk voelen.
Loes (45)
Ik was net twintig toen ik Martin leerde kennen. Ik was nog een kind, wereldvreemd en ik had werkelijk niets meegemaakt. Ik was heel beschermd opgegroeid, mijn moeder was er altijd en mijn vader was lief, maar ik zag hem nooit. Ik was een dromerig kind en beeldschoon om te zien, net een engeltje, mijn vader noemde mij soms ook zo. Ik had nog nooit een vriendje gehad, daar was ik veel te bleu voor. Toen Martin bij ons op het kantoor kwam werken (ik was secretaresse), had hij direct belangstelling voor mij. Ik niet voor hem, want zo’n mooie en machtige en vooral getrouwde man stond veel te ver van me af. Maar zijn avances werden steeds duidelijker en het duurde niet lang of ik was smoorverliefd op hem. Hij noemde mij ook steeds ‘engeltje’, ook in bijzijn van anderen en dan kleurde ik tot achter mijn oren. Daar moesten ze dan allemaal erg om lachen. Hij vond me zo schattig en puur, ik kende het helemaal niet dat mannen zoveel belangstelling voor mij hadden. Jongens van mijn leeftijd keken niet naar mij om.
We hebben heel lang een relatie gehad, wel vijftien jaar. In het begin was dat fantastisch, ik voelde me de vrouw van de wereld. Hij was al die tijd getrouwd. Hij zei wel steeds dat hij bij zijn vrouw weg zou gaan, maar er kwam altijd wat tussen. Hij was soms ook erg verdrietig en dat vond ik dan weer zo zielig voor hem, ik durfde dan een hele tijd niet meer over scheiden te beginnen. Toen ik vijfendertig was wilde ik kinderen en ik wist inmiddels wel dat dat met hem toch nooit iets zou worden. Ik heb toen de moed op kunnen brengen om definitief met hem te kappen. Ik had dat nooit van mezelf gedacht, maar de kinderwens was sterker. Ik ben daarna erg depressief geweest. Ik wist niet meer hoe ik verder moest en kon de draad niet meer oppakken. Het heeft heel lang geduurd voor ik er bovenop was. Ik vond dat ik mijn leven vergooid had en ik nam het hem kwalijk dat hij in mijn leven was gekomen. Op mijn tweeënveertigste kwam ik mijn huidige man tegen en een jaar later was ik zwanger. Ik ben nu erg gelukkig met mijn man en mijn kindje maar kan nog steeds wel eens bitter terugkijken op al die verloren jaren. Wat zonde en wat had het anders kunnen lopen wanneer ik Martin niet was tegengekomen.
Vaak duren de driehoeksrelaties van het timide en afhankelijke kindvrouwtje jaren omdat ze zelf niet de kracht kan opbrengen er een einde aan te maken. Ze is niet gewend om in te grijpen in haar eigen leven. Ze mist net als Electra de ‘mannelijke’ stuwende kracht om haar leven in eigen hand te nemen. De minnares van het type kindvrouwtje lijdt vaak heftig onder de situatie, voelt zich schuldig jegens de echtgenote en lijdt onder het feit dat haar vriend zo weinig bij haar kan zijn. Maar ondanks dit lijden weet ze vaak niet aan deze situatie te ontsnappen. Wanneer dit type vrouw in handen valt van een Dionysus – en helaas treft ze die nogal eens – dan is ze een gewillige prooi. De schade die aangericht wordt kan aanzienlijk zijn en hij kan haar letterlijk maken en breken. De macht is in deze relatie totaal uit balans en de getrouwde man hoeft niet snel bang te zijn dat zij zijn vrouw zal inlichten: dat zal ze nooit durven.
De minnares van het type ‘kindvrouwtje’ is in haar jeugd niet zelden het slachtoffer van seksueel misbruik geweest. Vrouwen met deze achtergrond lopen meer dan andere vrouwen het risico in de positie van minnares verzeild te raken. Leven met een geheim is haar met de paplepel ingegoten en als ze van haar minnaar houdt, zullen haar lippen lang verzegeld blijven. De driehoeksverhouding lijkt op de situatie waarin ze vroeger thuis zat: ze heeft een verboden seksuele relatie met een getrouwde man die nu haar minnaar is en die vroeger in een andere gedaante haar vader was. Met één groot verschil: ze is nu volwassen en stapt vrijwillig in deze situatie. Hoewel deze vrijwilligheid ook betrekkelijk kan zijn, wanneer we bedenken dat getraumatiseerde mensen vaak lijden aan zogenaamde herhalingsdrang. Ze zoeken steeds opnieuw situaties die hen vaak onbewust doen denken aan het oorspronkelijke trauma. In negatieve zin zou je kunnen zeggen dat ze niet beter weten en steeds situaties herhalen die bekend voor hen zijn. In positieve zin zou je kunnen zeggen dat ze steeds weer in die situaties stappen in de hoop de oude wond ooit te helen. Soms lukt dat ook en dan betekent het stoppen met de relatie met de getrouwde man in hun beleving tegelijk een beëindiging van het oorspronkelijke misbruik.
Wanneer vader streng verboden was, zal de minnares later in het diepste geheim een relatie aangaan met een getrouwde man. Vrijwel niemand van haar vrienden of familie zal het weten en niemand zal begrijpen waarom ze toch zo lang alleen blijft; ‘ze is toch zo’n leuke vrouw’. Ze schaamt zich meestal diep voor haar relatie, voelt zich enorm schuldig en vreest met grote vreze voor rampen wanneer het openbaar zal worden. De minnaar zal nooit bang hoeven zijn dat zij met het geheim naar buiten zal komen, ze zou zich nog liever ophangen. Ze leeft net als Persephone gedeeltelijk in een ‘onderwereld’ met haar minnaar, ze leidt een voor iedereen verborgen dubbelleven en kan dit soms jaren volhouden. Ze heeft haar getrouwde minnaar lief in haar eentje en ze lijdt in haar eentje.
Wanneer het kindvrouwtje de rol van weerstandsdochter speelt, heeft ze vaak op jonge leeftijd al ‘foute vriendjes’; een relatie met een vaak veel oudere getrouwde man kan zo’n relatie zijn. Het verlangen naar haar vader wordt door hem niet vervuld en wordt nu wel vervuld door haar minnaar, hoewel ze zich er vrijwel nooit van bewust is dat ze naar haar vader verlangt en haar vriend de rol van vader vervult. Integendeel: ze zal in alles laten blijken dat ze niets met die achterlijke ouders te maken wil hebben. De liefde bedrijven met iemand die veel ouder is kan voor haar een ‘sprong zijn naar de volwassenheid’ en tegelijkertijd kan ze zich door deze daad wreken op haar vader die haar verwaarloosde door te vrijen met iemand die net zo oud is als hij. De weerstandsdochter is meestal al vroeg de deur uit en gaat op jonge leeftijd op zichzelf wonen en de ouders verliezen al snel de grip op haar. Het kan zijn dat het contact jarenlang verbroken blijft tussen haar en haar ouders. Vaak is het zo dat de getrouwde man zijn handen vol heeft aan haar, en wanneer hij de relatie voor zijn echtgenote per se verborgen wil houden, loopt hij met haar een groot risico. Maar de weerstandsdochter is vaak een gepassioneerde (of liever gezegd een wanhopige) minnares en dit is ook vaak de reden dat mannen op haar vallen. Ze is het type ‘ongetemde furie’ en de razernij over het onrecht wat haar thuis is aangedaan is de ‘drive’ voor het gepassioneerde seksleven. Onder dit temperamentvolle gedrag zit meestal een diepe depressie die vaak pas op latere leeftijd tot uiting komt na een paar mislukte relaties.
Persephone als de echtgenote
We kunnen het kindvrouwtje ook ontmoeten als bedrogen echtgenote. Vaak is ze jong getrouwd. Onervaren stapt ze het huwelijk in met meestal een ‘harde man’, bijvoorbeeld een Zeus of een Dionysus die op haar vallen vanwege haar onschuldige uitstraling of kwetsbaarheid. Zij valt op hem omdat ze denkt dat hij de rots in de branding kan zijn. Naïef en onvolwassen (zonder stuwende mannelijke kracht in haar persoonlijkheid) is ze slecht toegerust voor de stormen van het leven en heeft ze een brede schouder nodig. Maar wat die brede schouder buiten de deur uitspookt wil ze vaak niet weten. Dit type bedrogen echtgenote heeft dan meestal ook niet door dat haar man vreemdgaat. Ze blijft in hem geloven en ze is snel gerustgesteld wanneer ze wel haar twijfels heeft. Wanneer het dan uiteindelijk duidelijk wordt dat haar man een minnares heeft, is dit nog geen reden voor haar om hem buiten de deur te zetten. Hij kan altijd bij haar terugkomen, waarna hij haar weer bedriegt en hij weer mag terugkomen enzovoort.
Wanneer de echtgenote van huis uit een weerstandsdochter is geworden, treffen we een vrouw aan die thuis vecht met haar man in plaats van hem lief te hebben. Ze wil hem wel liefhebben, ze verlangt wel naar hem, maar ze wantrouwt hem ook, ze denkt dat hij haar ook in de steek zal laten, net als haar vader. Soms kiest ze een man die inderdaad onbetrouwbaar is en aan de lopende band vreemdgaat en inderdaad net is als haar vader. Ze hoopt, vaak tegen beter weten in, dat ze hem met haar liefde zal binden, maar het is een expeditie die gedoemd is te mislukken. Wanneer dan uiteindelijk het huwelijksschip gezonken is en zij weer aan wal klautert, is ze opnieuw bevestigd in het feit dat mannen niet deugen. Ze heeft ook weer ervaren dat je maar beter niet naar je vader kunt verlangen, want dat verlangen wordt toch steeds afgestraft in haar beleving. Nog meer verwond dan ze al was, zal ze alleen blijven of toch opnieuw aan een huwelijksreis beginnen, met meestal dezelfde afloop.
Soms is de man wel aardig en lokt ze zonder reden conflicten uit. Niet alleen met hem, maar met iedereen maakt ze ruzie, vooral ook met haar en zijn familie, en ze kan slecht haar aandeel in conflicten zien. Veel mannen die vreemdgaan willen ons doen geloven dat ze met zo’n vrouw getrouwd zijn, met andere woorden: ‘Ze jaagt me de deur uit met haar gescheld, het is logisch dat ik het bij een ander zoek.’ Dikwijls blijkt het onwaar te zijn en merkt de minnares tot haar schrik, wanneer ze zijn vrouw een keer ontmoet, dat het niet de ‘bitch’ is die zij zich had voorgesteld. Maar het komt zeker voor dat deze vrouwen het gezin terroriseren met hun angst die in woede geuit wordt. Niets wat haar man doet is goed, het is en blijft een rotzak in haar ogen. Deze vrouw is meestal wantrouwig, jaloers en/of onverschillig. ‘Als je een ander hebt dan donder je maar op, dan kom je er bij mij gewoon nooit meer in, zo simpel is dat.’ De vrouw draagt ertoe bij dat de man het huis uit vlucht. Ze bewijst voor zichzelf op deze manier dat het toch altijd hetzelfde liedje is met die mannen. Zo hoeft ze niet echt bij haar verlangen stil te staan. Als blijkt dat de man inderdaad een ander heeft, breekt toch vaak de hel los. Meestal zijn dit de meest dramatische echtscheidingen, waarbij de kinderen vrijwel altijd betrokken worden in de strijd. Pas wanneer deze vrouw contact kan krijgen met haar oorspronkelijke pijn en het verlangen naar haar ouders, kan haar innerlijke wond helen en kan ze rustiger en redelijker worden en hoeft ze haar man niet meer weg te jagen naar een andere vrouw. Wanneer haar innerlijke wond geheeld is, zal ze niet langer een man kiezen van wie iedereen weet dat het een notoire vreemdganger is.
Athena, de prestatiedochter
Een andere manier om interesse van vader te wekken is goede prestaties te leveren. Vader is zelf ambitieus en houdt van een slimme dochter. Wanneer het meisje intelligent is heeft ze dit snel genoeg in de gaten en ze kan vaders wens vervullen door voortdurend met rekenen bezig te zijn, of ze kan al lezen voordat ze op school zit en stelt allemaal slimme vragen, waarmee ze vader voortdurend verrast en verbaast. Het meisje leert dat slim zijn en prestaties leveren het belangrijkste in het leven is. Fouten maken wordt een ramp en is met schaamte beladen en wordt dan ook kost wat kost vermeden.
Als mythologisch figuur zou de godin Athena goed model kunnen staan voor deze vrouw. Athena werd als volwassen vrouw geboren uit het voorhoofd van Zeus, haar vader. Het voorhoofd van Zeus werd gespleten met een bijl en Athena sprong met een strijdkreet naar buiten, gekleed in een prachtig oorlogsgewaad. Zij werd later ook wel de krijgsgodin genoemd. Haar moeder, Metis, droeg haar oorspronkelijk wel als vruchtje, maar er was voorspeld dat het een kind zou worden dat haar vader zou overtreffen. Om dat te voorkomen verslond hij de zwangere moeder nadat hij haar piepklein had gemaakt en werd zo een met de door hem gevreesde dochter. Athena was dus moederloos en dat kenmerkte haar persoonlijkheid doordat vooral rationele, verstandige en harde kanten opvallen. Zachte moederlijke eigenschappen, ontvangende en afhankelijke kanten en de mogelijkheid tot diepgaande intimiteit ontbreken bij deze vrouw.
Athena als minnares
Als Athena een minnares wordt, valt ze vooral op machtige en krachtige mannen, en vaak lijken ze op elkaar, net zoals Athena uit het brein van Zeus geboren werd en op hem leek. Zeus weert zijn kwetsbaarheid af, Athena doet dat ook. Haar innerlijke conflict gaat net als bij Zeus ook over kwetsbaarheid en onkwetsbaarheid, over macht en controle versus onmacht en controleverlies. In feite kan ze geen gelijkwaardige relatie met een totaal beschikbare man aan, omdat dit haar te kwetsbaar zou maken. Een Athena-minnares wil niet echt afhankelijk worden. Een getrouwde man is de perfecte partner omdat ze daardoor een groot deel van haar zelfstandigheid kan behouden en ze de balans tussen beide polen creëert die ze net aankan. Zonder dat zij het zelf weet, durft ze zich niet echt te binden aan een beschikbare man uit angst dat zij opnieuw in de steek gelaten zal worden, zoals zij ooit in de steek gelaten is door haar moeder.
We komen haar veel tegen in het bedrijfsleven, waar ze samen met haar zakenpartner en minnaar de touwtjes in handen heeft. Wanneer hij haar baas is, heeft ze informeel bijna evenveel macht en samen voelen ze zich sterk. Athena heeft niet veel schuldgevoel, de echtgenote bestaat nauwelijks in de beleving van beiden, net zomin als de moeder van Athena voor haar bestond. De relatie kan lang duren want Athena verdraagt het meestal uitstekend dat haar minnaar niet altijd bij haar kan zijn. Ze kan goed alleen zijn en wanneer haar minnaar het al te bont maakt en haar verwaarloost, kan ze hem keihard aan de kant zetten of breekt er tussen beiden een oorlog uit, een machtsstrijd, waarbij het er hard aan toegaat. Het bedrijf waar ze zich beiden zo voor in konden zetten sleuren ze soms mee in de afgrond.
Anna (35)
Matrices was mijn baas en vanaf het begin klikte het tussen ons. Ik werkte eerst bij een ander bedrijf, maar hij wist me over te halen bij hem te komen werken. We gingen regelmatig samen lunchen en we bespraken alle hete hangijzers. Hij en ik hadden dezelfde visie en het was een ware verademing om zo’n zielsverwant te ontmoeten en ermee te werken. Hij stimuleerde mij enorm om me verder te ontwikkelen in mijn vak en ik kreeg inderdaad in een razend tempo meer en meer verantwoordelijkheid.
Ik heb nu al tien jaar een relatie met hem. Het is net een soort huwelijk. We zien elkaar ook meer dan hij zijn vrouw ziet want hij is altijd op zijn werk en ik ook. We gaan veel samen naar congressen en dan knopen we er een paar dagen aan vast en houden we vakantie. Vriendinnen vragen wel eens of ik niet meer zou willen? Ik zou niet weten waarom. Ik kan doen en laten wat ik wil en heb toch een man! We hebben het zo toch perfect voor elkaar? Ik heb een leukere relatie dan menigeen, dat weet ik zeker en ik ga het echt niet verknallen door banaal gezeur en gejammer dat hij ook met kerst bij mij moet zijn. Ik zou me trouwens dood schrikken als hij morgen zou scheiden, ik zou dat helemaal niet willen. Vraag me niet waarom, geen idee!
Athena als echtgenote
Athena is niet echt geschikt als echtgenote maar wanneer ze wel getrouwd is, zal het meestal een verstandig huwelijk zijn waarin ze niet ‘moeilijk’ doet. Vaak is er sprake van een goede verstandhouding en vriendschap tussen de echtelieden en buitenechtelijke relaties van beiden behoren tot de mogelijkheden. Beide partners zijn erg op werk gericht en wanneer er kinderen komen wordt de opvoeding grotendeels uitbesteed.
Het komt voor dat een Athena-echtgenote getrouwd is met een zwakke man. De man is zo afhankelijk van haar dat hij het niet in zijn hoofd zal halen om vreemd te gaan. Het kan bijvoorbeeld een ‘gewonde man’ zijn die ooit erg beschadigd is in zijn jeugd. Athena zal zich tot hem aangetrokken voelen door zijn kwetsbaarheid. Net als Zeus herkent ze onbewust haar eigen kwetsbaarheid in hem. Ze zal hem wat beschermen maar ze zal ook een stevig eigen leven los van hem leiden. Het is niet uit te sluiten dat juist zij de overspelige is in de relatie. Meestal heeft dit echter niet tot gevolg dat zij bij haar man weggaat, tot grote verbazing van haar omgeving. Die begrijpen niet wat zo’n sterke vrouw bij zo’n ‘gehandicapte’ man zoekt. Maar de vrouw die zo sterk lijkt, is diep in haar hart moederloos en doodsbang verlaten te worden. Een voordeel van een ‘gewonde’ man is dat hij nooit bij je weg zal gaan, waardoor zij nooit meer verlaten zal worden. Dit geeft haar de kracht om te zijn wie ze is. Wanneer ze in haar huwelijk een buitenechtelijke relatie aangaat, zal de echtgenoot als ‘moeder’ dienen en wordt haar minnaar de gelijkwaardige seksuele partner.
Demeter, de verzorgster
In bovenstaande situaties was vader ‘lucht’, of ‘machtig en verboden’ of gewoon te veel afwezig. Het komt echter ook voor dat vaders vooral negatief aanwezig zijn of een sterk beroep doen op het verzorgende moederlijke aspect in de persoonlijkheid van het meisje omdat hij de moederlijke eigenschappen in een vrouw meer waardeert dan de seksuele eigenschappen. Hij zal in deze houding meestal gestimuleerd worden door zijn vrouw die dan ook meer moeder dan echtgenote is. In de oedipale fase wordt zij niet benaderd als een meisje dat vooral een vrouw zal worden, maar als een moedertje. Het kan zijn dat ze al vroeg verzorgende en huishoudelijke taken krijgt. Of ze voelt aan dat moeder hulp nodig heeft omdat die het anders niet redt. De moederlijke aspecten in een vrouw worden in deze maatschappij nog altijd overgewaardeerd en wanneer een meisje aanvoelt dat ze in die rol van betekenis kan zijn voor haar ouders en ze heeft er enige aanleg voor, dan zal ze zeker niet nalaten die rol vooral goed in te studeren.
Soms komt het voor dat vaders negatief en agressief zijn ten opzichte van de kinderen. Moeder beschermt hen dan voor hem en houdt ze uit bestwil bij hem weg. Dit kan echter zijn jaloezie versterken en zijn agressiviteit verergeren. Het meisje zal zich dan nog sterker met moeder identificeren want vader is een negatieve identificatiefiguur op wie ze helemaal niet wil lijken.
Het kan ook zijn dat niet vader, maar vooral moeder seksualiteit verafschuwt en ‘het’ alleen nodig acht om zwanger te worden. De afwijzing van het vrouwelijke, het seksuele en de nadruk op het moederlijke gaat dan vooral van moeder uit. Deze zorgende moederlijke vrouw lijkt vooral op de godin Demeter. Demeter was een kind van Rhea en Kronos. Haar vader Kronos verslond zijn kinderen direct na de geboorte om ze na een tijdje weer uit te braken. Ook de grootmoeder van Demeter, de godin Gaia, had een man die zijn kinderen kwaad deed en ook Demeter treft een man, Zeus, die hun dochter, Persephone laat ontvoeren naar de onderwereld. Zo wordt ook in deze familielijn het drama van de agressieve vaders van generatie op generatie overgedragen.
Demeter: als minnares en echtgenote inwisselbaar
Het komt voor dat Demeter later een minnares wordt, maar vaker zullen we haar aantreffen als de bedrogen echtgenote. Wanneer ze een minnares is, is haar minnaar een man die emotionele zorg behoeft. Ze trouwt bijvoorbeeld een Ares-type. Ze is een soort moeder voor hem en verzorgt, troost, steunt, bevestigt en bewondert hem. Zijn echtgenote thuis is meestal ook een moederlijke vrouw, maar in de beleving van deze man is zij dominanter en bemoeizuchtig. Hij voelt zich thuis een kleine jongen en bij zijn minnares een grote jongen.
De minnares lijdt vaak aan deze situatie omdat het voor haar heel belangrijk is om kinderen te krijgen. Het liefst veel. Niet zelden wordt ze dan ook ‘per ongeluk’ zwanger van de getrouwde man, die dan wel of niet bij haar intrekt, zijn andere gezin en kinderen in de steek laat. Vervolgens verdraagt de man het meestal niet dat zijn nieuwe vrouw zoveel tijd kwijt is aan de baby, ‘het is niet wat hij ervan verwachtte’ en gaat hij op zoek naar een nieuwe verzorgende Demeter als minnares die weer per ongeluk zwanger van hem wordt, waar hij ook weer bij intrekt en die hij ook weer verlaat enzovoort.
In de rol van echtgenote komen we Demeter nogal eens tegen, maar het kan dus goed zijn dat ze ooit als minnares begonnen is. Wanneer haar man haar bedriegt met een ander is dat zeker erg voor haar want ze heeft heel veel in hem geïnvesteerd. Een Demeter-moeder zegt niet snel nee en wanneer hij haar verlaat is ze emotioneel en soms ook letterlijk blut en leeggegeven.
Een vrouw als Demeter kan haar moederlijke eigenschappen en haar seksualiteit niet in zichzelf verenigen. Zodra ze moeder wordt, vergeet ze dat ze ook nog echtgenote is en dit wakkert de jaloezie van haar echtgenoot vaak aan. Als minnares zal een relatie met een getrouwde man haar in staat stellen om deze twee aspecten dichter bij elkaar te brengen. Omdat de man thuis een ‘moeder’ heeft met wie hij meestal nauwelijks meer vrijt, doet hij een groter appèl op de seksuele kanten van zijn minnares en kan zij die kant meer ontwikkelen ten koste van haar moederlijke neigingen. De minnares zal best wat over hem moederen, maar minder dan ze zou doen wanneer ze met hem getrouwd zou zijn. En hij zal haar wel degelijk ook een beetje als een moeder ervaren, maar veel minder dan wanneer hij met haar zou samenwonen, omdat hij veel minder afhankelijk is van de minnares.
Maria (75)
Ik kom uit een groot katholiek gezin met acht kinderen van wie ik de oudste was. Thuis was het aanpoten geblazen, we hadden een boerenbedrijf en we moesten allemaal meewerken. Mijn vader was een ruwe kerel, ging ruw met het vee en met ons om. Ik had altijd met mijn moeder te doen, ze had nooit iets voor haar zelf, werkte zo hard en zag er vaak zo slecht uit. Ik deed wat ik kon om haar te ontlasten.
Studeren was er niet bij, ik moest de kost maar gaan verdienen en kwam in een gezin terecht als meisje voor dag en nacht. De baas legde het al snel met mij aan, telkens als zijn vrouw niet thuis was. Ik had met hem te doen, het leek een aardige vent en ik vond haar helemaal niet aardig. Ik dacht ook altijd: ‘Je vraagt erom dat je man vreemdgaat’, want ze betuttelde hem vreselijk. Ik raakte natuurlijk zwanger, voorbehoedmiddelen had je toen nog niet en toen zijn vrouw erachter kwam werd ik ontslagen en hij werd er ook uitgesmeten. Ik hoefde thuis niet meer aan te komen. Mijn vader wilde me er niet meer in hebben. Mijn moeder heeft toen een huis voor ons geregeld, zij heeft me ook nooit iets verweten. We zijn getrouwd maar al snel bleek dat hij in feite een groot kind was. Hij is nu dood en het is niet netjes dat ik het zeg, maar ik heb nu eindelijk de tijd voor mezelf en mijn kinderen. Wat vroeg die man veel aandacht… foei! Mijn kinderen zijn alles voor me. Ze komen allemaal elke week en mijn oudste dochter is nu zwanger van een donor. Fantastisch! Dat zoiets nu kan! Als het in mijn tijd mogelijk was geweest had ik het misschien ook wel gedaan, geen man maar wel een kind. Mannen, daar heb je alleen maar last van, zeg ik altijd maar.
Hera, godin van het huwelijk
Wanneer moeder niet de hoofdpersoon in het gezin is, maar alles in het teken staat van vader, ontstaat er weer een andere interactie tussen vader, moeder en kind. In sommige gezinnen zijn vaders heilig. Ze worden op handen gedragen en de taak van de vrouw is ‘Hem’ te dienen. Vader is onfeilbaar, onschuldig, zijn wil is wet en het is een eer om hem als vader te hebben en om met hem getrouwd te zijn. Het is het prototype van de patriarchale samenleving waar de man de baas is en de vrouw ondergeschikt.
De Griekse godin Hera was een zus van Demeter en werd na haar geboorte ook verslonden door haar vader. Toen ze uit haar vader bevrijd werd, was ze al bijna volwassen. Toen zij een jonge vrouw was, wist de machtige Zeus haar te versieren door in een kwetsbaar vogeltje te veranderen. Hij wist haar zo voor zich te winnen. Maar hoe hij ook aandrong, ze wilde slechts wat met hem wanneer hij beloofde met haar te trouwen, en dat deed hij ook.
Voor een Hera-vrouw is het huwelijk het belangrijkste dat er is. Ze droomt over haar trouwdag en ze heeft haar uitzet al sinds haar puberteit in de kast staan.
Ongetrouwd zijn ziet ze als een schande en ze voelt zich incompleet zonder man. Wanneer Hera kinderen krijgt kiest ze in ruzies altijd voor haar man en ze draagt uit dat je vader niet mag tegenspreken. Haar man is heilig en ze verdedigt hem te vuur en te zwaard. Vaak is haar man een machtige en autoritaire figuur en heeft hij een belangrijke functie. Zij staat achter hem en vervult op de achtergrond een representatieve rol als vrouw van…
Zoals Hera werd verslonden door haar vader, zo wordt de identiteit van een Hera-echtgenote bepaald door haar man. Als kind heeft ze het oedipale spel met hem niet kunnen spelen, hij verslond haar waardoor ze zich klein en nietig voelde. De enige manier om haar eigenwaarde op te krikken is een relatie aan te gaan met een machtige man. Het dramatische is echter dat deze machtige man nogal lijdt aan territoriumdrift. Geen vrouw is bij hem veilig. De buitenechtelijke relaties van haar man zijn een regelrechte bedreiging voor haar bestaan. Geen wonder dat ze zich dan ook doodvecht voor het behoud van het huwelijk. Geen wonder dat ze haar man idealiseert en de minnares veroordeelt. Wanneer ze zou inzien dat haar man de strijd niet waard is, zou ze lijden aan identiteitsverlies. Dit wil ze zichzelf niet aandoen. In de Griekse mythologie is Hera dan ook het symbool voor de jaloerse echtgenote en haar wraakacties zijn berucht. Als minnares zullen we haar niet zoveel tegenkomen, als echtgenote des te vaker. Hera zou de moeder kunnen zijn die het meisje verbiedt iets met haar vader op te bouwen. Vader is vooral van haar, de liefhebbende echtgenoot. Kleine meisjes, ook al zijn ze nog maar drie, zijn rivalen. De dochter van Hera zou de vrouw kunnen zijn die in het diepste geheim een relatie aangaat met een man en die de wraak van de echtgenote terecht vreest.
Francis (30)
Mijn vader is wethouder en mijn moeder doet allerlei vrijwilligerswerk. Mijn moeder heeft een druk leven naast mijn vader en soms gaat mij dat veel te ver. Het lijkt wel of ze zijn carrière belangrijker vindt dan hijzelf. Mijn moeder is de perfecte vrouw van, en organiseert feestjes bij ons thuis en weet precies hoe alles volgens de laatste mode en etiquette moet. Haar kapsel zit altijd perfect en het huis is prachtig maar steriel. Kijk een keer naar Derrick, die Duitse krimiserie en je weet hoe het er thuis bij ons aan toegaat. Een moord zou bij ons niet uitgesloten zijn, zo’n rare spanning hangt er soms. Een kille afstandelijkheid waar je koud van wordt. Toch kunnen mijn ouders ook heel aardig zijn, altijd belangstellend, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat wij als kinderen op het tweede plan kwamen. Ik miste de warmte die je in andere gezinnen wel eens voelt. Een moeder die thuis lekker aanrommelt en lol maakt met haar kinderen. We kwamen niets tekort maar het kwam allemaal vanuit de rol van ideale echtgenote en niet uit haar hart.
Een keer heb ik gedacht dat het zou knallen bij ons thuis. Mijn moeder was helemaal hysterisch en ze is toen ook een paar dagen weg geweest. Ik denk dat hij een ander had, maar zeker weet ik dat niet omdat ze er nooit over praatten. De spanning was toen wel te snijden. Die hysterie deed me ergens ook wel goed, eindelijk gebeurde er eens wat, zag ik emoties. Ik denk trouwens dat mijn vader regelmatig vriendinnen heeft, maar hij zal nooit bij mijn moeder weggaan. Daar is hij veel te laf voor. Want het is dan wel een grote man in zijn werk, maar eigenlijk is hij maar een bang vogeltje en zou hij niet weten wat hij zonder mijn moeder moest beginnen. Dat zag ik wel toen mijn moeder die paar dagen weg was, hij zat als een klein kind te snotteren op de bank en toen ze weer terug was, was hij helemaal door het dolle van blijdschap. Ik snap dat niet, in bed een vent, dan daarbuiten ook, zeg ik altijd maar.
Of ik ook een relatie heb? Tja, wat zal ik ervan zeggen. Soms wel, soms niet, dat is wat gecompliceerd, laten we het daar maar op houden.
Alle spelers in het buitenechtelijke drama zitten gevangen in dezelfde driehoek. In die driehoeksrelatie proberen ze de psychische wonden te helen, maar dat lukt niet omdat de gespletenheid blijft. De gespletenheid wordt ogenschijnlijk wel opgeheven, maar niet voorgoed. De driehoeksverhouding kan hooguit een ‘eye-opener’ zijn. Ze kan ‘de spelers’ in contact brengen met de oorspronkelijke wond, en dat is tevens de winst van deze ervaring. Omdat een driehoeksverhouding juist door de balans van het drietal ook paradijselijke gevoelens van vrede en heel zijn en harmonie teweeg kan brengen, stelt ze ons ook in staat even aan dit paradijs te proeven. Het kan als een uitdaging opgevat worden het paradijs in jezelf te zoeken en in de eerlijke en open diepe verbinding met een ander.
De minnares en de echtgenote: ze zijn rivalen geworden door een man die ze beiden liefhebben. Wanneer die ene man er niet geweest zou zijn, waren ze waarschijnlijk vriendinnen. Vaak lijken ze meer op elkaar dan ze zelf vermoeden.